De gelijkenis van het zuurdeeg, schat en parel – Mattheüs 13:33-35, 44-46

De gelijkenis van het zuurdeeg, schat en parel – Mattheüs 13:33-35, 44-46

De gelijkenis van het zuurdeeg, schat en parel

Mattheüs 13:33-35, 44-46

  1. Vanmorgen gaan wij de laatste vier gelijkenissen uit Mattheüs 13 met elkaar doornemen. En zoals de gelijkenis van het mos-terdzaad geen uitleg kreeg, krijgen ook deze vier geen uitleg van Jezus waardoor er helaas verschillende interpretaties zijn ontstaan.
    1. w.b. de eerste drie van de vier zal ik net als vorige week eerst de algemene interpretatie voorleggen en vervolgens zal ik mijn interpretatie voorleggen.
Toon volledige notities

Vers 33 – 33Een andere gelijkenis sprak Hij tot hen: Het Ko-ninkrijk der hemelen is gelijk aan zuurdeeg, dat een vrouw nam en in drie maten meel deed, totdat het helemaal doorzuurd was.

  1. Zuurdeeg ook zuurdesem genoemd werd duizenden jaren ge-leden al gebruikt om brood te bakken. Het is een rijsmiddel.
    1. De werking van zuurdeeg is te vergelijken met de gist die vandaag de dag in de supermarkt te krijgen is.
    2. En als je vandaag de dag zelf brood wil bakken, dan kan je dat met behulp van gist vrij snel doen. Je hebt tegenwoordig broodmachines die het bijna voor je doen.
  2. Maar, wanneer je brood wil bakken en je gebruikt zuurde-sem als rijsmiddel, dan duurt dat veel langer.
    1. Ten eerste, als je met helemaal niets begint, dan heb je ongeveer één week nodig om een brood te bakken.
      1. Je begint bijv. op maandag door een mengsel van zuur-deeg te maken. Dit laat je maandag, dinsdag, woensdag, donderdag op een warme plek staan.
      2. Af en toe voeg je er een beetje bloem of water toe, af en toe roer je het een beetje, maar voor de rest laat je het gewoon met rust. Het moet verzuren, oftewel, het moet bederven.
  • Afhankelijk van de omstandigheden, zou je vrijdagmid-dag een verzuurd klomp deegmengsel hebben waarbij je vervolgens wat water en één kilo bloem toevoegt.
  1. Dit mengsel ga je vervolgens mengen en kneden, je strooit er net zoveel bloem op totdat het deeg niet meer plakt.
  2. Vervolgens haal je een stukje deeg ervan af en plaats je dat in een aparte kom. Je houdt dat stukje apart. De rest van het deeg dek je af om het te laten rijzen tot de vol-gende dag, en daarmee bak je het brood.
  1. Nu, als je daarna weer een brood wil bakken hoef je niet weer bijna een week te wachten om opnieuw zuurdeeg aan te maken.
    1. Het mooie van zuurdeeg is dat je het opnieuw kan ge-bruiken.
    2. Als je eenmaal het zuurdeeg gemaakt hebt en als je een stukje apart gehouden hebt, dan is dat ene stukje vol-doende om de volgende dag weer opnieuw brood te gaan bakken.
  • Dat ene stukje zuurdeeg is voldoende om een nieuw klomp deeg in één dag te verzuren zodat het gaat rijzen. Je hoeft dus niet helemaal opnieuw te beginnen om zuur-deeg te maken.
  1. Dus als je elke keer een stukje van het oude deeg, het zuurdeeg apart houdt, dan kan je elke dag opnieuw dát stukje zuurdeeg gebruiken om elke dag vers brood te bakken.

www.speltwinkel.nl/Recepten/recept-zuurdesembrood%20van%20speltmeel.html

  • Bij het gebruik van zuurdeeg/zuurdesem werkt het gisting proces dus zo. Het oud stuk verzuurde deeg dat je apart ge-houden hebt, voeg je toe aan een nieuw klomp deeg dat niet verzuurd is.
    1. Op het moment dat je het klein stukje zuurdeeg toevoegt aan de nieuwe klomp deeg, gaat de zuurdesem te werk en binnen één dag is de hele klomp deeg verzuurd.
      1. Vandaar dat de apostel Paulus zegt: “Weet u niet dat een klein beetje zuurdeeg het hele deeg doorzuurt?”

En dit is wat Jezus hier bedoeld met: “Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan zuurdeeg, dat een vrouw nam en in drie maten meel deed, totdat het helemaal doorzuurd was.”

  1. De meest gangbare uitleg van deze gelijkenis is dat het klein beetje zuurdeeg het prille begin van het ‘door bemiddeling tot stand gebracht’ Koninkrijk van God vertegenwoordigd.
    1. En dat dit klein beetje zuurdeeg uiteindelijk de hele wereld zal beinvloeden waardoor het Koninkrijk van God zich over de gehele wereld zal verspreiden.
      1. Ik zie in deze interpretatie een kern van waarheid, want het Koninkrijk der hemelen wordt inderdaad op alle conti-nenten vertegenwoordigd.

Op elk continent heeft God Zijn kinderen geplaatst dus ja, het Koninkrijk heeft Zich inderdaad over de gehele wereld verspreid. Maar, ik zie iets anders in deze gelijkenis.

  1. Omdat Jezus geen uitleg van deze gelijkenis geeft ben ik genoodzaakt om het idee van het zuurdeeg te definiëren aan de hand van hoe het elders in de Bijbel voorkomt. Zoals ik dat vorige week ook met de vogels deed.
    1. In Exodus 12 vertegenwoordigd zuurdeeg het oude leven, oftewel de slavernij van Israël in Egypte.
    2. Mattheüs 16:6, 12 – 6Jezus zei tegen hen: ‘Kijk uit, en wees op uw hoede voor het zuurdeeg van de Farizeeën en de Sadduceeën’.”

12…‘het onderricht van de Farizeeën en de Sadduceeën’.”

  1. Jezus waarschuwde Zijn discipelen hier voor het zuur-deeg van valse leer.
  1. Markus 8:15 – “Jezus gebood hun en zei: ‘Kijk uit, pas op voor het zuurdeeg van de Farizeeën en voor het zuurdeeg van Herodes’.”
    1. Hier waarschuwde Jezus Zijn discipelen nogmaals voor het zuurdeeg van valse leer en ook voor het zuurdeeg van het willen hebben van macht.
  2. Lukas 12:1 – “Jezus zei tot Zijn discipelen: ‘Wees op uw hoede voor het zuurdeeg van de Farizeeën, dat is de huiche-larij’.”
  3. 1 Korinthe 5:1-2 – 1Men hoort algemeen dat er hoererij onder u voorkomt, en wel zo’n vorm van hoererij waarvan zelfs onder de heidenen geen sprake is, namelijk dat iemand de vrouw van zijn vader heeft. 2En u doet zich zo gewichtig voor. Kunt u niet beter treuren, om dan hem die deze daad begaan heeft, uit uw midden weg te doen?”

Vers 5:6-11 – 6Uw roem is niet goed.  Weet u niet dat een klein beetje zuurdeeg het hele deeg doorzuurt? 7Verwijder dan het oude zuurdeeg, opdat u een nieuw deeg zult zijn. U bent immers ongezuurd, want ook ons Paaslam is voor ons ge-slacht: Christus. 8Laten wij dus  feestvieren, niet met oud zuurdeeg, ook niet met zuurdeeg van slechtheid en boosaar-digheid, maar met ongezuurde broden van oprechtheid en waarheid. 9Ik heb u geschreven in de brief  dat u zich niet moet inlaten met ontuchtplegers. 10Echter, niet in het alge-meen met de ontuchtplegers van deze wereld, of met de hebzuchtigen, of rovers, of afgodendienaars, want dan zou u uit de wereld moeten gaan. 11Maar nu heb ik u geschreven dat u zich niet moet inlaten met iemand die, terwijl hij een broe-der wordt genoemd, een ontuchtpleger is, of een hebzuchtige, of een afgodendienaar, of een lasteraar, of een dronkaard, of een rover.  Met zo iemand moet u zelfs niet eten.”

  1. Zuurdeeg wordt in dit stuk door de apostel Paulus gelijk gesteld aan zonde!
  1. In al deze voorbeelden spreekt het zuurdeeg van iets dat slecht is, iets kwaadaardig, iets vals.
    1. En aan de hand van deze definitie kom ik tot de conclu-sie dat Jezus het in de gelijkenis van het zuurdeeg heeft over de verspreiding van het valse binnen het Koninkrijk der hemelen, in de kerk.
    2. Zo’n 25 jaar nadat Jezus deze gelijkenis gaf zien wij in de brief van 1 Korinthe dat er inderdaad mensen in de kerk waren die zichzelf christen noemde, maar die hoer-eerders, ontuchtplegers, hebzuchtigen, afgodendienaars, lasteraars, dronkaards en rovers waren…
      1. En over deze mensen zegt Paulus: “Weet u niet dat een klein beetje zuurdeeg het hele deeg door-zuurt?”
        1. Dus, zoals de gelijkenis van het mosterdzaad te maken had met een abnormale groei en van het nestelen van het valse in het Koninkrijk, heeft ook de gelijkenis van het zuurdeeg te maken met de verspreiding van het valse in het Koninkrijk.
  • In de gelijkenis van de tarwe en het onkruid groeit de tarwe (het echte) samen op met het onkruid (het valse). En ik geloof dat Jezus dit fenomeen bevestigd in de gelijkenis van het mos-terdzaad én in de gelijkenis van het zuurdeeg.
    1. Dit verklaart voor mij waarom het 2.000 jaar lang “rom-melt” in de tijdperk van de Kerk.
    2. Maar God zal aan het einde van deze tijdperk het echte van het valse scheiden. Dit is Zijn werk, dit is Zijn verant-woordelijkheid.
      1. En waar wij ons elke dag mee bezig horen te houden is het zaaien van het Woord van God in de wereld. God heeft ons de Grote opdracht gegeven om het te vervullen en dit geldt voor iedere wedergeboren christen!
        1. En waar het zaad dat wij reeds gezaaid hebben langs de weg gevallen is, of op steenachtige grond, of tussen het onkruid, horen wij daar te blijven zaaien en te blijven bidden!
      2. Waar wij ons ook mee bezig horen te houden is het be-reiken van degenen IN de kerk die minder goed floureren.
        1. Er zijn mensen in de kerk die weinig tot geen vrucht voor het Koninkrijk dragen. Er zijn mensen in de kerk die niet actief deelnemen aan het bouwen van Gods Koninkrijk. Er zijn mensen in de kerk die er voor kiezen om de Heere niet elke zondag te dienen, door naar de dienst te komen.
        2. Deze mensen horen wij te winnen! In deze men-sen moeten wij blijven zaaien. Vóór en mét deze men-sen moeten wij blijven bidden.
          1. Persoonlijk ben ik heel gauw geneigd om het bij deze mensen op te geven, want als zo’n per-soon zich niet aan Gods Woord onderwerpt, dan heb ik zoiets van: “zij zijn oud en wijs genoeg om de juiste keuzen te maken”. En als zij volharden in het blijven maken van foute keuzen; jammer dan.
          2. Ook ben ik geneigd om te denken dat vooral mensen die al jaren lang mee draaien in het Chris-tendom, beter moeten weten.
            • En i.p.v. dat ik in hen blijf zaaien, i.p.v. dat ik voor hen blijf bidden, geef ik het eer-der op, juist omdat zij in mijn kromme opvat-ting beter moeten weten.

Vers 34-35 – 34Al deze dingen sprak Jezus tot de menigte door gelijkenissen, en zonder gelijkenis sprak Hij tot hen niet, 35opdat vervuld zou worden wat gesproken is door de profeet, toen hij

zei: ‘Ik zal Mijn mond opendoen met gelijkenissen; Ik zal over dingen spreken die verborgen waren vanaf de grondlegging van de wereld’.

  1. Mattheüs zegt hier dat Jezus Zijn aanpak niet had aangepast, maar dat God het in het O.T. reeds voorspelde dat Jezus d.m.v. gelijkenissen tot de menigte zou spreken.
    1. Hier zien wij nogmaals dat de periode tussen de eerste komst van Jezus en de wederkomst van Jezus, vanaf de grondlegging van de wereld verborgen was.
  2. In Markus 4:34 staat dat Jezus alles aan Zijn discipelen ver-klaarde wanneer zij alleen waren.
    1. Nogmaals, in vers 11 staat dat het aan de ware discipelen van Jezus gegeven is om de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen.
      1. Wat zijn wij toch bevoorrecht om de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te mogen kennen. Wat zijn wij toch bevoorrecht dat Jezus ons dit in Matt. 13 openbaart!

NU NAAR VERS 44

Vers 44 – 44Het Koninkrijk der hemelen is ook gelijk aan een schat, in de akker verborgen, die iemand vond en verborg; en van blijdschap daarover gaat hij heen en verkoopt alles wat hij heeft, en koopt die akker.”

  1. In die tijd was het gebruikelijk dat men hun waardevolle be-zittingen (zoals een schatkist) in de grond begroeven.
    1. En het kwam wel eens voor dat iemand zoiets aantrof.
  2. De algemene interpretatie van deze gelijkenis stelt dat de schat in de akker Jezus, òf het Koninkrijk van God is, en dat wanneer een mens het vindt, hij/zij er alles voor over heeft om het te bemachtigen.
    1. Dit klinkt op zich niet verkeerd omdat ik er inderdaad alles voor over moet hebben om Jezus Christus na te kunnen vol-gen zoals Hij het van mij verlangt.
    2. Maar, er zijn een aantal problemen met deze interpretatie.
      1. Ten eerste is Jezus geen verborgen schat. Jezus Chris-tus is de meest bekende persoon die ooit geweest is.
      2. Ten tweede is de zondaar niet in staat om Jezus te zoe-ken.
        1. Romeinen 3:10-11 – 10Er is niemand rechtvaar-dig, ook niet één, 11er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt.”
  • Ten derde is geen enkele zondaar in staat om zijn/haar redding te kopen!
  • Ik denk eerder dat ik, dat jij/u de verborgen schat bent en dat Jezus degene is die het vindt.
    1. Lukas 19:10 – “Ik ben gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is.”
    2. Lukas 15:1-7 – 1Al de tollenaars en de zondaars nu kwamen bij Hem om Hem te horen. 2En de Farizeeën en de schriftgeleerden morden onder elkaar en zeiden: Deze Man ontvangt zondaars en eet met hen. 3En Hij sprak deze gelijke-nis tot hen en zei: 4Welk mens onder u die honderd schapen heeft en er één van verliest, verlaat niet de negenennegentig in de woestijn en gaat achter het verlorene aan, totdat hij het vindt? 5En als hij het gevonden heeft, legt hij het vol blijd-schap op zijn schouders. 6En als hij thuiskomt, roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tegen hen: Wees blij met mij, want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was. 7Ik zeg u dat er evenzo blijdschap zal zijn in de hemel over één zondaar die zich bekeert, meer dan over negenennegentig rechtvaardigen, die de bekering niet nodig hebben.”
      1. In deze twee voorbeelden is het Jezus die op zoek gaat naar datgene dat verloren is, het is Jezus die naar de zon-daar op zoek gaat en hem/haar vindt.
    3. Bovendien aan de hand van de gelijkenis van de tarwe en het onkruid vertegenwoordigd de akker, de wereld.
      1. Het is Jezus, die omwille van jou, omwille van mij, alle zon-den van de hele wereld op Zich genomen heeft om ons vrij te kopen.
      2. Wij zijn vrijgekocht door het bloed van Jezus!
      3. Zijn offer aan het kruis is allesomvattend. Gods vergeving en verzoening is voor ieder mens beschikbaar. Het enige dat de mens hoeft te doen is Gods Zoon, Jezus Christus aanvaar-den, omhelzen en met heel zijn/haar wezen navolgen.
        1. Jij bent de schat! Omwille van jou heeft Jezus Christus alles verkocht, Hij heeft Zijn heerlijkheid voor jou afgelegd en is voor jou een nietig mens geworden om jou te vinden en te redden. Zo kostbaar ben je voor God!

Vers 45-46 – 45Ook is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een koopman die mooie parels zoekt. 46Toen hij één parel van grote waarde gevonden had, ging hij heen en verkocht alles wat hij had, en hij kocht hem.”

  1. In deze gelijkenis wordt door de mainstream theologen gezegd dat Jezus de kostbare parel is en dat de zondaar Hem vindt. Maar om dezelfde redenen als bij de gelijkenis van de schat verborgen in de akker kan ik me hier niet in vinden.
  2. In die tijd waren parels net zo kostbaar en gewild als dia-manten in onze tijd kostbaar en gewild zijn. De parel dat hier gevonden werd had dus een gigantisch grote waarde. Het was gelijk aan het meest kostbare dat er was!
    1. En zo ziet God jou!! Uit alles dat God geschapen heeft, uit het hele universum, ben jij het meest kostbare voor God.
    2. Zo kostbaar, dat Hij Zijn Zoon, Jezus Christus naar de aarde toe gezonden heeft om jou op te zoeken, om jou te redden, om jouw hart te veroveren!
      1. Spring vanmorgen in het diepe en geloof met heel je hart dat Jezus jou in alles tegemoet zal komen.
      2. Laat alles los waar je je vanmorgen aan vastklampt.
  • Geef jezelf geheel over aan Hem!
  1. Als jij zorgvuldig omgaat met jouw meest kostbaar bezit, hoe veel meer zorgvuldig zal de Schepper van hemel en aarde met jou omgaan.
  2. Jij bent Gods meest kostbaar bezit en Hij heeft alleen het allerbeste voor jou voor ogen.
    1. Laat los en wees echt!

 

De Heer is voor u om u de juiste weg te wijzen.

De Heer is achter u om u in de armen te sluiten.

De Heer is onder u om u op te vangen wanneer u dreigt te vallen.

De Heer is in u om u te troosten.

De Heer omgeeft u als een beschermende muur wanneer anderen over u vallen.

De Heer is boven u om u te zegenen.

Zo zegene u God, vandaag, morgen, en tot in der eeuwen der eeuwen.

St. Patrick