Romeinen 9:17-18 (15-5-2022) God ontfermt en verhard, wie ontvangt wat?
Afgelopen zondag hebben we samen naar Romeinen 9:14-16 gekeken. We hebben gezien dat God perfect rechtvaardig is, ook als wij dat niet altijd voelen of denken. Hij heeft laten zien dat Hij rechtvaardig is in het uitdelen van Zijn ontferming en Zijn barmhartigheid.
- Vandaag pakken we de studie verder op in Romeinen 9 en zien we: God ontfermt en verhard, wie ontvangt wat?
v17-18 Gods ontferming en verharding
De brief aan de Romeinen gaat over rechtvaardiging; dat is het hoofdthema van de brief. We hebben gezien dat iedereen het Evangelie nodig heeft (H1:16-17), dat ieder mens doemwaardig is (H3:19b). Jood en heiden hebben geloof in Jezus Christus nodig, zoals te zien is in Abraham (H4-5).
- Na het moment van tot geloof komen, begint het proces van rechtvaardiging (H6-8), het proces van meer op Jezus gaan lijken (H8:29). In dit alles zien we, om ons heen, dat meer heidenen getrokken worden dan Joden, dat meer heidenen geloven dan Joden.
God is de vraag aan het beantwoorden: “Is er onrechtvaardigheid bij God?” (v14) Deze vraag is heel belangrijk, want dit hoort bij de context van Romeinen 9. In dit hoofdstuk is God aan het laten zien dat Hij altijd trouw is richting Israël, in elk aspect van Wie Hij is.
- Hij is vanuit het verleden (H9), het heden (H10) en de toekomst (H11) van Israël aan het laten zien dat Hij trouw is. En in Zijn trouw is Hij perfect rechtvaardig. Deze vraag is zeer gerechtvaardigd (v14), want het kan voelen alsof Hij niet rechtvaardig is.
- De kerk in Rome had te maken met veel heidenen die tot geloof kwamen, meer dan de Joden. Er was vervolging door de keizer, op ontzettend gruwelijke manieren. En in dat alles moest de kerk God meer leren vertrouwen.
Het kan dan lastig zijn te blijven zien dat God goed is, dat Hij trouw en genadig is. De kerk moest er blijvend aan herinnerd worden dat God rechtvaardig is en dat Hij op die manier omgaat met ieder mens. Hij kan niet anders dan perfect rechtvaardig handelen.
- Wat ontzettend mooi is, is dat Hij in Zijn rechtvaardigheid niet hard of gevoelloos is. God spreekt over Zijn ontferming en barmhartigheid (v15); dat is hoe Mozes Hem mocht leren kennen. Perfect rechtvaardig, maar juist ook vol ontferming en barmhartigheid. God ontfermt en verhard; Hij doet allebei.
God wil dat de kerk Hem beter leert kennen, in ál Zijn eigenschappen. Niet alleen in de eigenschappen die we ‘leuk’ of ‘makkelijk’ vinden, maar in Zijn hele wezen. In alles Wie Hij is mogen we zien dat Hij God is en dat Hij daarin altijd zal handelen naar Wie Hij is.
- Paulus spreekt over Gods “ontferming” en Gods “barmhartigheid” (v15); hij gaat verder op die ontferming in v17-18. Dit is een belangrijk iets, het is niet voor niks dat v16 zegt dat het ontvangen van deze dingen afhangt “van God Die Zicht ontfermt.”
Dit moeten we goed begrijpen, want Paulus spreekt over Gods rechtvaardigheid, die niet gebaseerd is op ons willen of hardlopen (v16), maar op Gods ontferming. Hij geeft wat Hij wil, aan wie Hij wil; niet op basis van ons eigen kunnen. Hij geeft ons rechtvaardig, naar Zijn wil.
- En dat is waar we bij v17 komen, waar Paulus het voorbeeld van farao aanhaalt. Farao was een herkenbaar voorbeeld voor de kenners van het Oude Testament. Paulus gaat in deze brief uit van veel Oud Testamentische kennis van zijn lezers.
- Je ziet in de hoeveelheid citaten die Paulus aanhaalt uit het Oude Testament, dat hij uit gaat van een bepaald kennisniveau. Dit daagt mij uit om mijn Bijbel zo goed te leren kennen, dat dit soort verwijzingen logischer en duidelijker worden.
Israël zat in Egypte (Genesis 46), door God geleid, om een hongersnood te ontvluchten. Jozef was daar onderkoning en hij was een zegen voor Israël en Egypte. Toen er een nieuwe koning, farao, kwam (Exodus 1), toen veranderde alles. Toen begon er een periode van honderden jaren slavernij.
- De specifieke farao waar over wordt gesproken, is de farao in de tijd van Mozes. Dit is de farao die de Israëlische vroedvrouwen opdroegen om Hebreeuwse, pasgeboren jongetjes in de Nijl te gooien (Exodus 1:22). Dit was een Satanische poging om Israël uit te roeien.
- Deze farao werd door God gebruikt om Israël uit Egypte te krijgen, om Israël op weg te krijgen naar het beloofde land. Deze farao had een verhard hart (Romeinen 9:17), dat gebruikt wordt door God.
De vraag is dan, o.b.v. het feit dat God ontfermt en verhard: hoe kan een rechtvaardig God het hart van de farao verharden? Hoe kan een liefdevol God het hart van de farao verharden? De God Die Zich ontfermt en barmhartigheid betoont naar mensen. Wilde Hij dit dan niet naar de farao? En zo ja, wat nou als Hij dat ook niet naar mij wil?
- Om dit stuk goed te begrijpen, zullen we Exodus erbij moeten pakken. We zullen moeten kijken naar wat er daar gebeurt, vóór we kunnen snappen hoe en waarom Paulus dit aanhaalt. Het is hetzelfde als met v14 en Maleachi 1; door de originele context zullen we dit kunnen snappen.
In Exodus 3 wordt Mozes door God geroepen om (terug) naar Egypte te gaan, om de farao te vragen Israël te laten gaan. De farao weigert en maakt het leven zelfs nog zuurder voor Israël (Exodus 5). Dan beginnen de plagen (Exodus 7), die de farao moeten overhalen.
- Elk van de plagen heeft verschillende doelen: o.a. het omver halen van de Egyptische afgoden; elke plaag pakt een specifieke afgod aan. Daarnaast is het doel om de farao over te halen Israël te laten gaan en om zijn hart te overtuigen van Wie God is.
Vóór de eerste plaag, gingen Mozes en Aäron naar de farao om hem te overtuigen om Israël te laten gaan. Ze deden wonderen die door God geleid waren, maar de magiërs van de farao konden hetzelfde. De reactie van de farao is veelzeggend en heel belangrijk.
Exodus 7:13 “Het hart van de farao verhardde zich echter, zodat hij niet naar hen luisterde, zoals de HEERE gesproken had.”
- Bij de eerste plaag wordt water in bloed veranderd, wat de magiërs van de farao ook konden doen (Exodus 7:22). De reactie van de farao laat zien wat er gebeurt, wat belangrijk is voor onze studie in Romeinen 9 en het begrijpen van Paulus’ gedachtegang.
Exodus 7:23 “En de farao keerde zich om, ging naar zijn huis en nam ook dit niet ter harte.”
Na de 2e plaag:
Exodus 8:15 “Toen nu de farao zag dat er verlichting was gekomen, maakte hij zijn hart onvermurwbaar, zodat hij niet naar hen luisterde, zoals de HEERE gesproken had.”
3e plaag:
Exodus 8:19 “Toen zeiden de magiërs tegen de farao: Dit is de vinger van God! Maar het hart van de farao verhardde zich, zodat hij niet naar hen luisterde, zoals de HEERE gesproken had.”
4e plaag:
Exodus 8:32 “Maar de farao maakte ook deze keer zijn hart onvermurwbaar: hij liet het volk niet gaan.”
5e plaag:
Exodus 9:7 “De farao stuurde er dienaren heen, en zie, van het vee van Israël was zelfs niet één dier gestorven. Maar het hart van de farao bleef onvermurwbaar en hij liet het volk niet gaan.”
7e plaag:
Exodus 9:34 “Toen de farao zag dat de regen, de hagel en de donder opgehouden waren, ging hij door met zondigen en maakte hij zijn hart onvermurwbaar, hij en zijn dienaren.”
Al deze keren verhard de farao zijn eigen hart, geen van deze keren is het, volgens de Bijbel, God Die iets doet met zijn hart. De farao kiest er zelf voor om verhard te zijn richting God, hij kiest ervoor om God af te wijzen, om niet te luisteren naar Gods roepstem. God ontfermt en verhard, als reactie op mens.
Exodus 7:3 “Maar Ík zal het hart van de farao verharden en Mijn tekenen en Mijn wonderen in het land Egypte talrijk maken.”
- God heeft aangekondigd dat Hij ook het hart van de farao ging verharden, dus dat is ook een Bijbelse waarheid. De vraag is alleen wie er eerst het hart van de farao verhardde, was hij dat zelf, of deed God dat?
Als je naar de tekst kijkt, naar elke keer dat dit genoemd wordt, is het de eerste 6x zo dat hij het zelf doet. Daarna 1x God, nog 1x de farao zelf en vervolgens alleen nog God 3x. God kondigde aan dat Hij iets ging doen, maar vóór we Hem dat letterlijk zien doen, doet de farao dit eerst bij zichzelf.
- Dat wijst erop dat het verharden door God een reactie is op wat de farao zelf wil. God verhardt zijn hart, omdat dat is wat de farao zelf wil. Gods verharden van farao is gebaseerd op de vrije wil van de farao. God ontfermt en verhard; jij hebt de keuze.
Ezechiël 18:23 “Zou Ik werkelijk behagen scheppen in de dood van de goddeloze? spreekt de Heere HEERE. Is het niet, wanneer hij zich bekeert van zijn wegen, dat hij zal leven?”
- Het gaf God geen vreugde om de farao als een goddeloze, uiteindelijk, te oordelen. Hij wil dat allen zich bekeren en tot Hem komen. Hij wil dat allen in Hem gaan geloven en hun leven overgeven aan Hem.
Tegelijk is Hij perfect soeverein, wat betekent dat Hij regeert (Psalm 103, 115). Hij gebruikt elke situatie voor Zijn eigen eer, tot Zijn glorie; wat echter niet betekent dat Hij elke situatie ook zo wil zien. De keuze van de mens zorgt ervoor dat mensen dingen doen waar Hij niet blij van wordt.
- Deze vrije keuze van de mens, die de goede of de verkeerde kant op kan uitpakken, is ook waarop de mens beoordeeld wordt. Bijbelgetrouwe broeders en zusters geloven dat God elke actie, van ieder mens, altijd voorbestemd; dat God elke situatie en elke keuze ‘leidt’.
- Dat zou betekenen dat farao door God geleid werd om God af te wijzen, waarna God farao oordeelt voor het feit dat God farao leidde. Dat zou niet te matchen zijn met Paulus’ statement dat er geen onrechtvaardigheid bij God is (v14).
Farao had de vrije wil om te kiezen en hij koos ervoor om zijn hart te verharden. Uiteindelijk zien we in Exodus dat God die keuze bevestigt en dat Hij uiteindelijk farao oordeelt. Omdat Hij dit van te voren wist, heeft Hij farao gebruikt om Zijn kracht te laten zien (v17).
- Farao is een getuigenis voor de hele wereld, zeker aangezien Egypte op dat moment dé wereldmacht was, dat God God is. Daarin zien we dat God Zich ontfermt over wie Hij wil en dat Hij verhardt wie Hij wil (v18). Allemaal in overeenstemming met Wie Hij is.
Paulus wil dit duidelijk maken, omdat hij wil laten zien dat God rechtvaardig is naar ieder mens. Hij zal rechtvaardig omgaan met hen die willen en hardlopen (v16), de mensen die veel goede dingen willen doen om hun redding te krijgen. Mensen met ijver voor God, zonder het juiste inzicht (Romeinen 10).
- Tegelijk is God ook perfect rechtvaardig naar mensen die Hem afwijzen. Hij zal niet anders met hen omgaan dan de mensen die wel willen; Hij zal perfect rechtvaardig met iedereen omgaan, altijd. God ontfermt en verhard; het is dan zo fijn dat we kunnen vertrouwen op God en het feit dat Hij niet verandert.
Als christenen moeten we oppassen voor de situatie van de farao; heb je daar wel eens bij stil gestaan? Ik heb het niet over het verliezen van je redding, maar over het hebben van een verhard hart. Jezus vroeg Zijn discipelen of ze een verhard hart hadden (Markus 8:17).
Hebreeën 3:7-8 “Daarom, zoals de Heilige Geest zegt: Heden, indien u Zijn stem hoort, verhard dan uw hart niet, zoals bij de verbittering, op de dag van de verzoeking in de woestijn.”
- Dit is Gods oproep aan Israël, om niet weg te lopen bij Hem vandaan. Wij kunnen ook een verhard hart hebben, ondanks herhaalde oproepen van God om ons te bekeren. Farao zag geweldige wonderen van God, net als Israël, maar toch verhardde hij zijn hart.
Kies er ajb voor om te luisteren naar Gods wil, naar Gods stem. Dat is het beste dat je kan doen, het beste voor je ziel. God heeft altijd het beste met je voor, ook als het misschien niet altijd leuk voelt. Zijn weg is het beste, ook als de weg pijnlijk is.
Psalm 51:12-13 “Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest. Verwerp mij niet van voor Uw aangezicht en neem Uw Heilige Geest niet van mij weg.”
- David had dit door, hij wist dat hij, vanwege zijn zondige hart, het nodig had dat God hem een nieuw hart gaf. Dat nieuwe hart moest in hem geschapen worden, bārā, uit het niets. Er was niks goeds in David, niks waar God iets mee kon; Hij moest een nieuw hart geven.
- Dat is ook de belofte uit Ezechiel 36:26, dat is wat we zien in 2 Korinthe 5:17; we worden nieuw gemaakt door God. De strijd is dan om naar die nieuwe natuur te leven, i.p.v. naar de oude natuur.
God ontfermt en verhard; volledig in overeenstemming met Wie Hij is. In Zijn ontferming en in Zijn barmhartigheid (v15) wil God ons in staat stellen om Zijn wil te doen (Ezechiël 36:27). Hij wil ons alles geven dat we nodig hebben om te leven naar Zijn standaard. De vraag is alleen of wij Zijn hulp aannemen.
- God zei tegen Israël dat ze heilig moesten leven (Leviticus 11:45), Hij zei zelfs dat Hij hen heilig zou maken (Leviticus 20:8). Ze moesten alleen wel kiezen om ook voor Hem te leven (Jozua 24). Die keuze was aan een ieder persoonlijk, met alle gevolgen van dien.
- Die ontferming, die barmhartigheid is er voor jou; als je gelooft in Jezus. Dat is de grootste zegen die er is, dat is genade. Het is totaal niet gebaseerd op eigen kunnen of eigen werken; het hangt af “van God Die Zich ontfermt.” (v16)
Voor degenen die Hem bewust afwijzen, zoals de farao, wacht Gods verharding (v18). Het idee in het Grieks is iemand hard maken, iemand koppig of eigenwijs maken. Dat was wat we al zagen van farao, dat was wat God bevestigde in zijn hart.
- God wil een relatie met mensen; niet gedwongen, maar vrijwillig. Mocht iemand ervoor kiezen om God te blijven afwijzen, dan kan God die persoon verharden. Dat is een trieste situatie, want dat zegt veel over het hart van die persoon.
- Tegelijk is God volledig rechtvaardig daarin, Hij zal daarin perfect handelen. Niemand zal God de schuld kunnen geven van hun eeuwigheid, want iedereen heeft er zelf voor gekozen. Iedereen draagt de gevolgen van zijn/haar eigen keuze. God ontfermt en verhard, volledig rechtvaardig.
- Als God farao vanaf het begin verhard zou hebben, zou het heel onrechtvaardig geweest zijn om hem te veroordelen. Gods oordeel zou dan over iemand zijn die (letterlijk) geen keuze had; is dat rechtvaardig?
- Tegelijk is God volledig rechtvaardig daarin, Hij zal daarin perfect handelen. Niemand zal God de schuld kunnen geven van hun eeuwigheid, want iedereen heeft er zelf voor gekozen. Iedereen draagt de gevolgen van zijn/haar eigen keuze. God ontfermt en verhard, volledig rechtvaardig.
Hoe zit het met jouw hart, is jouw hart verhard? Zonde in jouw hart zal jouw hart verharden; tot je Bijbels omgaat met die zonde, zal zonde je hart verharden. Koning David had gezondigd met Bathseba, toen de profeet kwam om hem daarmee te confronteren, reageerde David in eerste instantie verhard.
2 Samuel 12:5-6 “Toen ontstak David in grote woede tegen die man, en hij zei tegen Nathan: Zo waar de HEERE leeft, voorzeker, de man die dat gedaan heeft, is een kind des doods! En dat ooilam moet hij viervoudig vergoeden, omdat hij dit gedaan heeft en geen medelijden had.”
- Davids hart was hier zeer verhard, hij wenste iemand dood o.b.v. een verhaal van de profeet Nathan. Hij zag niet in dat hij hetzelfde had gedaan door Uria te (laten) vermoorden en zijn vrouw voor zichzelf te nemen.
- Onbekeerde zonde had hem hard gemaakt, maakte hem boos. En in die verharding reageerde hij goddeloos. Laat God jouw hart onderzoeken, laat God toe in je hart om te kijken wat de staat van jouw hart is.
Je bent een nieuwe schepping, leef naar dat feit. Leef naar Wie Hij is en hoe Hij jou gemaakt heeft. Dat is waarvoor je gemaakt bent, dat is waarvoor Jezus gestorven is. Laat je hart niet hard worden, kies er niet voor om je hart te verharden voor Zijn stem. Luister naar Zijn stem.
Gods ontferming is geweldig, want dat heb je nodig. Gods ontferming is er in elke situatie, altijd. Hij zal altijd voor je zorgen en Zich over je ontfermen; ook als je het niet voelt of ziet. God is genadig, barmhartig en liefdevol; Hij is de hemelse Vader voor allen die in Hem geloven.
- Het Grieks in Romeinen 9:16 en 18 is eleeō, wat afstamt van het Grieks voor barmhartigheid. Hiermee laat God zien dat Hij compassie, barmhartigheid, toont naar mensen. En dat doet Hij in Zijn perfecte trouw en rechtvaardigheid.
Jesaja 49:14-15 “Sion zegt echter: De HEERE heeft mij verlaten, de Heere heeft mij vergeten. Kan een vrouw haar zuigeling vergeten, zich niet ontfermen over het kind van haar schoot? Zelfs al zouden die het vergeten, Ík zal u niet vergeten.”
- Zelfs als jij denkt dat God je verlaten heeft, dan heeft Hij dat niet. Zelfs als alles tegen lijkt te spreken dat God Zich ontfermt over jou, dan doet Hij dat niet; Hij is en blijft trouw. Zijn ontferming is het beste dat je kan overkomen.
Tegelijk is het zo dat de mensen die God afwijzen, die Hem niet aannemen, die Hem afwijzen zoals we de farao zagen doen, verhard zullen worden. God zal hun vrije wil niet overtreden, want als Hij dat wel zou doen, dan is het niet meer “laat hij die wil” (Openbaring 22:17). God ontfermt en verhard; de keuze is aan jouw wat je ontvangt.
- God verhardt hen die Hem afwijzen, Hij oordeelt rechtvaardig over de keuze van de mens om op Hem te reageren. Dat is Wie Hij is en dat is hoe Hij handelt naar ieder mens, dus ook naar Israël, ook naar ons, in elke situatie.
Christen, dit is Wie God is. Wij horen meer te worden zoals Hij, zonder dat wij gaan denken dat we moeten oordelen; dat is alleen aan Hem. Wij horen meer op Jezus te gaan lijken, Die God is, in elk aspect van ons leven.
Kolossenzen 3:12 “Kleedt u zich dan, als uitverkorenen van God, heiligen en geliefden, met innige gevoelens van ontferming, vriendelijkheid, nederigheid, zachtmoedigheid, geduld.”
- Dit hoort onze houding te zijn, dit is het werk van de Heilige Geest in ons. Dezelfde ontferming die we van God ontvangen horen we te hebben en uit te delen. We horen Zijn ontferming te leven naar de mensen om ons heen, in alles, altijd.
- Ook naar mensen die ons afwijzen, ook naar mensen die God belachelijk maken. Juist ook richting hen die ons vervolgen. Zoals God Zich ontfermt, zo horen wij te doen. Ten eerste richting de kerk (Galaten 6:10), maar ook aan de wereld (Mattheüs 28:19).
Alleen de Heilige Geest kan jou laten leven naar de nieuwe schepping die je bent, naar het nieuwe hart dat je hebt gekregen. Vraag Hem om jou hierin te leiden, want alleen Hij kan een mens veranderen. Leg je leven in Zijn hand, en vraag Hem jou naar Zijn voorbeeld van ontferming te laten leven.
Deze ontferming is er voor ieder mens, God houdt van de wereld (Johannes 3:16). Gods barmhartigheid is er voor jou, elke dag weer (Klaagliederen 3:22-23). Kies er vandaag voor om anders te reageren dan farao; kies om God te geloven. Geloof in Jezus als Zoon van God en je bent gered.
Christen, God ontfermt en verhard; kies ervoor om je hart niet verhard te laten zijn. Kies om jezelf over te geven aan God, kies ervoor om te leven naar de nieuwe schepping die je bent.
- God regeert, geef jij jezelf over aan Hem?
- Wat is de staat van jouw hart, is je hart verhard richting God of niet?
- Je bent een nieuwe schepping, leef je naar die natuur of naar de oude natuur?
1 Thessalonicenzen 5:23-24 “En moge de God van de vrede Zelf u geheel en al heiligen, en mogen uw geheel oprechte geest, de ziel en het lichaam onberispelijk bewaard worden bij de komst van onze Heere Jezus Christus. Hij Die u roept, is getrouw: Hij zal het ook doen.”