2025.1026 – Heiligheid Onder Druk
Daniel #2
Daniel 1:5-21
[CC Haarlemmermeer, 26 oktober 2025]
Alle Schriftreferenties zijn genomen van de Herziene Statenvertaling (HSV), tenzij anders aangegeven
INTRODUCTIE
Sla alsjeblieft je Bijbel open naar Daniël hoofdstuk één. Vorige week hebben een start gemaakt aan onze nieuwe serie en gekeken naar hoe Daniëls identiteit onder druk kwam te staan in de nieuwe cultuur waarin hij geplaatst werd, en hoe ook onze identiteit, wie we zijn en wat we denken, dagelijks onder druk staat in de cultuur waarin wij leven. Onze verzen van vandaag, de rest van hoofdstuk één, kunnen we eigenlijk zien als de afsluiting van een tweeluik waarin we praktisch zien toe Daniël en zijn vrienden omgaan met die druk.
Ik moest denken aan een schitterend heldere diamant. Diep in de aarde begint dit als gewone koolstof, maar door een intens proces van extreem hoge temperaturen en druk dat lang genoeg aanhoudt ontstaat diamant. Veel materiaal zou dit niet kunnen doorstaan, maar bij koolstof resulteert dit juist in diamant. Het proces is nodig voor het eindresultaat. Zonder hoge temperaturen en druk geen diamant. Onze menselijke natuur heeft de neiging om de weg van de minste weerstand te kiezen. We willen resultaat, maar liefst zonder proces omdat we uit ervaring weten dat we uit onszelf de druk van het proces vaak niet aan kunnen. We bidden voor bijvoorbeeld meer geduld en verwachten dan dat God het gewoon geeft, in plaats van dat Hij ons situaties geeft waarin we kunnen groeien in ons geduld. Maar het proces is nodig voor het eindresultaat. Zonder hoge temperaturen en druk geen diamant.
In onze verzen van vandaag zijn Daniël en zijn vrienden als het ware net die koolstof die in een soort geestelijke ‘snelkookpan’ waren geplaatst dat lang genoeg aanhield. Wat we zien is dat de omgeving hun geloof en hun karakter had kunnen verpletteren, maar het onthulde juist hun ware karakter, met als eindresultaat een schitterend heldere diamant in Gods dienst. Zij kozen niet de weg van de minste weerstand, de weg van comfort of acceptatie, maar stonden open voor het proces om zich door God te laten gebruiken en zo onderscheidend te zijn.
Laten we bidden en dan samen kijken naar hoe ze dat deden.
[Openingsgebed]
DE DRUK OM TE CONFORMEREN (5-7)
“5De koning nu stelde een dagelijkse hoeveelheid van de gerechten van de koning voor hen vast, en van de wijn die hij dronk, om hen in drie jaar zo op te voeden dat zij aan het einde daarvan in dienst konden treden van de koning. 6Onder hen waren uit de Judeeërs: Daniël, Hananja, Misaël en Azarja. 7Het hoofd van de hovelingen gaf hun andere namen. Daniël noemde hij Beltsazar, Hananja Sadrach, Misaël Mesach en Azarja Abed-Nego.” (Dan. 1:5-7)
Vorige week zagen we hoe Babel probeerde de identiteit van Daniël en zijn vrienden onder druk te zetten — om hen te vormen en te herdefiniëren naar het beeld van hun eigen cultuur. In deze verzen wordt zichtbaar hoe dat gebeurde. De strategie van de koning was duidelijk: ‘Als ik hen kan voeden als Babyloniërs, kan onderwijzen als Babyloniërs, en hen Babylonische namen geef, dan zullen ze vanzelf gaan denken als Babyloniërs.’ Het was een vorm van psychologische oorlogsvoering vermomd als gastvrijheid.
Op het eerste gezicht lijkt het eten van het koninklijke voedsel misschien onschuldig. Je moet tenslotte toch eten. Maar voor Israël was voedsel niet zomaar voedsel. In Leviticus 11 en Deuteronomium 14 had God hun specifieke voorschriften gegeven, juist om hen te onderscheiden van de volken om hen heen. Wat ze aten was een zichtbaar teken van hun identiteit en toewijding aan God — niet voor niets zeggen we: je bent wat je eet. Door van het voedsel van de koning te eten, zouden ze een deel van die identiteit prijsgeven. Het zou een symbolische erkenning zijn van zijn autoriteit en een teken van loyaliteit aan Babel. Bovendien werd het vlees en de wijn waarschijnlijk eerst geofferd aan Marduk, de oppergod van Babel. In teksten als Exodus 34:15 en Numeri 25:2 waarschuwt God Israël juist om zich hiertegen te hoeden, omdat het een vorm van afgoderij is. Met andere woorden: het leek een kleine, onschuldige handeling — maar in werkelijkheid vervaagde het de grens tussen aanbidding en aanpassing, tussen trouw aan God en onderwerping aan een vreemde macht.
Hetzelfde geldt voor de naamsverandering. Namen zijn belangrijk; in Gods Woord dragen ze een diepe theologische betekenis. Wanneer God een naam verandert, zegt dat iets over Zijn plan en identiteit van de persoon. Zo verandert Hij de naam van Abram, wat ‘verheven vader’ betekent, in Abraham, ‘vader van een menigte’. Sarai (‘mijn prinses’) wordt Sara (‘prinses van velen’). Jakob (‘bedrieger’) krijgt de naam Israël (‘hij die strijdt met God’). Hosea wordt Jozua, Simon wordt Petrus, en Saul wordt Paulus. Namen doen er toe. Ook bij onze drie kinderen hebben we bewust nagedacht over de namen die we hen gaven. Elora betekent ‘God is mijn licht’, Elias betekent ‘Mijn God is Jahweh’ of ‘De Heer is mijn God’, en Evin betekent ‘God is genadig’. Vraag me gerust eens waarom we juist voor deze namen hebben gekozen. Namen doen er toe — en ook de verandering van de namen van Daniël en zijn vrienden is niet willekeurig.
Daniël betekent ‘God is mijn rechter’, maar zijn naam werd veranderd in Beltsazar, wat betekent: ‘Bel (de god) beschermt de koning’. Hananja, wiens naam ‘God is genadig’ betekent, kreeg de naam Sadrach, ‘bevel van de maangod’. Misaël, ‘wie is als God?’, werd Mesach, ‘wie is als Aku?’ – eveneens een verwijzing naar de maangod. En Azarja, ‘God heeft geholpen’, werd Abed-Nego, ‘dienaar van Nebo’, de god van wijsheid en geschriften. Bij elke naamsverandering verschoof de focus van de God van Israël naar de afgoden van Babel. Telkens wanneer hun nieuwe namen werden uitgesproken, klonk de boodschap mee dat ze nu aan Babel toebehoorden. Iedere keer dat ze zo genoemd werden, was het een herinnering dat hun oude God zogenaamd plaats had gemaakt voor een nieuwe meester die hun identiteit bepaalde.
Wat voor ons belangrijk is om te zien, is hoe subtiel de wereld te werk gaat. Let op hoe beleefd de druk van Babel is. Daniël en zijn vrienden werden niet gemarteld, maar verwend met een sappige steak, een goed glas wijn, en een naam die eervol was in hun nieuwe cultuur. Zo werkt verleiding vaak: een compromis voelt zelden als bedreiging, maar eerder als vriendelijkheid. In onze westerse samenleving schuilt het gevaar niet zozeer in vervolging, maar in verleiding en afleiding. Het lijkt op een ruwe steen die langzaam wordt gladgestreken door het water dat er voortdurend overheen stroomt, tot er geen weerstand meer overblijft. Je begint met integriteit op je werk en houdt vast aan je principes — tot je merkt dat iedereen behalve jij promotie krijgt. Je bent voorzichtig in wat je kijkt of luistert, maar iemand raadt je iets aan wat twijfelachtig is, of je belandt met vrienden of op school in een situatie waarin iets wordt bekeken waarvan je weet dat het niet goed is. Je wilt eerlijk zijn in je relaties, maar je bevindt je tussen mensen die roddelen of slecht spreken over anderen. Je komt op voor wat waar en goed is, maar merkt dat anderen zich daardoor ongemakkelijk of zelfs beledigd voelen. Dat zijn de momenten waarop de subtiele druk van de wereld fluistert: ‘Doe niet zo moeilijk. Pas je een beetje aan. Wees wat soepeler.’ Het zijn de kleine suggesties die ons uitnodigen om water bij de wijn te doen, ons moreel kompas bij te stellen, en mee te gaan met wat populair, gemakkelijk of beleefd lijkt. ‘Ach, één keer maar,’ zegt de wereld, ‘dat kan toch geen kwaad?’
In Johannes 12:42-43 lezen we iets opvallends over de religieuze leiders: “42En toch geloofden ook velen van de leiders in Hem, maar vanwege de Farizeeën beleden zij het niet, opdat zij niet uit de synagoge geworpen zouden worden. 43Want zij hadden de eer van de mensen meer lief dan de eer van God.” Dit is een treffend voorbeeld van mensen die bezwijken onder de druk van sociale en culturele verwachtingen. Ze geloofden in Jezus, maar hielden hun geloof verborgen — uit angst voor afwijzing, uit verlangen naar goedkeuring van anderen. Zet dat eens naast wat Jezus Zelf zegt enkele verzen later, in vers 49: “Want Ik heb niet uit Mijzelf gesproken, maar de Vader, Die Mij gezonden heeft, Hijzelf heeft Mij een gebod gegeven wat Ik zeggen en wat Ik spreken moet.” Waar de leiders zwichtten voor menselijke eer, bleef Jezus standvastig in Zijn gehoorzaamheid aan de Vader. Hij liet Zich niet leiden door angst, comfort of de goedkeuring van mensen, maar door wat de Vader Hem had opgedragen. Jezus conformeerde zich niet aan de druk van Zijn omgeving, maar leefde in volledige toewijding aan Gods wil.
Het zijn vaak niet de grote, catastrofale keuzes die ons van koers brengen, maar de honderden kleine, subtiele beslissingen die we onderweg maken. Op zichzelf lijken ze onbelangrijk, maar samen maken ze alle verschil. Zo werkt de wereld — niet met openlijke druk, maar met een zachte, aanhoudende uitnodiging om stap voor stap mee te bewegen. De vraag is: herkennen we die langzame verleiding voordat onze overtuigingen ongemerkt beginnen weg te slijten? En misschien nog belangrijker: weten we eigenlijk wát onze overtuigingen zijn, vóórdat de verleiding komt? Jezus zei tegen Zijn discipelen in Johannes 16:33: “Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede zult hebben. In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen.” Onze hoop rust gelukkig niet op onze eigen morele kracht, maar op Hem die de wereld overwonnen heeft. Te midden van verleiding, druk en verwarring mogen we ons vasthouden aan Hem. Zijn kracht, Zijn trouw en Zijn overwinning zijn als een vuurtoren die ons op koers houdt — een vaste richting in een wereld vol subtiele stromingen.
DE MOED OM WEERSTAND TE BIEDEN (8-16)
“8Daniël nu nam zich in zijn hart voor zich niet te besmetten met de gerechten van de koning of met de wijn die hij dronk. Daarom verzocht hij het hoofd van de hovelingen of hij zich niet zou hoeven te verontreinigen. 9God gaf Daniël genade en barmhartigheid bij het hoofd van de hovelingen. 10Want het hoofd van de hovelingen zei tegen Daniël: Ik ben bevreesd voor mijn heer de koning, die uw eten en uw drinken heeft vastgesteld. Want waarom zou hij zien dat uw gezichten er slechter uitzien dan die van de andere jongemannen van uw groep? U zou bij de koning mijn hoofd met schuld beladen. 11Toen zei Daniël tegen de kamerheer die het hoofd van de hovelingen had aangesteld over Daniël, Hananja, Misael en Azarja: 12Stel uw dienaren toch tien dagen op de proef, en laat men ons plantaardig voedsel geven, zodat wij dat eten, en water, zodat we dat drinken. 13En laat dan in uw tegenwoordigheid ons uiterlijk en het uiterlijk van de andere jongemannen, die de gerechten van de koning eten, bezien worden, en doe dan met uw dienaren naar wat u ziet. 14Hij luisterde naar hen in deze zaak. Tien dagen stelde hij hen op de proef. 15Aan het einde van die tien dagen zag men dat hun uiterlijk knapper was, en zagen zij er gezonder uit dan al de jongemannen die van de gerechten van de koning aten. 16Toen gebeurde het dat de kamerheer hun gerechten, en de wijn die zij moesten drinken, wegnam en dat hij hun plantaardig voedsel gaf.” (Dan. 1:8-16)
Kijk hoe de jonge Daniël reageert op deze situatie: hij “nam zich in zijn hart voor zich niet te besmetten met de gerechten van de koning of met de wijn die hij dronk.” Daniël bevond zich aan het hof van het machtigste rijk ter wereld. Hij zat aan een tafel vol overvloedig en verleidelijk eten, omringd door invloedrijke mensen die allemaal verwachtten dat hij zich zou aanpassen. Het zou zo gemakkelijk zijn geweest om mee te bewegen, om kleine concessies te doen en niemand tegen zich in het harnas te jagen. Maar Daniël deed iets opmerkelijks. Hij nam het zich in zijn hart voor, hij besloot diep vanbinnen dat hij trouw zou blijven aan God, ongeacht de druk om hem heen. Zijn overtuiging begon niet bij uiterlijke daden, maar bij een innerlijke keuze. Daniëls trouw begon in zijn hart dat vastberaden was om God te volgen, ongeacht de consequenties. Zijn hart was verankerd in God, en dat maakte hem standvastig te midden van de druk van Babel.
En in vers 9 zien we meteen het resultaat van zijn beslissing: “God gaf Daniël genade en barmhartigheid bij het hoofd van de hovelingen.” Daniëls moed nam de moeilijkheden niet weg, maar het nodigde Gods aanwezigheid uit, en dat maakt alle verschil. Wanneer wij ervoor kiezen Hem te gehoorzamen, zullen we nooit alleen zijn. God geeft Zijn gunst, wijsheid en kracht juist in de momenten van moeilijkheid. In Gods wijsheid stelde Daniël een test voor: hij en zijn vrienden mochten tien dagen lang groenten eten en water drinken. Hij eiste geen verandering en confronteerde de autoriteiten niet met arrogantie. Wat Daniël voorstelde was respectvol, vol integriteit en diplomatie. Na tien dagen bleek dat zij gezonder en sterker waren dan degenen die van het koninklijke voedsel hadden gegeten. Daniël wist niet zeker of deze groenten hen in leven zouden houden. Hij moest God vertrouwen te midden van onzekerheid. Zo werkt geloof ook voor ons vandaag de dag: vasthouden aan gehoorzaamheid kan riskant lijken, of het nu gaat om kleine morele keuzes, ethische beslissingen op het werk of persoonlijke integriteit in relaties. De uitkomst is niet altijd voorspelbaar, maar door te vertrouwen op God, zoals Daniël deed, kunnen we vooruit gaan met het vertrouwen dat Zijn wegen beter zijn dan de onze, en dat Hij zorgt voor degenen die Hem eren.
Wat Daniël hier doet, laat prachtig zien wat heiligheid onder druk betekent. Ten eerste is ware heiligheid doelbewust en gebeurt niet vanzelf. Niemand wordt heilig door toevallig de juiste keuzes te maken. Daniël besloot bewust om trouw te blijven aan God, nog vóórdat de verleiding kwam. Het is een keuze die we vooraf maken, niet pas op het moment van beproeving. Zijn overtuiging was niet afhankelijk van de situatie, maar zijn karakter was al gevormd vóór de crisis. Ook wij worden dagelijks geconfronteerd met subtiele momenten van keuze. Vraag jezelf dus af of jij al in je hart besloten hebt om trouw te zijn vóórdat de druk komt, of reageer je impulsief als de verleiding komt? We moeten vooraf bepalen wie we willen zijn. Ten tweede is ware heiligheid innerlijk en begint binnen in het hart. Het is zoals David bad in Psalm 51:12, “Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest.” Het is niet wat anderen van ons zien, maar wat God in ons vormt. Het komt voort uit een hart dat door God vernieuwd is en daardoor bereid is naar Zijn normen te leven. Ons gedrag weerspiegelt wat er in ons leeft. Als God in ons leeft kan ons gedrag dat ook weerspiegelen. Dus laat God je hart van binnenuit vernieuwen zodat je gedrag niet gedreven wordt door de druk van buitenaf, maar door de vernieuwing van binnenuit.
Ten derde is ware heiligheid relationeel in dat het een afspiegeling is van Gods karakter. 1 Petrus 1:15-16 zegt, “15Maar zoals Hij Die u geroepen heeft, heilig is, word zo ook zelf heilig in heel uw levenswandel, 16want er staat geschreven: Wees heilig, want Ik ben heilig.” We worden niet heilig om indruk te maken, maar om te lijken op Hem die ons roept. Met andere woorden, als Hij je geroepen heeft, dan roept Hij je ook om heilig te leven. En dat heilig leven groeit uit intimiteit met God. Hoe dichter we bij Hem leven, hoe meer Zijn heiligheid zichtbaar wordt in ons denken, spreken en handelen. Dus sta toe dat God je veranderd als gevolg van het Woord en gebed. Ten vierde is ware heiligheid praktisch en zit het juist in de kleine alledaagse momenten en keuzes. Het wordt zichtbaar in het dagelijks leven. Jezus zegt in Lukas 16:10, “Wie trouw is in het minste, is ook in het grote trouw.” Daniël begon met een eenvoudig besluit over wat hij zou eten. In dat kleine moment toonde hij trouw, zodat hij later in grotere beproevingen, zoals de leeuwenkuil, stand kon houden. Het is de dagelijkse trouw in wat onbelangrijk lijkt — eerlijkheid op het werk, integriteit in onze woorden, zuiverheid in onze gedachten — die een hart vormt dat sterk blijft onder druk. Elke keer dat we kiezen voor wat juist is in plaats van wat makkelijk is, bouwen we geestelijke spierkracht op.
We zien ditzelfde patroon bij Jezus. In Lukas 9:51 lezen we dat “Hij Zijn aangezicht naar Jeruzalem keerde om daarheen te reizen.” Letterlijk staat er dat Hij Zijn gezicht zette naar Jeruzalem — een uitdrukking die in de grondtekst duidt op innerlijke vastberadenheid, een standvastig besluit dat niet te beïnvloeden is. Jezus wist precies wat Hem in Jeruzalem te wachten stond: verwerping, lijden en uiteindelijk het kruis. Toch zette Hij bewust Zijn koers die kant op. Zijn gehoorzaamheid was geen impulsieve daad, maar een weloverwogen keuze, diep geworteld in Zijn hart. In de hof van Getsemane zien we datzelfde vastberaden geloof: terwijl Zijn zweet als bloeddruppels op de grond viel, weerstond Hij de druk en bad Hij: “maar laat niet Mijn wil, maar de Uwe geschieden.”[1]. Jezus handelde met doelgerichte toewijding — gehoorzaamheid die niet wankelde onder angst of pijn. Zijn voorbeeld laat zien dat ware gehoorzaamheid en heiligheid beginnen met een innerlijk besluit: om de wil van de Vader te doen, ongeacht de prijs.
Zowel Daniël als Jezus laten zien dat ware heiligheid zijn oorsprong vindt in het hart en dat Gods gunst altijd samengaat met trouw. Bij Daniël zien we dat zijn gehoorzaamheid hem zegen en invloed bracht in de aardse context, terwijl Jezus’ volmaakte gehoorzaamheid eeuwige verlossing bracht voor allen die op Hem vertrouwen. Zijn trouw tot het einde verzekert ons dat wanneer wij steunen op Zijn kracht, ook onze eigen vastberadenheid wordt bekrachtigd om standvastig te blijven — zelfs onder druk.
Laten we daarom eerlijk bij onszelf nagaan waar wij vandaag moed nodig hebben. Welke vormen van druk in ons leven nodigen ons uit om onze gehoorzaamheid te verzwakken of gemak boven trouw te verkiezen? Zijn er plekken in ons dagelijks leven waar we, nog vóór de beproeving komt, in ons hart kunnen besluiten dat we God zullen eren — in onze woorden, keuzes en houding — ongeacht de gevolgen?
DE BELONING VAN TROUWE GEHOORZAAMHEID (17-21)
“17Aan deze vier jongemannen nu gaf God kennis en verstand van allerlei geschriften, en wijsheid, en Daniël gaf Hij inzicht in allerlei visioenen en dromen. 18Aan het einde van de dagen waarvan de koning had gezegd dat men hen moest laten komen, liet het hoofd van de hovelingen hen bij koning Nebukadnezar komen. 19De koning sprak met hen. Maar onder hen allen werd niemand gevonden als Daniël, Hananja, Misaël en Azarja. Zij traden in dienst van de koning. 20In alle zaken waar het aankomt op een wijs inzicht, waarover de koning hen ondervroeg, vond hij hen tienmaal beter dan alle magiërs en bezweerders die er in heel zijn koninkrijk waren. 21En Daniël bleef tot het eerste jaar van koning Kores.” (Dan. 1:17-21)
Waar dit hoofdstuk begint met ballingschap, eindigt het met Daniël en zijn vrienden die verheven worden en standvastig blijven in het paleis van een heidense koning — en dat contrast is geen toeval. Het benadrukt dat, zelfs wanneer het lijkt alsof de wereld de macht heeft, God nog steeds regeert. Babel mag op de troon zitten, maar de hemel heeft de controle. Door het hele hoofdstuk heen zien we dit terug: in vers 2 gaf God Juda over in de handen van Babel; in vers 9 gaf Hij Daniël genade en gunst bij de hoveling; en hier in vers 17 gaf Hij Daniël en zijn vrienden kennis, inzicht en wijsheid. Dat herhaalde ‘God gaf’ is niet toevallig — het is een theologisch ankerpunt. Alles wat zich in Babel afspeelde stond onder Gods soevereine leiding. Daniëls opkomst was geen resultaat van toeval, slimheid of menselijke invloed, maar van Gods genade en plan. Zelfs in ballingschap bewees God dat Zijn heerschappij nooit ophoudt aan de grenzen van een koninkrijk. En het feit dat God Daniël inzicht gaf in allerlei visioenen en dromen, bereidt alles voor op de rest van dit boek. Het legt de basis voor hoe God door Daniël heen Zijn soevereine plan zal openbaren en Zijn volk zal leiden, zelfs temidden van ballingschap en uitdagingen.
Wat we in deze laatste verzen zien, is dat God trouwe gehoorzaamheid beloont. Niet vanuit een ‘voor-wat-hoort-wat-principe’, maar omdat trouw ons openstelt voor wat alleen God kan geven. Daniël en zijn vrienden weigerden zich te verontreinigen, en God beantwoordde hun gehoorzaamheid met voorziening en kracht. Hij stelde hen in staat standvastig te blijven in een cultuur die van hen verlangde dat ze zouden buigen. Na drie jaar training vond de koning niemand zoals Daniël, Hananja, Misaël en Azarja: tien keer beter, tien keer wijzer, tien keer scherper. Dat is geen toeval, maar een bevestiging: wie integer wandelt, leeft onderscheidend door Gods kracht. Dezelfde God die Juda in Babel liet vallen, gaf Daniël wijsheid in Babel. Dezelfde God die ballingschap toestond, werkte erdoorheen voor Zijn glorie. Zelfs op vreemde bodem, onder vreemde heerschappij, was God aanwezig.
Dat is goed nieuws voor ons. Wanneer we ons in moeilijke omstandigheden bevinden, onder druk om compromissen te sluiten of ons aan te passen, kunnen we erop vertrouwen dat Gods soevereiniteit onverminderd geldt. Hij is actief, zelfs op momenten dat wij Hem niet direct zien. Trouw leidt misschien niet altijd tot onmiddellijke beloning, maar het opent de deur voor Gods gunst op het juiste moment. Daniëls verhaal laat zien dat succes zonder compromissen mogelijk is, maar alleen door Gods kracht. De wereld zegt: pas je aan, meng je, val niet op. De Schrift zegt het juist het tegenovergestelde: echt succes komt door afhankelijkheid van God, door trouw te blijven, geworteld te zijn, en te vertrouwen op Degene die geeft wat de wereld nooit kan geven.
Wat een beeld van genade is dit! De jonge Daniël die het eten van de koning weigerde is nu de meest vertrouwde raadgever van die koning. En dan sluit vers 21 af door te zeggen, “En Daniël bleef tot het eerste jaar van koning Kores.” Dat is ongeveer zeventig jaar later. Rijken vielen, koningen kwamen en gingen, maar Daniël bleef. Dat is de beloning van trouwe gehoorzaamheid. Dat is het resultaat van ware heiligheid en moed om weerstand te bieden. Wanneer alles vervaagt, blijven zij die in Gods gunst geworteld zijn, standvastig.
CONCLUSIE
Hoe zit het met jouw leven? Waar of wat is jouw Babel? Welke druk om je heen nodigt je uit om je aan te passen en je overtuigingen op te geven voor gemak of comfort? Hoe staat het met jouw heiligheid wanneer deze onder druk komt te staan? Waar heeft God je geplant, en blijf je standvastig op die plek? Onze uitdaging is dezelfde als die van Daniël: passen we ons aan de wereld om ons heen aan, of vertrouwen we erop dat Gods gunst zwaarder weegt dan de goedkeuring van mensen? Daniël herinnert ons eraan dat gehoorzaamheid aan God altijd meer waard is dan comfort, populariteit of tijdelijk gemak. Ware heiligheid vraagt misschien moed, maar compromissen zijn uiteindelijk veel destructiever.
Jezus trad binnen in onze vijandige, gevallen wereld en bleef trouw en heilig, zelfs onder zware druk. Hij werd verleid door macht, erkenning en comfort, maar bezweek niet; Hij bleef standvastig. Sterker nog, Paulus zegt in Filippenzen 2:8-11, “8En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood. 9Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam geschonken boven alle naam, 10opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn, 11en elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader.”
Het patroon is duidelijk. Daniëls verhaal laat zien wat God kan doen wanneer iemand trouw blijft onder moeilijke omstandigheden. Jezus’ verhaal laat zien wat God voor ons heeft gedaan door Zijn volmaakte gehoorzaamheid. Dankzij Hem staan wij er niet alleen voor. We delen in Zijn overwinning, ontvangen Zijn Geest om onze trouw te versterken, en mogen leven in de kracht van Zijn rechtvaardigheid. Zijn gehoorzaamheid wordt onze rechtvaardigheid, Zijn overwinning wordt onze hoop, en Zijn verheerlijking wordt onze erfenis. Dus wanneer de druk hoog is en de verleiding groot, kijk dan naar Jezus — de Leidsman en Voleinder van ons geloof — en laat Zijn trouw je gids en kracht zijn.
Laat vandaag de dag zijn waarop je doelbewust kiest voor ware heiligheid, dat je in je hart kiest voor een rein hart en een standvastige geest, en dat je besluit heilig te leven vanuit je relatie met God. Als dat betekent dat je eerst voor Jezus moet kiezen, kies dan vandaag, kies nu. Maar ongeacht je situatie, stel het niet uit: kies vandaag doelbewust voor Hem en voor ware heiligheid.
Laten we bidden.
[1] Lk. 22:42