Romeinen 7:1-6 (21-2-2021) Ontslagen van de wet
Vanochtend pakken we de studie op in Romeinen 7. We hebben de laatste keer in Romeinen gezien dat God wil dat we vrucht tot heiliging voortbrengen met ons leven. God wil dat ons leven vruchtbaar is voor Hem, dóór Zijn Geest.
Vandaag gaan we zien dat we ‘ontslagen van de wet’ zijn, door Jezus’ werk aan het kruis.
v1 De wet heerst over de mens
Paulus is de kerk in Rome aan het leren over heiliging (Romeinen 5:12-8). Heiliging is Gods werk in de christen, waardoor we meer gaan leven zoals Jezus. Dat werk hoort zichtbaar te zijn in de christen, nadat we tot geloof komen in Jezus.
- Het proces is altijd 1) inzien dat zondaar (Romeinen 1:1-3:19), 2) redding door geloof alleen (Romeinen 3:20-5:11), 3) heiliging. Dat proces moeten de Romeinse christenen gaan begrijpen, want dat is het proces waar ze nu in zitten.
De lessen uit Romeinen 7:1 bouwen voort op wat er in Romeinen 6:14-23 al gezegd is.
Romeinen 6:14 “Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade.”
Paulus is aan het laten zien dat we niet meer naar de wet hoeven te leven, omdat we onder de genade zijn. Praktisch gezien betekent dat wat we gezien hebben in v15-23, hij gaat nu verder met uitleggen hoe het kan dat we niet meer onder de wet zijn, dat we ontslagen zijn van de wet.
- Hij spreekt tot mensen die de wet kennen (v1), daarom spreekt hij waarschijnlijk tot een groep waar (veel) Joden aanwezig waren. Deze mensen begrepen het punt dat Paulus over de wet aan het maken was goed, ze waren er zeer bekend mee.
De wet “heerst” over de mens; het Griekse woord dat Paulus hier gebruikt is een afgeleide van hetzelfde woord dat voor ‘God’ gebruikt wordt. De wet was de baas, de leider, de wet had totale heerschappij over de mens, “zolang hij leeft”. De wet heeft niks te zeggen over dode mensen.
- Waarom haalt Paulus dit punt aan? Hij heeft net uitgelegd dat redding door genade alleen is, waarom zou hij dan nu terug gaan naar de wet in zijn uitleg? Hij wil niet dat mensen denken dat nu ze door genade gered zijn, ze alsnog de wet moeten gaan houden.
- Hij wil niet dat christenen teruggaan naar de oude patronen, hij wil dat we leven naar de nieuwheid die er in Christus is.
Galaten 3:24 “Zo is dan de wet onze leermeester geweest tot Christus, opdat wij uit het geloof gerechtvaardigd zouden worden.”
Wij mensen zijn erg goed in conclusies trekken die niet juist zijn. We zien dat we gered zijn door genade, dan kunnen we concluderen dat we alles kunnen doen dat we willen. Paulus heeft al gezegd dat we niet door moeten gaan met zondigen (Romeinen 6:1, 15).
- Tegelijkertijd moeten we ook niet terugvallen op de wet, nu we genade hebben, want de wet hoort ons alleen maar op de genade te wijzen.
Wiersbe: “Wat is wetticisme echt? Het is het geloof dat ik heilig kan worden en God blij kan maken door wetten te gehoorzamen. Het is geestelijkheid meten aan een lijst van dingen wel en niet doen. De zwakte van wetticisme is dat het zonden (meervoud) ziet, maar niet zonde (de wortel van het probleem). Het veroordeelt het uiterlijke en niet het innerlijke. Ook begrijpt het wetticisme het echte doel van Gods wet niet en ziet het de relatie tussen wet en genade niet.”
Zelf komende vanuit de wet, wil Paulus niet dat christenen door genade teruggaan naar de wet. God legt de lat op heilig, perfect; maar Hij weet veel beter dan wij dat we dat nooit uit onszelf zullen halen en houden. God wil dat we in alles terugvallen op Hem, omdat Hij genadig is.
- De wet, Gods wet, is niet iets dat we zelf kunnen houden; de wet heeft geen macht meer over de christen. De wet is namelijk alleen van kracht over hen die leven, en wij zijn met Christus gekruisigd (Galaten 2:20). Hierdoor kunnen we leven naar genade, i.p.v. door de wet.
Probeer ajb niet om Gods wet zelf te houden. Probeer ajb niet om uit eigen kracht een christen te zijn, jezelf te veranderen of meer naar Gods wil te gaan leven. Er is niks dat wij kunnen doen dat die dingen voor elkaar krijgt; we mogen een beroep doen op Gods genade, als mensen die gestorven zijn aan de wet, en vragen of Hij het willen en het werken in ons wil doen (Filippenzen 2:13).
v2-3 Het huwelijk als voorbeeld
Om zijn punt duidelijk te maken, is Paulus heel goed in het gebruiken van alledaagse voorbeelden. Eerder gebruikte hij slaaf-meester (Romeinen 6:16-17), nu gebruikt hij het voorbeeld van het huwelijk. Door dit te doen, zorgt hij ervoor dat men een gelijk beeld heeft bij het punt dat hij wil maken.
- Man en vrouw zijn wettelijk aan elkaar verbonden (v2), zowel onder Gods wet als de menselijke wet. Dat verbond houdt stand zolang beide partijen leven. Het huwelijksverbond is ‘tot de dood ons scheidt’. Daarna houdt dat verbond, wettelijk gezien, op.
Indien er tijdens het leven van beide partners seks buiten het huwelijk is, overspel (v3), is dat een zonde. Het maakt niet uit of man of vrouw het overspel pleegt, er wordt overspel gepleegd; dit is een overtreding van het verbond en zonde tegen God.
- Als de vrouw overlijdt en de man hertrouwd, of vice versa, is er geen overspel. Het huwelijksverbond hield op met bestaan, door het overlijden van de partner.
Dit voorbeeld maakt perfect duidelijk hoe de wet voor ons is en waarom Jezus’ dood voor ons zo ontzettend belangrijk is. Zonder Jezus’ dood was het verbond met de wet nog steeds in tact. Zonder Jezus’ dood was er geen mogelijkheid tot een nieuw verbond. Jezus’ dood is cruciaal voor nieuw leven.
v4-5 Behoren aan een Ander
Paulus trekt de huwelijksvergelijking door (v4); de situatie van de christen is als volgt: we zijn “door het lichaam van Christus gedood met betrekking tot de wet”, met als doel dat “u aan een Ander zou toebehoren,”
- Jezus’ dood is niet alleen goed geweest voor het verbreken van het verbond met de zonde, met de wet, maar juist ook zodat we nu in een nieuw verbond kunnen zitten. Als christen zit je, door geloof, in een nieuw verbond met Jezus Christus.
- Het beeld dat hier gebruikt wordt, is het beeld van het huwelijk. Het huwelijk tussen Christus en de kerk, wat voltrokken zal worden in Openbaring 19. De kerk is bedoeld als bruid voor Christus, de bruidegom.
Jezus heeft betaald voor dit huwelijk, met Zijn eigen bloed en met Zijn eigen leven. Dat is hoeveel Hij van jou en mij houdt, Hij betaalde de ultieme prijs, zodat wij ervoor kunnen kiezen om dit nieuwe verbond met Hem aan te gaan.
- We behoren toe “aan Hem Die uit de doden opgewekt is”; dat is Jezus Christus. Hij stierf aan het kruis en stond op na 3 dagen.
1 Korinthe 15:3-4 “Want ik heb u ten eerste overgeleverd wat ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, overeenkomstig de Schriften, en dat Hij begraven is, en dat Hij opgewekt is op de derde dag, overeenkomstig de Schriften,”
Jezus stond op uit de dood, Hij overwon de dood en haar macht door dit te doen. Door zijn dood betaalde Hij de prijs voor ons en onze zonde, door Zijn opstanding hebben we nu de mogelijkheid om een nieuw leven te leven.
- We zijn ontslagen van de wet door wat Jezus voor ons gedaan heeft. We zitten niet meer vast in een ‘huwelijk’ met de zonde, een situatie waar we niet onderuit kunnen. Jezus heeft ons vrijgemaakt, Hij heeft de macht en straf van de zonde gebroken.
God wil dat we vrucht dragen voor Hem, dat we heilig leven zoals Hij heilig is (1 Petrus 1:16). Paulus brengt de huwelijksillustratie terug naar het punt van heiliging, vrijgemaakt van het verbond van de zonde betekent dat we nu in staat kunnen worden gesteld om te leven zoals God dat wil.
1 Petrus 1:14-16 “Word als gehoorzame kinderen niet gelijkvormig aan de begeerten die er vroeger in de tijd van uw onwetendheid waren. Maar zoals Hij Die u geroepen heeft, heilig is, word zo ook zelf heilig in heel uw levenswandel, want er staat geschreven: Wees heilig, want Ik ben heilig.”
- Petrus citeert hier uit Leviticus, waar God Israël de opdracht gaf om heilig te leven, omdat Hij heilig is. Het hele boek Leviticus is erop gericht dat Gods volk heilig voor Hem zal zijn, apart gezet van de andere volken en volledig toegewijd aan God.
Dat is precies hoe de kerk hoort te zijn, dat is hoe jij hoort te zijn. Wij horen heilig te leven, we horen vrucht te dragen voor God. Vrucht voor God kan alleen in heiligheid. Vanuit onszelf dragen wij vrucht voor de dood (v5). Maar in Christus, door Jezus’ dood en opstanding, kunnen wij vrucht dragen voor God.
- Wij moeten bewust kiezen om voor God te leven, we moeten kiezen om Zijn weg als de enige, echte weg te zien. Zodra we inzien dat dat de keuze is, horen we ons ook bewust te zijn van het feit dat we dit zelf niet kunnen.
1 Samuel 2:2 “Er is niemand zo heilig als de HEERE, want er is niemand buiten U, en er is geen rotssteen als onze God.”
Alleen God is heilig, dat hoort ons gelijk in te doen zien dat we dit zelf niet kunnen.
Hebreeën 13:12 “Daarom heeft ook Jezus, om door Zijn eigen bloed het volk te heiligen, buiten de poort geleden.”
Daarom deed Jezus wat Hij deed, Hij heeft “door Zijn eigen bloed” ons geheiligd. Dat is de positie die we van God krijgen als Zijn kinderen. De keuze is nu aan ons om daarnaar te gaan leven. Dat is het leven dat God voor jou heeft, het beste leven dat er is.
- Heilig leven betekent dicht bij God leven, afhankelijk van Hem, genietend van Zijn liefde, gesnoeid worden door Hem, gebruikt worden om mensenlevens te (zien) veranderen. Heilig leven betekent anders dan de wereld, gericht op God, geleid door God, volledig tot Zijn eer.
Dit kunnen wij nietige mensen niet; niemand is in staat om te voldoen aan de lat van perfectie. Dat is ook waarom wij geleid door de Heilige Geest moeten leven, Hij moet ons leiden in leven op deze manier. Alleen Hij kan ervoor zorgen dat we naar Gods standaard leven.
- Alleen geleid door de Geest kunnen we vrucht dragen waar God blij van wordt, vrucht die “voor God.” is. Zonder de Geest zullen wij, onder de wet, vrucht “voor de dood.” dragen.
R.A. Torrey: “Het mensenhart is de grond; het Woord van God is het zaad; elke spreker of onderwijzer van het Woord is een zaaier. Maar de Geest van God is Degene Die het gezaaide zaad leven geeft, en de goddelijke natuur komt op als resultaat.”
De enige manier waarop jij als christen heilige vrucht zult dragen, is door de Heilige Geest. De enige manier om heilig zijn, zoals God heilig is, is door te leven naar de leiding van de Geest. We moeten leren luisteren naar Zijn leiding, we moeten Zijn woorden leren verstaan, begrijpen en doen.
- De primaire manier waarop de Geest spreekt, is door het Woord. De Geest zal ons leiden in alle waarheid (Johannes 16:13), Gods Woord is die waarheid (Johannes 17:17). Als jij geleid wil worden door de Geest, moet je geleid worden door het Woord van God.
- Daarom is het o.a. zo belangrijk om je Bijbel te lezen; zonder het lezen van het Woord zullen we nooit weten wat wel en niet matcht met Gods wil. We zullen nooit kunnen onderscheiden wat de goede wil van God is (Romeinen 12:2).
Het Woord is ook wat de Geest gebruikt om in ons leven onkruid weg te halen, om de grond voor te bereiden op het dragen van vrucht. Door het Woord heen zal de Geest ons op zonde wijzen, ons berouw en bekering schenken. Alleen door het Woord zullen wij veranderd worden.
- Zonder het Woord, “toen wij nog in het vlees waren” (v5), leefden we alleen naar de “hartstochten van de zonden”. We deden alles dat wij leuk vonden, zonder bezig te zijn met of dat Gods wil is of niet.
- Zonder de Geest leefden we volledig voor plezier, voor wat (tijdelijk) goed voelt, voor waar wij (nu) blij van worden. Maar dat is niet wat goed voor ons is, dat is niet wat heilig is zoals God heilig is.
- Het “geprikkeld door de wet” wijst op iets heel menselijks; als iets niet mag, is dat juist wat we willen doen. We zien dit in alles om ons heen, als iets niet mag, van de wet, is dat juist wat we willen doen.
- Zo ook met ons t.o.v. Gods wet, we willen juist die dingen doen die door God als niet toegestaan worden aangewezen. En dat levert vrucht “voor de dood” op. Want het loon van de zonde is de dood (Romeinen 6:23).
We zijn ontslagen van de wet, waardoor we heilig kunnen en horen te leven. Het vlees hoort ons niet meer te leiden, de wet is niet meer onze eerste bron van inspiratie; de Geest van God moet ons leiden. Hij zal ons leiden in het doen van Gods Woord, in het houden van de wet zoals Jezus dat omschreef.
v6 Ontslagen van de wet
Opnieuw schetst Paulus een contrast, “Maar nu”. Hiermee laat hij het verschil zien tussen “toen” (v5) en “nu” (v6). Paulus wil voorkomen dat we terugdenken aan ‘die goede oude tijd’, hij wil dat we inzien dat vroeger, in de zonde, niet beter was.
- We zijn ontslagen, alle contact is verbroken met de wet; zoals de dood een einde maakt aan een huwelijk (v1). Al onze verplichtingen, ons hele verbond met de wet is verbroken, daar zijn we van ontslagen door Jezus’ dood en opstanding.
Galaten 2:20 “Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven.”
Door het feit dat iedereen die in Jezus gelooft als Zoon van God met Hem gekruisigd is, zijn we “gestorven aan dat waaraan wij gebonden zaten”. In 1 vers zet Paulus hier geweldig neer wat het effect van het Evangelie is: vrijheid.
- Voorheen waren we gebonden aan zonde en haar gevolgen, nu zijn we vrij in Christus. Waar we voorheen schuld hadden, heeft Jezus alle schuld weggenomen. Waar we voorheen op eeuwige verdoemenis afgingen, is er nu eeuwig leven door Gods liefde en Jezus’ offer.
Dat is hoe geweldig het Evangelie is, we zijn vrijgemaakt, we zijn een nieuwe schepping. “zodat”; God heeft dit met een doel gedaan, namelijk dat we in nieuwheid de Geest zouden dienen. God wil niet dat we doorgaan met het oude verbond, de zonde, te dienen. Hij wil dat we voor Hem leven.
- Voorheen regeerde zonde en dood, nu horen Gods liefde en Gods heiligheid ons leven te regeren. Onze daden horen bepaald te worden door God, door de Geest van God. Hij heeft ons vernieuwd (2 Korinthe 5:17), Hij heeft ons nieuw denken gegeven (Romeinen 12:1).
- We kunnen dus niet doorgaan op dezelfde voet; je leven hoort radicaal anders te zijn door in Jezus te geloven. Andere standaarden, echte waarheid, afhankelijkheid van God, i.p.v. mensen; allemaal dingen die anders horen te zijn.
Maar God wil ook dat we “dienen”, het Grieks hier is douleuō, wat de werkwoordsvorm van doulos is. Dit woord wijst op dienen als een slaaf. Dat is hoe wij God horen te dienen, vrijgekocht door onze Meester, volledig onderworpen aan Zijn wil, volledig afhankelijk van Hem.
1 Korinthe 6:19 “Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent? U bent immers duur gekocht. Verheerlijk daarom God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn.”
- Dat is hoe we God horen te dienen, dat is wat het effect van heiliging in ons leven hoort te zijn. We horen God meer en meer te dienen, Hem meer en meer te zien als onze Meester. Alles van ons, hoort tot Zijn beschikking te staan.
- Dat is het voorbeeld dat Jezus ons gaf, Hij deed alles dat de Vader Hem vroeg. Op diezelfde manier horen wij God te dienen.
Ons dienen moet niet in “oudheid van letter” zijn, maar door de Geest. God is geest, dus we horen Hem in geest en in waarheid te dienen (Johannes 4:23). Voor sommige mensen is dit vers de aanleiding geweest om het Woord niet serieus te nemen, want dat is “oudheid van letter.”
- Paulus bedoelt hiermee ‘onder de wet’ en ‘in het vlees’. Dat is hoe we voorheen leefden, terwijl we nu door en voor de Geest horen te leven. We zijn ontslagen van de wet, laten we dan naar de Geest leven Die ons vrijgemaakt heeft.
De belangrijkste vraag is of jij ontslagen bent van de wet, of jij gelooft in Jezus als Zoon van God? Dat is namelijk de enige weg om vrij te worden van het verbond met de zonde. Zonder in Jezus te geloven zal je gebonden zijn door zonde hier op aarde en tot in alle eeuwigheid. Geloof vandaag in Jezus, vraag Hem om vergeving voor je zonde en leef vanaf vandaag ontslagen van de wet.
Christen, hoe zit het met jou? Is aan jouw leven te zien dat je ontslagen bent van de wet?
- Leef je nog naar het oude verbond met de zonde, leef je nog gebonden door de zonde? Indien wel, ga biddend naar God toe en laat Hem je vrijzetten.
- Behoor jij aan Jezus toe? Of is jouw leven nog voor iets/iemand anders dan Jezus? Wordt jij geleid door de Geest, draag jij vrucht voor God?
- Dien jij in nieuwheid van Geest? Of blijf je vastzitten aan de wet en de zonde?
Romeinen 7:6 “Maar nu zijn wij ontslagen van de wet, gestorven aan dat waaraan wij vastgebonden zaten, zodat wij in nieuwheid van Geest dienen, en niet in oudheid van letter.”