Theologische barrière voor liefde

Introductie
Voorstellen. Vandaag gaan een kijkje nemen in de brief aan de Galaten.
Context:
Paulus schreef de brief aan de Galaten omdat ze misleid werden door dwaalleraars (4.17 en 5.10). Hierdoor vielen de Galaten terug in oude patronen, waardoor ze hun redding probeerden te verdienen door zich aan Joodse tradities te houden, de wetten (3.2-3). Ze gingen weer zich aan dagen houden (4.10), zich besnijden (5.2) en uit andere werken uit de wet leven (2.16). Dit zorgde voor veel onrust binnen de kerk, op een punt dat afgunst, wrok en bitterheid hun ziel gingen verteren (5.15). Paulus roept dan de Galaten op om weer vast te houden aan Christus (5.1), door wie we gerechtvaardigd kunnen worden alleen uit geloof (2.16). Hoe het op dit punt kon komen, is iets waar we naar gaan kijken.
De brief is zo opgebouwd met het doel om de Galaten weer terug te brengen bij Christus. Eerst moet Paulus de Galaten terugwijzen naar het Evangelie, die hij persoonlijke van Christus heeft gekregen (1.1), en zijn autoriteit als apostel, ook door Christus gegeven – 1.6-2.14. Vervolgens begint Paulus de valse leer af te breken, door te laten zien dat we niet uit de wet gerechtvaardigd kunnen worden – 2.15-3.12. Na het afbreken moet Paulus weer de Galaten herbouwen op het juiste fundament, het geloof – 3.13-4.31. Dit past hij vervolgens toe in hoe de Galaten onderling moeten leven – 5.1-6.15.
Galaten 5.1-13
Voordat Paulus aan Galaten 5 begint, geeft hij een korte vergelijking tussen Izak en Ismaël. Ismaël vertegenwoordigt de mensen die uit de wet leven en daaruit gerechtvaardigd willen worden, dus die daar nog slaaf van zijn. Aan de andere kant hebben we Izak, die vertegenwoordigt de Christenen die uit geloof zijn wedergeboren en niet meer onder de wet leven. En Paulus maakt duidelijk dat deze tweeën niet samen kunnen leven (4.30). Als we uit geloof leven, zijn we kinderen van de vrije en erfgenaam van God (4.7).
En nu dit duidelijk is gemaakt aan de Galaten, roept Paulus hen op om vast te staan in de vrijheid en niet weer het juk van slavernij op zich te nemen. Wat bedoelt Paulus met “juk van slavernij”? Het woord juk wordt 6 keer gebruikt in het Nieuwe Testament, elke keer om “last” aan te duiden, iets wat zwaar is, een bagage (Mt 11.29-30).
29 Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel;
30 want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.
Dus als eerst roept Paulus de Galaten op om niet weer een last op zich te nemen, een last van slavernij. Wat houdt deze slavernij in? Dit zijn de tradities uit de wetten van de Joden (Gl. 3.10, Hd. 15.10, Mt 23.4). Paulus roept de Galaten dus op om niet de last te dragen van de wetten en tradities, zoals de besnijdenis.
Galaten 5.2-4
2 Zie, ik, Paulus, zeg u dat, als u zich laat besnijden, Christus u van geen nut zal zijn.
3 En nogmaals betuig ik aan ieder mens die zich laat besnijden, dat hij verplicht is de hele wet te onderhouden.
4 U bent van Christus losgeraakt, u die door de wet gerechtvaardigd wilt worden; en daarmee bent u uit de genade gevallen.
Waarom zijn de wetten en tradities houden zo een last? Daarvoor moeten we naar de motivatie van de Galaten kijken, de beweegreden van hun hart. Waarom wilden ze dit doen? Vers 4: omdat ze gerechtvaardigd wilden worden. Ze willen hun eigen steentje bijdragen in hun redding. Paulus maakt het dan heel duidelijk: als je gerechtvaardigd wil worden, dan moet je niet alleen zich laten besnijden, niet alleen een aantal wetten houden, de wetten die goed voor je uitkomen, maar je moet je aan alle wetten en tradities houden. Als je je gerechtigheid wil verdienen, dan moet je leven zoals Jezus geleefd heeft. Dat is past een last. Je moet je aan al de 613 geboden houden die in de Bijbel staan. Dat is het juk van slavernij.
Paulus zegt dan in vers 2 en 4 dat in dit geval Christus van geen nut zal zijn en dat de Galaten van Christus zijn losgeraakt. Wanneer de Galaten hun eigen steentje bij willen dragen, door aan wetten te voldoen, dan verschuiven ze de glorie van God naar hun eigen werken. En een ding dat de Bijbel heel duidelijk maakt, is dat alle glorie Hem toebehoort. (Psalm 115.1 maakt dit heel duidelijk.) Ook Paulus zelf benadrukt dit in Efeze 3.20-21.
20 Hem nu Die bij machte is te doen ver boven alles wat wij bidden of denken, overeenkomstig de kracht die in ons werkzaam is,
21 Hem zij de heerlijkheid in de gemeente, door Christus Jezus, in alle geslachten, tot in alle eeuwigheid. Amen.
Wanneer de Galaten hun redding denken te verdienen, dan zeggen ze nee tegen het offer van Jezus en zijn ze daarmee uit de genade gevallen.
Galaten 5.5
5Want wij verwachten door de Geest, uit het geloof, de hoop van de gerechtigheid.
Als Christenen hebben we hoop, geloven we en verwachten we gerechtigheid. Dit is een zekerheid die we mogen hebben door de Heilige Geest, door de Trooster die ons helpt herinneren alles wat Jezus gezegd heeft (Jo. 14.26). In Zijn woorden mogen we rust vinden, in deze zekerheid mogen we rust vinden. Maar wanneer we zelf ons redding willen verdienen, dan vallen we uit de genade en verliezen we deze rust. Adam Clarke zegt: “De vrede en liefde van God, ontvangen door Jezus Christus, kan niet blijven in de harten van hen die Christus hebben verworpen”. Wanneer we zelf ons steentje bij willen dragen, dan verwerpen we het offer van Christus en vallen we uit de genade die ons geschonken is uit liefde. Want Paulus gaat verder in vers 6.
Galaten 5.6
6 In Christus Jezus heeft namelijk niet het besneden zijn enige kracht, en ook niet het onbesneden zijn, maar het geloof, dat door de liefde werkzaam is.
De kracht om gerechtvaardigd te worden ligt niet aan de tradities houden, besneden of onbesneden, de Sabbat houden of niet, vlees eten of geen vlees eten, maar alleen in het geloof in Jezus Christus (Rm. 10.9). Maar daar houdt Paulus het niet bij. Het is namelijk een geloof dat door de liefde werkzaam is. Geloof kan niet werken zonder liefde, iets wat we ook terug zien komen door heel het Nieuwe Testament heen (Rm. 12.9-10, Kl. 3.12-14, 1 Pe. 4.8-11, 1 Jo. 4.7-11).
Ik wil graag stilstaan bij 3 belangrijke aspecten van liefde:
1.
1 Johannes 4.7-11: Als eerste moeten we ons beseffend dat God liefde is. Alles wat Hij doet draait om liefde, dat is ook waarom Hij Zijn Zoon gezonden heeft om voor ons te sterven. En wij als Zijn kinderen moeten ook die liefde weerspiegelen naar elkaar. Hoe kunnen we dat doen? Dat lezen we in het voorgaande hoofdstuk.
2.
1 Johannes 3.16-18: Liefde is iets wat zichtbaar is, iets wat we moeten oefenen tot het punt dat we ons leven voor elkaar zouden moeten geven. We denken dan vaak aan voor elkaar sterven, maar als we ons wil, onze agenda niet willen geven aan elkaar, hoe kunnen we dan uiteindelijk ons leven geven aan elkaar. Gods liefde weerspiegelen doen we niet alleen door dingen naar elkaar uit te spreken, maar vooral door dingen voor elkaar te doen in liefde. Wat kunnen we dan doen?
3.
1 Petrus 4.8-11: als eerst, elkaars zonde bedekken, dat is weer zonder vergeven die tegen je is aangedaan. Want waar zonde is, daar is ook een breuk in relatie. Die moet eerst hersteld worden voordat er weer fellowship kan zijn, zodat we weer gediend kan worden en bovenal dat er eenheid kan zijn in Christus. Alles tot de heerlijkheid van God. Dat is waar alles om draait: “Hem komt de heerlijkheid en de kracht toe, tot in alle eeuwigheid”.
Voor het laatste kenmerk wil ik stil staan bij 1 Korinthe. Een ander kerk waar breuk was doordat christenen zich beter gingen achten dan anderen, door de “vrijheid” die ze hadden in Christus (1 Ko. 10.23) of omdat ze bepaalde gaven hadden. Paulus komt dan aan in 1 Korinthe 13.1-3.
1 Al zou ik de talen van de mensen en van de engelen spreken, maar ik had de liefde niet, dan zou ik klinkend koper of een schallende cimbaal zijn geworden.
2 En al zou ik de gave van de profetie hebben en alle geheimenissen weten en alle kennis bezitten, en al zou ik al het geloof hebben zodat ik bergen zou verzetten, maar ik had de liefde niet, dan was ik niets.
3 En al zou ik al mijn bezittingen uitdelen tot levensonderhoud van de armen, en al zou ik mijn lichaam overgeven om verbrand te worden, maar ik had de liefde niet, het baatte mij niets.
Paulus noemt in deze tekst maatstaven die de Korintiërs gebruikten om geestelijke volwassenheid te meten: gaven van tongen en profetie, en voor de armen zorgen. Alles wat zou moeten bewijzen dat ze een groter geloof hadden. “En al zou ik al het geloof hebben zodat ik bergen zou verzetten, maar had ik de liefde niet, dan was ik niets”. Wat zijn maatstaven die wij gebruiken om geestelijke volwassenheid te meten? Wat zijn de steentjes die wij bij willen dragen? Waar vinden we onze identiteit?
We hebben gezien dat Gods essentie liefde is. Hij is een nederig, zachtmoedig en geduldig God. Wij als christenen, als Gods kinderen, zouden we deze essentie moeten weerspiegelen, als eerst naar de personen waarmee we dichtstbij leven en vervolgens naar elkaar. Dit is hoe we herkend moeten worden, het is iets zichtbaars (Jo. 13.35), iets praktisch (1 Jo. 3.18). En hieruit moet ons geloof vloeien.
Galaten 5.7
7 U liep zo goed; wie heeft u verhinderd de waarheid te blijven gehoorzamen?
Toen de Galaten net tot geloof kwamen, liepen ze door de liefde oprecht in het geloof. Clarke zegt: “(De Galaten) waren oprechte, actieve en nuttige Christenen”. Maar nu vraagt Paulus hen, waarom bent u van het juiste pad afgeslagen? We zouden net als Johannes kunnen verwoorden (Op. 2.4), waarom hebt u uw eerste liefde verlaten? En dit is een vraag die we ook aan onszelf
zouden moeten stellen. Dan hoor ik je denken: “Wat bedoel je Gabriel?” Laten we even uitzoomen en stapje achteruitzetten.
Het probleem van in tradities vallen om ons gerechtigheid te verdienen (want dat is het in essentie) of om het als maatstaven te gebruiken, is niet iets wat we alleen in de Galaten brief terugzien, maar door heel het Nieuwe Testament heen. Dit begint al met Jezus en de Farizeeën, met alle tradities en regels die ze op het volk legden, maar zichzelf er niet aan hielden (Mt. 23.1-5). Dit komt terug in Romeinen (Rm. 10) en Korinthe (1 Ko. 13), hier in Galaten en in Filippenzen (Fl. 3) tot en met de brieven van Johannes en in Openbaring. Dit alles bracht onenigheid en breuk in de kerk, liefde werd uitgedoofd en fellowship stierf uit.
Ik wil even duidelijk zijn, er is niets mis met tradities volgen, geen vlees eten of de zondag houden. Maar als ik bepaal dat sommige tradities nodig zijn voor mijn redding, of een maatstaf zijn van geestelijke volwassenheid, dan leg ik niet alleen een juk van slavernij op mijn schouders, maar ook op die van mijn lieve broeder. Want als hij zich niet aan mijn tradities gaat houden, dan acht ik mezelf automatisch geestelijker dan hij. Het wordt haast mijn identiteit.
Laat ik dit verduidelijken met een voorbeeld uit mijn eigen leven. Een tijd geleden heb ik studies mogen doen met een geliefde groep. Tijdens een van de studies bracht een geliefde broeder het onderwerp over de doop op tafel. Snel werd het duidelijk dat we niet hetzelfde erin stonden. Mijn eerste gedachten waren: Hoe kan ik hem overtuigen dat mijn visie correct is? In mijn hoofd was ik mezelf al boven hem aan het plaatsen, ik wilde hem een geestelijk lesje leren. Ik werd team doop x en hij team doop y. Doordat ik zo ging denken en mezelf boven hem ging plaatsen, heb ik een prachtig kans gemist om een vriendschap te bouwen met deze lieve broeder. Mijn identiteit in doop x werd belangrijker dan mijn identiteit in Christus.
Dit is een patroon waar de kerken in het Nieuwe Testament steeds weer op terugvielen. Mijn vraag aan ons is dan: zijn wij als kerk, als Calvary Chapel Haarlemmermeer, ook van bewust dat dit ook ons valkuil is? Laat ik persoonlijker zijn: ben jij je ervan bewust dat dit jouw valkuil is? (Wat zijn de steentjes die jij bij wil dragen om God te helpen?) Wat zijn de geestelijke maatstaven die je in je eigen leven legt en ook op je broeder of zuster? Wat is je identiteit?
Voorbeelden: kinderdoop/volwassendoop, verleden/kerk waar je vandaag komt, wat je eet, tv thuis of niet, thuisonderwijs, type muziek die je luistert, trouw aan je fellowshipavonden, thuismoeder zijn of juist werkmoeder, hoe je kinderen opgevoed zijn, etc.
Galaten 5.8
8 Deze overreding is niet afkomstig van Hem Die u roept.
Het forceren van je identiteit op anderen, andere meten aan jouw geestelijke maatstaven is niet iets wat afkomstig is van God. Het is arrogantie en hoogmoed! Je zet jezelf in de positie van God en oordeelt anderen. “Gabriel, overdrijf je niet een beetje?” Nee! Dat is precies wat de Farizeeën deden en wat zei Jezus over hen?
Galaten 5.9
9 Een beetje zuurdeeg doorzuurt het hele deeg.
Lieve broeders en zussen, het begint klein, maar voordat je het weet beheerst het je hele doen en laten. Het wordt je identiteit. Niet alleen je persoonlijk leven, maar je gaat anderen oordelen en veroordelen. Het wordt onaangenaam en geestelijke relaties beginnen te verbreken. Dit alles
terwijl je tegen jezelf zegt dat jij de geestelijke volwassen bent in deze onaangename, verschrikkelijke situatie vol breuk en afgunst (Gl. 5.15).
Dit zeg ik uit eigen ervaring. Je creëert niet alleen wrok tegen mensen die niet in jouw identiteit passen, zoals ik tegen mijn lieve broeder heb gecreëerd. Maar je gaat je ook afzonderen, omdat je egoïstisch bezig bent met je eigen wereldje. Wanneer je in contact komt met anderen, praat je slecht over broeders en zussen die niet in jouw straatje passen. Je zet mensen tegenover elkaar, en voordat je het weet zijn we alleen maar bezig met elkaar te bijten en te verslinden. Wrok verteert niet alleen een mens vanbinnen, zoals Lou Priolo altijd zei: “Het is gif drinken en hopen dat de ander doodgaat”, maar het verteert ook de kerk van binnenuit.
(Paul David Tripp zegt het volgende over theologische afgoderij: “(blz. 70)”. Christus wordt van de troon gestoten wanneer we onze identiteit ergens anders vinden dan in Hem, ook al is het iets theologisch.) Maar er is hoop!
Galaten 5.10
10 Ik vertrouw van u in de Heere dat u niet anders gezind zult zijn; maar hij die u in verwarring brengt, zal het oordeel dragen, wie hij ook is.
Net als Paulus heb ik hoop dat wanneer we dit lezen en ons hart toetsen, we weer opzoek zullen gaan naar eensgezindheid. Dat we weer opzoek zullen gaan naar de Liefde, naar onze identiteit in Christus. En dit kan alleen als we afstand nemen van onze “theologische” identiteit. Als eerst in onze verticale relatie met de Heer. De Bijbel zegt in 2 Kronieken 7.14 dat God ons relatie met Hem herstelt wanneer we in nederigheid buigen en tot Hem bidden. Maar vaak moeten we ook aan onze horizontale relatie werken. Misschien moet je naar een broer of zus gaan waar je wrok tegen hebt opgebouwd en vergeving vragen, ook al heb je misschien zelf niet iets verkeerds gedaan. Naar een broeder of zuster gaan waarover je hebt geroddeld, of misschien in je hart slecht over hebt nagedacht en vergeving vragen. Dit alles uit liefde, omdat God liefde is en je weer dichter bij Hem wilt komen. Er is geen andere manier om dichter bij Hem te komen dan door vergeving van zonde te vragen en dat ook naar elkaar toe uit te spreken. Vertrouw me maar, ik heb het al vaak geprobeerd om het zelf te doen. Maar wanneer je vergeving vraagt voel je je zo licht, zo vrij. Dit is juist Jezus’ juk op je nemen.
Paulus sluit dan dit gedeelte af met een sterke boodschap.
Galaten 5.10-12
10 Ik vertrouw van u in de Heere dat u niet anders gezind zult zijn; maar hij die u in verwarring brengt, zal het oordeel dragen, wie hij ook is.
11 Maar ik, broeders, als ik nog de besnijdenis verkondig, waarom word ik dan nog vervolgd? Dan is immers het struikelblok van het kruis tenietgedaan.
12 Lieten zij die u opruien, zich maar afsnijden!
Onze theologische identiteit is een barrière om tot God te komen, om tot de ware Liefde te komen. Net als de besnijdenis een struikelblok was voor de Joden om tot het Kruis te komen. Wanneer we dit struikelblok ook voor andermans voeten gaan zetten, dan zullen we het oordeel dragen. Paulus zegt in vers 12 dat het beter zou zijn als we niet meer fellowship, gemeenschap met elkaar zouden hebben. “Laat degene die barrières plaatst weggestuurd worden uit de kerk”.
Lieve broeders en zussen, laten we deze woorden niet lichthartig opnemen, maar juist elkaar aanwakkeren in de Liefde.
Galaten 5.13
13 Want u bent tot vrijheid geroepen, broeders, alleen niet tot die vrijheid die aanleiding geeft aan het vlees; maar dien elkaar door de liefde.
Ik wil afsluiten met 3 punten en ik wil jullie vragen om hier serieus over na te denken, niet alleen vandaag, maar elke keer wanneer je iemand wilt counselen over iets theologisch, elke keer wanneer je een appje wilt delen in de groepsapp over jouw theologische visie of iemand op iets theologisch wilt aanwijzen.
1.
Psalm 139.23-24: 23 Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, beproef mij en ken mijn gedachten. 24 Zie of er bij mij een schadelijke weg is en leid mij op de eeuwige weg.
Beproef je hart. Vraag God om je te doorgronden je of je geen geestelijke maatstaven hebt gecreëerd in je leven. Of je daardoor geen wrok tegen je broer of zus hebt opgebouwd. Of je niet over hen geroddeld hebt, slechte dingen in je hart hebt gedacht. Als dit het geval is, vraag ten eerste vergeving aan God en stap daarna naar je broer o zus en vraag ook aan hen vergeving, zodat er herstel in Christus plaats kan vinden.
2.
Galaten 6.4: 4 Maar laat ieder zijn eigen werk beproeven; dan zal hij alleen voor zichzelf stof tot roemen hebben, en niet voor de ander.
Beproef ook je eigen werken. Waarom doe ik wat ik doe? Waarom “voorbeelden uit voorgaande stuk”? Is het omdat ik dichter bij God wil leven en meer in Zijn liefde wil groeien, of omdat het een deel geworden is uit mijn identiteit? Als het tweede punt antwoord geeft op de vraag, praat dan met iemand er over die geestelijk sterk staat op dat gebied. Ga samen ervoor bidden.
3.
Galaten 6.1: 1 Broeders, ook als iemand onverhoeds tot enige overtreding komt, moet u die geestelijk bent, zo iemand weer terechtbrengen, in een geest van zachtmoedigheid. Houd intussen uzelf in het oog, opdat ook u niet in verzoeking komt.
Nadat we onszelf hebben beproefd, laten we elkaar in liefde, “in een geest van zachtmoedigheid”, weer op Hem wijzen. En wanneer de ander niet wil luisteren of moeite mee heeft, vers 2, laten we dan samen zijn/haar last dragen. In dit hele proces, moeten we weer ons hart in de gaten houden, dat we niet zelf in zonde gaan vallen. Als dit het geval is, laten we weer bij punt 1 beginnen.
Dit is hoe we elkaar dienen door de liefde en hoe we de wet van Christus kunnen vervullen. Ter bemoediging:
Galaten 6.9-10, 18.
9 En laten wij niet moe worden goed te doen, want te zijner tijd zullen wij oogsten, als wij het niet opgeven.
10 Laten wij dus, terwijl wij gelegenheid hebben, goeddoen aan allen, maar vooral aan de huisgenoten van het geloof.
18 De genade van onze Heere Jezus Christus zij met uw geest, broeders! Amen.
Bidden.