Jezus komt terug – Openbaring 1:7-20

Jezus komt terug – Openbaring 1:7-20

Jezus komt terug

Wij hebben vorige week een begin gemaakt aan Openbaring 1 en wij hebben het merendeel van de begroeting behandeld.

Vanmorgen maken wij de begroeting af en vervolgens gaan we kijken naar de eerste visioen dat Johannes van God krijgt.

Toon volledige notities

Lees Openbaring 1:1-7

Vers 7  “7Zie, Hij komt met de wolken, en elk oog zal Hem zien, ook zij die Hem doorstoken hebben. En alle stammen van de aarde zullen rouw over Hem bedrijven. Ja, amen.”

Ik gaf vorige week aan dat het Bijbelboek Openbaring, de openbaring van Jezus Christus is, en dat is het ook. Maar het centraal thema van deze openbaring is de wederkomst van Jezus Christus.

De werkwoordsvorm van komt: ‘Zie, Hij komt met de wolken’ geeft aan dat Jezus al onderweg is.

Dat Jezus komt oftewel onderweg is wordt meerdere malen in Openbaring aangegeven; Jezus Zelf zegt tot zeven keer toe dat Hij komen zal. (2:5, 2:16, 3:11, 16:15, 22:7, 22:12, 22:20)

De Bijbelse benaming: ‘Hij Die komen zou’ is een Messiaanse benaming. Toen Johannes de Doper in de gevangenis zat stuurde hij twee van zijn discipelen naar Jezus toe om aan Jezus te vragen of Hij degene was ‘Die komen zou’. (Mattheüs 11:3)

Barton Payne schrijft in zijn encyclopedie van Bijbelse profetieën dat 26,8% van de Bijbel profetisch is1, d.w.z. dat 26,8% van de Bijbel voorspellend is.

Volgens Dr. John MacArthur gaat 1/3e deel daarvan over de wederkomst van Jezus Christus. Hij geeft ook aan dat er in het Oude Testament vaker gesproken wordt over de wederkomst van Christus dan over Zijn eerste komst2.

Van de 46 Oud Testamentische profeten, spreken 10 over de eerste komst van Christus en 36 over Zijn wederkomst2.

1 van de 25 verzen in het Nieuw Testament hebben te maken met de wederkomst2.

Voor elke keer dat de Bijbel over de eerste komst van Jezus spreekt, spreekt de Bijbel 25 keer over Zijn wederkomst2.

Jezus Zelf geeft 21 keer aan dat Hij terug zal komen en meer dan 50 keer worden wij gewaarschuwd om klaar te zijn voor Zijn wederkomst2.

Vers 7  “7Zie, Hij komt met de wolken, en elk oog zal Hem zien, ook zij die Hem doorstoken hebben. En alle stammen van de aarde zullen rouw over Hem bedrijven. Ja, amen.”

Bij de opname van de Gemeente zal Jezus niet terug naar de aarde toe komen, maar in een ondeelbaar ogenblik zullen de wedergeboren christenen die dan leven veranderd worden en zij zullen Jezus in de lucht ontmoeten om samen met Jezus naar de hemel toe te gaan om voor eeuwig bij Hem te zijn.

(1 Korinthe 15:50-58, 1 Thessalonicenzen 4:13-18)

Maar bij Zijn wederkomst zal de hele wereld het zien en weten. Natuurlijk zijn degenen die Jezus doorstoken hebben inmiddels overleden, maar Zacharia spreekt hier over de Joden die dat dán gaan meemaken.

Zacharia 12:10 – “Dan zullen de nakomelingen van David en de inwoners van Jeruzalem medelijden krijgen. Daar zal ik voor zorgen. Ze zullen verdriet hebben over de Man die ze doorstoken hebben. Ze zullen om Hem rouwen als om hun eigen kind. Ze zullen huilen van verdriet alsof hun oudste zoon gestorven is. Ze zullen naar Mij toe komen en Mij om vergeving vragen.” (BGT)

De Joden zullen bij de wederkomst in gaan zien dat zij fout waren m.b.t. Jezus, en God zal hun genade schenken waardoor velen tot inkeer zullen komen en tot geloof in Jezus Christus als hun daadwerkelijke Messias.

Vers 8  “8Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is en Die was en Die komt, de Almachtige.”

God plaats hier als het ware Zijn handtekening op de brief door te benadrukken wie Hij is en wie het is dat ervoor zal zorgen dat Jezus terug zal komen zoals het hier staat geschreven.

Volgens het Evangelie van Johannes is Jezus het Woord is, de logos is. D.w.z. dat Jezus de rede is achter de gehele schepping. Hij is de intelligent designer.

Dus Hij die het Woord is, de logos, vanaf de eerste letter tot aan de laatste letter, Hij behelst alles dat er te weten is. Kortom, hiermee zegt God dat Hij alwetend is.

Als de God Die is en Die was en Die komt, geeft God aan dat Hij niet beperkt is tot tijd en ruimte. Hij is een eeuwig wezen die buiten de tijd staat.

God is de Almachtige, niemand, maar dan ook niemand zal Hem tegenhouden, niemand zal Zijn plan voor de wederkomst van Jezus Christus in de weg staan.

De wederkomst van Jezus Christus is dus geen kwestie van òf, maar van wanneer!

Vers 9  “9Ik, Johannes, die ook uw broeder ben en deelgenoot in de verdrukking en in het Koninkrijk en in de volharding van Jezus Christus, was op het eiland genaamd Patmos, omwille van het Woord van God en het getuigenis van Jezus Christus.”

Om duidelijk aan te geven wie er nu spreekt zegt Johannes hier dat hij dat zelf is. Het mooie van deze voorstelling is dat Johannes zichzelf niet verheft tot de apostel Johannes, maar als een medebroeder en deelgenoot in de verdrukking.

De kerk werd al gauw na haar geboorte verdrukt en vervolgd. In Handelingen 7 zien wij Stefanus, de eerste martelaar in de kerk.

In Handelingen 8 zien wij dat de christenen vervolgens uit Jeruzalem vluchtte wegens de verdrukking en vervolging.

In Handelingen 9 zien wij een zekere Saulus die christenen in Damascus wilde arresteren en terugslepen naar Jeruzalem.

Dit werd na verloop van tijd alleen maar erger want op een gegeven moment waren het niet alleen de Joden die het op de christenen gemunt hadden, maar ook Rome begon de christenen te vervolgen.

En op het moment van schrijven was de apostel Johannes door de Romeinse Keizer Domitianus verbannen naar het eiland Patmos waar hij op zeer oude leeftijd (rond de 80 jaar) dwangarbeid moest verrichten.

Johannes zat daar omdat Hij het Woord van God verkondigde en omdat Hij van Jezus Christus getuigde.

In Handelingen 3 en 4 lezen wij dat Petrus en Johannes het Woord van God verkondigde en getuigden van de opstanding van Jezus uit de dood. Zij hadden ook kreupel genezen.

Zij werden hiervoor in de boeien geslagen en werden opgesloten. De volgende dag werden zij voorgeleid en de raad gebood hun onder de grootste bedreiging om niet meer over Jezus te spreken of te onderwijzen, waarop zij antwoordde:

Handelingen 4:19-20 – 19Petrus en Johannes gaven hun echter ten antwoord: ‘Zeg nu zelf, is het tegenover God te rechtvaardigen om u meer te gehoorzamen dan Hem? 20Wij kunnen in ieder geval niet zwijgen over wat we gehoord en gezien hebben.’”

Petrus en Johannes waren vastberaden om te blijven getuigen van het Woord van God en van de kruisiging en de opstanding van Jezus.

Dit blijkt wel want op het moment van schrijven was Johannes als enig overgebleven apostel verbannen naar het eiland Patmos. Alle andere apostelen waren reeds gedood omwille van hun getuigenis van het Woord en van Jezus Christus.

Vandaar dat Johannes zichzelf als medebroeder en deelgenoot aan de verdrukking aan de zeven kerken voorstelt.

Vers 10  “10Ik was in de geest op de dag des Heeren en ik hoorde achter mij een luide stem, als van een bazuin,”

Johannes was in de geest. D.w.z. dat wat hij op dat moment meemaakte, niet op een natuurlijke wijze te verklaren is. Hij werd door God boven en buiten het natuurlijke gebracht naar het bovennatuurlijke waarin God hem de openbaring kon geven.

En dit gebeurde op de dag des Heeren, wat gewoon zondag is. De dag des Heeren is de dag dat de Heere uit de dood opstond, het is de eerste dag van de week, het is de dag wanneer de kerk samenkomt; zondag dus. (Handelingen 20:7, 1 Korinthe 16:2)

En in deze geestelijke toestand hoorde Johannes achter hem een luide stem, als van een bazuin.

Dat het luid was spreekt van de ernst van wat er gesproken wordt.

Vers 11  “11die zei: Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste, en: Wat u ziet, schrijf dat op een boekrol en stuur het aan de zeven gemeenten die in Asia zijn: naar Efeze, naar Smyrna, naar Pergamus, naar Thyatira, naar Sardis, naar Filadelfia en naar Laodicea.”

Jezus spreekt hier en zegt tegen Johannes dat hij alles dat hij te zien krijgt op een boekrol moet opschrijven en dat hij de boekrol vervolgens moet versturen naar de zeven kerken in Asia.

Tot 12 keer toe krijgt Johannes de opdracht om te schrijven. (1:11, 1:19, 2:1, 2:8, 2:12, 2:18, 3:1, 3:7, 3:14, 14:13, 19:19, 21:5)

Zoals wij in de komende weken zullen gaan zien waren dit echte kerken in echte steden. Er wordt hier niets symbolisch mee bedoeld.

Vers 12  “12En ik keerde mij om, om de stem te zien die met mij had gesproken. En toen ik mij had omgekeerd, zag ik zeven gouden kandelaren.”

De zeven gouden kandelaren staan symbool oftewel vertegenwoordigen de zeven kerken in Asia, die uiteindelijk de gehele kerk van Christus vertegenwoordigt. Dit legt Jezus in vers 20 uit.

Het zijn kandelaren omdat de Kerk op aarde Zijn licht hoort te laten schijnen. Ze zijn van goud gemaakt omdat goud het meest kostbaar metaal is.

De kerk is dan ook het meest kostbare dat God op aarde heeft. Wij zijn kostbaar, jij bent voor God kostbaar.

Vers 13  “13En te midden van de zeven kandelaren zag ik Iemand Die op de Zoon des mensen leek, gekleed in een gewaad tot op de voeten, en op de borst omgord met een gouden gordel;”

Te midden van de zeven kerken zag Johannes de verheerlijkte Jezus Christus, Die op de Zoon des Mensen leek.

De titel Zoon des Mensen komt voort uit het Bijbelboek Daniël waarin Daniël de Messias in een visioen krijgt te zien.

In het Evangelie van Mattheüs noemt Jezus Zichzelf tot 32 keer toe de Zoon des Mensen, 14 keer heeft dit te maken met Zijn wederkomst.

Wat hierin zo mooi is, is dat Jezus Christus te midden van Zijn kerk is. De verheerlijkte Heere is in de Kerk. Na Zijn opstanding beloofde Jezus dat Hij altijd met Zijn kerk zou zijn:

Mattheüs 28:19-20 – 19Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen. 20En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen.”

Tot aan de opname van de Kerk zal Jezus met Zijn ware kerk op aarde zijn.

Vers 13  “13…gekleed in een gewaad tot op de voeten, en op de borst omgord met een gouden gordel;”

Dat Jezus gekleed is in een lang gewaad en omgord is met en gouden gordel spreekt van Zijn priesterlijke rol in de hemel. Volgens Hebreeën 4 is Jezus onze grote Hogepriester.

Als grote Hogepriester hebben wij Iemand in de hemel die medelijden met ons heeft, die weet wat het is om hier op aarde te lijden. Het Bijbelboek Hebreeën 4 heeft dit hierover te zeggen:

Hebreeën 4:14-16 – 14Nu wij dan een grote Hogepriester hebben, Die de hemelen is doorgegaan, namelijk Jezus, de Zoon van God, laten wij aan deze belijdenis vasthouden. 15Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde. 16Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip.”

Dit feit moet een gigantische bemoediging zijn geweest voor Johannes en voor de kerk die op dat moment behoorlijk onder druk zat en die vervolgd werd.

Vers 14  “14en Zijn hoofd en haar waren wit, als witte wol, als sneeuw, en Zijn ogen waren als een vuurvlam,”

Daniël schrijft in Daniël 7:9 dat hij God in zijn visioen te zien kreeg en in deze visioen ziet Daniël hetzelfde als wat Johannes hier ziet.

Deze omschrijving van Jezus in Openbaring geeft ten eerste aan dat Jezus ook God is, en ten tweede dat Hij dezelfde eigenschappen heeft als God de Vader.

Dat Zijn hoofd en haar als witte wol en als sneeuw waren betekent dat Jezus, net zoals de Vader, eeuwige wijsheid, kennis en eerlijkheid bezit.

Dat de ogen van Jezus als een vuurvlam zijn geeft aan dat niets verborgen kan zijn voor de doordringende blik van Jezus. Zoals Hij alwetend is, is Hij ook alziend.

Vers 15  “15en Zijn voeten waren als blinkend koper, gloeiend gemaakt in een oven, en Zijn stem klonk als het geluid van vele wateren.”

In de oudheid zaten koningen op verhoogde tronen, dus degenen die door de koning veroordeeld werden, stonden altijd onder de voeten van de koning. De voeten van een koning stonden daarom voor zijn autoriteit.

In het Oude Testament stond koper voor Gods oordeel. D.m.v. koperen voorwerpen in de Tabernakel en de Tempel stortte God Zijn oordeel uit over de zonden van de Israëlieten. Dit gebeurde door dieren op een koperen altaar aan God te offeren.

De gloeiend gemaakte, blinkende koperen voeten van Jezus laten ons zien dat Hij met nauwkeurig toezicht in Zijn Gemeente beweegt. Hem ontgaat niets!

En met Zijn stem dat klonk als het geluid van een neerstortende waterval, sprak Jezus.

In Mattheüs 17:5 tijdens de verheerlijking van Jezus op de berg sprak God de Vader en zei: “Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; luister naar Hem!”

Hebreeën 1:1 – “Nadat God voorheen vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon,”

Jezus sprak hier met Johannes. Jezus spreekt tot ons, tot Zijn kerk d.m.v. de Bijbel dat door de Heilige Geest geïnspireerd is en wij die Jezus navolgen moeten naar Hem luisteren en Hem gehoorzamen.

Vers 16  “16En Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand en uit Zijn mond kwam een tweesnijdend scherp zwaard; en Zijn gezicht was zoals de zon schijnt in haar kracht.”

In vers 20 legt Jezus Zelf uit dat de zeven sterren in Zijn rechterhand de zeven engelen, oftewel de zeven vertegenwoordigers van de zeven kerken zijn. Ik zal hier in hoofdstuk 2 dieper op ingaan, maar nu wil ik alleen zeggen dat de zeven sterren de kerkleiders, oudsten of voorgangers van de zeven kerken vertegenwoordigen.

Dat Jezus deze in Zijn rechterhand heeft betekent dat deze het eigendom van Jezus zijn, dat Jezus deze zal beschermen én dat Jezus in Zijn soevereiniteit de controle over hen heeft.

Het tweesnijdend zwaard dat uit de mond van Jezus komt spreekt van verwoestend oordeel.

Alle mensen die tegen het werk van de Heere ingaan, mensen die zowel binnen alsook buiten de kerk zijn, zullen door de Heere Zelf veroordeeld worden.

Ik zal er nu niet op ingaan, maar alle genoemde eigenschappen van Jezus die wij hier lezen zullen wij tegenkomen wanneer wij de brieven aan de zeven kerken zullen gaan behandelen.

Wanneer wij deze eigenschappen van Jezus in de brieven tegenkomen zal ik uiteraard terug refereren aan deze verzen in hoofdstuk 1.

Over het verblindende licht van Zijn gezicht hebben wij in Mattheüs 17 gelezen toen Jezus op de berg verheerlijkt werd. Ook toen Jezus aan Saulus verscheen spreekt Paulus in Handelingen 26 over een licht sterker dan de glans van de zon.

Vers 17  “17En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten, en Hij legde Zijn rechterhand op mij en zei tegen mij: Wees niet bevreesd, Ik ben de Eerste en de Laatste,”

Het met eigen ogen zien van de verheerlijkte Jezus resulteerde direct in een geweldige transformatie.

Ten eerste werd Johannes volkomen bevangen door vrees; wat mij logisch lijkt. Hij was zo ontzettend bang dat hij aan de voeten van de Heere neerviel als een dode.

Vervolgens legt Jezus met zo veel bewogenheid Zijn rechterhand op Johannes en zegt: “Wees niet bevreesd”.

Een van de meest voorkomende uitspraken van God naar de mens toe is: “Wees niet bevreesd”.

Natuurlijk had Johannes een goede reden om bang te zijn, maar als je nagaat hebben mensen vrees voor allerlei dingen.

Vrees voor de dood, vrees voor de toekomst, vrees voor mensen, vrees voor het onbekende, vrees om iets nieuws te proberen, vrees om te falen, vrees voor afwijzing, vrees voor ziekte, vrees voor ouderdom, vrees voor de kerk, vrees voor eenzaamheid, vrees voor intimiteit, vrees om naar buiten te gaan, vrees voor ziekenhuizen, vrees voor injectienaalden, vrees voor pijn, vrees voor dieren, vrees voor insecten, en ga zo maar door.

De Engelstalige lijst van fobieën op Wikipedia is bizar lang.

Weet je dat vrees, oftewel het bang zijn de christen kan verlammen, het kan de christen ineffectief maken, het kan de christen weerhouden van de goede dingen die God voor hem/haar voor ogen heeft, het kan Gods werk in en door zijn/haar leven heen belemmeren, het kan een christen geestelijk onvruchtbaar maken.

Als je momenteel bevangen bent door ongezonde vrees, ga op zoek naar de Schriftgedeelten waarin God Zijn kind bemoedigt om niet te vrezen.

Johannes was terecht bevangen door vrees, maar Jezus zei tegen hem: “Wees niet bevreesd, Ik ben de Eerste en de Laatste.”

Vers 18  “18en de Levende, en Ik ben dood geweest en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels van het rijk van de dood en van de dood zelf.”

Jezus troost de angstige apostel met het feit van Wie Hij is.

Jezus zegt hier dat Hij de IK BEN is. IK BEN is de verbondsnaam van God. (Exodus 3:14)

Hij is de Eerste en de Laatste wat een Oud Testamentisch titel voor God is. (Jesaja 44:6, 48:12)

Jezus is de Levende, Hij was dood en is levend tot in alle eeuwigheid. Jezus zal nooit meer sterven en ook wij die Hem navolgen, wij die zijn slaven (doulos) zijn zullen nooit sterven.

De dood omschrijft de staat van het dood zijn en het rijk van de dood omschrijft de plek waar de geesten van de doden bewaard worden.

Jezus spreekt in de Evangeliën over de plaats Hades, waar de zielen van de onbekeerde mensen bewaard zullen worden tot het laatste oordeel.

Degenen die zich in Hades bevinden hebben als eindbestemming de poel van vuur, de eeuwige hel.

Dat Jezus de sleutels heeft van het rijk van de dood en van de dood zelf houdt in dat Hij als enige de autoriteit heeft over wanneer iemand zal sterven en waar hij/zij uiteindelijk terecht zal komen.

Omdat Jezus aan het kruis de prijs heeft betaald hoeft Johannes absoluut niet voor de dood te vrezen. Jezus heeft de dood overwonnen waardoor geen enkele wedergeboren christen zal sterven. Wanneer het lichaam van de christen ophoudt, zal hij/zij overgaan tot het eeuwig leven.

Dit zou veel zekerheid aan Johannes gegeven hebben en dit geeft mij zekerheid.

De angst van Johannes is nu door Jezus weggenomen. Daarvoor in de plaats heeft Johannes zekerheid gekregen. En nu Johannes er klaar voor is, krijgt Johannes de opdracht.

Vers 19  “19Schrijf nu op wat u hebt gezien, en wat is, en wat hierna zal geschieden.”

In vers 11 zei Jezus tegen Johannes dat hij de dingen die hij ziet op een boekrol moest opschrijven. Hier geeft Jezus Johannes de specifieke opdracht om een verdeling te gaan maken in wat hij moest opschrijven.

Deze verdeling geeft ons de outline / het overzicht van het boek.

Vers 20  “20Het geheimenis van de zeven sterren die u in Mijn rechterhand hebt gezien, en van de zeven gouden kandelaren is: de zeven sterren zijn de engelen van de zeven gemeenten, en de zeven kandelaren die u hebt gezien, zijn de zeven gemeenten.”

Hier geeft Jezus ons de uitleg, wat voor zich spreekt.

Jezus Christus komt terug en dan niet als het mak lammetje die voor ons geslacht werd, nee, Jezus komt terug in heerlijkheid als Koning der koningen, als Rechter, als Heerser van het heelal die alle eigenschappen bezit die wij vanmorgen in de tekst gezien hebben.

Uit angst viel Johannes voor Hem neer als een dode. Heb jij een gezonde dosis vrees voor Jezus Christus?

Past de omschrijving van Jezus in hoofdstuk 1 bij jouw beeld van wie Jezus Christus is? Zo nee, dan raad ik je aan om ernst te maken met het leren kennen van wie Jezus daadwerkelijk is.

Volgens de werkwoordsvorm in vers 7 is Jezus reeds onderweg. Ben jij daar klaar voor?

A.s. zondag beginnen wij met de brieven van Jezus aan de kerken. Lees alvast vooruit. Hoofdstuk 2 begint met de kerk in Efeze.

Wanneer je de brieven gaat lezen, probeer jezelf in die kerken te plaatsen om te zien wat voor jou persoonlijk van toepassing is.

Bronvermelding

  1. According to “The Encyclopedia of Biblical Prophecy” by J. Barton Payne, there are 1,239 prophecies in the Old Testament and 578 prophecies in the New Testament for a total of 1,817. These prophecies are contained in 8,352 of the Bible’s verses. Since there are 31,124 verses in the Bible, the 8,352 verses that contain prophecy constitute 26.8 percent of the Bible’s volume. https://gracethrufaith.com/ask-a-bible-teacher/much-bible-prophecy/
  2. http://www.gty.org/resources/sermons/66-3/the-certainty-of-the-second-coming