Christus is het hoofd
Wij geloven dat Jezus Christus het hoofd is van Zijn lichaam, de gemeente.Wat wij geloven
Christus is het hoofd van de kerk
Het lichaam is de Gemeente, de Kerk waarvan Jezus Christus het hoofd is. Dit betekent dat iedereen in de gemeente een onderdeel van het Lichaam is. Daarom geloven wij dat het gemeentelijk bestuur eenvoudig, in plaats van bureaucratisch ingewikkeld moet zijn. Hierin laten wij ons leiden door het Woord en de Heilige Geest. Dit geldt voor alle functies en voor de richting van de kerk. (Kolossenzen 1:18; Exodus 18:13-27; 1 Timotheüs 3:1-16; Titus 1:5-9)
Bekijk onze wat wij geloven pagina
Je bent beland op een pagina waar we ons specifieke standpunt uiteenzetten. Verdiep je in dit standpunt door verder te lezen op deze pagina. Voor een beknopt overzicht van al onze standpunten, bekijk onze “wat wij geloven” pagina. Klik op de knop hieronder om ernaartoe te gaan.
Hoofd van de kerk
Het woord voor hoofd dat zowel in Kolossenzen 1 als Efeze 5:23 wordt gebruikt is kephalē, wat betekent “opperste / hoogste, bevelhebber / leider, vooraanstaand.”
In deze verzen wordt Jezus Christus aangewezen als hoofd van de kerk. Waarom is dat zo belangrijk? Denk je eens in, het hoofd maakt de beslissingen, het hoofd bepaalt de richting. Het hoofd kijkt om zich heen en ziet gevaar aankomen, het hoofd beredeneert, het hoofd eet en voorziet daardoor in voedsel voor het lichaam, het hoofd communiceert. Samengevat, het hoofd bepaalt de identiteit van het lichaam.
Om dat op de kerk te betrekken, het hoofd van de kerk maakt beslissingen, het hoofd van de kerk bepaalt de richting. Het hoofd van de kerk kijkt om zich heen en ziet gevaar aankomen, het hoofd van de kerk denkt, voorziet het lichaam van voedsel, het hoofd van de kerk communiceert. Het hoofd van de kerk bepaalt de identiteit van de kerk.
Niet nieuw
Dit is geen nieuw onderwerp, de discussie over wie er hoofd is van de kerk is een eeuwenoude discussie: Johannes Huss leefde voor hervormingsperiode, hij werd geboren het dorp Husinec. Huss werd opgeleid tot priester, in eerste instantie niet uit religieuze overwegingen, maar om armoede te ontsnappen. Hij werd ingezegend in 1401 en werd priester in de Praagse Bethlehem Kapel. Tijdens zijn tijd als katholiek priester onderging hij een verandering, hij ontdekte de Bijbel. “Toen de Heere mij kennis van de Geschriften gaf, liet ik die dommigheid los uit mijn dwaze verstand.” (sprekend over kerktradities). Huss begon de Bijbel meer en meer te vertrouwen, “verlangend om vast te houden, te geloven en te verkondigen dat wat in het Woord staat, zolang ik adem.”
In 1409 werd het Huss, door een kerkraad, verboden om te spreken en werd hij op papier de kerk uitgezet. Hij bleef echter dienen, Gods Woord verkondigen, in Bethlehem’s Kapel in Praag.Een van de belangrijkste stellingen van Huss was dat de Bijbel de hoogste autoriteit was voor de kerk, niet de paus. Om Huss te straffen werd er een kerkelijk ban op Praag gelegd: geen enkele inwoner van Praag kon nog avondmaal nemen of begraven worden in een kerkelijke begraafplaats, zolang Huss nog diende. Om de stad hiervan te sparen trok Huss zich terug op het platteland tot eind 1412. In 1412 publiceerde hij een document waarin hij zei dat alleen Christus het hoofd van de kerk is, en dat een paus “door onkunde / onwetendheid en liefde voor geld” vele fouten kan maken. Ook zei hij dat het in opstand komen tegen een fout makende paus gehoorzaamheid aan Christus is.
Huss werd 1414 voor een kerkelijke raad geroepen, onder de belofte dat hij een veilige reis heen en terug zou krijgen. Hij werd echter direct gearresteerd toen hij aankwam op de plaats van bestemming. Hij werd maandenlang vastgehouden en opgeroepen om zijn standpunt terug te trekken. Op 6 juli 1415 werd hij de kathedraal inbracht, gekleed in zijn priesterlijk gewaad; dit werd hem stuk voor stuk uitgetrokken midden in de kathedraal. Terwijl hij op de brandstapel stond kreeg hij nog 1 kans om zijn mening in te trekken, maar hij weigerde. Hij bad terwijl hij op de brandstapel stond: “Heere Jezus, het is voor U dat ik deze wrede dood geduldig onderga. Ik bid dat U barmhartigheid geeft aan mijn vijanden.” Traditie leert hij Psalmen aan het opdreunen was toen de vlammen hem omringden.
Maarten Luther
Luther, een eeuw later, zei het volgende over de autoriteit van de paus: “Ik ben ervan overtuigd dat als op dit moment Petrus hier in levende lijve alles van de heilige Schriften had gepredikt en alleen de paus’ autoriteit, macht en voorrang had ontkend, en had gezegd dat de paus niet het hoofd van het christendom is, dat ze hem opgehangen zouden hebben. Ja, als Christus Zelf weer op aarde zou zijn en zou preken, zonder enige twijfel zou de paus hem opnieuw gekruisigd hebben.”
Spurgeon verwoordt het als volgt: “van alle dromen die de mens ooit misleidt hebben en van alle godslasteringen die ooit geuit zijn, is er nooit een meer absurd geweest en een die meer vrucht gedragen heeft op verkeerde manieren, dan het idee dat de Bischop van Rome het hoofd van de kerk is. Nee, deze pauzen sterven en hoe kan de kerk leven als haar hoofd dood is?” “Het ware hoofd leeft voor eeuwig en de kerk leeft in Hem.”
De waarheid over wie er het hoofd van de kerk is, is een waarheid waar mensen voor gestorven zijn, dit is een waarheid waar de kerk nog steeds over struikelt. Kijk maar naar mensen die zichzelf autoriteit geven op basis van “nieuwe openbaring”, die mensen erkennen niet dat Jezus alles in Zijn Woord gegeven heeft wat de mens nodig heeft.
Gevolgen van Jezus als hoofd van de kerk
Er zijn verstrekkende gevolgen aan het feit dat Jezus het hoofd is van de kerk:
- Jezus Christus houdt van Zijn kerk, Hij heeft Zijn leven gegeven voor Zijn kerk (Efeziërs 5)
- Jezus Christus heeft de kerk als Zijn lichaam (1 Korinthe 12:27)
- Jezus Christus is één geworden met de leden van Zijn lichaam (Efeziërs 4:15-16)
- Jezus Christus heeft Zijn Geest gegeven aan Zijn lichaam, de kerk (Romeinen 8:9)
- Jezus Christus geeft eenheid aan Zijn lichaam, ongeacht ras, bediening, achtergrond, etc. (1 Korinthe 12:25)
- Jezus Christus deelt Zijn eeuwige erfdeel met de kerk (Romeinen 8:17)
- Jezus Christus deelt Zijn rechtvaardigheid uit aan Zijn lichaam (Romeinen 5:17)
Aangezien wij als Christus moeten zijn, en zoveel van Zijn gemeente houdt dat Hij Zichzelf gegeven heeft voor die gemeente, moeten wij als christenen ook van de kerk houden. Elke christen moet de kerk dienen zoals Christus de gemeente dient. Dat betekent niet dat we nu allemaal fysiek moeten sterven, het betekent dat we aan onszelf moeten sterven. Het is dus de taak aan een ieder van ons om te leven wat Jezus zei in Johannes 13:35 “Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt.” Dit is wat Jezus leefde, dit is wat Hij voordeed, dit is dus ook hoe een christen hoort te zijn.
- Jezus geeft het perfecte voorbeeld in Zijn doen en laten van wat Hij wil van Zijn kerk, Hij geeft het voorbeeld.
- Hij legde Zijn leven af voor ons (Johannes 10:11 “Ik ben de goede Herder; de goede herder geeft zijn leven voor de schapen.”)
- Hij stierf aan het kruis voor jouw en mijn zonden (1 Korinthe 15:3 “Want ik heb u ten eerste overgeleverd wat ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, overeenkomstig de Schriften,”)
- Jezus vergaf een ieder die Hem aan het kruis nagelde (Lukas 23:34 “En Jezus zei: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen.”)
- Jezus hield van hen die de liefde niet waard waren. (Markus 2:17 “En toen Jezus dat hoorde, zei Hij tegen hen: Wie gezond zijn, hebben geen dokter nodig, maar wie ziek zijn. Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot bekering te roepen, maar zondaars.”)
Het spreekwoord luidt “Een goed voorbeeld doet volgen.” In dit geval is dat ook zo; de kerk zal de leider die ze heeft volgen. Als de leider dus een mens is, die menselijke dingen doet, dan zal de kerk een mens volgen. Als Jezus Christus echter de leider van de kerk is, dan zal de kerk doen wat Jezus deed.
Als je hier vragen over hebt, neem gerust contact met ons op en vul onderstaand formulier in.