- In dit schriftgedeelte geeft God de discipelen, Petrus, Jakobus en Johannes een voorproefje van wat er komen zal.
- In hoofdstuk 16 legde Jezus aan hen uit dat Hij naar Jeru-zalem toe moest gaan om daar veel te moeten lijden; dat Hij daar naartoe moest gaan om gekruisigd te worden.
- Dit wilde zij absoluut niet horen, vandaar dat Petrus Je-zus begon te bestraffen.
- Maar nadat Jezus de foute opvatting van Petrus en de an-dere discipelen rechtzette, begon Jezus hen te vertellen dat ook zij, omwille van Jezus zouden moeten lijden.
- Jezus benadrukte het feit dat, indien zij daadwerkelijk Zijn discipelen wilde zijn, dan moesten zij zichzelf verloochenen, zij moesten hun kruis opnemen, d.w.z. dat zij aan zichzelf moes-ten sterven en Hem koste wat kost blijven navolgen.
- Jezus vereiste van Zijn discipelen een totale overgave; zij moesten hun leven verliezen omwille van Jezus om uit-eindelijk het echte leven en overvloed te vinden.
- En het is nadat Jezus deze, voor de mens onrealistische eisen stelde, dat Hij hen wees op hun toekomst, op de be-loning dat hen te wachten staat.
- Mattheüs 16:27 – “Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, met Zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden.”
- Jezus wees hen op het feit dat Hij op een ge-geven moment in heerlijkheid terug zal komen; en dan niet in zwakheid, maar als de rechter van de mensheid die een ieder zal vergelden naar zijn daden.
- Maar eerst komt het kruis, daarna komt de kroon. Dat gold voor Jezus, dat geld voor ons.
- Vervolgens doet Jezus er een schepje bovenop en zegt in vers 28 dat sommigen van hen niet zullen sterven voor-dat zij Jezus verheerlijkt zullen zien.
- a.w. deze sommigen zullen een voorproefje krij-gen van hoe Jezus in al zijn heerlijkheid en glorie daad-werkelijk is, buiten zijn menselijk lichaam.
- En de sommigen waar over Jezus sprak neemt Hij nu met zich mee de berg op.
Vers 1 – “
1En na zes dagen nam Jezus Petrus en Jakobus en Johannes, zijn broer, met Zich mee en bracht hen op een hoge berg, alleen hen.”
- Lukas verteld ons in de parallelpassage in Lukas 9 dat Jezus hen meenam en de berg op klom om te bidden.
- De eerste vraag die in mij opkomt is waarom nam Jezus alleen deze drie mee? Waarom liet Jezus de andere negen discipelen achter?
- Ten eerste omdat er in Deuterenomium 19 staat dat op de verklaring van twee of drie getuigen een zaak vast staat.
- Jezus had drie getuigen nodig om van Hem te getuigen; om van wat er met Jezus op dit moment zou gebeuren, in de toekomst te getuigen.
- Daarom geloof ik dat Jezus degenen met Zich mee nam waarmee Hij het meest close was, het meest intiem, die het meest betrouwbaar waren, het meest geloofwaardig, het meest invloedrijk, want deze drie moesten uiteindelijk gaan vertellen wat er op deze berg gebeurde.
- In vers 9 zei Jezus tegen hen dat zij dit aan niemand mochten vertellen totdat Jezus uit de dood was opge-staan. Zij moesten het vertellen, alleen mochten zij dit pas doen nadat Jezus uit de dood was opgestaan.
Vers 2 – “
2En Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd; Zijn gezicht straalde als de zon en Zijn kleren werden wit als het licht.”
- Petrus, Jakobus en Johannes kregen als enigen de Heere, Je-zus Christus te zien in al Zijn glorie.
- Tot nu toe zagen zij Jezus als God in een menselijk lich-aam, maar nu, op dit moment zagen zij Jezus zoals Hij daad-werkelijk is.
- Zij kregen Jezus te zien in en met de glorie en heerlijkheid die Jezus had voordat Hij naar de aarde toe was gekomen als Maria’s kindje.
- Zij kregen Jezus te zien zoals Hij in glorie en heerlijkheid terug zal komen bij zijn wederkomst; zoals Jezus in Openba-ring 1 omschreven wordt:
- “14Zijn hoofd en haar waren wit, als witte wol, als sneeuw, en Zijn ogen waren als een vuurvlam, 15en Zijn voeten waren als blinkend koper, gloeiend gemaakt in een oven, en Zijn stem klonk als het geluid van vele wateren. 16en Zijn gezicht was zoals de zon schijnt in haar kracht.”
- Ongetwijfeld heeft God de Vader en Jezus dit aan hen laten zien om hen te bemoedigen!
- Vergeet niet dat zij zo graag wilde dat Jezus nu al Zijn Koninkrijk zou gaan vestigen; zij namen als het ware genoe-gen met een politieke en sociale Messias die hen zou kunnen verlossen uit de greep van de Romeinse bezettingsmacht. Hierop was hun hoop gevestigd.
- En wetende dat de discipelen zwaar ontmoedigd werden toen Jezus hen begon uit te leggen dat Hij gedood moest worden, wilde Hij hen hoop en zekerheid geven.
- En dus ligt Jezus het tipje van de sluier op om hen een glimp te geven van hoe het zal zijn wanneer Jezus, samen met hen in Zijn Koninkrijk zal gaan regeren.
- Het gaat hier om dat zij Jezus zien in alle werke-lijkheid. Voor hen was dit essentieëel, en voor ons is dat ook zo.
- Niet voor niets roept God ons in Hebreeën 12 op om met volharding de wedloop te lopen die voor ons ligt, terwijl wij ons fixeren op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof.
- Wij moeten op Jezus blijven zien anders redden wij het niet!
- Zij hebben de verheerlijkte Jezus gezien, vandaar dat zij hierover konden schrijven:
- 2 Petrus 1:16-18 – “16Want wij zijn geen kunstig bedach-te verzinsels gevolgd, toen wij u de kracht en de komst van onze Heere Jezus Christus bekendmaakten, maar wij zijn oog-getuigen geweest van Zijn majesteit. 17Want Hij heeft van God de Vader eer en heerlijkheid ontvangen, toen een stem als deze van de verheven heerlijkheid tot Hem kwam: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb. 18En deze stem hebben wij gehoord, toen deze vanuit de hemel kwam, terwijl wij met Hem op de heilige berg waren.”
- Johannes 1:14 – “…en wij hebben Zijn heerlijkheid ge-zien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader.”
- Petrus en Johannes waren ooggetuigen van de verheer-lijkte Jezus en zij getuigden van Jezus om ons te bemoedi-gen, om ons hoop en zekerheid te geven.
Vers 3 – “
3En zie, aan hen verschenen Mozes en Elia, die met Hem spraken.”
- In de parallelpassage in Lukas 9 staat dat er twee mannen met Jezus spraken; het waren Mozes en Elia. Zij verschenen als mannen in heerlijkheid en spraken over Jezus’ heengaan, dat Hij zou volbrengen in Jeruzalem.
- Zo’n 1.480 jaar voordat Mozes hier op dit moment aan Jezus en de discipelen verscheen was Mozes gestorven.
- In Deut. 34:7 staat: “Mozes nu was honderdtwintig jaar oud toen hij stierf.” In Jozua 1:1-2 staat: “Het gebeurde na de dood van Mozes, dat de Heere tegen Jozua zei: ‘Mijn dienaar Mozes is gestorven’.”
- Mozes was toch echt gestorven!
- Zo’n 900 jaar voordat Elia hier op dit moment aan hen ver-scheen werd hij door de Heere in de hemel opgenomen. (Lees 2 Koningen 2)
- Deze lichamelijke verschijning van Mozes en Elia is in mijn mening het onweerlegbaar bewijs van het leven ná de dood. Het is ook het bewijs van de opstanding van de doden zoals o.a. Paulus het in 1 Korinthe 15 omschrijft.
- Bovendien zegt Lukas 20:38: “God nu is niet een God van de doden, maar van de levenden, want voor Hem leven zij allen.”
- Wat een voorrecht voor Petrus, Jakobus en Johannes om dit mee te mogen maken!
- Nu, misschien vraag je je af waarom per se Mozes en Elia daar verschenen.
- Wij die een beetje bijbelkennis hebben weten dat wanneer het N.T. terugwijst naar het O.T. dan wordt er gesproken over de Wet en de Profeten, of de Wet van Mozes en de Profeten.
- Het is zelfs zo dat de eerste vijf boeken van de Bijbel, de Torah, ook de boeken van Mozes worden genoemd.
- Het Joods geloof is gebaseerd op de Wet en de Profe-ten. Voor de Jood van die tijd was de Wet en de Profeten alles!
- Het is dus logisch dat Mozes, degene waardoor de Wet van God tot de Joden was gekomen hier als vertegenwoordiger van de Wet staat.
- Elia was bij uitstek dé profeet die de Wet, die de waarheid van God handhaafde. Het is dus ook logisch dat Elia hier als vertegenwoordiger van de profeten staat.
Vers 4 – “
4Petrus antwoordde en zei tegen Jezus: Heere, het is goed dat wij hier zijn; laten wij, als U wilt, hier drie tenten ma-ken, voor U een, voor Mozes een, en een voor Elia.”
- In de parallelpassages in Markus en Lukas staat erbij dat Pe-trus niet wist wat hij zei omdat hij bevreesd was.
- Ik geloof niet dat Petrus zomaar iets eruit floepte. Ik denk eerder dat Petrus zoiets had van: “Wow! Nu gaat het echt gebeuren; Jezus heeft zelfs Mozes en Elia bij zich ter verster-king! Dus laten wij hier drie tenten maken en kamp opslaan”.
Vers 5 – “
5Terwijl hij nog sprak, zie, een lichtende wolk over-schaduwde hen; en zie, een stem uit de wolk zei: Dit is Mijn ge-liefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; luister naar Hem!”
- Wij hebben afgelopen donderdag in Exodus 14 gezien dat God bij het volk Israël aanwezig was in de vorm van een wolkkolom en een vuurkolom.
- God deed dit om het volk de weg te wijzen en om hen te beschermen.
- En hier zien wij dat God plotseling verschijnt in de vorm van een lichtende wolk dat Mozes en Elia overschaduwde.
- En wat mij hierin het meest opvalt is wat God de Vader te zeggen heeft. “Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbe-hagen heb; luister naar Hem!”
- Ten eerste is er geen ander waarvan God zegt: “Ik heb Mijn welbehagen in hem”. Alleen van Jezus zegt God dit!
- Maar nog meer opvallend is dat God hier op dit moment ingrijpt. De wolk overschaduwde Mozes en Elia zodat zij niet meer te zien waren.
- Petrus, Jakobus en Johannes zien Mozes en Elia en den-ken wellicht dat zij gekomen waren om Jezus te helpen; want tja, uiteindelijk zijn Mozes en Elia toch dé pilaren van het Jodendom, van het O.T.
- Maar God de Vader grijpt dus in en laat hen duidelijk weten dat zij niet op Mozes en Elia moeten zien, maar dat zij op Jezus moeten zien en naar Hem moeten luisteren! “Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; luister naar Hem!”
- Jezus zegt van Zichzelf dat HIJ de vervulling is van de Wet en de Profeten. M.a.w. alles dat in het O.T. geschreven staat wijst naar Jezus.
- Mattheüs 5:17 – “Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen.”
- Lukas 24:27 en 44 – “27En Hij begon bij Mozes en al de profeten en legde hun uit wat in al de Schrif-ten over Hem geschreven was.”
“
44En Hij zei tegen hen: Dit zijn de woorden die Ik tot u sprak toen Ik nog bij u was, dat alles vervuld moest worden wat over Mij geschreven staat in de Wet van Mozes en in de Profeten en in de Psalmen.”
- Jezus is de ware zon, Mozes en Elia zijn als de maan die het zonlicht weerkaatsen. Jezus is Meester en Heere, Mo-zes en Elia zijn Zijn dienstknechten. Al de goedheid van Mozes en Elia hebben zij van God gekregen. Alle goedheid van Jezus was van Hem zelf. Alles draait om Jezus, luister naar Hem!
- Waar zie jij op vanmorgen? Waarop stel jij jouw vertrouw-en? Waar bouw jij op? Waar reken jij op? Waar heb je op gerekend dat plotseling weggevallen is?
- Waarop moet God de wolk laten neerdalen, wat moet de wolk van God in jouw leven overschaduwen zodat je het niet meer ziet, zodat je er niet meer naar op zoek gaat?
- Wat moet God in jouw leven opruimen of afbreken of weg-nemen zodat je alleen naar Jezus luistert?
Vers 6 – “
6En toen de discipelen dit hoorden, wierpen zij zich met het gezicht ter aarde en werden zeer bevreesd.”
Vers 7 – “
7En Jezus kwam bij hen, raakte hen aan en zei: Sta op en wees niet bevreesd.”
Vers 8 – “
8Toen zij hun ogen opsloegen, zagen zij niemand dan Jezus alleen.”
Vers 9 – “
9En toen zij van de berg afdaalden, gebood Jezus hun: Vertel niemand van wat u gezien hebt, totdat de Zoon des men-sen opgewekt is uit de doden.”
Vers 10 – “
10En Zijn discipelen vroegen Hem: Waarom zeggen de schriftgeleerden dan dat Elia eerst moet komen?”
Vers 11 – “
11Jezus antwoordde en zei tegen hen: Elia zal wel eerst komen en alles herstellen.”
Vers 12 – “
12Ik zeg u echter dat Elia al gekomen is, en ze heb-ben hem niet erkend, maar ze hebben met hem gedaan alles wat ze wilden; zo zal ook de Zoon des mensen door hen lijden.”
Vers 13 – “
13Toen begrepen de discipelen dat Hij tot hen over Johannes de Doper gesproken had.”
- In hoofdstuk 16 begon Jezus uit te leggen dat Hij zou moeten lijden, dat Hij gedood zou worden. Hier in vers 12 zegt Jezus wederom dat Hij moet lijden.
- Dit lijden heeft Jezus doorstaan voor jou en voor mij. Er was geen andere mogelijkheid om de zonde van de mens weg te nemen. Hij moest als vlekkeloos offer in mijn plaats in jouw plaats geofferd worden.
- Jezus, Die, voordat Hij naar de aarde toe kwam, Die in heerlijkheid en glorie samen met God de Vader regeerde in de hemel, legde Zijn heerlijkheid af om een nietig mens te wor-den.
- Vervolgens legde Hij Zijn leven af. En Hij deed dit voor jou, voor mij.
- Als de God van hemel en aarde zo ver is gegaan voor jou en voor mij, waarom is het dan zo moeilijk om jouw leven af te leggen voor Hem?
- Maak vanmorgen de keus om jouw leven voor Hem af te leggen.
- Wij gaan zometeen het Heilig Avondmaal nuttigen. Het Hei-lig Avondmaal laat ons zien dat God ons heeft vergeven van al onze zonden.
- Dus, waar je voor de zoveelste keer weer gezondigd hebt, waar je voor de zoveelste keer het weer verpest hebt, vraag God om je te vergeven en geloof dat God je vergeven heeft en ga verder! Blijf niet vast in de schuld die de satan op je legt.
- Vanmorgen is een nieuwe dag. Je kunt met een schone lei beginnen. Je kunt het verleden achter je laten. Je kunt er op nieuw voor gaan! Jezus is verheerlijkt en komt spoedig terug!