Romeinen 16:25-27 Het Evangelie leidt tot aanbidding
Tim Keller: “Je kunt er niet voor kiezen óf je aanbidt. Iedereen aanbidt iets. De enige keuze die je hebt, is wat je aanbidt.”
Dit is de keuze waar ieder mens voor staat, christen of niet. Elke dag moeten we kiezen wie of wat we aanbidden. En die keuze heeft verstrekkende gevolgen. Wie of wat jij aanbidt bepaalt welke keuzes jij maakt, wat je belangrijk vindt en hoe je je leven indeelt.
David Wallace: “Als je geld en bezit aanbidt – als dáár je echte betekenis in het leven vandaan komt – dan zul je nooit genoeg hebben, nooit het gevoel hebben dat je genoeg hebt… Aanbid je je lichaam, schoonheid en seksuele aantrekkingskracht, dan zul je je altijd lelijk voelen. En wanneer tijd en ouderdom zichtbaar worden, zul je duizend doden sterven vóórdat de laatste je treft… Aanbid je macht, dan zul je je uiteindelijk zwak en bang voelen, en zul je steeds meer macht over anderen nodig hebben om jezelf te verdoven tegen je eigen angst. Aanbid je verstand, je reputatie als iemand die slim is, dan zul je je uiteindelijk dom voelen, een bedrieger, altijd op het punt om ontmaskerd te worden. Maar het verraderlijke van deze vormen van aanbidding is… ze zijn onbewust. Het zijn de standaardinstellingen van ons hart.”
- David Wallace was geen christen, maar dit zag hij heel goed. Hij had goed door dat wát jij aanbidt, je leven zal bepalen. Daarom, christen, is het vandaag zo belangrijk dat jij kiest wat jij aanbidt, wat jij belangrijk vindt, waar jouw tijd, aandacht en energie naartoe gaan.
- Als je wil weten wie of wat jij aanbidt, dan kan je jezelf een paar vragen stellen: waar kan je wakker voor worden gemaakt? Waar ben jij bereid tijd, geld en energie aan te spenderen? Waar denk je aan wanneer je wakker wordt?
- De antwoorden op deze vragen geven een duidelijk beeld van wat er belangrijk is in je leven, wat jij aanbidt. En je kan heel ‘goede dingen’ aanbidden. Je kan van een ‘goed iets’ en ‘god iets’ maken, waardoor het fout wordt.
Exodus 20:2-3 “Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis, geleid heeft. U zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben.”
Als mensen vinden we dit heel moeilijk, we zetten heel snel iets of iemand boven God. Werk, comfort, carrière, gezin, bediening, fysiek, seks, drugs, sport, etc. We kunnen álles belangrijker maken dan God, álles aanbidden bóven God. En dat is niet de bedoeling.
- We zijn gemaakt om God eer te geven, om Hem te aanbidden. Dat is het doel van ons leven op aarde; daarnaast is God álle eer en aanbidding in het universum waard. Dan moeten we niet eer en aanbidding aan iets of iemand anders gaan geven dan aan Hem.
Romeinen 16:25-27 Het Evangelie leidt tot aanbidding
Zo aan het einde van de brief geeft Paulus zijn afsluitende gedachten mee. Hij heeft het hele Evangelie uiteengezet, in al haar glorie, macht en reddende kracht. Na alle namen (v1-16), les over valse leer (v17-18) en Gods genade (v19-24) eindigt hij met juiste, Bijbelse aanbidding.
- Paulus kán niet anders dan eindigen met God aanbidden. Het Evangelie is voor hem álle reden om God te aanbidden, zeker als je ziet welke redenen hij nog gaat aangeven voor zijn lofprijs. Het Evangelie is zó geweldig, mooi, noodzakelijk, etc. dat dit de enige juiste reactie is.
In v25-27 zien we een echte ‘Paulus’ constructie. Hij begint een gedachte in v25, die hij pas afmaakt in v27. “Hem nu Die in staat is u vast te doen staan” (v25) is de link naar v27, “de alleenwijze God, zij door Jezus Christus de heerlijkheid tot in alle eeuwigheid. Amen”.
- Dit is de conclusie die hij trekt. Dit is de lofzang op God waarmee hij wil afsluiten. Hij wil dat de kerk mét hem God aanbidt. De God Die ieder mens overeind kan laten staan (v25), de alleenwijze God (v27); Díe God is “heerlijkheid tot in alle eeuwigheid” waard!
Paulus begon de brief met het Evangelie (H1:1-6) en de God ván het Evangelie. Nu hij tussendoor dat Evangelie uitgelegd heeft, is het niet meer dan logisch om God te aanbidden en de eer te geven die Hem rechtmatig toekomt. Hij kán niet anders dan aanwijzen waaróm God al die aanbidding waard is.
- God kan ons vast doen staan (v25)
Hij begint met aangeven dat God Degene is Die ons ‘vast kan doen staan’. Dit heeft het idee van ‘stabiel’ zijn, ‘gesterkt’ worden en ‘constant’ zijn. Dat is een schaars iets in deze wereld, maar het is wel keihard nodig.
- In de vreugde, de mooie dingen, maar ook in de moeite, pijn, vragen, twijfels, etc. is ‘vaststaan’ soms lastig. Het kan voelen als een onbereikbaar iets, zeker als alles om je heen te veel is. Dan is het zo’n geruststelling dat God jou vast kan laten staan, dat je het niet zelf hoeft te doen!
Door de hele brief is Paulus ons aan het wijzen op God, op Zijn werk voor ons, Zijn liefde, genade, goedheid, geduld, trouw, etc. Níks hangt van ons af, Hij moet het werk doen. Dat geldt ook voor ‘vaststaan', ‘stabiel’ of ‘constant’ zijn; dat is Zijn werk in jou.
- Ik vind dit een heerlijke geruststelling, dat wanneer ik het niet meer trek, Hij klaarstaat om me overeind te houden. Hij wil je helpen om stabiel te zijn, en worden, gesterkt te zijn ín en vóór de situatie. Dat heb ik keihard nodig, vooral omdat het Zijn werk in mij is.
- Ook wanneer dingen voorspoedig gaan, wanneer het leven meezit, heb ik Hem nodig om niet te vallen in overmoed. En ook dan is Hij er om te helpen. Dat is zoiets geweldigs, zoveel genade, zo mooi; dat is alleen maar reden om God te aanbidden.
Nu weet ik dat niet iedereen vóelt dat God je overeind houdt, dat je meer onderuit lijkt te gaan dan overeind blijft. Hoe zit dat dan? Doe je iets fout als je valt? Ligt de moeilijke periode waar je in zit aan jou en moet je iets ‘doen’ om er dan uit te komen?
- God is een liefdevol en genadig God, Die als liefdevolle Vader ons wil vormen naar het beeld van Zijn Zoon. Hij gebruikt álles dat nodig is om dat voor elkaar te krijgen. En deel van dat proces is dat je dingen moet aan- en afleren; dingen die soms heel diep in je hart zitten.
- Soms moeten we vallen, om te leren op God te leunen i.p.v. onszelf. Soms moeten we verliezen, om te zien dat we méér hebben in Jezus dan in wat we zelf denken te hebben. Soms moeten we pijn lijden om te leren hoeveel beter Jezus is dan de rest.
- Onderschat niet wat God je wil leren door deze dingen heen. En áltijd is Hij er, is Hij bij je. Hij zal je nooit alleen laten, nooit loslaten. Het vallen, het verlies, het lijden en de pijn zijn nooit zonder reden. Hij laat het toe om je meer op Jezus te laten lijken.
- Het is dus niet ‘jouw schuld’, je ‘faalt niet’, God ‘haat’ je niet. Hij houdt van je, daarom is Hij bezig om je te hervormen naar het beeld van Zijn Zoon. Hij wil je van alles aan- en afleren om meer op Hem te gaan lijken.
Hij is de God Die jou overeind kan houden. Je hoeft niet zelf hard te werken, sterk of slim te zijn; je mag leren volledig op Hem te vertrouwen. Je mag leren afhankelijk te zijn van Hem voor álles, Hij geeft alles dat je nodig hebt. Dat is hoe goed God is, dat is waarom Hij álle aanbidding waard is.
Bij het bestuderen van Gods Woord zijn er verschillende dingen die je kan doen. Een van de belangrijke dingen is het gaan herkennen van herhaalde woorden. In v25-26 gebruikt Paulus 3x het woord “overeenkomstig”. Zodra dat opvalt, kan je die woorden onderstrepen, markeren, etc. en opzoeken.
- Dit woord heeft het idee van ‘volgens’ of ‘zoals’. Wat Paulus hier doet, is 3 redenen geven voor waaróm hij God alle eer waard vindt. 3 dingen waarmee God laat zien dat Hij ons vast kan laten staan.
- Het Evangelie en Jezus’ prediking (v25)
Wat Paulus hier ziet is dat God de kerk, jou, ‘vast laat staan’, ‘stabiel’ laat zijn, dóór het Evangelie. Hij ziet dat het effect van zowel het Evangelie, als Jezus’ prediking is dat we stabiel zijn. En dat is een effect dat we allemaal, dagelijks, nodig hebben.
- Doordat we zien dat we totaal afhankelijk zijn van God, het Evangelie, doordat we op God Zelf gericht worden, Jezus’ prediking, kunnen we stabiel zijn. Dit is waarom we het Evangelie én Jezus’ prediking nodig hebben.
- Nodig voor je eigen hart
Elke dag hebben we zélf het Evangelie nodig. Het is makkelijk om te bedenken dat de nog-niet-gelovige wereld Gods goede nieuws nodig heeft. Ze hebben het nodig om te horen dat ze zondaren zijn, die Jezus als Redder nodig hebben en in geloof tot Hem moeten komen.
- We gaan dan alleen voorbij aan het feit dat we deze boodschap zélf hard nodig hebben. We komen elke dag in situaties waarin het menselijk onmogelijk is om God-erend te reageren. Dat is het moment dat we het Evangelie zelf nodig hebben.
- Op díe momenten moeten we horen dat we het zelf niet kunnen. We moeten dan leren terugvallen op Jezus, op Zijn werk, Zijn liefde en Zijn kracht. We moeten Hem gaan erkennen voor Wie Hij is. En dan in geloven voor hulp, kracht, leiding, etc. om God-erend te handelen.
‘Het Evangelie aan jezelf prediken’, dat is zo’n zin die we weleens horen of gebruiken. Maar hoe doe je dat? Wat betekent dit voor je dagelijks leven? Zonder antwoord op die vragen blijft dit een theorie, terwijl we de praktijk nodig hebben.
Tripp: “We maken er een dagelijkse gewoonte van om: 1) te staren naar de schoonheid van Christus, 2) ons te herinneren wie we zijn als kind van God, 3) te rusten in Zijn kracht en voorziening, en vervolgens 4) te handelen in afhankelijkheid van Hem.”
Dit is o.a. hoe je dit doet. Door naar Jezus te kijken in al Zijn schoonheid gaan we Hem zien voor Wie Hij is. In het licht van God verandert alles. Situaties worden in het juiste perspectief gezet als we ons herinneren Wie Jezus is.
- Terugdenken aan wie we zijn als Gods kinderen is de volgende stap. Vóór alles ben je Gods geliefde kind, het kind voor wie Hij gestorven is. Wat Hij over jou zegt is wie jij bent, niet wat je zelf denkt of een ander zegt/denkt. Daar moet je jezelf aan herinneren.
- Rusten in Zijn kracht en voorziening haalt de last van jóuw schouders. I.p.v. dat de oplossing voor een situatie van jou afhangt, is het aan God. Hij moet kracht en middelen geven, Hij is aan zet; die overgave is rustgevend, maar is wel een keuze.
- Handelen in overgave is de laatste stap, die voortvloeit uit de eerdere stappen. Je zal je pas overgeven als je weet aan Wie, als je weet wie Hij zegt dat je bent en je Zijn kracht en voorziening vertrouwt. Dan is overgave maar een kleine stap.
Dit heb je dagelijks nodig. En dit is elke dag een geweldige reden om God te aanbidden, dit zal je ook overeind houden. Het pure Evangelie geeft zoveel rust, kracht, wijsheid, overgave, etc. En dit is alle reden, en meer, die nodig is om God te aanbidden. Predik jezelf het Evangelie.
- Nodig voor de ander
Hoe meer je het Evangelie aan jezelf predikt, hoe meer het ook logisch is om naar de ander te prediken. Je bent er zelf continu mee bezig, dan is dit logisch om te doen. Je ziet dan dóór je eigen noodzaak, dat de nood van de ander net zo hoog is. Daarom zal je het ook gaan preken naar de ander.
- Gelegen of ongelegen, het Evangelie zit dan in je hart, hoofd en mond. Je zal dat naar gelovigen en nog-niet-gelovigen brengen; beide hebben het Evangelie nodig. Beide hebben Jezus nodig en wat Hij allemaal gezegd en gedaan heeft. Breng de ander het Evangelie.
- De openbaring van het geheimenis (v25-26)
Het Joodse volk had de opdracht van God gekregen om Hem te volgen, Zijn volk te zijn. Ze hielden dat echter voor zichzelf en waren niet bezig met de volken om hen heen. Het “geheimenis” waar Paulus over spreekt (v25) is dat God Jood én heiden wil redden, tot Zichzelf wil trekken.
- Het is het Evangelie, en Jezus’ prediking, dat Jezus kwam, stierf, opstond en terugging naar de hemel voor Jood én heiden. Dát is het nieuws dat “verzwegen was” (v25), “maar nu geopenbaard is” (v26).
2 Timotheüs 1:9-10 “Hij heeft ons zalig gemaakt en geroepen met een heilige roeping, niet overeenkomstig onze werken, maar overeenkomstig Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de tijden der eeuwen, maar nu is geopenbaard door de verschijning van onze Zaligmaker, Jezus Christus, Die de dood tenietgedaan heeft, en het leven en de onvergankelijkheid aan het licht gebracht door het Evangelie,”
Jezus is Wie er geopenbaard is, Jezus is Wie voorspeld is “door de profetische Schriften” (v26). Het OT vertelt het verhaal van Gods reddingsplan, dat Hij volbrengt dóór Jezus, vóór elk mens. Dat is het plan dat de profeten vertelden, maar waarvan ze niet wisten dat het door Jezus vervuld zou worden.
- Jesaja, Micha, Zefanja, Haggaï en anderen profeteren over Jezus, zonder dat de profeten wisten dat het over Jezus ging. Ze verlangden ernaar om te weten waar het over ging, maar dienden óns door God trouw te zijn, zoals Petrus ook zegt (1 Petrus 1).
Deze openbaring, de zegen dat we sámen één zijn in Christus, dat geeft ons alle reden om God te aanbidden. Het is puur genade dat we gered kunnen worden. Het is Zijn werk, Zijn liefde, Zijn ingrijpen; niks is ons werk. Daarom kunnen we “door Jezus Christus” God alle eer geven, tot in eeuwigheid (v26).
- Tegelijk blijven we ook overeind in ons dagelijkse leven door deze feiten. Hoe? Nou, je weet dat je gewild en geliefd bent hierdoor. Je weet dat jouw redding geen toeval is, maar lang van tevoren voorzegt. Dat geeft Goddelijke kracht voor de dag, voor de situatie.
- Gods bevel tot geloofsgehoorzaamheid (v26)
Wij denken in korte termijnen, God is eeuwig (v26). Hij wil dus ook dat wij aan de eeuwigheid denken in ons doen en laten; dat betekent “geloofsgehoorzaamheid”. De zin is letterlijk “overeenkomstig het bevel van God tot geloofsgehoorzaamheid”. Dat wil God, dat zet aan tot aanbidding en houdt stabiel.
- Stabiliteit in deze wereld is ver te zoeken, maar is een zekerheid ín Christus. En ín Christus blijven betekent o.a. dat we Hem gehoorzamen (Johannes 15). Je kómt in Christus door het Evangelie, en Jezus’ prediking, en dat voor álle volken. Deze stabiliteit is vóór allen, dóór Jezus.
Maar hoe houdt geloofsgehoorzaamheid nou overeind? Nou, simpele gehoorzaamheid houdt je ogen gericht op Jezus. Als je trouw je Bijbel leest, trouw bidt, dient, de ander lief probeert te hebben, etc. dan kom je er snel genoeg achter dat je dat niet kan. Je móet dan naar Jezus rennen om dit te doen.
- Maar je gaat ook merken dat gaat groeien door deze dingen te doen. God wil dat we meer op Jezus gaan lijken, dat doen we o.a. door te gaan doen wat Hij deed, trouw te zijn in de kleine dingen en later de grote.
Paulus sprak aan het begin van de brief (H1:5) al over deze gehoorzaamheid, hij sluit er nu ook mee af. Zo belangrijk is dit, het is dan ook Gods “bevel”. Geloofsgehoorzaamheid is geen suggestie, het is een bevel van God.
- Maar net zoals het ‘vast staan’, is dit iets dat God dóór je heen wil doen. Hij wil je helpen, leiden, kracht geven, etc. om dit te doen. Hij zal je dan in situaties brengen waarin je op Hem terug moet vallen, voor Hem moet leren kiezen. En die keuze is dan jouw taak.
- God geeft je alle middelen die je nodig hebt, op het moment dát je ze nodig hebt. Jij en ik hebben dan de taak om die middelen te gebruiken. Dat is waar het misgaat. We krijgen álles, wij moeten alleen leren kiezen om het te gebruiken.
Maar ook dit is zoveel reden tot aanbidding; alleen al het feit dat God zo geduldig met ons is dat Hij dit proces aangaat met ons! Zijn genade ín dit proces, dat Hij Zich met ons in wil laten, etc. Hoe meer je hier over nadenkt, hoe meer redenen er zijn om God te aanbidden.
En daar eindigt Paulus deze fantastische brief dan ook mee. De slotsom van het Evangelie is: “de alleenwijze God, zij door Jezus Christus de heerlijkheid tot in alle eeuwigheid. Amen” (v27) Het Evangelie is tot Gods eer, leidt tot aanbidding en dat voor eeuwig en altijd.
- Zelfs een eeuwigheid is niet genoeg om God te eren en danken. Als je nadenkt over wát Hij gedaan heeft, hóe, etc. dan zie je dat Hij zo onbeschrijfelijk veel heeft gegeven. Dat is voor ons niet te bevatten. Vanwege wat Hij gedaan en gegeven heeft, is Hij álle aanbidding waard.
Maar de vraag is dan of jij Hem ook aanbidt? Als christen is het makkelijk om mee te zingen met liederen, om te zéggen dat je God aanbidt, maar toch iets/iemand anders te aanbidden. Je aanbidt altijd iets of iemand, de vraag is of dat God is.
- Paulus heeft ons álle reden gegeven om God te aanbidden voor het Evangelie. De keuze is nu aan jou of je daarin meegaat of niet? De keuze is aan jou om Hem te aanbidden, jezelf 100% over te geven aan Hem of niet.
- Leef jij écht voor Hem? Aanbid jij Hem écht? Toets dat aan waar jij je tijd, geld en energie aan besteed. Waar haal jij voldoening uit? Dat is wat jij aanbidt, dat is wat jij écht belangrijk vindt.
- Aanbidding in het OT was kostbaar, het kostte letterlijk geld om een dier te kopen, onderhouden, etc. en uiteindelijk te offeren. Mag jouw aanbidding je iets kosten? Of mag God je alleen vragen wat in jouw ‘straatje’ ligt, wat ‘comfortabel’ is?
- Toets biddend of dat écht God is. En bekeer je als niet. Keer je af van alles dat jij aanbidt bóven God. Vraag God of je het Evangelie ziet zoals Hij dat ziet. En laat Hem bepalen waar er dingen rechtgezet moeten worden.
De Romeinen brief is de meest uitgebreide uitleg van het Evangelie in de Bijbel. Paulus eindigt de brief met aanbidding, met de zekerheid dat God ons overeind kán en wíl houden. Die God is met jou, houdt van jou, draagt jou en wil je helpen in alles.
- Die God gaf Zijn Zoon voor jou, wil dat álle mensen bij Hem komen en wil dat jij een leven leidt dat Hem gehoorzaam is. Die God is jouw aanbidding meer dan waard, die God is de God van de Bijbel. Geloof vandaag in Hem, met je hele hart; kies vandaag om Hem te aanbidden.
We vieren ook Heilig Avondmaal vandaag, waarin we vieren, dankbaar zijn voor het feit dat Jezus aan het kruis ging voor onze zonde. We aanbidden Hem, o.a. door Avondmaal samen te vieren, omdat Hij God is en Zijn leven voor ons gaf.
- Die aanbidding is Hij meer dan waard, tegelijk moeten we aangespoord worden om hieraan te denken. Daarom draagt het Woord ons ook op om dit te doen, zijn we gehoorzaam aan het geloof (v26) door Avondmaal te vieren.
- Avondmaal víert het Evangelie, Jezus’ prediking. Avondmaal helpt ons ook om overeind te blijven, omdat onze ogen op Jezus gericht worden. Avondmaal laat zien dat Hij onze aanbidding waard is.
Avondmaal is voor gelovigen, degenen die Jezus Christus als Heere en Redder hebben aangenomen. Als je twijfelt of jij gelooft, laat het Avondmaal aan je voorbijgaan.
Ouders, zeker voor jonge kinderen, jullie zijn verantwoordelijk voor hen. Laat ze niet zelf beslissen, maar kijk of jullie kunnen instaan voor hun geloof. Als niet, leg ze uit waarom, maar laat het aan hen voorbij gaan.
Hebreeën 9:12-14 “Hij is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed eens en voor altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht. Want als het bloed van stieren en bokken en de as van de jonge koe, op de verontreinigden gesprenkeld, hen heiligt tot reinheid van het vlees, hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door de eeuwige Geest Zichzelf smetteloos aan God geofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken om de levende God te dienen!”
Hebreeën 10:9-10 “Daarna sprak Hij: Zie, Ik kom om Uw wil te doen, o God. Hij neemt het eerste weg om het tweede daarvoor in de plaats te zetten. Op grond van die wil zijn wij geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus, eens en voor altijd gebracht.”
Romeinen 16:27 “aan Hem, de alleen wijze God, zij door Jezus Christus de heerlijkheid tot in alle eeuwigheid. Amen.”