Psalm 23

Psalm 23

Psalm 23

Vanochtend zullen we niet verder gaan met de Route 66 studie, dat komt binnenkort weer. Vandaag gaan we kijken naar een van de meeste bekende psalmen uit de Bijbel, Psalm 23. Dit is een bekende, maar toch vaak niet helemaal begrepen Psalm, een psalm die ons veel hoop hoort te geven.

Blijkbaar wordt deze psalm op veel momenten gebruikt, o.a. bij begrafenissen. Dat is een bijzondere plek om deze psalm te gebruiken, omdat v6 gaat over ‘al de dagen van mijn leven.’ Deze psalm staat vol hoop voor de levenden, vol van Gods liefde en voorziening. God wil dat we Zijn hart beter leren kennen door deze psalm heen.

De schrijver van deze psalm is David; niet koning David, maar gewoon David. David was zelf herder (1 Samuël 17:34-36), wat hem een uniek perspectief gaf op de dingen die hij opschreef. Sommigen willen deze psalm zien als een soort theoretisch iets, een psalm om te vergeestelijken. Denk aan David die op een rustige middag, kop koffie in de hand, een mooi ‘gedicht’ schrijft.

Toon volledige notities
  • Dat staat heel ver van de werkelijkheid. David had doorleefd wat deze psalm zegt, niet alleen door zelf herder te zijn, maar vooral door zelf schaap te zijn. David had God leren kennen als Herder, als zijn Herder.
    • Waarschijnlijk schreef David dit toen hij al ouder was en al veel had meegemaakt in het leven. Door alles dat hij had meegemaakt, had hij de waarheid geleerd over wat het betekent dat God Zelf zijn Herder was. Dit is een psalm van een ervaringsdeskundige.

We gaan vandaag kijken naar deze psalm vanuit één specifieke invalshoek, namelijk die van v1:

Psalm 23:1 “De HEERE is mijn Herder, mij ontbreekt niets.”

Dit statement wordt in de rest van de psalm uitgelegd, dit statement definieerde het leven van David. Dit is ook een statement dat jouw/uw/mijn leven kan, mag en hoort te bepalen. In dit statement zit zo ontzettend veel diepgang, zo veel liefde en vertrouwen; dit is de lens waarmee we naar deze psalm gaan kijken.

v1 Het grote plaatje

Psalm 23:1 “De HEERE is mijn Herder, mij ontbreekt niets.”

David opent deze psalm met het statement dat de HEERE zijn Herder is. Hij zegt dit op een specifieke manier in het Hebreeuws, die wijst op iets dat geldt voor verleden, heden en toekomst. Dit is iets dat niet zal veranderen, God was, is en blijft de Herder. Hij verandert niet, vergeet dit niet, houdt hier niet mee op. Deze psalm spreekt eeuwige waarheid.

  • David spreekt hier ook over de HEERE, YHVH in het Hebreeuws. Dat is de persoonlijke Naam van God. David kende God echt, hij had een relatie met God. Hij had God leren kennen en spendeerde tijd met Hem, in gebed, in aanbidding, in het Woord. David kende God echt, daardoor kon Hij God met Zijn Naam aanspreken.
    • God was ook ‘mijn Herder’ voor David, niet een theologisch, afstandelijk iets; God was heel persoonlijk voor hem, zijn Herder. Alles wijst op een persoonlijke, diepe relatie tussen God en David.

Door deze relatie kan David zeggen ‘mij ontbreekt niet’. God als zijn Herder leert David dat hij niks tekort komt. Dit is iets dat ieder mens nodig heeft, zeker vandaag de dag met onze Facebook, Instagram, Twitter samenleving, waarbij er zoveel ‘perfecte’ levens online te zien zijn. Allemaal levens die voor de normale sterveling niet zomaar zijn weggelegd, waardoor we altijd het idee hebben dat we wel iets tekort komen.

  • David heeft geleerd tevreden te zijn, rust te vinden, gerust te zijn in God. Dat zorgt ervoor dat zijn perspectief op alles anders wordt; Hij vertrouwt God, daardoor weet hij dat God voor hem zorgt.

In de hele Bijbel komt God terug als Herder, beginnend in Genesis 48:15. In Ezechiël 34 laat God zien hoe Hij omgaat met Zijn kudde, Zijn schapen (v11).

Ezechiël 34:11-12 “Want zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zal Zelf naar Mijn schapen vragen en naar ze op zoek gaan. Zoals een herder op zoek gaat naar zijn kudde op de dag dat hij te midden van zijn verspreide schapen is, zo zal Ik op zoek gaan naar Mijn schapen. Ik zal ze redden uit alle plaatsen waarheen ze verspreid zijn op de dag van wolken en donkerheid.”

Het is heel bijzonder dat God deze omschrijving, Herder, voor Zichzelf gebruikt. Zoals wel vaker was het niet heel cultureel gevoelig wat God deed:

Boice: “In Israel, net zoals in andere oude samenlevingen, werd het werk van een herder als het laagste van allemaal gezien. Als een familie een herder nodig heb, was het altijd de jongste zoon, zoals David, die deze onaangename taak kreeg… Jehova heeft gekozen om onze herder te zijn, zegt David. De grote God van het universum is zo dichtbij gekomen om voor jou en mij te zorgen.”

Er zit zoveel intimiteit, zoveel liefde, zoveel geduld in het feit dat God Herder is. God zoekt en redt schapen die wegrennen (Ezechiël 34), God zorgt voor Zijn schapen, God voed en hoedt Zijn schapen. Hij zal alles doen dat nodig is om Zijn schapen te beschermen en er voor hen te zijn. Dat is de Herder Die God is, dat is de Herder die David had leren kennen. Dat is de Herder die God voor jou is, en Hij wil dat jij Hem zo gaat leren kennen.

v2-3 Gods werk voor Zijn schapen

In v2-3 staat 4x het woord ‘Hij’. Elke keer wijst dit Woord op de Herder, de HEERE. Deze Herder doet van alles voor Zijn schapen, deze Herder is bezig met Zijn schapen.

Psalm 23:2 “Hij doet mij neerliggen in grazige weiden, Hij leidt mij zachtjes naar stille wateren.”

Deze Herder brengt Zijn schapen naar grazige weiden en stille wateren. Schapen hebben maar een paar levensbehoeftes: eten, drinken en veiligheid. Deze dingen zorgt deze Herder voor. Hij brengt de schapen naar de plek waar ze alles hebben dat ze nodig hebben, Hij zorgt voor het eten en drinken dat de schapen nodig hebben om te overleven.

  • Prachtig is hoe Hij dit doet: ‘Hij leidt mij zachtjes’. God is niet hardhandig, Hij is niet ruw met Zijn schapen. God leidt zachtjes, Hij doet wat goed is voor de schapen. Hij zorgt dat de schapen gaan liggen, zodat ze in alle rust kunnen eten en herkauwen.
    • Dit is hoe God vandaag de dag nog steeds omgaat met Zijn schapen. Uit Zijn daden blijkt dat Hij veel geeft om de schapen en dat Hij goed voor ze zorgt.

Psalm 23:3 “Hij verkwikt mijn ziel, Hij leidt mij in het spoor van de gerechtigheid, omwille van Zijn Naam.”

David laat zien waar het hier vooral om gaat: ‘mijn ziel’. Ja God zorgt ook zeker voor de uiterlijke / fysieke mens, maar bovenal zorgt Hij voor het belangrijkste deel van de mens, de ziel. De ziel is wat echt Gods verzorging nodig heeft, de ziel is wat echt door God als Herder geleid moet worden.

  • Letterlijk staat hier dat de Herder de ziel herstelt, verfrist, repareert. Dat is het werk dat elke ziel nodig heeft, maar het werk dat alleen God kan doen. Geen drank, seks, mens, o.i.d. kan dit voor je ziel doen, alleen God.       
    • Dit is wat David ervaren had met God. 1 Samuël 30:6 is het voorbeeld hiervan, God herstelt David nadat hij weggelopen was bij God. David zocht de Heere in moeilijke omstandigheden, maar daardoor kon hij aan wat er op hem af kwam.

Hij zorgt ervoor dat Zijn schapen in het spoor van gerechtigheid lopen. Het pad waar de schapen op lopen moet het juiste pad zijn, dat is het pad dat de Herder kiest. Hij leidt Zijn schapen ‘in het spoor van de gerechtigheid,’ dat is Wie God is, Hij kiest dat wat goed is voor Zijn schapen.

  • Er staat niet dat God dwingt, duwt, verleidt, o.i.d.; God leidt. Dat doet Hij met zachte, doch duidelijke hand, Hij stuurt Zijn schapen naar het juiste spoor. Het spoor van de gerechtigheid, letterlijk de ‘rechte paden’.
    • God zal Zijn schapen nooit ergens naartoe leiden dat niet goed voor hen is, iets dat krom of scheef is.

Psalm 11:7 “Want de HEERE is rechtvaardig, Hij heeft rechtvaardige daden lief. De oprechten zullen Zijn aangezicht aanschouwen.”

  • God leidt Zijn schapen op Zijn paden, paden die naar Hem leiden. Dat is het beste voor Zijn schapen, dat is het enige dat Hij aan Zijn schapen geeft.

4x staat hier dat ‘Hij’ iets doet, elke keer is het goed voor de schapen. Alles dat God voor Zijn schapen doet, doet Hij om te laten zien hoe goed, groot en liefdevol Hij is; wat een geweldige zegen is voor de schapen.

  • De Herder weet waar de grazige weiden zijn, de schapen niet.
  • De Herder weet waar de stille wateren zijn, de schapen niet.
  • De Herder weet wat goed is voor de ziel, de schapen niet.
  • De Herder weet wat het goede pad is om op te wandelen, de schapen niet.
    • De Herder leidt, omdat de Herder weet wat goed is. De schapen volgen, omdat ze de Herder blindelings vertrouwen. De schapen volgen Zijn stem, ook als ze niet weten waarheen, ook als ze het niet begrijpen. Zo goed is de Herder voor Zijn schapen.

Dat is de Herder Die God is voor allen die Zijn schapen zijn.

v4 God als Herder in omstandigheden

Psalm 23:4 “Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij.”

God is Herder, ook als de omstandigheden niet grazige weiden en stille wateren zijn. Ook als er een ‘dal vol schaduw van de dood’ is, is God de Herder. Ook in dat dal blijft God Davids Herder.

  • David heeft veel donkere periodes meegemaakt, o.a. dat zijn zoon Absalom in opstand kwam tegen hem en de troon met geweld overnam. In 2 Samuël 15-19 zien we hoe God David leidt, ondanks deze moeilijke en pijnlijke periode.
    • God leidt in angst, in pijn, in verdriet. De vraag is of het schaap luistert naar de Herder, of alleen maar om zich heen kijkt. De enige manier waarop David kon zeggen ‘ik zou geen kwaad vrezen’, was door zijn ogen op de Herder gericht te houden.

De Herder was betrouwbaar voor David, de Herder had Zich bewezen. De Herder wist alles beter, dus ook hoe door zo’n dal te gaan.

De reden die David geeft voor het niet vrezen van het kwaad, is ‘want U bent met mij’. Ook dit is Davids ervaring met God die spreekt, hij kende God, hij kende Zijn stem, Zijn leiding. David wist dat dat alles was dat hij nodig had, ook al zag hij zelf niet hoe God hem hierdoor heen zou gaan leiden.

  • De schapen moesten vertrouwen op de aanwezigheid van de Herder, op Zijn leiding. Ze moesten dicht bij de Herder blijven, binnen gehoorafstand van Zijn stem. Dat was hun redding, dat gaf hen leiding, dat zou hen verzorgen in en door elke situatie heen.
    • Meer dan 140x roept God mensen in het Woord op om niet bang te zijn. De voornaamste reden die Hij daarvoor geeft is dat Hij bij ons is.

Psalm 27:1 “De HEERE is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen? De HEERE is mijn levenskracht, voor wie zou ik angst hebben?”

  • Dat is de rust die de schapen van de Herder mogen hebben, Zijn aanwezigheid geeft rust, geeft kracht, bestrijdt angst.

Als Herder leidt God ook, dat doet Hij met Zijn stok en staf; de aanwezigheid van deze twee instrumenten vertroosten David. Deze instrumenten zorgden voor leiding, maar ook voor correctie. De staf was gekromd en kon gebruikt worden om de schapen terug te krijgen naar waar ze moesten zijn.

  • David vertrouwde op Gods leiding, maar ook op Gods correctie waar nodig. In Psalm 51 vraagt David God om hem weer terug te brengen, om hem weer in Zijn aanwezigheid te brengen.

Spreuken 3:11-12 “Mijn zoon, verwerp de vermaning van de HEERE niet en heb geen afkeer van Zijn bestraffing. Want de HEERE straft wie Hij liefheeft, zoals een vader doet met de zoon die hij goedgezind is.”

  • Dit is wat David Salomo leerde, wat hij ervaren had met God. Dit zag hij terug in God als Herder, de Herder die hem leidde, die hem ook zou corrigeren waar dat nodig was.

Zoveel vertrouwde David als schaap op zijn Herder, dat hij ook correctie door de Herder volledig vertrouwde. Wat de Herder ook voor Zijn schapen had, de schapen vertrouwden Hem volledig. Omstandigheden, moeite, pijn, verdriet, angst; door de relatie die het schaap met de Herder had, wist het schaap dat de Herder alles onder controle had.

v5 Gods karakter als Herder

Psalm 23:5 “U maakt voor mij de tafel gereed voor de ogen van mijn tegenstanders; U zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over.”

Het karakter van de Herder is belangrijk voor de schapen, specifiek de grootheid en liefde van God. Die twee dingen komen naar voren in dit vers, die dingen zijn belangrijk voor David.

Het laatste wat je zelf zal doen, is rustig gaan zitten eten voor de ogen van tegenstanders. Toch is dat precies wat God regelt, Hij zet een maaltijd klaar voor Zijn schapen, terwijl de vijand toekijkt. De reden dat God dit kan doen, is dat Hij groter is dan welke tegenstander dan ook, Hij is sterker dan wie dan ook.

  • God bereidt de maaltijd terwijl de vijand toekijkt. God is niet onder de indruk van of bang voor de tegenstander, in alle rust gaat Hij voor Zijn schapen een maaltijd maken. Er is geen situatie in ons leven waardoor God dit niet meer zou doen, Hij is groter dan alles, sterker dan alles; in alles zorgt Hij goed voor Zijn schapen.
  • God heeft ook alles dat nodig is om een tafel vol te maken. Hij heeft alles dat nodig is in de strijd tegen de tegenstanders. Nooit zal er een moment komen dat God geen zegen voor Zijn schapen heeft, omdat Hij afgeleid is door de strijd. Vol aandacht, vol precisie maakt Hij deze maaltijd, wetende dat de vijand toekijkt.

Zo groot is God, zo groot is de Herder. Oneindig veel groter dan welke situatie dan ook, Hij blijft goed zorgen voor Zijn schapen.

  • De vraag is of Zijn schapen ook in alle rust genieten van fellowship met God, terwijl Hij het eten maakt. Misschien zijn de schapen wel meer op de tegenstanders gericht, dan missen ze een groot deel van wat God voor hen heeft, namelijk rustige, lieve en geweldige fellowship met Hem.

De liefde van God wordt duidelijk in het feit dat Hij Zijn schapen zegent, zegent met olie over het hoofd en een overvloeiende beker. Het idee in het Hebreeuws bij het zalven, gaat uit van iets dik maken, omdat er zo’n overvloed is. Daarbij stroomt de beker over van de hoeveelheid drinken die erin gestopt wordt.

  • God heeft altijd genoeg, God viert het feit dat wij Zijn schapen zijn. Hij is altijd blij om ons te zien en zorgt ervoor dat we altijd genoeg hebben.
    • Schapen kregen ook olie over hun hoofd om ervoor te zorgen dat vliegen en bepaalde ziektes het hoofd niet infecteren. De olie is bescherming voor het schaap, de olie houdt het schaap gezond.

Phillip Keller: “Bij het zorgen voor mijn schapen, had ik altijd een fles in mijn zak met een mix van brandy en water. Elke keer wanneer een ooi of een lam onderkoeld raakte door blootgesteld te worden aan nat, koud weer, goot ik een paar lepels daarvan in hun keel. Na een paar minuten stond het onderkoelde dier weer op de voeten en vol met hernieuwde energie. (…) Het belangrijkste voor mij was om er op tijd te zijn, om het onderkoelde schaap te vinden vóór het te laat was. Ik moest bij hen zijn in de storm, alert  op iedereen die in moeilijkheden zat.”

Zo is God als Herder voor Zijn schapen. Hij zorgt ervoor dat ze niet ziek worden, Hij is bij ze in de storm om ze kracht te geven; Hij is de beste Herder die schapen kunnen wensen. Deze Herder zegent Zijn schapen door Wie Hij is, wat Hij doet en de liefde die Hij toont naar Zijn schapen. God is groot, God is liefde; allebei deze dingen is Hij ook heel erg naar Zijn schapen toe.

v6 Eeuwigheid als perspectief met God als Herder

Psalm 23:6 “Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven. Ik zal in het huis van de HEERE blijven tot in lengte van dagen.”

Davids perspectief op God als zijn Herder eindigt met v6, waarin hij een eeuwigheidperspectief heeft op God en wat Hij doet. ‘De HEERE is mijn Herder, mij ontbreekt niets.’ Volgens David is dat zichtbaar in de goedheid en trouw (goedertierenheid) die God laat zien.

  • Deze goedheid en goedertierenheid moeten niet opgehaald worden door het schaap, deze dingen volgen het schaap. God gaat achter Zijn schapen aan om ze te zegenen. Schapen weten niet altijd wat goed voor ze is, daarom komt God Zijn goede zegeningen brengen.
  • Het mooie is dat God dit niet tijdelijk doet, Hij laat deze dingen het hele leven van het schaap zien. God zegent en blijft zegenen, God is goed en blijft God, God houdt van Zijn schapen en blijft van ze houden. Dat is Davids God, dat is Davids Herder.

Het eindresultaat van alle goede dingen die God geeft, is dat Zijn schapen ‘tot in lengte van dagen’ bij God zullen zijn. Het perspectief verandert hier naar de eeuwigheid. Gods schapen zullen eeuwig in Gods huis zijn, eeuwig bij Hem zijn, eeuwig genieten van al Zijn zegeningen.

  • God ziet dingen vanuit dit perspectief, Hij is eeuwig. Het is Gods werk in David dat hij, als schaap, in ziet wat God doet. Hij krijgt Gods blik op zaken, op wat God doet in zijn leven. Dat komt door ervaring met God, tijd met God en door God veranderd worden.

We hebben tot nu toe naar Psalm 23 gekeken vanuit het perspectief van het schaap. De vraag is wie Gods schapen zijn. In Johannes 10:11 noemt Jezus Zichzelf ‘de goede Herder’, wat Jezus gelijk maakt aan God Zelf. Jezus is de Herder waar David over schrijft en Jezus zegt het volgende over Zijn schapen.

Johannes 10:9 “Ik ben de Deur; als iemand door Mij naar binnen gaat, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden.”

Johannes 10:14-15 “Ik ben de goede Herder en Ik ken de Mijnen en word door de Mijnen gekend, zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken; en Ik geef Mijn leven voor de schapen.”

  • Wat Jezus hier zegt is dat iedereen Zijn schaap is, die Hem kent, die in Hem gelooft. Iedereen die zijn/haar leven aan Jezus gegeven heeft, die Zijn vergeving van zonden aangenomen heeft, is Zijn schaap.
  • Ook zegt Jezus hier dat er maar 1 weg is naar Gods schaap zijn, namelijk via Jezus Zelf. De reden hiervoor is dat ieder mens een zondeprobleem heeft, ieder mens zondigt. Zonde is dat wat we doen dat niet perfect is. Zonde heeft een consequentie, namelijk de dood. Jezus is gekomen om die consequentie te dragen voor de mens, door te sterven aan het kruis en op te staan uit de dood.

Iedereen die dit aanneemt, die dit gelooft, is Zijn schaap. Iedereen die dit geloof is iemand die met David deze psalm op zichzelf kan toepassen. Jezus wil dat je deze psalm gaat ervaren, dat je Hem gaat ervaren als Herder, waardoor jou niks ontbreekt.

  • Jezus wil je leiden naar de plek van geestelijk grazige weiden en stille wateren, de plek waar rust en vrede is, genezing van pijn en verdriet, waar er geen angst meer is.
  • Hij wil dat je inziet dat Hij je ziel wil verkwikken, je alles wil geven dat je nodig hebt. Hij wil je leiden naar de juiste paden om in te wandelen, paden van gerechtigheid.
  • Hij wil je dragen in het dal, ervoor zorgen dat je niet hoeft te vrezen. Je mag Zijn stok en staf leren vertrouwen, dat Hij je zal leiden op de manier die je nodig hebt.
  • Je mag Jezus’ karakter leren vertrouwen, Zijn grootheid en liefde. Bij Hem is overvloed van alles dat je nodig hebt en Hij is groter en sterker dan alles dat op ons pad komt. Hij wil je dat Hem zo kent en beter leert kennen.
  • Jezus wil je laten zien dat er met Hem een eeuwig perspectief is, eeuwig bij God zijn in Zijn huis. Dat is het beste dat je kan overkomen.

Is Jezus jouw Herder? Dan mag je van al deze zegeningen genieten. Dan mag je Hem zo leren kennen, elke dag weer. Dan mag je meer en meer ervaren wat het betekent dat Jezus deze Herder voor jou is. Ben je weggelopen bij de Herder? Bekeer je vandaag, vraag om vergeving en kom in gebed terug bij Hem.

Is Jezus nog niet jouw Herder? Maak vandaag de keuze om in Hem te geloven. Bid tot God, vertel Hem dat je een zondaar bent, die Zijn vergeving nodig heeft en geloof in Hem. dan zal Hij je Herder zijn en mag je leren kennen en ervaren wat deze psalm betekent.

Volgende
Psalm 22