Positieve waarheid bemoedigt
Na een onderbreking van 16 weken gaan wij vandaag verder met de preekserie Route 66 waarin wij elk Bijbelboek in vogelvlucht met elkaar doornemen, om 1) Jezus erin te ontdekken, 2) om de belangrijkste levenslessen eruit te halen, en 3) om Gods Woord beter te leren kennen zodat wij God beter gaan leren kennen, waardoor ons geloof in God en ons vertrouwen op God zal groeien, én zodat Jezus Christus steeds meer gestalte in ons zal krijgen. Kortom om geestelijk te groeien naar volwassenheid.
Mattheüs 24:35 – “De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan.”
Gods Woord, de Bijbel houdt eeuwig stand, vandaar ook o.a. deze Route 66 serie.
Psalm 19:8 – “De wet van de HEERE is volmaakt, zij bekeert de ziel; de getuigenis van de HEERE is betrouwbaar, zij geeft de eenvoudige wijsheid.”
Hier is sprake van de wet en de getuigenis van de HEERE. Jezus sprak in Mattheüs 24 over Zijn woorden.
Psalm 119 is een psalm dat voornamelijk over het Woord van God gaat en in de Psalm wordt het Woord van God verschillende dingen genoemd:
Gods wet, getuigenissen, geboden, bevelen, verordeningen, bepalingen, beloften en woord.
De reden waarom ik dit aanhaal is om aan te geven dat het Woord van God, de Bijbel uit meerdere benoemingen bestaat.
Waar God of Jezus in de Bijbel rechtstreeks tot de mens spreekt, dan is het Gods Woord. Waar er sprake is van de Wet van Mozes of Gods wet, dan is het Gods Woord. Waar er sprake is van geboden, bevelen, beloften, bepalingen, enz. dan is het Gods Woord, de Bijbel.
Dus, waar in Psalm 19:8 staat dat de wet van de HEERE volmaakt is en de getuigenis van de HEERE betrouwbaar, dan kunnen wij gewoon zeggen dat het Woord van God, de Bijbel volmaakt en betrouwbaar is. Al deze benoemingen verwijzen naar hetzelfde, het Woord van God, de Bijbel.
Voor alles dat het Woord van God voor ons betekenen kan is het dus logisch dat wij naast onze vers-voor-vers boekenstudies ook deze Route 66 studie doen, want wat ik zojuist al zei, het zal ons geestelijk doen groeien.
Ik geloof dat de Bijbel zelf leert dat verklarend prediken, het eruit halen wat erin staat, oftewel Gods oorspronkelijke bedoeling eruit halen en dat uit te leggen, dé manier is om Gods Woord te lezen, te bestuderen en te onderwijzen. Het punt van de preek is namelijk het punt van de tekst.
Het is dus zaak voor degenen die voorgaan in de woordverkondiging dat men Gods oorspronkelijke bedoeling van de tekst eruit haalt, het verklaart, het vertaalt naar een toepasselijke boodschap voor ons, anno 2020.
Trouwens, denk niet dat als men vers-voor-vers door de Bijbel heen gaat, dat dat per definitie verklarend prediken is. Het is een goed beginpunt, maar daar is meer voor nodig om uit te komen op ‘het punt van de preek is het punt van de tekst’. Als hierover vragen zijn, dan hoor ik het graag na de eredienst.
Wij pakken de draad op bij 1 Kronieken, het 13e Bijbelboek. Wij hebben inmiddels Genesis t/m 2 Koningen in vogelvlucht behandeld. Noem de eerste 13 Bijbelboeken!
Inleiding:
Om een stukje context te geven, vanaf Jozua bevindt Israël zich in het beloofde land, Kanaän waarmee de geschiedenis van Israël start. De geschiedenis eindigt zo’n 980 jaar later met Nehemia nadat Juda uit haar ballingschap teruggekeerd is naar Jeruzalem. Esther, wat aan het einde staat is tijdens de ballingschap van Juda geschreven.
In Jozua, Richteren en Ruth was er sprake van een theocratie, waarin God rechtstreeks regeerde d.m.v. Jozua en de richters.
In 1 Samuël wordt Saul als de eerste koning van Israël aangesteld. Vervolgens in 2 Samuël Koning David en in 1 Koningen Koning Salomo.
Ná de dood van Salomo, als Gods straf voor hun gruwelijke zonden, werd het koninkrijk van Israël verscheurd in tweeën, namelijk het noordelijk rijk en het zuidelijk rijk. Het noordelijk rijk dat Israël genoemd wordt bestaat uit tien stammen en het zuidelijk rijk dat Juda genoemd wordt bestaat uit Juda en Benjamin.
Tot en met Koning Salomo was het rijk van Israël verenigd. Dit noemt men dan ook het verenigd koninkrijk van Israël.
De boeken 1 en 2 Koningen zijn een vervolg op de vertelling van 1 en 2 Samuël.
Nu wij Kronieken gaan behandelen gaat de vertelling niet verder. Kronieken geven ons de details over de gebeurtenissen van 2 Samuël en over de gebeurtenissen van 1 en 2 Koningen.
Waar Samuël en Koningen de geschiedenis van Israël voornamelijk vanuit een politiek oogpunt belichten, belicht Kronieken voornamelijk de Davidische dynastie vanuit een priesterlijk en geestelijk oogpunt, vandaar veel nadruk op de tempel en de priesters.
1 Kronieken gaat dieper in op het bewind van Koning David. 2 Kronieken gaat dieper in op Koning Salomo én op de koningen na hem die over Juda regeerde. De overige 10 stammen van Israël, het noordelijk rijk komen hierin niet aan de orde omdat zij niet van belang zijn v.w.b. de Messiaanse bloedlijn.
1 en 2 Kronieken zouden wij dus als een overlay, een laag boven op 2 Samuël en op 1 en 2 Koningen kunnen leggen.
Alhoewel de schrijver van Kronieken niet genoemd wordt, is er voldoende bewijs dat Ezra, de Schriftgeleerde en Priester die het Bijbelboek Ezra geschreven heeft, de schrijver van Kronieken is.
Kronieken werd geschreven voor de Judese gemeenschap dat uit de ballingschap in Babylon naar Jeruzalem terugkwam en daar opnieuw mochten aanbidden in de nieuwe tempel.
Je moet je voorstellen dat de ballingen die terugkwamen allerlei vragen hadden over God. Net zoals wij, anno 2020 allerlei vragen hebben over God; vooral voordat wij tot wedergeboorte waren gekomen.
Nadat Juda voor 70 jaar door God verbannen was en nu ineens weer terug in Jeruzalem vroegen zij zich ongetwijfeld af of God überhaupt nog interesse in hen had, of God nog een plan met hun had.
Daarom beantwoord Ezra deze vraag met een volmondig ‘ja’. God was vanaf het begin al in Juda geïnteresseerd en is dat nog steeds. Vandaar dat Ezra hen helemaal terugneemt naar Adam, vandaar dat Ezra 9 hoofdstukken wijdt aan de meest uitgebreide geslachtsregister in de Bijbel.
De eerste 9 hoofdstukken wijzen op het feit dat Israël, en specifiek Juda een door God gekozen volk is waarmee God een verbond heeft gesloten.
En omdat God een verbond met hen heeft gesloten zal God Zijn werk in en door Juda heen afmaken tot in eeuwigheid. God doet wat Hij belooft.
En op de vraag van hoe zij nu verder moesten, verwees Ezra hen naar de tempel en naar Koning David en zijn dynastie.
Door Juda te wijzen op het belang van de tempel van Salomo en nu ook de herbouwde 2e tempel, geeft Ezra hen de voorschriften voor hoe zij God nu, ná de ballingschap moeten dienen.
Door Juda te wijzen op het belang van Koning David en zijn dynastie geeft Ezra hen een hoopvolle toekomst omdat de door God beloofde Messias vanuit de bloedlijn van Koning David voortgebracht zou worden.
1 Kronieken verdeelt zich in tweeën.
Hoofdstukken 1-9 bevatten de meest uitgebreide geslachtsregister dat met Adam begint en met Koning Saul eindigt. Het behelst een tijdspanne van zo’n 3.000 jaar.
Hoofdstukken 10-29 gaan alleen maar over Koning David. Zijn naam wordt zo’n 180 keer genoemd.
Wat ik erg interessant vind is dat de naam Kronieken in de Septuagint, de Griekse vertaling van het O.T. betekent: ‘wat weggelaten is’.
En dit is in het bijzonder heel mooi en toepasselijk op het tweede deel van 1 Kronieken, wat wij zullen zien.
Deel 1 - De eerste negen hoofdstukken:
Jullie die Casper’s en mijn aanhoudend aandringen om je Bijbel elke dag te lezen in achtnemen, zijn ongetwijfeld moedeloos geworden toen je 1 Kronieken begon te lezen. Want de eerste negen hoofdstukken bevatten bijna alleen maar namen. Hier en daar zit wel een stukje vertelling in, bijv. in hoofdstuk 4 het gebed van Jabez, maar het is voornamelijk een register.
Deze hoofdstukken, alhoewel het geïnspireerd Woord van God, zijn niet makkelijk om te lezen. Het is niet zo dat je ’s ochtends lekker je Bijbel openslaat om je ochtenddevoties te houden en dat je aan de Heere vraagt om door deze hoofdstukken persoonlijk to jou te gaan spreken.
Nee, deze hoofdstukken zijn niet bedoeld voor devotionele doeleinden.
Dit geslachtsregister moet gezien worden als een officieel dossier, een geboorteregister, en het staat in de Bijbel als een naslagwerk. Het diende de teruggekeerde ballingen op drie verschillende manieren:
Het waarborgt de continuïteit met het verleden. Dit was onmisbaar omdat er een breuk was in de geschiedenis van Israël vanwege hun 70-jarige ballingschap in Babylon.
Als het niet was vastgelegd dan zou Israël een groot stuk van hun geschiedenis missen.
Ten tweede erkent het op dat moment Israëls heden, want om als priesters in de nieuwgebouwde tempel te mogen dienen moet men kunnen bewijzen dat zij de juiste stamboom hebben.
Nehemia 7:63-64 – “63Ook de priesters uit het geslacht van Chobaja, Hakkos en Barzillai, 64zochten in het register naar het bewijs van hun priesterlijke afstamming, maar konden die niet vinden en werden uitgesloten van het priesterlijke ambt.” (WV2012)
Hier zien wij dus diverse mannen die uitgesloten werden van het priesterlijk ambt omdat hun namen niet opgeschreven stonden in het geslachtsregister.
Ten derde diende het geslachtsregister de ballingen ook in de zin dat het hun verzekerde dat het Abrahamitisch verbond, het Mozaïsch verbond en uiteindelijk het Davidisch verbond dat wij in 2 Samuël 7 behandeld hadden, nog steeds van kracht zijn, en dat zij daardoor een hoopvolle toekomst hadden. Want vanuit de bloedlijn van Koning David zou de toen toekomstige Messias voortkomen. Wij kennen Hem als Jezus Christus.
Vandaar dat het eerste boek in het N.T., het Evangelie van Mattheüs met een dergelijk geslachtsregister begint. De reden hiervoor is om te bewijzen dat Jezus inderdaad de langverwachte Messias is.
Dus ja, het lezen van de eerste 9 hoofdstukken van 1 Kronieken is best wel lastig en saai, maar het ís zo omdat het niet bedoeld is om devotioneel gelezen te worden, het is een officieel register, een naslagwerk. En wij mogen God dankbaar zijn dat Hij ervoor gezorgd heeft dat het nauwkeurig door Ezra de schrijver en de Schriftgeleerden voor ons vastgelegd is.
Als je wil leren wat de waarde van de Bijbelse geslachtsregisters is, dan kan je naar onze website toegaan en daar de eerste studie van Mattheüs beluisteren. ‘Wat moet ik met al die namen?’
Deel 2 – Hoofdstukken 10-29
Deze hoofdstukken draaien om Koning David en twee dingen springen er bij mij uit: wat weggelaten is, en wat benadrukt wordt.
Het grootste deel van zijn persoonlijke ervaringen zijn weggelaten: Denk bijvoorbeeld aan zijn gevecht met Goliath. Zijn ballingschap door Koning Saul en dat Saul hem wilde vermoorden. Er staat niets in over de grot van Adullam. Er staat niets in over zijn overspel met Bathseba en dat hij haar man Uria had laten vermoorden. Ook niets over zijn strijd met zijn zoon, Absalom.
Wat mij het meest opvalt hierover is dat Ezra niet ingaat op Davids zonde met Bathseba. Ik zou juist denken dat dat een belangrijke les zou moeten zijn voor de teruggekeerde ballingen. Hier kom ik straks op terug.
Wat daarentegen juist benadrukt wordt is het volgende:
David wordt tot koning gekroond, hij vormde een onverslaanbaar leger, en al zijn overwinningen worden genoemd. Maar al deze zaken leggen slechts de basis voor zijn geestelijke ondernemingen.
David brengt bijvoorbeeld de Ark van het Verbond naar Jeruzalem toe. Dit is een geestelijke zaak, want Gods aanwezigheid onder het volk was verbonden aan de Ark. David, die zelf in Jeruzalem woonde wilde dat God nabij was.
Ook zien wij dat er 8 hoofdstukken gewijd zijn aan Davids inspanningen om alle voorbereidingen te treffen voor het bouwen van de eerste tempel die door zijn zoon Salomo gebouwd werd. In het volgend stuk zien wij het hart van David:
1 Kronieken 29:1-4a – “1Verder zei koning David tegen heel de gemeente: God heeft mijn zoon Salomo als enige uitgekozen, nog jong en onervaren. Dit werk daarentegen is groot, want het is geen bouwwerk voor een mens, maar voor God, de HEERE. 2Met heel mijn kracht heb ik voor het huis van mijn God gereedgemaakt: het goud voor de gouden voorwerpen, het zilver voor de zilveren, het koper voor de koperen, het ijzer voor de ijzeren en het hout voor de houten voorwerpen, onyxstenen en andere stenen als opvulling, sierstenen en kleurrijke stenen, allerlei edelstenen en marmeren stenen in overvloed. 3En omdat ik een behagen schep in het huis van mijn God, geef ik daarboven mijn persoonlijke vermogen aan goud en zilver voor het huis van mijn God, boven alles wat ik voor het huis van het heiligdom al gereedgemaakt heb: 4adrieduizend talent goud, van het goud van Ofir, en zevenduizend talent gezuiverd zilver om de muren van de huizen te overtrekken.”
De hartgesteldheid van David was zo dat hij van God en van het huis van God hield, waardoor hij uit vrije wil, heel veel uit zijn privévermogen aan Gods zaak gaf.
Alleen al het goud dat David aan het huis van de Heere schonk bedroeg zo’n 90.000 kilo. Dit heeft een dagwaarde van zo’n 4 miljard 700 miljoen EUR.
Maar David gaf niet alleen heel veel aan de Heere, hij bereidde alles voor op de bouw van de tempel en de tempeldienst. De tempel die hij van God zelf niet mocht bouwen, maar Salomo, zijn zoon.
Hierin zien wij een prachtig voorbeeld van het verloochenen van jezelf en het sterven aan jezelf.
David kreeg in 2 Samuël 7 van God te horen dat alhoewel het zijn hartverlangen was om voor God een tempel te bouwen, het van God niet mocht. God zei gewoon, nee!
Maar in plaats van dat David bij de pakken ging neerzitten, verloochende David zichzelf en zijn eigen verlangens, en hij hielp zijn opvolger om het meest succesvol en grandioos bouwwerk te realiseren; de tempel.
Het is echt indrukwekkend om te lezen hoeveel tijd, energie en middelen Koning David stak in iets dat hij zelf nooit zou zien. En hij deed dit omdat hij meer van God hield dan van zichzelf. Oh, wat kunnen jij en ik hier veel van leren.
Er is één persoonlijk verhaal over David dat benadrukt wordt. In hoofdstuk 21 zet David de leiders van het volk ertoe aan om alle mensen te gaan tellen; een volkstelling.
1 Kronieken 21:1-2 – “1Toen stond de satan op tegen Israël, en hij zette David ertoe aan om Israël te tellen. 2David zei tegen Joab en tegen de leiders van het volk: Ga Israël tellen van Berseba tot Dan toe, en breng mij de uitslag, zodat ik hun aantal weet.”
Joab, Davids legerbevelhebber was hier vel op tegen want hij wist hoe God hier tegenover stond, maar David drukte het door en de volkstelling vond plaats.
Wij zien hier dat de satan David hiertoe bewoog. Dit kwam niet bij God vandaan omdat God niet wilde dat David op dit moment een volkstelling deed. God wilde dat David op Hem vertrouwde en niet op het aantal strijdbare mannen. Elke keer dat David een overwinning behaalde was het omdat God hem de overwinning gaf, dus het aantal strijdbare mannen was niet relevant.
En nu wordt David door de satan verleid om zijn vertrouwen op God te gaan verschuiven naar het vertrouwen op het aantal strijdbare mannen.
God is hier absoluut niet van gediend en gaf aan David de keus om voor zijn zonde uit drie vormen van straf te kiezen. Drie jaar hongersnood, drie maanden weggevaagd worden door hun vijanden, of drie dagen het zwaard van de HEERE d.m.v. de pest in het land.
1 Kronieken 21:13 – “Toen zei David tegen Gad: Het benauwt mij zeer. Laat mij toch in de hand van de HEERE vallen, want Zijn barmhartigheid is zeer groot. Laat mij echter niet in de hand van mensen vallen.”
David koos het beste omdat hij wist dat God een barmhartige God is, wat later ook bleek.
De Heere liet vervolgens de pest uitbreken en het nam zeventigduizend levens.
Ook zond de Heere een engel om verderf aan te richten in Jeruzalem. De Heere zag de schade dat de engel verrichte en uit Gods barmhartigheid beval God de engel te stoppen met het uitstorten van Gods oordeel.
Wat hieraan echt super boeiend is, is dat God de engel het bevel gaf om Zijn oordeel onmiddellijk te eindigen toen de engel bij de dorsvloer van Ornan de Jebusiet stond. Het oordeel van God stopte bij de dorsvloer van Ornan de Jebusiet.
Vervolgens kocht Koning David de dorsvloer van Ornan voor de volle prijs. Hij bouwde op die plek een altaar en bracht brandoffers en dankoffers aan de Heere.
De dorsvloer van Ornan stond op de berg Moria waar Abraham zijn zoon Izak moest offeren. Het was ook de exacte plek waar de tempel gebouwd zou worden, en het was uiteindelijk ook de plek waar Jezus Christus gekruisigd werd.
Koning David, die een typebeeld van Jezus Christus is kocht de dorsvloer voor de volle prijs.
Jezus betaalde ook de volle prijs voor jou en mij toen Hij later, op exact dezelfde plek voor onze zonden aan het kruis de losprijs voor ons betaalde en de doodstraf kreeg.
De offers welke op exact dezelfde plek zou plaatsvinden in de nieuwe tempel verwees ook naar Jezus Christus en Zijn ultiem offer aan het kruis.
Dit zijn geen toevallen. Al deze dingen zijn door God Zelf voor jou en voor mij geregisseerd en God heeft al deze dingen laten vastleggen om Hem beter te kennen.
1 Kronieken laat het merendeel van Davids fouten en zonden achterwege omdat de schrijver Ezra de teruggekeerde ballingen niet wilde wijzen op de zonden van hun voorouders, maar op de goedheid en de genade van God.
De ballingen waren onzeker en zij moesten ervan verzekerd worden dat God nog steeds van hen hield, dat God Zijn verbond met hen niet was vergeten en dat God een hoopvolle toekomst voor hen had met de komst van Jezus Christus, die uit de bloedlijn van Koning David zou komen.
Voor ons geld hetzelfde. Ten eerste, om tot bekering en geloof te kunnen komen moeten wij eerst tot het besef komen dat wij hopeloze zondaren zijn die een Redder en Verlosser nodig hebben die onvoorwaardelijk van ons houdt en die een plan voor ons leven heeft. Deze Redder en Verlosser is Jezus Christus.
Maar als wij eenmaal tot wedergeboorte zijn gekomen dan hoeven wij niet telkens gewezen te worden op alle zonden die wij in het verleden zijn begaan. Wij zijn vergeven!
De positieve waarheid dat in de Bijbel staat moet ons niet alleen bemoedigen en blij maken, het moet ons bewegen, het moet ons aansporen om Jezus Christus steeds meer te willen liefhebben, navolgen, gehoorzamen en dienen.
Wat wij later in Nehemia gaan zien is dat het Woord van God door Ezra voor de mensen geopend wordt en dat de mensen n.a.v. de Bijbellezing een keus moeten maken. Zij moeten òf kiezen vóór God, òf kiezen tegen God. Er was toen en er is nu geen middenweg.
Mattheüs 12:30 – “Wie niet vóór mij is, is tegen mij, en wie mij niet helpt om de schapen bij elkaar te drijven, jaagt ze uiteen.” (GNB)
Je kunt niet een beetje vóór Jezus zijn en toch nog een beetje voor jezelf. Het is binaire, òf het een òf het ander, het is aan of uit.
De ballingen snapte dit en zo hoop ik dat jullie dit ook snappen.
Jezus is voor ons aan het kruis gestorven om onze doodstraf op zich te nemen. De doodstraf voor onze eigen zonden, die wij zelf verdienen.
Vandaag vieren wij het Heilig Avondmaal. Het is zorgvuldig, al masker en handschoen dragend bereid. Wij hebben nu de matzo’s niet in het schaaltje, maar nu zijn er twee bekertjes op elkaar gestapeld. De onderste bevat de matzo en de bovenste het druivensap.
1 Korinthe 11:23-32
Als jij vanmorgen een navolger van Jezus Christus bent, dan ben je van harte welkom om deel te nemen aan het avondmaal.
Als jij vanmorgen een navolger van Jezus Christus wil zijn, beleid dat je een zondaar bent, bekeer je van je oude leven waarin je geen rekening met God hebt gehouden en bekeer je tot een levende relatie met God.
Beleid dat je in het volmaakt offer van Jezus aan het kruis geloofd, dat je gelooft dat Jezus voor jou aan het kruis is gestorven en dat Hij op de derde dag uit de dood is opgestaan.
Als jij dat bent, voel je vrij om deel te nemen.