Hét teken van de wederkomst
Mattheüs 24:29-51
Na een onderbreking van vier maanden hervatten wij vanmorgen onze studie in het Evangelie van Mattheüs! Wij zijn vier maanden geleden gebleven bij de Rede op de Olijfberg (in het Engels genoemd: ‘The Olivet Discourse’). Nu hebben wij geen tijd om onze geheugens helemaal op te gaan frissen door terug te blikken op de vorige studies, vandaar dat ik jullie van de week aangespoord had om het zelf te gaan lezen of te beluisteren. Maar wat ik vanmorgen wel moet doen is een stukje context creëren. . . Aan het begin van Mattheüs 24 zien wij dat de discipelen een specifieke vraag aan Jezus stellen.
Mattheüs 24:3 – “Toen Hij op de Olijfberg zat, gingen de discipelen naar Hem toe toen zij alleen waren, en zeiden: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen gebeuren? En wat is het teken van Uw komst en van de voleinding van de wereld?”
Het antwoord op deze vraag geeft Jezus ons in Mattheüs 24 en 25.
Tot en met Mattheüs 24:28 leert Jezus ons over de Grote Verdrukking; zowel de eerste helft alsook de tweede helft van de Grote Verdrukking.
En alhoewel Jezus dit aan zijn twaalf discipelen uitlegt, spreekt Jezus eigenlijk tegen de Joden die zich in de grote verdrukking zullen bevinden.
We hebben vier zondagen besteed aan de eerste 28 verzen, dus mocht je je geheugen goed willen opfrissen, dan raad ik je aan om die vier preken te gaan beluisteren.
Vanmorgen pakken wij het op in vers 29 en wat belangrijk is te onthouden in hoofdstuk 24 en 25 is de vraag van de discipelen: ‘wat is het teken van Uw komst en van de voleinding van de wereld?’, want het is naar aanleiding van deze vraag dat Jezus ons de inhoud van hoofdstuk 24 en 25 geeft.
Jezus heeft het in hoofdstuk 24 over een aantal tekenen waarmee men rekening moet houden; déze tekenen hebben wij in de eerste 28 verzen reeds behandeld.
Ik geloof dat wat Jezus ons in vers 30 leert, hét teken zal zijn waar de discipelen naar vragen: ‘wat is het teken van Uw komst en van de voleinding van de wereld?’, dus laten wij onze Bijbels nu openslaan op Mattheüs 24:29.
Mattheüs 24:29-51
Vers 29 – “29En meteen na de verdrukking van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal zijn schijnsel niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden.”
Door de eeuwen heen heeft de wereld met verdrukking te maken gehad, nu nog steeds. Maar Jezus heeft het hier niet over deze dingen. Jezus heeft het hier specifiek over de verdrukking van die dagen: de Grote Verdrukking, waar Hij het over had in vers 4-28.
In die periode zal er in het heelal van alles misgaan. Sterren zullen uit de hemel neervallen. De kracht waarmee God alle sterren op hun plaats houdt zal loslaten. Openbaring 6 omschrijft deze gebeurtenis in meer details:
Openbaring 6:12-17 – “12En ik zag toen het Lam het zesde zegel geopend had, en zie, er kwam een grote aardbeving, en de zon werd zwart als een haren zak, en de maan werd als bloed, 13en de sterren van de hemel vielen op de aarde, zoals een vijgenboom zijn onrijpe vijgen afwerpt als hij door een harde wind wordt geschud. 14En de hemel week terug als een boekrol die wordt opgerold. En alle bergen en alle eilanden werden van hun plaats gerukt. 15En de koningen van de aarde, de groten, de rijken, de oversten over duizend, de machtigen en alle slaven en vrije mensen verborgen zich in de grotten en tussen de rotsen in de bergen. 16En zij zeiden tegen de bergen en de rotsen: Val op ons en verberg ons voor het aangezicht van Hem Die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam. 17Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven?”
Wat de wereld en het heelal staat te wachten is voor de mens niet te bevatten!
Vers 30 – “30En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid.”
De mensen die op dat moment nog leven zien met eigen ogen hét teken van de wederkomst van Jezus Christus, hét teken waar de discipelen naar vroegen.
Hij zal vanuit de hemel komen met grote kracht en heerlijkheid. Dit werd o.a. tijdens Jezus’ hemelvaart voorspeld.
Handelingen 1:9-11 – “9En nadat Hij dit gezegd had, werd Hij opgenomen terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen. 10En toen zij, terwijl Hij van hen wegging, hun ogen naar de hemel gericht hielden, zie, twee mannen stonden bij hen in witte kleding, 11die ook zeiden: Galilese mannen, waarom staat u omhoog te kijken naar de hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan.”
Deze engelen spraken hier over de wederkomst van Jezus!
Vers 31 – “31En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het ene uiterste van de hemelen tot het andere uiterste ervan.”
M.b.t. de uitverkorenen die Jezus in de eerste 28 verzen noemt, gaat het om de Joden, maar hier gaat het over alle christenen, wereldwijd, die Jezus Christus toebehoren.
Jezus verzekerd degenen die op dat moment nog leven, dat wanneer Hij terugkomt om de mensheid te oordelen, Hij ervoor zal zorgen dat al Zijn trouwe volgelingen (Zijn uitverkorenen) door de engelen bijeengebracht en gered zullen worden. Geen enkele trouwe volgeling van Jezus zal overgeslagen worden, zowel Jood als niet-Jood!
Vers 32-33 – “32Leer van de vijgenboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak al zacht wordt en de bladeren uitspruiten, dan weet u dat de zomer nabij is. 33Zo ook u, wanneer u al deze dingen zult zien, weet dan dat het nabij is, voor de deur.”
De discipelen waren bekend met de vijgenboom. Zij wisten dat wanneer de nieuwe blaadjes in het voorjaar ontsproten, de zomer al nabij was.
Jezus gebruikt dus het voorbeeld van de vijgenboom om aan te geven dat wanneer men al de tekenen in Mattheüs 24 ziet gebeuren, de wederkomst van Christus nabij is.
Vers 34 – “34Voorwaar, Ik zeg u: Dit geslacht zal zeker niet voorbijgaan, totdat al deze dingen gebeurd zijn.”
Alhoewel Jezus dit aan Zijn twaalf discipelen uitlegt, spreekt Jezus tot het geslacht, oftewel tot de generatie van mensen die levend zijn tijdens en na de Grote Verdrukking.
Sommige commentatoren denken dat Jezus, met dit geslacht het Joods volk bedoelt. Dit is zeker een mooie gedachte, want dit zou aangeven dat God het Joods volk tot aan het einde van de wereld toe, in stand zal houden.
Vers 35 – “35De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan.”
Het heelal en de aarde zoals wij die nu kennen zullen op een gegeven moment niet meer bestaan.
Dit is voor ons niet voor te stellen, maar toch leert de Bijbel ons dit.
De Bijbel leert ons ook dat het Woord van God voor altijd blijft bestaan:
Jesaja 40:8 – “Het gras verdort, de bloem valt af, maar het Woord van onze God bestaat voor eeuwig.”
Denk even na over hoe belangrijk God Zijn Woord acht. Alles dat wij nu in dit leven hebben en kennen, alles dat in het heelal bestaat zal op een gegeven moment niet meer bestaan, behalve het Woord van God.
Het Woord van God is het enige dat wij uit dit leven met ons mee zullen nemen naar de eeuwigheid!
Vers 36 – “36Maar die dag en dat uur is aan niemand bekend, ook aan de engelen in de hemel niet, maar alleen aan Mijn Vader.”
Ik geloof dat de context van hoofdstuk 24 ons leert dat Jezus het hier nog steeds over Zijn wederkomst heeft en dat niemand de specifieke dag, het uur of het exacte moment van Zijn wederkomst zal weten.
Daniël 9 leert ons dat halverwege de Grote Verdrukking, de gruwel van de verwoesting plaats zal vinden in de tempel in Jeruzalem.
Op dit moment zal de Antichrist het slachtoffer en het graanoffer aan God doen ophouden.
De Grote Verdrukking, ook gekend als de 70e week van Daniël is een periode van zeven jaren, jaren die bestaan uit 360 dagen per jaar.
De eerste helft van de Grote Verdrukking bedraagt dus 1.260 dagen.
Dus, zodra de gruwel van de verwoesting plaats gaat vinden zou je vanaf dat moment 1.260 dagen kunnen aftellen waarna de wederkomst van Jezus plaats zal vinden.
Maar, omdat God niet wil dat de mens weet wanneer Jezus terug gaat komen sprak God aan het einde van de profetie nog deze woorden tot Daniël:
Daniël 12:11-12 – “11Van de tijd af dat het steeds terugkerende offer weggenomen zal worden en de verwoestende gruwel opgesteld zal zijn, zijn het duizend tweehonderdnegentig dagen. 12Welzalig is hij die blijft verwachten en duizend driehonderdvijfendertig dagen bereikt.”
Hier spreekt God tot Daniël over de wederkomst van Jezus. Maar om de dag en het moment nog minder voorspelbaar te maken voegt God 30 dagen toe aan de 1.260 dagen en dan nog eens 45 dagen aan de 1.290 dagen.
Geen enkele Bijbel geleerde weet precies wat deze dagen te betekenen hebben.
Dus, niet alleen is het moment van de opname van de kerk een mysterie, maar ook het moment van de werkelijke wederkomst van Jezus is voor niemand bekend.
Vers 37-38 – “37Zoals de dagen van Noach waren, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. 38Want zoals ze bezig waren in de dagen voor de zondvloed met eten, drinken, trouwen en ten huwelijk geven, tot aan de dag waarop Noach de ark binnenging, 39en het niet merkten, totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn.”
Jezus gebruikt de parallel van de dagen van Noach gewoon om aan te geven dat wanneer Jezus terugkomt, het hier op aarde ‘business as usual’ zal zijn.
Ik denk dat ondanks alle ellende van de Grote Verdrukking, de mensen op een gegeven moment toch gaan proberen om daarna het normale leven gewoon weer op te pakken, en het is wanneer men Jezus absoluut niet verwacht, dat Hij komen zal.
Trouwens, misschien zal er na de Grote Verdrukking van 1.260 dagen een periode van rust zijn. Misschien zal er tijdens de 75 extra dagen waar Daniël 12 het over heeft, een zekere rust over de aarde komen? Ik denk nu even hardop!
Maar goed. Wanneer het op aarde weer een soort van ‘business as usual’ is, dan zal Jezus terugkomen.
Vers 40-41 – “40Dan zullen er twee op de akker zijn; de één zal aangenomen en de ander zal achtergelaten worden. 41Er zullen twee vrouwen malen met de molen; de één zal aangenomen en de ander zal achtergelaten worden.”
Ik geloof dat Jezus hier laat zien dat de één die aangenomen zal worden een van de uitverkorenen uit de vier windstreken zal zijn, die de engelen van vers 31 bijeen zal brengen.
Vergeet niet dat er tijdens de Grote Verdrukking een ontelbaar aantal mensen tot geloof in Jezus Christus gaan komen, en de uitverkorenen van vers 31 zijn deze mensen.
Vers 42 – “42Wees dan waakzaam, want u weet niet op welk moment uw Heere komen zal.”
Vers 43-44 – “43Maar weet dit, dat als de heer des huizes geweten had in welke nachtwake de dief komen zou, hij waakzaam geweest zou zijn, en niet in zijn huis zou hebben laten inbreken. 44Weest ook u daarom bereid, want op een uur waarop u het niet zou denken, zal de Zoon des mensen komen.”
Over de waakzaamheid en het goed voorbereid zijn op de wederkomst kom ik zo meteen op terug.
Vers 45 – “45Wie is dan de trouwe en verstandige slaaf, die zijn heer over zijn personeel aangesteld heeft om hun het voedsel op de juiste tijd te geven?”
Jezus heeft het hier over een slaaf, oftewel een dienstknecht met een vertrouwenspositie, het gaat om iemand met een verantwoordelijke taak.
Vers 46-47 – “46Zalig die slaaf die door zijn heer bij zijn komst zo handelend aangetroffen zal worden. 47Voorwaar, Ik zeg u dat hij hem over al zijn bezittingen zal aanstellen.”
Jezus spreekt hier over de christen die de wederkomst van Jezus met smart verwacht; de christen die goed voorbereid is op de wederkomst van Christus.
En tegen deze christenen zegt Jezus dat omdat hij er goed op voorbereid was, hij deel zal krijgen aan Zijn Koninkrijk. Over deze christenen staat er in Openbaring 5 dit geschreven:
Openbaring 5:9-10 – “9…U bent geslacht en hebt ons voor God gekocht met Uw bloed, uit elke stam, taal, volk en natie. 10En U hebt ons voor onze God gemaakt tot koningen en priesters, en wij zullen als koningen regeren over de aarde.”
Zowel wij, die met de opname van de Gemeente meegenomen zullen worden, alsook de mensen die tot wedergeboorte zullen komen tijdens de Grote Verdrukking zullen samen met Jezus Christus tijdens het duizend jarig rijk, regeren. Wij worden allemaal ambtenaren J
Vers 48-51 – “48Maar als die slechte slaaf in zijn hart zou zeggen: Mijn heer blijft nog lang weg, 49en zou beginnen zijn medeslaven te slaan en te eten en te drinken met de dronkaards, 50dan zal de heer van deze slaaf komen op een dag waarop hij hem niet verwacht en op een uur dat hij niet weet; 51en hij zal hem in stukken houwen en hem doen delen in het lot van de huichelaars; daar zal gejammer zijn en tandengeknars.”
Hier stelt Jezus het tegenovergestelde. Degene die niet waakzaam is, degene die de wederkomst van Jezus niet serieus neemt, die er niet op voorbereid is, die vervolgens alles fout doet wat hij fout kan doen, zal voor eeuwig worden gestraft.
Nu een belangrijke vraag: Wat heeft dit allemaal met mij te maken en wat moet ik hiermee?
Ten eerste, als je vanmorgen wedergeboren bent dan zijn de woorden van Jezus voor jou van belang omdat God wil dat je op de hoogte bent van wat Hij van plan is.
Dit is niet alleen voor jouw eigen voordeel, maar God verwacht van jou dat jij jouw kennis van deze zaken met andere mensen kan delen.
Over het algemeen weten de nog-niet gelovige mensen wel iets over de eerste komst van Jezus, maar de wereld weet bijna niets over Zijn wederkomst.
Het is dus zaak, als wij de Grote Opdracht willen vervullen, als wij koers willen houden, dat wij op een begrijpelijke manier de mensen om ons heen kunnen vertellen en waarschuwen over het komend oordeel.
Ten tweede, als je vanmorgen wedergeboren bent dan zijn de waarschuwingen van Jezus om waakzaam en goed voorbereid te zijn, op jou van toepassing.
Misschien niet in de zin dat je moet gaan waken voor Zijn wederkomst, maar de waarschuwing geldt ook voor jou m.b.t. de opname van de Gemeente.
Profetisch gezien hoeft er niets meer te gebeuren voordat Jezus de kerk van de aarde wegneemt; de opname van de kerk kan dus elk moment gebeuren.
En de vraag aan jou vanmorgen is; ben je er klaar voor? Houdt je je bezig met het werk dat de Heere aan jou heeft toevertrouwd? Ben je waakzaam?
Of, ben je momenteel zoals de slechte slaaf in vers 48-51 die dacht dat zijn heer niet snel terug zou komen, want ja, het heeft nu toch al 2.000 jaar geduurd.
Deze slechte slaaf verwachtte zijn heer niet en ging dus ruzie maken met zijn medeslaven. Hij hield zich met wereldse dingen bezig, hij wilde alleen plezier maken.
Als jij er vanmorgen zo over denkt, dan moet je je echt gaan bekeren, want je wil absoluut niet achtergelaten worden en de Grote Verdrukking in gaan.
Tot slot, als je je leven nog niet aan Jezus Christus hebt over gegeven, dan ben je bij voorbaat al verdoemt.
Johannes 3:16-18 – “16Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. 17Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. 18Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God.”
God heeft jou onvoorwaardelijk lief. Het allerlaatste dat God met jou wil is dat je door Hem veroordeeld gaat worden.
Vandaar dat God in Zijn genade er alles aan gedaan heeft om jou niet te hoeven veroordelen.
Jezus Christus heeft jouw oordeel op Zich genomen zodat jij vrijgesproken kan worden van alle zonde, van alle foute dingen die je in je leven gedaan hebt.
Het maakt niet uit wat je gedaan hebt, kom gewoon tot God zoals je bent en beken dat je een zondaar bent, vraag God om vergeving en maak een wilsbesluit om de rest van je leven hier op aarde voor Hem te gaan leven.
De opname zit eraan te komen. De Grote Verdrukking zit eraan te komen. De wederkomst van Jezus Christus waarin Hij de mensheid zal oordelen zit eraan te komen.
Ben je er klaar voor?