Johannes eet het boekje op – Openbaring 10:1-11

Johannes eet het boekje op – Openbaring 10:1-11

Johannes eet het boekje op

Openbaring 10:1-11

We pakken het vanmorgen op in Openbaring 10, maar voordat wij dat doen wil ik een moment nemen om een aantal zaken uit de laatste twee verzen van Openbaring 9 toe te lichten.

In Openbaring 9 zagen wij het vijfde bazuinoordeel waardoor alle ‘mensen die op de aarde wonen’ voor vijf maanden lang, dag-in-en-dag-uit gepijnigd werden en niet dood konden gaan.

Toon volledige notities
Ook zagen wij het zesde bazuinoordeel waardoor een derde deel van alle ‘mensen die op de aarde wonen’ gedood werden. Ondanks dat men door een leger demonen gepijnigd werd, en ondanks dat er door 200 miljoen demonen een derde deel van de mensen gedood werden, wilden de overgebleven mensen zich niet tot God bekeren.

Vers 20  “20En de overige mensen, die niet door deze plagen werden gedood, bekeerden zich niet van de werken van hun handen; zij bleven de demonen aanbidden en de gouden, zilveren, koperen, stenen en houten afgoden, die niet kunnen zien, horen of lopen.”

Op dit moment in de geschiedenis van de mens zullen er geen atheïsten of humanisten meer zijn, die vandaag de dag keihard beweren dat noch God noch engelen bestaan.

Deze mensen zullen genoeg van God en van de engelen gezien hebben, waardoor zij niet langer om God heen kunnen.

Wat hierin zo ongelofelijk is, is dat deze mensen openlijk God verwerpen en demonen aanbidden. Het zal niet langer achter gesloten deuren gebeuren, het zal niet zo zijn dat men kan zeggen dat zij niet in een God geloven, maar dat zij wél in God geloven en Hem toch willens en wetens openlijk verwerpen.

In Openbaring 13:4 zien wij dat deze mensen expliciet de keus gemaakt hebben om bewust voor de satan te kiezen.

De gouden, zilveren, koperen, stenen en houten afgoden dat deze mensen aanbidden zijn o.a. voorwerpen, materiële dingen; het zijn zowel tastbare alsook ontastbare dingen. Allemaal zijn ze door de satan ontworpen om de mens van de God van de Bijbel af te houden.

Vers 21  “21Ook bekeerden zij zich niet van hun moorden, hun tovenarij, hun ontucht en het plegen van diefstal.

Wanneer mensen demonen en afgoden aanbidden, dan heeft de rechtvaardige God van de Bijbel geen invloed op hen. En het logisch gevolg daarvan is dat mensen zich niet bekeren van hun moorden, hun tovenarij, hun ontucht en het plegen van diefstal.

Jezus zei in Mattheüs 5:22 dat allen die ten onrechte boos zijn op zijn broeder/zuster, zich schuldig maakt aan moord.

Voor de christen legt Jezus de lat veel hoger! Dus, al pleeg je geen letterlijke moord, door ten onrechte boos te zijn pleeg je moord in je hart.

Tovenarij betekent inderdaad ook tovenarij. Maar het Grieks woord voor tovenarij houdt in dat het ook om drugsgebruik gaat.

Dus, alhoewel je als belijdend christen niet expliciet aan ‘tovenarij’ doet, als je blowt of als je andere drugs gebruikt, dan doe je volgens het Woord van God dus wel aan tovenarij.

Het woord ontucht lijkt voor mij persoonlijk op zo’n juridische term waarvoor iemand die zich er schuldig aan maakt een straf opgelegd kan krijgen. Het klinkt in mijn oren veelal als een zedendelict.

Maar, de Bijbel ziet dat totaal anders. Het Grieks woord voor ontucht is porneia, waar het Nederlands woord pornografie is afgeleid.

In de Bijbel wordt porneia vertaald als ontucht, hoererij of verboden seks.

Ik denk dat sommige belijdende christenen zich kunnen vergissen door te denken dat zij zich niet schuldig maken aan ontucht, hoererij of verboden seks, oftewel porneia.

Dit is logisch omdat er tegenwoordig in veel kerken niet over gesproken wordt. Sterker nog, dit onderwerp wordt vandaag de dag nauwelijks in kerken onderwezen.

Maar de Bijbel is hier toch duidelijk in. Porneia omvat alle vormen van seksuele handelingen of geslachtsverkeer dat buiten het huwelijk gebeurt.

Dus, als je niet getrouwd bent en je hebt seks met je partner, dan maak je jezelf schuldig aan porneia.

Als je getrouwd bent en je hebt seks met iemand anders dan jouw partner, dan maak je jezelf schuldig aan porneia.

Of je nu gehuwd of ongehuwd bent en je kijkt, leest of luistert naar welke vorm van pornografie dan ook, dan maak je jezelf schuldig aan porneia.

Marnie en ik waren op 18 en 16-jarige leeftijd ouders van ons oudste dochter, Kristine geworden.

Op 20 en 18-jarige leeftijd kwamen wij met z’n drieën met enige regelmaat in een Bijbelgetrouwe kerk. En op een zondag vroeg de voorganger of hij een afspraak met Marnie en mij kon maken.

Ergens in augustus 1984 hadden wij die afspraak gemaakt en tijdens het gesprek vroeg de voorganger aan ons of wij van elkaar hielden. Heel specifiek vroeg hij aan mij of ik van Marnie hield.

Zo ja, dan zou ik Marnie òf moeten loslaten en haar laten gaan òf ik zou met haar moeten trouwen.

Omdat ik, door met haar samen te wonen niet alleen zelf in zonde leefde (porneia), maar omdat ik daardoor er ook voor zorgde dat Marnie in zonde leefde, stelde hij mij voor de keus. Of je moet haar laten gaan, òf je moet met haar gaan trouwen.

Een maand later waren wij getrouwd en dankzij God zijn wij nu 32 jaar getrouwd, hebben vier dochters, twee fantastische schoonzonen en vijf kleinkinderen.

God beloont gehoorzaamheid aan Zijn Woord.

Het laatste dat op de lijst in vers 21 staat is het plegen van diefstal. Dat spreekt voor zich, alleen denk ik dat het mens eigen is om diefstal op een of andere manier te kunnen rechtvaardigen.

Bijvoorbeeld, als je een werkgever hebt die structureel meer van je eist dan wat billijk is, dan zou je eventueel kunnen denken dat zonder toestemming van je werkgever het jou geoorloofd is om wat later te beginnen of wat eerder naar huis toe te gaan, of dat je printjes of kopieën op je werk maakt, of dat je kantoorartikelen of gereedschappen mee naar huis toe neemt, enz. . .

Het kan heel goed zijn dat sommige dingen op je werk niet meer gebruikt worden, of dat het anders toch weggegooid gaat worden.

Hoe dan ook, vraag het gewoon aan je leidinggevende, dan heb je in ieder geval toestemming en dan maak je jezelf niet schuldig aan diefstal.

Lees Openbaring 10:1-11

Vanaf Openbaring 10 krijgen wij een aantal onderwerpen en details te zien die gelijktijdig met de oordelen van God gebeuren. Wat wij vanmorgen gaan behandelen is een van dit soort gebeurtenissen.

Vers 1-2  “1En ik zag een andere sterke Engel uit de hemel afdalen. Hij was bekleed met een wolk en boven Zijn hoofd was een regenboog. Zijn gezicht was als de zon, en Zijn voeten waren als zuilen van vuur. 2En Hij had in Zijn hand een boekje, dat geopend was. En Hij zette Zijn rechtervoet op de zee en Zijn linker op de aarde.”

Omdat de omschrijving van deze engel enigszins overeenkomt met de omschrijving van Jezus in Openbaring 1 en de omschrijving van God de Vader in Openbaring 4, denken sommige Bijbel commentatoren dat Johannes het hier over Jezus heeft; dat deze sterke engel, Jezus is.

Vandaar dat in de Herziene Statenvertaling, in Openbaring 10 hoofdletters worden gebruikt in de woorden: Engel, Zijn, Hij en Die.

Ik ben van mening dat de sterke engel in Openbaring 10 niet Jezus is. Er zijn een aantal redenen hiervoor:

Ten eerste wordt Jezus in het gehele Nieuw Testament niet omschreven als een engel.

Ten tweede, het woord ‘andere’, in de zin: ‘En ik zag een andere sterke engel . . .’ betekent een ‘andere’ van dezelfde soort.

De Bijbel gebruikt twee woorden in het Nieuw Testament voor het woord ‘andere’.

Een woord is ‘heteros’ en dit omschrijft een ‘andere’ waarvan het duidelijk verschilt van een ander.

Het tweede woord is ‘allos’ en dit omschrijft een andere waarvan de soort niet verschild van een ander.

Bijvoorbeeld, in Johannes 14:16 zegt Jezus tegen Zijn 11 discipelen: “En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid.”

Jezus verteld hen dat Hij hun gaat verlaten; dat Hij terug gaat naar God de Vader.

Maar, Hij zal ervoor zorgen dat de Vader een ‘andere’ Trooster (de H.Geest) aan hun zal geven. M.a.w. God de Vader zal de Heilige Geest aan de discipelen geven en deze Heilige Geest is in essentie en wezen precies hetzelfde als Jezus.

De andere sterke engel die Johannes in vers 1 ziet is dus een ander van dezelfde soort. Het gaat in vers 1 dus echt om een engel.

Ten derde geloof ik niet dat het hier in vers 1 om Jezus gaat omdat Johannes deze sterke engel in vers 2 ziet neerdalen uit de hemel en hem op aarde ziet staan.

De Bijbel leert ons dat Jezus slechts twee keer op aarde zal komen.

De eerste keer heeft reeds plaatsgevonden toen Hij 2.000 jaar geleden als kwetsbaar mens geboren werd en zo’n 33 jaar lang op aarde geleefd heeft.

De tweede keer, wat ook de wederkomst van Jezus Christus genoemd wordt zal pas plaatsvinden ná de periode van de grote verdrukking.

Zacharia 14:4 zegt dat Jezus Zijn voeten zal plaatsen op de Olijfberg die voor Jeruzalem ligt en op dat moment zal de Olijfberg in tweeën gespleten worden waardoor een groot dal zal ontstaan.

Aan de hand van de rest van de Bijbel kan deze sterke engel Jezus dus niet zijn, want dan zou de Bijbel niet kloppen.

Het is zoals Johannes het in vers 1 omschrijft een andere sterke engel. De eerste sterke engel zagen wij in Openbaring 5:2.

Nu ben ik en blijf ik een voorstander voor het gebruiken van de Herziene Statenvertaling, maar af en toe komen wij dit soort afwijkingen tegen. Dit heeft te maken met een interpretatie van de tekst, dat door de vertalers aan de tekst toegekend wordt.

Vers 3-4  “3En Hij riep met een luide stem, zoals een leeuw brult. En toen Hij geroepen had, lieten de zeven donderslagen hun stemmen horen. 4En toen de zeven donderslagen hun stemmen hadden laten horen, stond ik op het punt ze op te schrijven. Maar ik hoorde een stem uit de hemel tegen mij zeggen: Verzegel wat de zeven donderslagen gesproken hebben en schrijf dat niet op.”

Wie deze zeven donderslagen zijn weten we niet; hoogstwaarschijnlijk zijn het andere engelen.

Wat in deze verzen veel meer interessant is, is dat de stem uit de hemel tegen Johannes zei om datgene, dat de zeven donderslagen gesproken hadden, niet op te schrijven.

Blijkbaar hadden de zeven donderslagen iets verstaanbaar uitgesproken, maar om een reden dat alleen God weet mocht Johannes dat niet vastleggen. Johannes moest het verzegelen, wat simpelweg inhoud, dat Johannes het geheim moest houden. Hij mocht het niet vastleggen en hij mocht het aan niemand doorvertellen.

Er zijn kerkgangers die niet in God geloven en ook niet geloven dat de Bijbel, zoals wij die kennen, 66 boeken, 39 in het Oude Testament en 27 in het Nieuw Testament, het compleet Woord van God is.

Deze mensen proberen de God van de Bijbel te ondermijnen door te beweren dat, 1) de Bijbel niet betrouwbaar en compleet is en 2) dat er buitenbijbelse boeken zijn geschreven die God ons wil onthouden.

M.a.w. zij beweren dat God ons niet alles heeft verteld, dat Hij het e.e.a. heeft achtergehouden.

Dit is absoluut niet waar! Niets van wat deze zeven engelen gezegd hadden zou mij als wedergeboren, Heilige Geest vervulde navolger van Jezus Christus helpen om een betere christen te kunnen zijn.

Alles dat God voor Zijn kinderen nodig acht om tot geloof in Hem te kunnen komen, om Hem te leren kennen, en om een geestelijk vruchtbaar leven te leiden, heeft God door Zijn dienstknechten vast laten leggen, en wij noemen dat de Bijbel.

Ik hoef me absoluut geen zorgen te maken of ik hoef absoluut niet wantrouwig te zijn dat God iets van mij achterhoudt.

Deuteronomium 29:29 – “De verborgen dingen zijn voor de HEERE, onze God, maar de geopenbaarde dingen zijn voor ons en onze kinderen, tot in eeuwigheid, om al de woorden van deze wet te doen.”

2 Petrus 1:3 – “De machtige God heeft aan jullie en mij alles gegeven wat nodig is om te leven zoals hij het wil. Hij heeft ons uitgekozen om bij hem te horen, en hij heeft ervoor gezorgd dat wij hem kennen. Daardoor weten we hoe machtig en hoe volmaakt hij is.” (BGT)

Vers 5-6  “5En de Engel Die ik op de zee en op de aarde zag staan, hief Zijn hand op naar de hemel,6en Hij zwoer bij Hem Die leeft in alle eeuwigheid, Die de hemel heeft geschapen met wat daarin is, de aarde met wat daarop is en de zee met wat daarin is, dat er geen tijd meer zou zijn.”

Deze sterke engel zwoer bij het allerhoogste gezag, dat is God Almachtig. En hij zwoer dat er geen tijd meer zou zijn, oftewel, dat er geen uitstel meer zal zijn.

Op dit moment in de geschiedenis is Gods oordeel overduidelijk aangebroken, en het moment dat de zevende bazuin zal klinken zal de tweede helft van de verdrukking aanbreken, wat Jezus in Mattheüs 24 de Grote Verdrukking noemt.

Wat deze engel dus zegt is dat er geen uitstel meer zal zijn. Het is niet meer terug te draaien, de ‘Grote Verdrukking’ komt eraan.

Vers 7  “7Maar in de dagen van de stem van de zevende engel, wanneer die op de bazuin zal blazen, zal ook het geheimenis van God volbracht worden, zoals Hij aan Zijn dienstknechten, de profeten, verkondigd heeft.”

Het geheimenis van God moeten we niet zien als iets dat God geheim houdt, maar iets dat Hij voorheen verborgen hield, maar nu zal openbaren.

Dit betekent niet dat het een geheim is en dat slechts een klein exclusief groepje mensen dit mag weten. Nee, een geheimenis in het Nieuw Testament is simpelweg iets dat God in het Oude Testament niet geheel bekend gemaakt had, dat nu, in het Nieuw Testament wel door God bekend wordt gemaakt.

Ik moet er wel bij zeggen dat het alleen bekend gemaakt word aan wedergeboren navolgers van Jezus, die vervuld zijn met de Heilige Geest.

God heeft dit geheimenis deels in het Oude Testament bekend gemaakt aan de profeten, maar nu, bij het blazen op de zevende bazuin wordt het geheel geopenbaard.

Wat o.a. geopenbaard wordt is dat Jezus Zijn rechtmatige plaats zal innemen en Zijn Koninkrijk hier op aarde zal gaan vestigen.

Hebben jullie er ooit bij stil gestaan dat zonder het Bijbelboek Openbaring, veel van het Oude Testament niet te begrijpen of te plaatsen is?

Openbaring is niet alleen de Openbaring van Jezus Christus, maar juist ook de openbaring van het Oude Testament waarin er over Jezus en de toekomst gesproken wordt.

Vers 8-10  “8En de stem die ik uit de hemel gehoord had, sprak opnieuw met mij en zei: Ga, neem het boekje dat geopend ligt in de hand van de Engel Die op de zee en op de aarde staat. 9En ik ging naar de Engel toe en zei tegen Hem: Geef mij dat boekje. En Hij zei tegen mij: Neem het en eet het op, en het zal uw buik bitter maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honing. 10En ik nam het boekje uit de hand van de Engel en at het op, en het was in mijn mond zoet als honing, maar toen ik het opgegeten had, werd mijn buik bitter.”

Ik geloof dat het boekje dat Johannes op moet eten symbool staat voor het Woord van God.

Dat Johannes het op moet eten betekent simpelweg dat hij het Woord van God zich eigen moet maken want in vers 11 krijgt Johannes de opdracht om het Woord van God wederom te gaan verkondigen.

De Oud Testamentische profeet Ezechiël kreeg een soortgelijke opdracht van God:

Ezechiël 2:7-3:4 – “7Maar u moet Mijn woorden tot hen spreken, of zij luisteren of dat niet doen, want zij zijn opstandig! 8Maar u, mensenkind, luister naar wat Ik tot u spreek. Wees niet opstandig, zoals dit opstandige huis. Doe uw mond open en eet wat Ik u geef. 9Toen zag ik, en zie, er was een hand naar mij uitgestoken. En zie, daarin was een boekrol. 10En Hij spreidde die voor mijn gezicht uit: hij was van voren en van achteren beschreven. Er waren klaagliederen, zuchten en weeklachten op geschreven. 1Daarna zei Hij tegen mij: Mensenkind, eet wat u aantreft. Eet deze rol op, ga, spreek tot het huis van Israël. 2Toen deed ik mijn mond open en Hij gaf mij die rol te eten. 3Hij zei tegen mij: Mensenkind, geef uw buik te eten, vul uw binnenste met deze rol, die Ik u geef. Toen at ik en hij werd in mijn mond als honing zo zoet. 4Toen zei Hij tegen mij: Mensenkind, ga, begeef u naar het huis van Israël en spreek tot hen met Mijn woorden.”

Ezechiël 3:14 – “14…bitter bedroefd en hevig ontdaan.”

Op verschillende plaatsen in de Bijbel staat dat het eigen maken, het tot je nemen van het Woord van God zoet als honing is.

En wat Johannes hier te eten krijgt is inderdaad zoet als honing omdat er in het Woord van God zo veel moois staat; prachtige beloften, woorden van genade en de openbaring van de onvoorwaardelijke liefde van God. Er is zo veel moois dat God, in Zijn Woord aan Zijn wedergeboren kinderen geeft en belooft.

Maar, tegelijkertijd laat God in Zijn Woord weten dat Hij de weerbarstige, goddeloze, Jezus verwerpende wereld zal veroordelen.

God, die in Openbaring 21 de nieuwe hemel en de nieuwe aarde zal gaan scheppen heeft ook de eeuwige poel van vuur gemaakt voor satan, alle gevallen engelen én alle mensen die Jezus tot aan hun dood bleven verwerpen.

Dus, enerzijds is het Woord van God het allermooiste dat er voor het kind van God is, en anderzijds is het Woord van God een bittere pil.

Vers 11  “11 En Hij zei tegen mij: U moet opnieuw profeteren over vele volken, naties, talen en koningen.”

Nadat Johannes de Openbaring van Jezus Christus ontvangen had, verbleef hij nog voor een tijd op het eiland Patmos. Uiteindelijk is Johannes naar Efeze toe gegaan waar hij stierf.

In de resterende jaren die Johannes kreeg moest Johannes het Woord van God blijven verkondigen en dit is dan ook de reden waarom hij het boekje op moest eten.

Er wordt in kerkelijke cirkels tegenwoordig door veel mensen nagepraat. Wat ik hiermee bedoel is dat mensen iets lezen of horen of zien wat in hun straatje past en vervolgens praten zij dat na als zijnde waarheid, zonder dat zij het zelf grondig uitgezocht hebben.

Er is op zich niets mis met het doorgeven van dingen die God jou persoonlijk heeft geleerd, maar dan moet het ook daadwerkelijk iets zijn dat God jou heeft geleerd vanuit het Woord, de Bijbel.

Want voordat je dit als waarheid gaat verkondigen moet het dan wel iets zijn dat je jezelf toch echt eigen gemaakt hebt.

Het maakt op zich niet uit hoe veel je van Gods Woord weet, als je er maar zeker van bent, van wat je denkt te weten.

Als wedergeboren christenen zijn wij ambassadeurs voor Gods Koninkrijk en als ambassadeur horen wij God juist te vertegenwoordigen.

Dit is alleen mogelijk wanneer wij het Woord van God, de Bijbel opeten, internaliseren, het ons eigen maken.