- Oproep tot eenheid (v1-6)
- Benodigdheden voor eenheid (v7-10)
- Groeien in eenheid (v11-16)
v1-6 Oproep tot eenheid
v1
Paulus begint met “Zo roep ik”. In de grondtekst gebruikt hij een woord dat wijst op een conclusie op basis van het voorgaande. Op basis van Efeze 1-3 gaat hij nu een conclusie trekken, die effect heeft op de kerk. De kerk wordt opgeroepen, letterlijk vermaant hij de kerk, om te doen wat hij daarna gaat zeggen.
Het is belangrijk dat we deze volgorde aanhouden, want wat we geloven bepaalt hoe we handelen. Daarom wil Paulus dat we eerst weten wat en waarom we geloven (Efeze 1-3), voordat hij aan de slag gaat met hoe we horen we te wandelen (Efeze 4-6). Dit is waarom doctrine, wat geloven we, zo belangrijk is. Geen goede wandel zonder de juiste onderbouwing.
Warren Wiersbe: “wat je gelooft bepaalt hoe je je gedraagt.”
- De gevangene van de Heere roept de kerk op tot een “wandel”, oftewel een leven, die hun roeping waardig is. Deze wandel hoort waardig te zijn, gelijke waarde te hebben aan de roeping waarmee we geroepen zijn.
- Paulus maakt het punt dat God alle mensen in de kerk talenten heeft gegeven. Allemaal hebben wij een roeping op ons leven, allemaal horen we ons door God gegeven steentje bij te dragen aan het bouwen aan de eenheid van de kerk.
- Christen, wat doet jouw geloof met jouw daden?
- Niet-gelovige, wat geloof jij? Wat doet dat geloof met jouw daden? God heeft zoveel moois voor je, zoveel rust, vrede, liefde, genade. Leg je zonden af, vraag Hem om vergeving en geloof in Hem.
- Denk je eens in dat elke christen zo zou handelen, hoe anders zou de kerk zijn? Dat elke christen gericht is op de ander, gericht op het dienen van de ander. Dat niemand nadenkt over dat en hoe hij/zij gekwetst is door iemand, maar alleen handelt vanuit nederigheid, zachtmoedigheid, geduld, liefde, beijverend voor eenheid en vrede.
- Hoe handel jij richting je medechristenen? Zijn nederigheid, zachtmoedigheid, geduld, liefde, eenheid en vrede jouw motivatie om dingen te doen? Zijn al jouw daden op deze dingen gebaseerd? Zijn jouw gedachten richting de ander hierop gebaseerd?
- Één in theologie: we horen hetzelfde te geloven, op basis van hetzelfde Woord. Theologie zet ons aan tot handelen, dus moeten we de juiste dingen geloven.
- Één in liefde: we horen elkaar lief te hebben (1 Johannes 4:7). Liefde voor de medechristen, liefde voor de kerk; allemaal omdat Christus van ons houdt. We horen Zijn liefde als drijfveer te hebben, want wij kunnen liefhebben omdat Hij ons eerst heeft liefgehad.
- Één in woorden: we horen woorden van eenheid te spreken met elkaar. We horen elkaar op te bouwen, niet af te breken. Christenen horen gericht te zijn op de opbouw van de medechristen, niet op roddelen, praten over, etc. We horen de ander hoger te achten dan onszelf (Filippenzen 2:3), dus niet de ander met woorden neer te halen.
- Één in daden: we horen elkaar op te bouwen met onze daden (1 Petrus 4:10). We horen elkaar te dienen, bij elkaar langs te gaan, bij elkaar te eten, etc.. We horen elkaar te helpen in tijden van moeilijkheden. We horen elkaar te helpen bij klusjes in huis, met alle dingen waar we elkaar kunnen helpen hoort de kerk vooraan te staan om te helpen. We horen hier allemaal proactief in te zijn onder Gods leiding.
- De kerk hoort één te zijn, de kerk hoort voor elkaar te zorgen. De kerk is jammer genoeg een van de weinige plekken waar men familie aanvalt en opeet. Als christenen een broeder of zuster zien vallen in zonde, gebeurt het dat we die persoon neer drukken, extra op zonde wijzen, etc. We horen Galaten 6:1 toe te passen.
- Paulus roept de kerk op, de kerk die nog geen 50 jaar bestond, om weer terug te gaan naar de door God bedoelde eenheid. De kerk hoort om elkaar heen te staan, voor elkaar te bidden, voor elkaar te zorgen, van elkaar te houden. De kerk hoort niet te denken aan de dingen die de ander fout doet, want dat doet Jezus ook niet. We horen elkaar lief te hebben met dezelfde liefde waarmee Jezus ons lief heeft.
- Christen: Zet de kennis over wat Jezus gedaan heeft jou aan tot handelen? Zet de wetenschap dat Jezus zoveel gedaan heeft jou aan tot daden die overeenkomen met Hem?
- Als jij nog niet gelooft, je kan deel zijn van deze familie. Deze familie die voor elkaar zorgt, van elkaar houdt, etc. Het enige dat in de weg staat is jouw zonde. Jezus is naar de aarde gekomen om de straf voor die zonde te dragen, dus geef je leven aan Hem. Geef je zonde aan Hem, vraag Hem om vergeving en accepteer Zijn aanbod van eeuwig leven.
- Jezus geeft genade. Genade is iets wel krijgen dat je niet verdiend. Deze genade is nodig om eenheid te hebben in de kerk. De kerk ontvangt deze genade in de hoeveelheid die Jezus wil geven aan ons. Wij hebben geen stem in hoeveel dat moet zijn, want Hij ziet het grotere plaatje, wij niet.
- Begrijp dit goed: wij hebben een zonde probleem, wij zondigen Jezus niet. Wij zorgen ervoor dat we niet bij God kunnen zijn, want we zondigen. Het wonder zit in het feit dat vóór wij van God hielden, Hij dit offer al gaf (Romeinen 5:8). Jezus droeg de straf voor de zonden, voordat wij stopten met zondigen. Wij deden Hem nog pijn door tegen Hem te zondigen, toen stierf Hij voor jou en mij. Dat is het wonder, de overwinning waar het hier over gaat. Dat is de basis van deze genade, de basis van de eenheid. We hebben Gods overwinning over de zonde en de dood nodig voor echte, Goddelijke eenheid.
- Christen, hoe dankbaar ben jij voor Gods genade? Hoe vaak sta jij stil bij Gods genade? Hoe vaak vraag je om meer van Zijn genade?
- Niet-gelovige, deze genade is ook voor jou. Jezus is ook voor jouw zonden gestorven, Hij droeg ook jouw zonde, pijn en verdriet. Hij wil dat jij een relatie met Hem hebt, dat jij Zijn kind bent. Accepteer dit offer, geloof dat Jezus de Zoon van God is.
- 4 en geen 5. De bedieningen worden gescheiden door “sommigen” en “anderen”. Deze woorden geven aan waar de scheidslijn zit. Er zijn mensen die de 5-voudige bediening willen herstellen, waarbij herders en leraars uit elkaar worden gehaald. Ik geloof dat een echte herder, iemand die voor de schapen zorgt, ook een leraar zal zijn, want hij zal de schapen willen voeden. Iemand die de schapen voedt, een leraar, zal ook voor de schapen willen zorgen op basis van dat onderwijs.
- Het Grieks linkt deze 2 woorden ook direct aan elkaar, door iets wat de Granville Sharp regel heet. Het verbindingswoord tussen “herder” en “leraar”, gecombineerd met hoe de zin in elkaar zit, zorgt ervoor dat het over 1 en dezelfde persoon gaat.
- Apostelen
- Wij zijn allemaal apostelen, waar we ook zijn, om Gods boodschap te verkondigen. In de kerk kan dat zijn dat je met iemand bid, dat je op bezoek gaat bij iemand, dat je iemand in liefde aanspreekt op een zonde. Al de dingen horen bij het gezonden zijn door God.
- Profeten
- Er kan wel door God een vers aan iemand gegeven worden, om door te geven aan iemand anders. Dat is profetisch, want het is Gods Woord doorgeven. Dat is iets waar God jullie allemaal voor wil en kan gebruiken.
- Ook, in sommige gevallen, zal God iets van de toekomst laten zien, voor een specifiek persoon. Alles moet getoetst worden aan het Woord, alles moet overeen komen met het Woord.
- Doet God dit vaak? Geen idee. Heb ik dit zelf ooit mogen doen? Nee. Kan God dit doen? Zeker weten, want Hij is God.
- Evangelisten
- Heel veel mensen in de kerk worden niet meer geraakt door de boodschap van het Evangelie. Dat is niet hoe dingen horen te zijn, want het Evangelie laat ons zien wat Jezus gedaan heeft, hoeveel Hij van ons houdt. Allemaal dingen die we alleen zien door de bril van het Evangelie. Elke christen heeft het Evangelie elke dag nodig, dus hebben we mensen nodig die dat Woord aan ons vertellen.
- Ook hoort de kerk mensen aan te sporen om stappen in geloof te zetten en mensen over Jezus te vertellen, het klassieke idee van een evangelist. Dit is ook tot opbouw van de kerk, omdat God hierdoor mensen toe wil voegen aan de kerk. Het is dus ook hierin jouw en mijn taak om het evangelie aan de wereld te vertellen, wij horen evangelisten te zijn.
- Herders en leraars
- Deze taak is, net als de anderen, een roeping van de Heere. De Bijbel geeft in 1 Timotheüs 3 en Titus 1 aan wat de eisen aan een herder-leraar zijn.
- De herder-leraar hoort de kerk op te bouwen, toe te rusten, zodat mensen Jezus Christus meer gaan dienen. Niet om de herder-leraar een plezier te doen. Dit dienen van Christus is, volgens Paulus, ook weer gericht “tot opbouw van het lichaam van Christus,”.
- Groei in de eenheid van het in de kerk. Dat kan alleen door Gods leiding, door Zijn werk in en door de kerk.
- Groei in de kennis van de Zoon van God. Alle taken moeten mensen meer op God richten, alles moet Hem groot maken. Dat is zo’n belangrijke toets, wordt God hier groot gemaakt of een mens?
- Groei in het volwassen worden. Het geestelijk leven wordt in de Bijbel vergeleken met de groei van een kind. Je begint als baby en wordt steeds volwassener. De kerk hoort mensen te doen groeien in geestelijke volwassenheid, alle genoemde bedieningen horen daar aan bij te dragen.
- Anders worden we heen en weer geslingerd door alles wat mensen zeggen, zonder dat we vast staan in het Woord van God. Alle taken zijn erop gericht de kerk op te bouwen, te doen groeien in vertrouwen op en afhankelijkheid van God. Dat is waar onze focus hoort te liggen.
- Liefde zonder waarheid is slap en waarheid zonder liefde is hard. Dat is waarom we zowel waarheid als liefde nodig hebben.
- Dit vereist heel veel van ons. Dit vereist een houding van complete onderworpenheid aan God, maar ook van handelen. We moeten bereid zijn om iemand te corrigeren, in liefde, om de ander te helpen in de groei richting Jezus Christus. Dit betekent dat we over onze eigen angst heenstappen, om God gehoorzaam te zijn, maar ook om Zijn liefde richting de ander te tonen.
- Soms hebben we blinde vlekken of dingen waar we in blijven hangen. Dan hebben we een broeder of zuster nodig, die onder Gods leiding ons aanspreekt op dingen. Het Woord is heel duidelijk over het feit dat het onze gezamenlijke verantwoordelijkheid is om broeders en zusters aan te spreken op dingen die niet kloppen. We mogen dat niet voorbij laten gaan, want het gaat om familie. Dit is niet het leukste om te doen, maar het is jouw taak als christen, het is jouw verantwoordelijkheid richting je broeders en zusters.
- Dit zal zo goed zijn voor de eenheid in de kerk als we dit principe Bijbels gaan toepassen. Dit zal zoveel dingen uit de weg helpen die er tussen mensen zijn, dit gaat de kerk zo veel liefdevoller maken als we dit allemaal zouden toepassen. Vraag aan de Heere wat Hij van jou verwacht, sta open om iemand aan te spreken, maar ook om aangesproken te worden.
- Soms hebben we blinde vlekken of dingen waar we in blijven hangen. Dan hebben we een broeder of zuster nodig, die onder Gods leiding ons aanspreekt op dingen. Het Woord is heel duidelijk over het feit dat het onze gezamenlijke verantwoordelijkheid is om broeders en zusters aan te spreken op dingen die niet kloppen. We mogen dat niet voorbij laten gaan, want het gaat om familie. Dit is niet het leukste om te doen, maar het is jouw taak als christen, het is jouw verantwoordelijkheid richting je broeders en zusters.
- De enige manier voor de kerk om te groeien in volwassenheid, is door Jezus Christus. We horen onderworpen te zijn aan Hem, want Hij bouwt op. We horen op Hem gericht te zijn, want Hij houdt ons samen. We horen op Hem gericht te zijn, want Hij leidt. We horen op Hem gericht te zijn, want Hij redt.
- Alles is afhankelijk van Jezus, van Zijn werk, van Zijn genade, van Zijn liefde. Dat is zo’n geruststelling, want dat betekent dat ik het niet zelf hoef te doen. Dat betekent dat ik niet zelf dingen hoef te bedenken. Dit betekent dat ik God het werk kan laten doen, ik hoef alleen beschikbaar te zijn als een stuk gereedschap in Zijn handen. De vraag is of wij beschikbaar zijn.