De kenmerken van een echte relatie met God
1 Johannes 1:1-10
Wanneer wij die al een poosje meedraaien in het christendom het over ons geloof hebben, dan beweren wij dat het bij ons gaat om een persoonlijke relatie met God in tegenstelling tot religie. Door religie tracht de mens een boze god te bedaren door het goede te doen, met de hoop dat deze god blij met hen zal zijn, waardoor zij misschien redding zullen krijgen en in de hemel zullen komen. Het probleem met religie is dat het de mens totaal geen zekerheid van redding kan bieden omdat het afhankelijk is van de inspanning van de mens. In het Bijbels christendom gaat dat anders:
Door met heel mijn hart te geloven in het werk van Jezus aan het kruis, vertrouw ik niet op mijn eigen goede werken of inspanningen om God te bedaren, maar ik vertrouw op het volmaakt offer van Jezus Christus die mijn straf op Zich heeft genomen.
Romeinen 6:23 – “Het loon van de zonde is de dood, maar de genadegave van God is eeuwig leven, door Jezus Christus, onze Heere.”
Als zondaar verdien ik de doodstraf. Maar Jezus is in mijn plaats gestorven waardoor ik zelf niet de doodstraf hoef te ondergaan.
Doordat Jezus in mijn plaats is gestorven heeft Hij aan Gods juridische eis voldaan.
Door in Jezus’ werk aan het kruis te geloven en door Hem na te volgen hoef ik niets te doen om Gods redding te verdienen. Jezus heeft mij Gods redding uit genade geschonken.
Ik heb er niets aan gedaan of kunnen doen om het te verdienen, het is puur uit Gods genade, puur uit Zijn initiatief!
En door Jezus’ offer aan het kruis te aanvaarden zijn al mijn zonden vergeven. God ziet mij nu alsof ik nooit gezondigd hebt waardoor ik nu verzoend bent met God, waardoor ik nu gemeenschap, oftewel een persoonlijke relatie met God kan hebben en heb.
Het Schriftgedeelte dat wij gaan behandelen gaat over deze gemeenschap met God en hoe dat er vanuit onze kant uitziet. De kenmerken van deze gemeenschap waar wij naar gaan kijken zijn niet volledig, maar het zal ons in ieder geval een goed beeld geven van hoe een echte relatie met God er uit ziet.
Lees 1 Johannes 1:1-10
1 Johannes 1:1-2 – “1Wat er was vanaf het begin, wat wij gehoord hebben, wat wij gezien hebben met onze ogen, wat wij aanschouwd hebben en onze handen getast hebben van het Woord des levens 2– want het leven is geopenbaard en wij hebben het gezien, en wij getuigen en verkondigen u het eeuwige leven, dat bij de Vader was en aan ons is geopenbaard.”
Johannes start deze brief, zoals hij ook zijn Evangelie start, met de verklaring dat Jezus de eeuwige God is.
Johannes 1:1 – “In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.”
Dit is een van de meest duidelijke verklaringen in de Bijbel dat Jezus de eeuwige God is.
Hier in 1 Johannes schrijft hij precies hetzelfde:
Wat er was vanaf het begin spreekt van de pre-existentie van Jezus Christus, oftewel dat Jezus reeds als God bestond voordat Hij als mens naar de aarde toe kwam.
Johannes gaat door en noemt Jezus het eeuwige leven, dat bij de Vader was. Jezus was dus bij God de Vader in de hemel voordat Jezus mens werd.
Om de valse leer van de Gnostici te ontkrachten maakt Johannes ons duidelijk dat Jezus wel degelijk voor 100% God is.
Wat Johannes ons ook duidelijk wil maken is dat deze eeuwig bestaande God ook voor 100% mens is geworden in de persoon Jezus Christus.
“1Wat er was vanaf het begin, wat wij gehoord hebben, wat wij gezien hebben met onze ogen, wat wij aanschouwd hebben en onze handen getast hebben van het Woord des levens 2– want het leven is geopenbaard en wij hebben het gezien, en wij getuigen en verkondigen u het eeuwige leven, dat bij de Vader was en aan ons is geopenbaard.”
Johannes was op het moment van schrijven de laatste levende apostel. Alle andere apostelen waren omwille van het Evangelie van Jezus Christus reeds geëxecuteerd.
Als de laatste apostolische ooggetuige verklaart hij dat hij en de andere apostelen Jezus met eigen oren hebben gehoord, met eigen handen hebben aangeraakt, met eigen ogen met bewondering en verwondering aandachtig hebben beschouwd. Dit geld voor zowel vóór alsook ná de kruisiging en opstanding uit de dood.
Lukas 24:39 – “Zie Mijn handen en Mijn voeten, want Ik ben het Zelf. Raak Mij aan en zie, want een geest heeft geen vlees en beenderen, zoals u ziet dat Ik heb.”
Jezus zelf maakte Zijn discipelen duidelijk dat Hij zelfs ná Zijn opstanding uit de dood geen geest of spook was, maar dat Hij een opstandingslichaam van vlees en beenderen had.
Als ik me probeer te verplaatsen in Johannes, dan zou ik me kunnen voorstellen dat Johannes, als oude man van rond de 80 jaar deze woorden schreef met nog zo veel passie en ontroering.
Ik kan me voorstellen dat wanneer hij terugdacht aan die bijzondere momenten met Jezus, dat hij misschien wel met tranen in zijn ogen schreef: “wat wij gehoord hebben, wat wij gezien hebben met onze ogen, wat wij aanschouwd hebben en onze handen getast hebben van het Woord des levens 2– want het leven is geopenbaard en wij hebben het gezien, en wij getuigen en verkondigen u het eeuwige leven, dat bij de Vader was en aan ons is geopenbaard.”
1 Johannes 1:3 – “3wat wij gezien en gehoord hebben, verkondigen wij u, opdat ook u gemeenschap met ons hebt; en deze gemeenschap van ons is er ook met de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus.”
Johannes maakt deze boodschap bekend aan niet oor- en ooggetuigen; aan een nieuwe generatie zodat ook wij door ons geloof in Jezus Christus met God gemeenschap zullen hebben. Na Zijn opstanding uit de dood sprak Jezus hierover:
Johannes 20:29 – “Jezus zei tegen hem: Omdat u Mij gezien hebt, Thomas, hebt u geloofd; zalig zijn zij die niet gezien zullen hebben en toch zullen geloven.”
Jezus zegt hier nadrukkelijk tegen de ongelovige Thomas dat ik zalig zal zijn omdat ik in Jezus Christus geloof ondanks dat ik Hem zelf nooit in levenden lijve gezien heb.
Johannes maakt zijn boodschap dus aan ons bekend en het gaat Johannes om de gemeenschap, de persoonlijke relatie dat mogelijk is tussen de mens en God.
Maar, deze gemeenschap is in Gods koninkrijk niet beperkt tot alleen een relatie tussen God en mij. Doordat jij een relatie met God hebt, hebben wij dus ook gemeenschap met elkaar.
Per definitie is het zo dat twee of meer personen gemeenschap met elkaar hebben wanneer zij iets gemeen hebben.
In het geval van wedergeboren christenen, hebben wij God de Vader gemeen, hebben wij Jezus Christus gemeen, hebben wij de Heilige Geest gemeen, hebben wij het Evangelie gemeen, hebben wij Gods Woord, de Bijbel gemeen.
Het kan dus nooit zo zijn dat twee geest vervulde wedergeboren christenen niet blijvend samen door een deur kunnen.
Want als er onenigheid of conflict is, dan geeft God ons de remedie daarvoor; Mattheüs 5 en Mattheüs 18.
Wanneer wij gemeenschap met God en met elkaar hebben dan zullen ook wij de boodschap met mensen gaan delen opdat ook zij gemeenschap met ons zullen hebben, wij die gemeenschap met God de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus hebben.
Wanneer wij in de voetstappen van Johannes wandelen, die in de voetstappen van Jezus heeft gewandeld, dan zal dat radicale gevolgen hebben voor ons leven. Kijk naar wat Johannes in vers 4 schrijft:
1 Johannes 1:4 – “4En deze dingen schrijven wij u, opdat uw blijdschap volkomen wordt.”
De blijdschap waar Johannes het over heeft is iets waar Jezus Zelf over vertelde.
Johannes 15:11 – “Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u zal blijven en uw blijdschap volkomen zal worden.
Het gaat hier niet om de blijdschap dat afhankelijk is van de omstandigheden.
Bijvoorbeeld, ik was hartstikke blij toen ik onze nieuwe tweedehandse auto in Arnhem had opgehaald, maar ik was een stuk minder blij toen het onderweg in de Schiphol tunnel ineens een hoop kabaal maakte en ik het de volgende dag naar de garage moest brengen.
Ik was blij en toen was ik niet blij!
De blijdschap, oftewel de vreugde waar Jezus en Johannes het over hebben is geheel onafhankelijk van de omstandigheden.
Het is een geestelijke toestand, het is de vrucht van de Heilige Geest in mij en het is geheel onafhankelijk van de omstandigheden.
Hier hebben wij het uitgebreid over gehad in de tweede studie toen wij de vier hoofdredenen voor het schrijven van deze brief hebben behandeld.
1 Johannes 1:5 – “5En dit is de boodschap die wij van Hem gehoord hebben en aan u verkondigen, dat God licht is en dat in Hem in het geheel geen duisternis is.”
De Bijbel leert ons dat God licht is:
Jesaja 60:19 – “De zon zal voor u niet meer zijn tot een licht overdag en als een schijnsel zal u de maan niet verlichten, maar de HEERE zal voor u zijn tot een eeuwig licht.”
Openbaring 22:5 – “En daar zal geen nacht zijn, en zij hebben geen lamp en ook geen zonlicht nodig, want de Heere God verlicht hen.”
God is niet een licht of er is niet alleen licht in God, maar God is licht en in Hem is er geen enkel spoortje van duisternis.
Licht spreekt o.a. van Gods heiligheid, Zijn zuiverheid, zijn complete goedheid en rechtvaardigheid. Er is niets in God dat slecht is.
1 Johannes 1:6 – “6Als wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben en wij toch in de duisternis wandelen, liegen wij en doen de waarheid niet.”
Dit is een van de zeven beweringen van de kerkganger dat wij in de derde studie van de brief hebben behandeld, dus ga ik er nu niet verder op in.
1 Johannes 1:7 – “7Maar als wij in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkaar, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.”
Johannes en de discipelen hadden onvervalste gemeenschap met God en hun leven getuigde daarvan. Men kon aan alles zien dat zij werkelijk gemeenschap met de God van de Bijbel hadden.
Als bewijs van deze gemeenschap zei Jezus in Mattheüs 5:14 tegen Johannes en de discipelen dat zij het licht van de wereld waren, zoals Jezus Zelf het licht van de wereld is.
Zij wandelden dus niet alleen in het licht, maar door hun innige gemeenschap met God, die licht is, waren zij zelf ook het licht geworden.
Gemeenschap komt van het Grieks woord, koinonia. Dit is niet met één Nederlands woord te beschrijven. Het betekent gemeenschap hebben aan, het betekent partnerschap, het betekent deelhebben aan.
De gemeenschap, de koinonia die God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest met elkaar hebben betekent o.a. heel simplistisch gezegd, wat van jou is, is van mij en wat van mij is, is van jou.
Het is dus het geheel geven van jezelf aan de ander, die zich tegelijkertijd ook geheel aan jou geeft. Dit is de gemeenschap dat de discipelen met Jezus hebben en dit is hoe het voor de echte wedergeboren christen eruit hoort te zien.
Wanneer ik in het licht wandel, wanneer ik innige gemeenschap met God heb, dan reinigt het bloed van Jezus mij van alle zonde.
“Wanneer de gelovigen blijven wandelen in het licht, bewegen zij zich in de Goddelijke werkelijkheid. Dat licht openbaart en in dat licht wordt iemand zich bewust van zijn duistere zijde, zijn zonde. Men kan zich afkeren, maar ook besluiten in het licht te blijven. Blijft de gelovige bij het laatste, dan ontdekt hij dat zijn zonde verdwijnt. Het bloed van Jezus reinigt en zuivert hem daarvan. Bloed is een symbolische aanduiding van Jezus’ heilbrengende offerdood aan het kruis.” (CvB)
Dus, hoe meer ik in het licht wandel, hoe dichterbij ik bij God blijf, hoe meer mijn zondig natuur en mijn zonden mij bekend gaan worden waardoor ik me van die zonden bekeer en God om vergeving vraag.
Dit is hoe het heiligingsproces in mijn leven tewerk gaat waardoor ik steeds meer veranderd word naar het evenbeeld van Christus.
1 Johannes 1:8-10 – “8Als wij zeggen dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en is de waarheid niet in ons. 9Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid. 10Als wij zeggen dat wij niet gezondigd hebben, maken wij Hem tot leugenaar en is Zijn woord niet in ons.”
Vers 8 en 10 zijn ook beweringen van de kerkganger, dus ga ik ook hier niet verder op in. Wat ik wel wil aanhalen is vers 9: “9Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.”
De valse leraren beweerden niet te zondigen, dus hadden zij de reiniging en vergeving door Jezus’ offer aan het kruis niet nodig, dus ondermijnde zij het ware Evangelie van Jezus Christus. Maar de Bijbel leert ons dat wij juist Gods vergeving en reiniging nodig hebben.
Romeinen 3:10 – “Er is niemand rechtvaardig, ook niet één.”
Romeinen 3:23 – “Allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God.”
Romeinen 6:23 – “Het loon van de zonde is de dood, maar de genadegave van God is eeuwig leven, door Jezus Christus, onze Heere.”
Behalve Jezus Christus is ieder mens een zondaar. Wij hebben een zondig natuur geërfd van Adam en vanuit die natuur zondigen wij elke dag opnieuw.
Ik ben net zo’n zondaar als wie dan ook. Het enige verschil tussen mij en een goddeloze is dat ik vergeven en gereinigd ben door mijn geloof in het offer van Jezus aan het kruis en die goddeloze niet.
Als je gemeenschap met God wil krijgen, als iemand een persoonlijke relatie met God aan wil gaan, dan is de eerste stap in die richting het bekennen dat je een zondaar bent, dat je tegen God gezondigd hebt.
Jullie die kinderen hebben weten dondersgoed dat jullie en je kinderen van nature zondaars zijn. Want wie van jullie heeft jullie kind of kinderen hoeven leren liegen, of egoïstisch te zijn, of te klieren of het bloed onder je nagels vandaan te halen? Dat zit nou eenmaal in de mens, vanaf de geboorte al.
Dus, op het moment dat je tegen God zegt, oh, God ik ben een zondaar, ik heb tegen u gezondigd. Vergeef mij alstublieft voor alle foute en duistere dingen die ik gedaan hebt. Vergeef mij alstublieft voor. . .
Noem die dingen stuk voor stuk op en bekeer je ervan.
Op het moment dat je dit doet, vergeeft God je en reinigt God je van alle zonde, van alle ongerechtigheid, van alle troep in je leven.
Er staat hier in vers 9 dat God getrouw en rechtvaardig is om het te doen. Dit betekent dat God het ook echt zal doen. Er is niets dat jij gedaan hebt dat God niet vergeven zal, waarvan God jou niet zal reinigen.
Dit is het Evangelie, dit is de boodschap dat Johannes ons geeft in zijn Evangelie en in zijn brieven.
Gemeenschap, een innig persoonlijke relatie met de God van de Bijbel, de Schepper van hemel en aarde is voor jou mogelijk.
Een nieuw, rein, rechtvaardig, God erend leven vol vreugde is voor jou mogelijk.
Zoals Johannes hier schrijft: “9Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.”
Dit is de eerste stap. Zodra je deze eerste stap gezet hebt, begint jouw gemeenschap met God en begint jouw leven opnieuw.
Vanaf dat moment ben je een nieuwe schepping, volkomen vergeven, volkomen gereinigd, volkomen verzoend met God, met de mogelijkheid om vol vreugde te zijn, om minder te gaan zondigen, om niet misleid te worden door valse leer, om de zekerheid te hebben van jouw redding en van het eeuwig leven.