Als kerk leven we samen vanuit onze identiteit in Christus

Als kerk leven we samen vanuit onze identiteit in Christus

Vorige week zijn we begonnen aan de serie ‘Samen kerk zijn’. We hebben gezien dat we samen onze identiteit ín Christus vinden. God laat zien dat Hij redt, ons wedergeboorte en hoop geeft, en dat dat alles ons hoort aan te zetten tot (anderen voorgaan in) goede werken.

  • Vanochtend gaan we verder op identiteit, specifiek hoe dat praktisch wordt: Als kerk leven we samen vanuit onze identiteit in Christus.

Als kerk leven we samen vanuit onze identiteit in Christus
Identiteit gaat over wie jij bent en waarom je dat bent. Als kerk hebben we ook een identiteit. God geeft ons die identiteit, wij mogen leren leven naar die identiteit. Belangrijk in dit alles is dat we wie we zijn baseren op Wie God is en wat Hij zegt. Dat moet het uitgangspunt zijn.

  • Tegelijk is het zo dat jíj uniek geschapen bent door God. Hij heeft jóu, specifiek jóu, gemaakt. En jij mag leren leven vanuit de identiteit die Hij jou gegeven heeft. Omdat jij uniek gemaakt bent, zal jij dat op een unieke manier doen, geleid door de Heilige Geest.
    God heeft jou gemaakt, je bent geliefd, als je in Jezus geloofd ben je gered. Dat zijn allemaal dingen die 100% waar zijn over jou, want het zijn Bijbelse waarheden. In die waarheden mogen we leren zoeken naar Gods wil voor ons leven, voor ons als gemeente. Iedereen is uniek hierin.
  • Geen enkel persoon zal precies hetzelfde nodig hebben als een ander, niemand zal tot in elk detail hetzelfde doen als een ander. God levert maatwerk naar ons allemaal, omdat wij dat nodig hebben. We ontkomen niet aan Zijn maatwerk in onze levens.
    o En dat geldt ook voor identiteit en die identiteit léven hier op aarde. Gods liefde is er voor iedereen, maar ook heel specifiek en uniek voor jou. Zijn acceptatie is voor ieder mens, maar ook heel precies in jouw leven. We mogen leren kennen hoe dat werkt.
    2 Korinthe 5:17 “Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden.”
    Deze tekst is fundamenteel voor onze identiteit, voor ons leven als christen. We mogen vieren wat Jezus gedaan heeft, wat Hij bereikt heeft. Hij heeft ons “een nieuwe schepping” gemaakt, “alles is nieuw geworden”. Dat is glorie, dat is fantastisch, dat is een geweldige zegen voor ons.
  • We hoeven niet meer vast te zitten aan het verleden, we zijn niet meer gebonden aan allerlei zaken. Alles is nieuw geworden, door Zíjn werk, door Zijn liefde (Titus 3). Daar mogen we God voor leren danken en eren, Hem voor prijzen. Het is Zijn genade dat we dit ontvangen.
    Het feit dat ‘alles nieuw’ is, heeft vergaande gevolgen voor ons leven. Dit is belangrijk voor jou als individu, maar ook voor ons als gemeente. Mensen denken vaak terug aan ‘the good old days’, als christen bestaan die niet; doordat alles “nieuw” is, is het leven mét God beter dan zónder Hem.
  • Als kerk is het belangrijk dat dit “alles” o.a. gaat over ons denken. God wil ons denken over “alles” vernieuwen. Denken over Hem, over onszelf, over anderen, over geld, status, gezin, etc. Ons denken mag hervormd worden naar Zijn wil, tot Zijn eer.
    o Ons denken over Jezus gaat van Hem zien als ‘overbodig’, ‘vijand’, ‘raar’, etc. naar Hem als Verlosser en Heere zien. Als kerk zien we Hem als het Hoofd van de kerk, we worden door Hem geleid. Hij heeft álle antwoorden, woorden van eeuwig leven.
    o Ons denken over mensen wordt anders. Waar we vanuit onze natuur niet van álle mensen houden, is dat “in Christus” anders. Álle mensen hebben het Evangelie nodig, de héle kerk is onze familie “in Christus”. Dat maakt onze blik op mensen anders.
  • Onder “alles” valt ook ons willen. I.p.v. de dingen van de wereld, wil de nieuwe natuur nu de dingen van de Heere. Tijd met Hem, tijd met Zijn kerk, de wereld over Hem vertellen, etc. Dat wordt allemaal belangrijker dan dat wat we vóór Christus belangrijk vonden.
    o Waar identiteit o.a. bepaald wérd door ons oude willen, mogen we nu leren leven naar Gods willen. We mogen zien dat Hij ons identiteit geeft, dat Hij dingen van en voor ons wil die goed zijn. En daar mogen we naar leven.
  • Het “alles” gaat ook over onze daden. Voorheen waren onze daden op onszelf gericht, het doen van wat óns blij maakt. In Christus willen we God eren, Hem blij maken. In Christus wil je doen wat past bij Hem en laten wat daar niet bij hoort. Alles is nieuw, dus ook je daden.
    o Natuurlijk gaat dit stapje voor stapje, maar doordat denken en willen “nieuw” zijn, zal dat effect hebben op je daden. God heeft “alles nieuw” gemaakt, wat betekent dat wij, de kerk, andere dingen zullen gaan doen. Dat wat past bij de vernieuwing.
    Dit, en meer, is het leven waar Paulus het over heeft in 2 Korinthe 5:17. Hij heeft het over totale, complete vernieuwing. Hij praat over het feit dat álles op de kop staat, door Gods werk in ons. En dat hoort zichtbaar te worden in álles, want “alles is nieuw geworden”.

De logische vraag is dan echter wel, hoe ziet dit nieuwe leven er uit? Hoe ziet het er uit om als “nieuwe schepping” te leven? Wat betekent het praktisch voor mij, maar ook voor ons als gemeente, dat ‘alles nieuw geworden’ is? Daar geeft het Woord ons gelukkig antwoord op.
Efeze 4:25-32 “Leg daarom de leugen af en spreek de waarheid, ieder tegen zijn naaste; wij zijn immers leden van elkaar. Word boos, maar zondig niet; laat de zon niet ondergaan over uw boosheid, en geef de duivel geen plaats. Wie gestolen heeft, moet niet meer stelen, maar zich liever inspannen om met de handen goed werk te doen, om iets te kunnen delen met wie gebrek heeft. Laat er geen vuile taal uit uw mond komen, maar wel iets goeds, wat nuttig is tot opbouw, opdat het genade geeft aan hen die het horen. En bedroef de Heilige Geest van God niet, door Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing. Laat alle bitterheid, woede, toorn, geschreeuw en laster van u weggenomen worden, met alle slechtheid, maar wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft.”

  • Laat waarheid onze woorden als kerk leiden
  • Laten we Bijbels boos worden, maar niet zondigen
  • Laten we niet stelen, maar werken om in noden anderen te voorzien
  • Laten we woorden van opbouw spreken, die komen uit een hart vol liefde
  • Laten we vriendelijk en vergevingsgezind zijn
    o Dat past allemaal bij de nieuwe natuur die we hebben, door Jezus’ genade
    Romeinen 15:5-6 “En de God van de volharding en van de vertroosting moge u geven onderling eensgezind te zijn in overeenstemming met Christus Jezus, opdat u eensgezind, met één mond, de God en Vader van onze Heere Jezus Christus verheerlijkt.”