Romeinen 12:8 (2-6-2024) God bemoedigt Zijn kinderen
De vorige studie in Romeinen gaf ons een blik op God, Die ons wil onderwijzen wat we nodig hebben. Hij kent ons door en door, waardoor Hij precies weet wat we nodig hebben. De vraag was of jij teachable bent en open staat om door God gebruikt te worden?
- Vanochtend gaan we aan v8 beginnen, waarin we zien: God bemoedigt Zijn kinderen.
v8 God bemoedigt Zijn kinderen
Als mensen in dit leven hebben we het nodig om te weten dat we niet alleen zijn. Het gevoel, de gedachte, dat we alleen zijn, dat we ergens alleen voor staan, is een zeer heftige. Eenzaamheid kan ook gekke dingen met de mens doen; het kan je zelfs letterlijk ziek maken.
- Dat weet God, Hij kent ons door en door. Daarom heeft Hij ook voorzien in de genadegave van ‘bemoedigen’ (v8). Deze gave is net zo hard nodig als onderwijs, dienen en profetie, maar heeft een specifieke focus.
Letterlijk heeft Paulus het over ‘langszij roepen’, ‘toespreken’ of ‘(aan)roepen’. Het idee is dat je met iemand praat en de woorden spreekt die iemand nodig heeft. Dit gaat verder dan ‘onderwijs’, de vorige genadegave, omdat het vaak nog meer maatwerk is dan onderwijs.
Guzik: “Zij die onderwezen worden, maar niet bemoedigd, worden ‘dikke schapen’ die alleen maar dingen tot zich nemen en nooit het christelijk leven leven. Zij die bemoedigd worden, maar niet onderwezen, worden enthousiast en actief, maar hebben niet de diepte of het begrip over wat ze doen en zullen opgebrand raken of op verkeerde manieren dingen doen.”
- We hebben het nodig dat iemand langszij komt om ons aan te moedigen. We hebben het nodig dat iemand je de woorden geeft die je moet horen. En ook hier, net als bij onderwijs, kunnen dat niet de woorden zijn die je wíl horen.
- Specifiek gaat het hier om woorden van vermaning, vertroosting en bemoediging. De grondtekst is breder dan alleen ‘bemoedigen’. En dat is precies wat we nodig hebben als we ons eenzaam voelen, als we iemand nodig hebben die langszij komt.
Door het luisteren naar de studie over genadegaven, kan je het idee krijgen dat je alleen maar bezig moet zijn als christen. Dat er geen ruimte is voor lijden, moeite, hulpbehoevend zijn. Dat is gelukkig niet zo. Door de genadegaven zien we juist dat God er voor je is ín lijden, moeite en pijn.
- Hij laat zien dat Hij weet dat dit komt, en dat Hij de kerk wil inzetten om jou te helpen. Hij wil dat je alles krijgt dat je nodig hebt, om er doorheen te komen. En Hij wil wat je geleerd en gezien hebt, dan gebruiken naar een ander.
- God geeft je een profetisch woord als je bijvoorbeeld kwijt bent hoe Zijn Woord in jouw situatie toe te passen. Of als je vergeet wat Hij zegt over een situatie of een persoon. Hij leidt je als jij het even niet meer weet.
- God leidt een ander om te dienen, als jij bediend moet worden. Hij weet waar je doorheen gaat en kan een ander dan leiden om jou te geven wat je zelf niet kan. Gods zorg wordt zichtbaar in dat Hij geeft waar je zelf niet toe in staat bent.
- Hij zal je onderwijs geven, zodat je weet/herinnerd wordt aan wat goed is. Soms weten we niet (meer) wat goed is, soms moeten we opnieuw gewezen worden op Zijn Woord. Door dat onderwijs heen, zien we dat God zorgt.
- God zorgt voor Zijn kinderen, dóór de genadegaven heen. Het is dus niet erg om hulp nodig te hebben, om te lijden, om er doorheen te zitten. Dat mag, dat kan en daar heeft God o.a. de kerk, inclusief genadegaven, voor gegeven.
God wil ons allemaal gebruiken om langszij te komen bij iemand, om iemand de woorden te geven die hij/zij nodig heeft. Ook dat laat weer de zorg zien die God de Vader voor ons heeft, de zorg waarvoor Hij mensen gebruikt, om mensen te zegenen. Hij is de trouwe God Die van je houdt en voor je zorgt.
- Hoe deed Jezus dit?
In de Evangeliën zien we Jezus veel zeggen, tegen veel verschillende mensen. Hij sprak ook op veel verschillende manieren tegen mensen. Soms sprak Hij zeer tedere woorden, soms was Hij heel hard, soms bemoedigd Hij. Hij sprak de woorden die nodig waren op dat moment.
- In Openbaring 2:4-5 vermaant Hij de kerk in Efeze. Hij spreekt ze aan op het “verlaten” van hun eerste liefde (v4). Ze dachten goed bezig te zijn, maar eigenlijk ging het helemaal niet zo goed met hen. Jezus spreekt ze daar direct op aan.
- In Johannes 11 troost Jezus Martha, na de dood van haar broer. Hij wijst haar op het feit dat Hij “de Opstanding en het Leven” is, dat Hij eeuwig leven geeft. Jezus komt hier langszij bij iemand die in diepe rouw zit, die door een zeer diep dal heen gaat.
- Jezus sprak ook bemoedigende woorden, zoals in Johannes 16:33. Hij geeft aan dat Hij de wereld overwonnen heeft. Dat is een geweldige bemoediging, zeker als je bedenkt dat Hij net gezegd heeft dat er verdrukking zal zijn. Bemoediging was deel van wat Hij deed en zei.
Jezus’ woorden waren toegespitst op de mensen die Hij tegenkwam. Hij sprak de woorden die ze nodig hadden, woorden die hun harten raakte. Hij deed o.a. door langszij te komen, door woorden tot hun hart te spreken. En dat kan alleen door de leiding van de Heilige Geest.
- Jezus was vol van de Geest (Lukas 4) toen Hij aan Zijn bediening begon. Jezus bad veel en vaak, o.a. zodat Hij de leiding kon ontvangen die Hij nodig had. Ongetwijfeld was een deel van Zijn vraag om de juiste woorden te ontvangen, zodat Hij die kon spreken naar de juiste mensen.
De woorden die Jezus sprak, waren Geest-geleide woorden van ‘bemoediging’. Hij wist wát, tegen wíe te zeggen, op het juiste moment. Hij was volledig Mens, zoals wij; wat betekent dat wij dezelfde Geest hebben, met dezelfde leiding. Hij is het voorbeeld dat we horen te volgen.
- Hoe deed de kerk dit?
Bij de discipelen zien we eenzelfde patroon. We zien dat ze geleerd hebben van hun Leermeester, namelijk dat ze hun woorden afstemmen op de persoon en de situatie. Ze leerden, met vallen en opstaan, luisteren naar Zijn leiding; dat stelde hen in staat om de juiste woorden te spreken.
- Bemoediging
Handelingen 14:19-22 “Maar er kwamen Joden uit Antiochië en Ikonium, die de menigten overtuigden; en zij stenigden Paulus en sleepten hem de stad uit, omdat zij dachten dat hij dood was. Maar toen de discipelen hem omringd hadden, stond hij op en ging de stad in, en de volgende dag vertrok hij met Barnabas naar Derbe. En nadat zij aan die stad het Evangelie verkondigd hadden en veel discipelen gemaakt hadden, keerden zij terug naar Lystre, Ikonium en Antiochië, en zij versterkten de zielen van de discipelen, spoorden hen aan in het geloof te blijven en zeiden dat wij door veel verdrukkingen in het Koninkrijk van God moeten ingaan.”
Paulus was net gestenigd (v19), waardoor je denkt dat hij bemoediging nodig heeft. De “zij” die het werk van bemoediging doen (v22), zijn Paulus en Barnabas. Hij had geleerd om de ander te geven wat hij/zij nodig heeft, ongeacht zijn eigen situatie. Wat een werk van de Heilige Geest is dat!
- Voor de menselijke natuur, zeker tegenwoordig, is dit niet normaal. We zijn zo veel op onszelf gericht, dat we, zeker wanneer we pijn hebben, niet zomaar op de ander gericht zijn. Paulus had net iets traumatisch meegemaakt en hij was bezig de ander te versterken en aansporen.
Bijbelse bemoediging is langszij komen bij de ander en in hun leven spreken. De Heilige Geest wil dit werk in en door ons heen doen, omdat we allemaal woorden van God nodig hebben. Hij weet precies wat jouw situatie is, Hij weet precies wat jij moet horen.
- Paulus werd hier door God gebruikt, na gestenigd te zijn en voor dood achtergelaten te worden. Sta jij ervoor open, om op je diepste punt door God gebruikt te worden? Of mag men je alleen zien als je ‘goed genoeg’ bent? Laat God bepalen wanneer en hoe Hij jou gebruikt.
- Vermaning
Galaten 2:11-14 “Maar toen Petrus naar Antiochië gekomen was, ging ik openlijk tegen hem in, omdat hij te veroordelen was. Want voordat er enkelen uit de kring van Jakobus gekomen waren, at hij samen met de heidenen; maar toen zij kwamen, trok hij zich terug en zonderde zich af uit vrees voor hen die van de besnijdenis waren. En ook de andere Joden huichelden met hem mee, zodat zelfs Barnabas zich door hun huichelarij liet meeslepen. Maar toen ik zag dat zij niet juist wandelden, overeenkomstig de waarheid van het Evangelie, zei ik tegen Petrus in het bijzijn van allen: Als u die een Jood bent, naar heidens gebruik leeft en niet naar Joods gebruik, waarom dwingt u dan de heidenen op de Joodse manier te leven?”
Petrus zondigde, richting de hele gemeente, door heidense christenen anders te behandelen. Hij was een onderscheid gaan maken dat God niet maakte, waar hij op aangesproken moest worden. Het was zelfs zo erg, dat Paulus hem publiekelijk moest aanspreken, omdat het een publieke zonde was.
- Dit zal niet makkelijk geweest zijn, om een van de bekendste leiders van de kerk te vermanen. En toch moest het gebeuren. Dit waren de woorden die de Geest, terecht, aan Paulus gaf. En hij gehoorzaamde. Hij sprak wat gezegd moest worden, om Jezus’ lichaam te helpen.
Dat is precies wat de Geest doet; Hij wil door jou heen spreken om mensen te vermanen. Hij wil jou leiden om dingen aan te kaarten die on-Bijbels zijn. Niet voor de lol, maar om jou meer op Jezus te laten lijken en de kerk te heiligen. Woorden van vermaning zijn niet leuk, wel noodzakelijk.
- Ook hier is de vraag of je bereid bent te doen wat God aan je vraagt? Dit zijn de minst leuke boodschappen om te brengen bij mensen. Dit is waar mensenvrees e.d. de overhand kan krijgen. We mogen dan meer leren luisteren naar de Geest; dat is wat de kerk nodig heeft.
Ben jij bereid om dit te doen? Ben jij bereid om de ander woorden van vermaning te brengen, onder Zijn leiding? Of durf je dat niet? Laat de Geest je leiden, ook als het eng is. Hij weet wat Hij doet, Hij weet wat de ander nodig heeft. Dát moet bepalend zijn.
- Vertroosting
Filippenzen 2:25-28 “Ik heb het echter nodig geacht Epafroditus naar u toe te sturen, mijn broeder, medearbeider en medestrijder, en uw gezant en dienaar in wat ik nodig had, omdat hij vurig naar u allen verlangde en in grote angst verkeerde, omdat u gehoord had dat hij ziek was. Hij is inderdaad ook ziek geweest, tot dicht bij de dood, maar God heeft Zich over hem ontfermd, en niet alleen over hem, maar ook over mij, opdat ik niet droefheid op droefheid zou hebben. Daarom heb ik hem des te sneller gestuurd, opdat u zich weer kunt verblijden als u hem ziet, en ik minder droevig ben.”
Paulus zat in de gevangenis toen hij Filippenzen schreef. Dit was een tijd in zijn eigen leven, waar troost nodig was. Waarschijnlijk zat hij in huisarrest in Rome, geketend aan een soldaat. Dat was geen pretje, niet makkelijk en zeker een tijd waarin hij zelf bediening van anderen nodig had.
- En toch stuurde hij Epafroditus naar Filippi. Hij stuurde iemand die hem zeer dierbaar was weg, om de ander lief te hebben. Hij wilde vertroosting voor de kerk in Filippi, zodat zij zich geen zorgen zouden maken om Epafroditus. Hij dacht meer aan de ander dan zichzelf.
Vertroosting heeft veel verschillende vormen, o.a. zoals we Paulus hier zien doen. De Geest kan zelfs leiden om de ander te vertroosten, zelfs als je zelf hulp en bediening nodig hebt. Het kan ‘ten koste gaan’ van wat je zelf nodig hebt. Want Hij weet wat belangrijk is; ook als iets ander urgent lijkt.
- Paulus onderwierp zich hier aan de leiding van de Geest. We weten niet precies wat dit Paulus gekost heeft, maar de Geest gehoorzamen leverde hem meer op dan het kostte. Die waarheid geldt ook voor ons; God gehoorzamen levert altijd meer op dan het kost.
- De ‘opbrengst’ was o.a. troost voor de gemeente in Filippi. En de Geest zal nooit bij iemand in het krijt staan; Hij zal Paulus de troost en hulp gegeven hebben die hij nodig had. Paulus zal niks tekort zijn gekomen, doordat hij leerde te (be)rusten in Hem.
Ook dit is een uitdaging voor ons; om bereid te zijn ‘ten koste van onszelf’ de ander te dienen. Zeker bij vertroosting is dit een ding, omdat we ook horen te troosten met de troost die we zelf hebben ontvangen (2 Korinthe 1).
- Dat betekent dat je zelf ergens doorheen bent gegaan en daarmee de ander troost. Je weet hoe de ander zich voelt en kan daardoor de ander beter op God wijzen dan wie dan ook. En jouw God-gegeven troost kan de ander dan de troost geven die ze nodig hebben.
Sta jij ervoor open om jouw troost, en pijn, te delen met een ander? Mag God wat Hij jou gegeven heeft, door jou heen ook aan een ander geven? Jouw pijn, jouw troost zijn een gouden instrument in Zijn handen. Laat Hem jou als instrument gebruiken om de ander te troosten.
- Hoe wordt dit praktisch?
Laten we het voorbeeld volgen dat we zien bij de Heere Jezus en de eerste kerk. De Heilige Geest weet wat Hij doet, Hij weet wat eenieder nodig heeft. Hij weet hoe het lichaam te zegenen, hoe de kerk op te bouwen zoals het nodig heeft. Daarmee weet Hij precies hoe de ander te ‘bemoedigen’.
- Noden van de ander gaan zien
1 Korinthe 12:26 “En als één lid lijdt, lijden alle leden mee. Als één lid eer ontvangt, verblijden alle leden zich mee.”
In onze gehaaste maatschappij, ook in de kerk, zíen we elkaar niet altijd echt meer. We zien niet altijd meer dat iemand worstelt, dat iemand lijdt. We zijn heel erg gericht op dat dingen er ‘goed uit moeten zien’, dat het ‘goed moet gaan’, etc. waardoor we niet altijd meer zien als dat niet zo is.
- Juist als kerk, Jezus’ lichaam, horen we het lijden van een ander te zien. Gevoeligheid voor de ander, voor de situatie van de ander, dat hebben we nodig. En dat kan alleen de Heilige Geest in ons bewerken. Hij moet ons hierin leiden.
Zodra je een nood ziet, kan je er iets mee gaan doen. Dan weet je wat je náást bidden kan doen; dan kan je ook bidden wat de ‘bemoediging’ is die de ander nodig heeft. En ook sta je dan open om te horen dat het ‘vermaning’, ‘troost’ of ‘bemoediging’ is dat doorgegeven moet worden. Zie jij noden?
- Eigen noden communiceren
Galaten 6:2 “Draag elkaars lasten, en vervul zo de wet van Christus.”
Om dit te kunnen doen, hulp ontvangen, is het nodig dat je open bent. Vertél waar je mee zit, déél je pijn, vragen, worstelingen, etc. Verwacht niet dat iemand dat aan je neus kan aflezen; nee, open je hart naar de ander. Ook dat is iets dat God kan gebruiken om ‘bemoediging’ te ontvangen.
- Te vaak verwachten we dat mensen naar óns toekomen, zonder dat we zelf een stap hoeven te zetten. Dat is simpelweg niet hoe het vaak werkt. Vraag de Heere met wie je je noden hoort te delen; vraag Hem wannéér dat te doen.
Dit vraagt sterven aan jezelf, geloof, durf. Je kan ook zeker gekwetst worden in dit proces. En toch is het belangrijk dat we dit doen. Zonder je eigen noden te delen wordt het stukken lastiger voor de ander om langszij te komen, om je te bemoedigen. Deel jij je noden met je broeders en zusters?
- Langszij komen
Galaten 6:2 “Draag elkaars lasten, en vervul zo de wet van Christus.”
Als je dan een nood gezien hebt, of iemand heeft iets gedeeld, dan heb je een taak. Kom langszij, draag de last van de ander in gebed en praktisch. En zoek naar hoe God je leidt om de ander te bemoedigen. Iedereen heeft dit nodig, iedereen waardeert dit. En dit is o.a. waar het lichaam van Christus voor is.
- We zijn broers en zussen in de Heere; familie hoort voor elkaar te zorgen. Zeker familie in Christus. Gods liefde is wat ons hoort te kenmerken; zowel in woord als daad. Dus laat God je leiden in het langszij komen, in het dienen van de ander op deze manier.
Iedereen heeft het nodig dat iemand naast je staat. We worden er allemaal door bemoedigd als iemand voor ons in de bres staat, en dat we dat wéten. Kom dus langszij wanneer je een nood ziet of over hoort; ondersteun de ander zoals hij/zij nodig heeft. Dien Hem en kom langszij bij je broer/zus.
- Praten
De genadegave van ‘bemoediging’ gaat ook echt over het spreken van de juiste woorden. Kom langszij in gebed, in praktische zaken, maar vergeet niet dat God je ook kan leiden om te praten met de ander. Iedereen (die worstelt) heeft specifieke woorden nodig; de Heilige Geest weet welke woorden.
- Hij weet welk aspect van Bijbelse ‘bemoediging’ nodig is; hetzij ‘troost’, ‘vermaning’ of ‘bemoediging’. Hij weet het en Hij wil jou gebruiken om dit voor elkaar te krijgen. De juiste woorden gebruiken is een van de belangrijkste manieren om iemand te helpen.
Laat je niet afschrikken door het idee dat het misschien wel ‘vermaning’ kan zijn. Als dat is wat de ander nodig heeft, dan zal de Geest je daarin leiden. Wordt niet geregeerd door angst, maar juist door de Geest. Dát heb jij nodig, dat heeft het lichaam van Christus nodig.
Bemoediging is Gods wil voor iedere christen; Hij wil jou gebruiken om dit te geven. Hij weet wie, wat, wanneer nodig heeft. Laat Hem door jou heen woorden van ‘troost’, ‘vermaning’ en/of ‘bemoediging’ spreken. Hij wil jou en de ander zegenen door dit te doen.
Als je nog niet gelooft kan je God vandaag leren kennen. Hij is liefde, Hij is trouw; Hij weet precies wie je bent en wat je gedaan hebt in je leven. Hij weet dat je zondigt, dat je Zijn wet overtreedt, en toch stierf Jezus om je straf te dragen. Geloof in Hem, keer je af van je zonde en je bent gered.
Christen, God wil jou gebruiken; Bemoediging is Zijn wil voor iedere christen, dus ook voor jou.
- Heb jij bemoediging nodig? Hij weet het, Hij staat voor je klaar. Vraag Hem er om, deel je noden met een broeder of zuster
- Zoek jij God met de vraag welke noden je mag zien en in mag voorzien? Laat Hem je leiden in het dienen door de genadegave van ‘bemoediging’.
Dit is alleen mogelijk doordat Jezus aan het kruis stierf voor ons. Hij liet ultieme zorg en liefde voor ons zien. Dat is waar we dus ontzettend dankbaar voor horen te zijn. En die dankbaarheid willen we vandaag tonen. We willen stilstaan bij het offer aan het kruis, door Heilig Avondmaal te vieren.
- Avondmaal is voor christenen, voor hen die begrijpen wat het is om te geloven in Jezus Christus als Gods Zoon. We herdenken wat Hij deed, we zijn dankbaar voor Zijn offer. En in dat alles aanbidden we Hem, omdat Hij dit voor ons deed.
1 Korinthe 11:23-30 “Want ik heb van de Heere ontvangen, wat ik u ook heb overgeleverd, dat de Heere Jezus in de nacht waarin Hij werd verraden, brood nam, en nadat Hij gedankt had, brak Hij het en zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt. Doe dat tot Mijn gedachtenis. Evenzo nam Hij ook de drinkbeker, na het gebruiken van de maaltijd, en zei: Deze drinkbeker is het nieuwe testament in Mijn bloed. Doe dat, zo dikwijls als u die drinkt, tot Mijn gedachtenis. Want zo dikwijls als u dit brood eet en deze drinkbeker drinkt, verkondig de dood van de Heere, totdat Hij komt. Daarom, wie op onwaardige wijze dit brood eet of de drinkbeker van de Heere drinkt, is schuldig aan het lichaam en bloed van de Heere. Maar laat ieder mens zichzelf beproeven en laat hij zó eten van het brood en drinken uit de drinkbeker. Want wie op onwaardige wijze eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelf een oordeel, omdat hij het lichaam van de Heere niet onderscheidt. Daarom zijn er onder u veel zwakken en zieken, en velen zijn ontslapen.”
Judas 1:24-25 “Aan Hem nu Die bij machte is u voor struikelen te bewaren, en u smetteloos te stellen voor Zijn heerlijkheid, in grote vreugde, de alleenwijze God, onze Zaligmaker, zij heerlijkheid en majesteit, kracht en macht, nu en in alle eeuwigheid. Amen.”