Ik heb in het verleden weleens vanaf de kansel gezegd dat als iemand Jezus Christus nu niet wil navolgen, dat er na de opname van de kerk voor zo’n persoon nog altijd de kans is om tijdens de grote verdrukking tot geloof te komen. Dat is gewoon een feit.

Of men morgen of volgende week of volgend jaar nog in leven zal zijn is een andere vraag. Niemand krijgt de garantie dat je morgen, of volgend jaar of over vijf jaar nog leeft. Het is dus zaak om vandaag je leven aan Christus over te geven!

Maar hoe dan ook, tijdens de periode van de grote verdrukking zal een ontelbare menigte tot geloof in Jezus Christus gaan komen.

Toon volledige notities

Openbaring 7:9 – “Hierna zag ik en zie, een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen, stond vóór de troon en vóór het Lam, bekleed met witte gewaden en palmtakken in hun hand.”

Johannes spreekt hier over mensen die tijdens de grote verdrukking tot geloof in Christus waren gekomen en die vervolgens om hun geloof gedood werden.

Nu, vanmorgen pakken wij het op in Openbaring 6 waarin de grote verdrukking volop op gang is. Afgelopen zondag hebben wij de eerste vier zegels van de boekrol behandeld, vandaag gaan wij verder met de vijfde en zesde zegel.

De vijfde zegel heeft te maken met de gelovigen die uit de verdrukking gekomen zijn en de zesde heeft vooral te maken met Gods wraak op de mensheid dat Jezus Christus verwerpt.

Lees Openbaring 6:9-17

Een van de dingen die mij over de mensheid opvalt is dat mensen voor veel dingen bang zijn. Op angstlijst.nl worden 418 verschillende fobieën genoemd. Iedereen is wel voor iets bang.

Nu is dit op zich niet het meest opvallend. Waar ik me eigenlijk over verbaas is dat mensen, zelfs kerkgangers, over het algemeen meer vrees hebben voor alles en nog wat, dan voor de God van de Bijbel.

Bijvoorbeeld, niet gelovige mensen om ons heen schromen absoluut niet om Gods verdoemenis over zichzelf heen te roepen.

Wanneer iemand zegt: ‘God verdom me’, dan vraagt hij/zij om God hun te verdoemen.

Dit geloven zij natuurlijk niet en dat geeft aan dat zij geen vrees voor God hebben. Want als ze echt vrees voor God zouden hebben dan zouden ze God niet zomaar vragen om hen te verdoemen.

Niet gelovige mensen om ons heen bespotten God, vervloeken God, minachten God, schelden God uit, enz. Er leeft in de wereld geen greintje angst of vrees voor God.

Ik vraag mezelf soms af of wij, de kerk de wereld hierin geen handje helpen.

Kijk, als wij het alleen maar met mensen hebben over de liefdevolle, genadevolle, barmhartige en vergevende God, en wij het niet hebben over de rechtvaardige, oordelende en wrekende God, dan geven wij niet een totaalbeeld van wie de God van de Bijbel is.

Ook als ik niet leef alsof ik God vrees, dan geef ik de mensen om mij heen een verkeerd beeld van God. Want tja, door me niets van God aan te trekken laat ik de wereld om me heen zien dat God uiteindelijk toch niet echt te vrezen is.

Het is voor jou en voor mij als navolgers van Christus dus van essentieel belang om in de vreze des Heere te leven. Kijk naar wat Jezus hierover te zeggen heeft:

Lukas 12:4-5 – “4Tegen jullie, die mijn vrienden zijn, zeg Ik: Wees niet bang voor hen die het lichaam doden, maar daarna tot niets meer in staat zijn. 5Ik zal jullie duidelijk maken voor wie je bang moet zijn: je moet bang zijn voor Hem die de macht bezit om je te doden en daarna in de hel te gooien. Jazeker, dat is degene voor wie je bang moet zijn.” (Willibrord)

Hebreeën 10:30a-31 – “30Wij kennen immers Hem Die gezegd heeft: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, spreekt de Heere. 31Vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God.”

Galaten 6:7 – “Maak u niets wijs: God laat niet met zich spotten. Wat een mens zaait zal hij ook oogsten.”

Wat wij in de tekst vandaag zullen zien is dat God inderdaad niet met Zich laat spotten en dat Hij wel degelijk te vrezen is.

Vers 9  “9En toen het Lam het vijfde zegel geopend had, zag ik onder het altaar de zielen van hen die geslacht waren omwille van het Woord van God, en omwille van het getuigenis dat zij hadden.”

Ik zei afgelopen zondag dat er in Openbaring heel vaak geschakeld wordt tussen hemel en aarde. De gebeurtenissen als gevolg van de eerste vier zegels vonden plaats op aarde. Nu gebeurt er weer iets in de hemel.

Wat Johannes nu ziet en hoort zijn de zielen van de mensen die tijdens de grote verdrukking tot geloof in Jezus Christus waren gekomen.

Enkelen van jullie zullen dit interessant vinden. Johannes zag hun zielen onder het altaar. Wij weten uit het Bijbelboek Hebreeën dat de tabernakel en de tempel ingericht waren volgens het model in de hemel.

Of dit altaar dat Johannes ziet nu het brandofferaltaar of het reukwerkofferaltaar vertegenwoordigd weten we niet omdat de Bijbel het ons simpelweg niet uitlegt.

Volgens Exodus 29:12 en Leviticus 4:18 moesten de priesters het bloed aan de voet van het brandofferaltaar uitgieten, dus onder het altaar zelf. Dit altaar was voor de zondoffers.

Volgens Exodus 30 moest er voortdurend een reukwerkoffer aan God geofferd worden. Dit gebeurde op het reukwerkofferaltaar en dit vertegenwoordigde de gebeden.

Johannes zag de zielen van hun die geslacht waren. Het zou kunnen dat op basis van dat zij geslacht waren dit het brandofferaltaar vertegenwoordigd.

Tegelijkertijd zien wij in vers 10 dat deze zielen tot God bidden, het zou dus op basis hiervan kunnen zijn dat dit het reukwerkofferaltaar vertegenwoordigd.

Nu, dit alles gezegd hebbend, maakt het voor ons helemaal niets uit welk altaar het vertegenwoordigd. Zoals ik zei, enkelen zullen dit interessant vinden.

Dit zijn dus de zielen van mensen die omwille van hun geloof in Jezus Christus, omwille van het Woord van God en om hun getuigenis gedood werden.

Vers 10  “10En zij riepen met luide stem: Tot hoelang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt U ons bloed niet aan hen die op de aarde wonen?”

Deze groep mensen, bidden tot God om te vragen hoe lang God de goddeloze mensen op aarde nog hun gang zullen laten gaan.

Omdat deze mensen, die tijdens de grote verdrukking tot geloof in Jezus Christus zijn gekomen, hun geloof hebben moeten kopen met hun leven, doen zij op dit moment beroep op Gods rechtvaardigheid om hun moord te wreken.

Deze kennen God. Zij kennen God niet alleen als de liefdevolle Vader, maar ook als de rechtvaardige rechter en wreker. En na de meest verschrikkelijke dingen op aarde meegemaakt te hebben, vragen zij terecht dat God hun zal wreken.

Vers 11  “11En aan ieder van hen werd een lang wit gewaad gegeven. En tegen hen werd gezegd dat zij nog een korte tijd moesten rusten, totdat ook het aantal van hun mededienstknechten en hun broeders, die evenals zij gedood zouden worden, volledig zou zijn geworden.”

Zij worden hier gerustgesteld, maar zij moeten nog even wachten, zij mogen nog even genieten van hun volledige rust.

Zij worden een lang wit gewaad gegeven. Nu hebben deze gelovigen uit de grote verdrukking op dit moment nog niet hun verheerlijkt lichaam, dit komt pas in Openbaring 20:4. Dus mensen vragen zich af wat voor lichaam zij in de tussentijd zullen krijgen waarop zij dit lang wit gewaad kunnen dragen.

De Bijbel geeft niet expliciet aan in welke vorm deze mensen zich zullen bevinden, maar ik denk dat het eventueel hetzelfde zal zijn als iemand die nu sterft en naar de hemel toe gaat.

2 Korinthe 5:1 – “Wij weten immers dat, wanneer ons aardse huis, deze tent, afgebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen.”

Paulus zegt hier dat wanneer een wedergeboren christen zijn aards huis verlaat, hij in de hemel een huis oftewel, een soort lichaam zal krijgen die niet met mensenhanden gemaakt is, maar die geschikt is voor de hemel.

Dus, hoe dan ook zullen ook deze gelovigen uit de verdrukking een dergelijke vorm aannemen wanneer zij gemarteld worden en in de hemel terechtkomen.

In de tussentijd moeten zij rustig blijven wachten totdat ook het aantal van hun mededienstknechten en hun broeders, die evenals zij gedood zouden worden, volledig zou zijn geworden. Dit geeft een aantal belangrijke zaken aan.

Deze die hier onder het altaar zijn werden tijdens de grote verdrukking geslacht omwille van hun geloof; waarschijnlijk ergens in de eerste helft van de grote verdrukking.

Nu wordt tegen hun gezegd dat hun mededienstknechten en hun broeders, die evenals zij tijdens de grote verdrukking gedood zouden worden, dus nog gedood moeten worden.

Dit geeft aan dat er vanaf dit moment tot aan het einde van de grote verdrukking nog meer mensen tot geloof in Jezus Christus gaan komen.

Hierin zie ik dat God weet wie van deze mensen tot geloof gaan komen en dat Hij hun niet samen met de goddelozen gaat straffen.

Ja, deze zullen gedood worden, maar niet door God. Ze zullen gedood worden door de mensen die Jezus haten, mensen die door het kwaad bezeten zijn, mensen die in de ban van de antichrist zijn.

Dus, ja, mensen die niet met de opname van de kerk meegaan kunnen daarna nog tot geloof komen. Maar, in tegenstelling tot nu, zal het geloof in die tijd de mens het leven kosten.

Vers 12  “12En ik zag toen het Lam het zesde zegel geopend had, en zie, er kwam een grote aardbeving, en de zon werd zwart als een haren zak, en de maan werd als bloed,”

Tot nu toe, bij het openen van elke zegel ligt de oorsprong van de uiting van Gods toorn bij de mensen. M.a.w., bij het verbreken van de eerste vijf zegels heeft God bij Zijn uiting van Zijn oordeel menselijke instrumenten gebruikt.

Bij de eerste zegel ging het om de antichrist.

Bij de tweede ging het om oorlog tussen mensenvolken.

Bij de derde ging het om hongersnood wat ook door de mensen veroorzaakt werd.

Bij de vierde ging het om mensen die elkaar doden.

Bij de vijfde ging het om martelaren die door mensen gedood werden.

Maar nu, bij deze zesde zegel kan geen enkel mens er meer omheen dat God verantwoordelijk is voor alle ellende, dat het God Zelf is Die Zijn oordeel over de aarde uitstort.

Vers 12  “12En ik zag toen het Lam het zesde zegel geopend had, en zie, er kwam een grote aardbeving, en de zon werd zwart als een haren zak, en de maan werd als bloed,”

Alhoewel het hier in het Nederlands vertaald wordt als aardbeving komt het woord aarde niet in de grondtekst voor. Het gaat in de grondtekst puur om het schudden en schokken.

Toen Jezus Zijn discipelen instrueerde over de grote verdrukking zei Hij in Lukas 21:25-26 – “25En er zullen tekenen zijn in zon, maan en sterren, en op de aarde benauwdheid onder de volken, in radeloosheid vanwege het bulderen van zee en golven. 26En het hart van de mensen zal bezwijken van vrees en verwachting van de dingen die de wereld zullen overkomen, want de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen (geschud) worden.

Ik geloof dat het in vers 12 niet alleen om een aardbeving zal gaan, maar dat het heelal door elkaar geschud zal worden.

Denk even terug naar de aardbeving in 2011 dat een gigantische tsunami had veroorzaakt in Fukushima Japan. Er zijn wel 100.000 mensen omgekomen door slechts één aardbeving.

Denk even iets verder terug naar de aardbeving dat onder de Indische Oceaan in december 2004 plaats vond. Dit veroorzaakte een tsunami dat zo’n 14 landen trof met een vloedgolf van een maximale hoogte van 30 meter. Er wordt geschat dat er zo’n 400.000 mensen hierdoor omgekomen zijn.

De aardbeving zelf werd gemeten op de schaal van Richter tussen 9,1 en 9,3. De gehele aarde werd door deze ene plaatselijke aardbeving geschud.

Stel je voor hoe het eruit zal zien wanneer de gehele aarde geschud zal worden.

Ook zal de zon en de maan verduisterd worden.

Dat Johannes de zonsverduistering met een zwarte harenzak vergelijkt geeft aan dat het dus pikdonker wordt.

En dat de maan als bloed wordt geeft dus ook aan dat het ook ’s nachts behoorlijk donker zal zijn, donkerker dan normaal. Hier spreekt Joël ook over in Joël 2.

Vers 13  “13en de sterren van de hemel vielen op de aarde, zoals een vijgenboom zijn onrijpe vijgen afwerpt als hij door een harde wind wordt geschud.”

Met de sterren van de hemel wordt niet letterlijk bedoeld de sterren zoals wij die kennen, maar meteorieten of asteroïden.

In de V.S., in de staat Arizona is een grote krater dat ontstaan is door een meteoriet dat tegen de aarde botste.

De krater is ruim 1,5 km breed en zo’n 175 meter diep. Je kunt er zo’n 2 miljoen mensen op de rand laten staan. De experts beweren dat de grootte van de meteoriet dat op de aarde insloeg zo’n 45 meter breed was. http://www.barringercrater.com/education/craterfacts.php

De energie dat vrijkwam door de inslag van deze steen maakte een gat dat 33 keer breder was dan de steen zelf.

De experts stellen dat wanneer zoiets gebeurt, de rotatie van de aarde uit haar evenwicht gebracht wordt. Het is dus over heel de aarde te merken.

Dit is slechts één meteoriet. Hier in vers 13 staat dat de sterren van de hemel op de aarde neer zullen vallen als vijgen van een vijgenboom.

Wat ik hieruit begrijp is dat de gehele aarde bekogeld gaat worden met dit soort meteorieten.

Alles wordt letterlijk opgeschud!

Vers 14  “14En de hemel week terug als een boekrol die wordt opgerold. En alle bergen en alle eilanden werden van hun plaats gerukt.”

Wat Johannes precies bedoeld met dat de hemel terugweek als een boekrol die opgerold wordt, weet ik niet.

Maar, wanneer de aarde en het universum door God in opschudding gebracht gaat worden dan zal er niet slechts een plaatselijke aardbeving plaatsvinden, maar over de gehele aarde zullen de tektonische platen in beweging komen waardoor allerlei aardverschuivingen plaats zullen vinden.

Op 27 augustus 1883 barste een vulkaan uit op het Indonesisch eiland, Krakatau. Het geluid van de vier knallen van de uitbarsting was 4.800 km verder op, op het eiland Mauritius te horen.

Men zei dat mensen in een straal van 16 kilometer hun gehoor kwijt waren geraakt doordat hun trommelvliezen barstten.

Een aswolk ging zo’n 50 km de mesosfeer in waardoor alles in de regio pikdonker werd.

De uitbarsting had 2/3 van het eiland verwoest. Het hoogste punt was voor de uitbarsting 820 meter hoog en na de uitbarsting lag het 250 meter onder de zeespiegel.

Als hier in vers 14 staat dat alle bergen en alle eilanden van hun plaats worden gerukt, dan is Krakatau niets daarbij in vergelijking.

Vers 15  “15En de koningen van de aarde, de groten, de rijken, de oversten over duizend, de machtigen en alle slaven en vrije mensen verborgen zich in de grotten en tussen de rotsen in de bergen.

In die tijd zullen alle mensen op aarde hun toevlucht zoeken in de bergen. Het meest gewilde vastgoed zal een grot zijn.

Vers 16 “16En zij zeiden tegen de bergen en de rotsen: Val op ons en verberg ons voor het aangezicht van Hem Die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam.”

Het woord ‘zeiden’ is hetzelfde woord dat in de grondtekst wordt gebruikt voor bidden. Dit zal dus een wereldwijde bidstond zijn, alleen bidden ze niet tot de God van de Bijbel, maar tot de bergen en de rotsen.

Deze mensen hebben het uiterste van wanhoop, ellende, angst en gevaar bereikt. Zij ervaren ondragelijke pijn en kwelling. En waar zij nu om smeken is om gedood te worden en vervolgens verborgen te worden voor God en Jezus.

Naast het feit dat mensen zullen smeken om gedood te worden zullen mensen zelfs uit angst doodgaan. Jezus spreekt hierover in Lukas 21:6.

Lukas 21:26 – “En het hart van de mensen zal bezwijken van vrees en verwachting van de dingen die de wereld zullen overkomen, want de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden.”

Dat het hart van de mensen zal bezwijken van vrees betekent dat mensen letterlijk dood zullen gaan van angst. Mensen zullen een hartstilstand krijgen van de angst.

Daarom is het beter om nu God te vrezen, maar dan op een gezonde manier.

De wereld van die tijd heeft vanaf het begin van de grote verdrukking al te horen gekregen dat, bijvoorbeeld alle christenen die plotseling verdwenen zijn, door Jezus opgenomen zijn.

Alle mensen die achterblijven waarmee het Evangelie gedeeld is zullen tot het besef komen dat wij, die opgenomen zijn, gelijk hadden. Een aantal van hen zullen tot geloof komen en zij zullen vervolgens het Evangelie met anderen gaan delen. Uiteindelijk zal dit hen hun leven gaan kosten.

Ook zullen de 144.000 Joodse Evangelisten de wereld vertellen dat het tijdperk van genade voorbij is en dat God nu met de weerbarstige wereld afrekent.

Doordat er tijdens de grote verdrukking zo veel aandacht zal worden besteed aan het verkondigen van het Evangelie en de toorn van God, zullen mensen uiteindelijk toch gaan geloven dat er een God is en dat Hij verantwoordelijk is voor wat er zich op dat moment afspeelt.

Maar in plaats van dat deze mensen zich tot God bekeren, willen zij liever doodgaan dan dat zij iets met God te maken willen hebben.

Maar ja, uiteindelijk zullen ze toch met deze God te maken krijgen, want de dood is slechts een overgang van dit leven tot het eeuwig leven.

En wat de mens tijdens het leven op aarde met het Evangelie doet zal bepalen hoe en waar hij/zij de eeuwigheid door zal brengen.

Vers 17  “17Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven?”

Er zal tijdens de grote verdrukking een moment komen dat de wereld in zal zien dat al die lijpe christenen met hun achterlijk geloof toch gelijk hadden, en dat de toorn van God nu toch werkelijk wordt uitgestort.

En de vraag is: wie kan dan staande blijven? Het antwoord op die vraag is: niemand! Niemand zal staande blijven.

In de twee Schriftgedeelten die wij vanmorgen hebben gelezen hebben wij twee groepen mensen gezien. Beide groepen maken de grote verdrukking mee.

De een komt tijdens de grote verdrukking, tijdens de grootste opwekking ooit tot geloof in Jezus Christus, maar zij zullen het moeten betalen met hun leven.

De andere zal zich tot de dood toe blijven verzetten tegen God. In Openbaring 16 staat tot meerdere malen toe dat deze mensen God bleven lasteren en dat zij zich niet tot God bekeerden om Hem eer te geven.

Beide groepen zullen het zwaar te verduren krijgen.

Wij hebben vandaag nog de optie om te kiezen om al deze ellende te vermijden! Wij hebben vandaag nog de optie om bij die andere groep te horen die in Openbaring 5 helemaal uit haar dak gaat in aanbidding van het Lam!

Wij hebben vandaag nog de optie om te kiezen om òf samen in Openbaring 4 en 5 uit volle borst voor God te zingen, òf om bij de groep mensen uit Openbaring 6-19 te horen die òf omwille van hun geloof gemarteld zullen worden, òf die uit ellende zelf moord willen plegen.

Kijk, Gods toorn tijdens de grote verdrukking is uiteindelijk bedoeld om mensen tot bekering te brengen. We zullen ook zien dat er tijdens de grote verdrukking een ontelbare menigte tot geloof gaat komen. God wil niet dat de kroon van de schepping, de mens voor eeuwig verloren gaat.

2 Korinthe 6:2 – “Want God zegt in de heilige boeken: ‘Er zal een nieuwe tijd komen. Dan zal ik naar jullie luisteren. Ik zal jullie helpen, ik zal jullie redden. Luister goed! Die tijd, dat is nu. De tijd van onze redding is gekomen’.” (BGT)