De 5 misschien wel belangrijkste woorden uit de Bijbel
Hebreeën 9:11-14
“11 Maar toen is Christus verschenen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan, die niet met handen is gemaakt, dat is: die niet van deze schepping is. 12 Hij is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed eens en voor altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht. 13 Want als het bloed van stieren en bokken en de as van de jonge koe, op de verontreinigden gesprenkeld, hen heiligt tot reinheid van het vlees, 14 hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door de eeuwige Geest Zichzelf smetteloos aan God geofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken om de levende God te dienen!”
Om dit stuk zo duidelijk mogelijk te maken, heb ik 3 vragen wie we samen gaan behandelen:
- Waarom is het zo belangrijk dat Christus is verschenen?
- Wat deed Christus toen Hij verschenen was?
- Wat was het doel van Zijn verschijning?
- Waarom is het zo belangrijk dat Christus is verschenen? v11
- Vanochtend vallen we middenin de brief aan de Hebreeën, wat Joodse gelovigen zijn. De schrijver van de Hebreeën brief is al 9 ½ hoofdstuk bezig om aan deze gelovigen uit te leggen Wie Jezus is, wat Zijn plek is, wat Zijn werk is, etc. Hij is aan het uitleggen dat Christus groter is dan alles wat de Joodse traditie te bieden heeft. De schrijver zegt:
- Christus is meer dan de profeten (Hebreeën 1:1)
- Christus is hoger dan de engelen (Hebreeën 1:4-2:18)
- Christus is meer dan Mozes (Hebreeën 3:1-6)
- Christus is de Hogepriester die de mens nodig heeft, meer dan Aäron (Hebreeën 4:14-5:10)
- Christus is naar de orde van Melchizedek (Hebreeën 7:1-28)
- Christus is de Hogepriester van een beter verbond (Hebreeën 8)
- Dit is nog een belangrijk concept in het bestuderen van Gods Woord, het Oude Testament is de fundering voor het Nieuwe Testament. Heel veel dingen uit het OT kunnen we niet snappen zonder de uitleg van het NT, en vice versa. De offers in Leviticus worden een stuk duidelijker wanneer we die in de context van het NT lezen. Maar ook het offer van Jezus wordt duidelijker doordat we het OT hebben.
- De Bijbel leert dat elk mens door God geschapen is en dat de schepping in het begin goed was. De Bijbel leert ook dat de eerste mensen, Adam en Eva, gezondigd hebben tegen God. Ze overtraden Gods wet en daarvoor werden ze gestraft. Door hun zonde is zonde in de wereld gekomen (Romeinen 5:12), wij dragen namelijk allemaal het DNA in ons dat zij ook hadden.
- Nu wist God dat dit zou gaan gebeuren, Hij weet alles (Psalm 147:5, 1 Johannes 3:20), een heeft Hij vanaf het begin voorzien in een manier om weer bij Hem te kunnen komen. De Bijbel leert dat alleen bloed zonde kan vergeven (Leviticus 17:11), omdat het leven in het bloed is.
- Huh? Wat betekent dat nou weer? Nou, dat betekent dat zonde zo erg is, zoveel gevolgen heeft, dat de straf voor de zonde de dood is. Elke zonde, alles wat tegen Gods wil in gaat, elke overtreding van Gods wet, verdient de doodstraf (Romeinen 6:23). Om aan die straf te voldoen, is er bloed nodig, en daarvoor gaf God het offer systeem in Leviticus.
- God is een rechtvaardig Rechter (Psalm 7:12), Hij zou niet meer rechtvaardig zijn als Hij de zonde niet zou straffen. Een rechter die iemand niet straft die overduidelijk schuldig is, is niet rechtvaardig. Aangezien God dat wel is, MOET Hij de zonde wel straffen.
- Het offersysteem uit Leviticus voorzag in een manier om, in ieder geval tijdelijk, de zonde te bedekken. Het bloed van dieren werd gebruikt als offer in de plaats van het bloed van de mens die gezondigd had.
- Het Hebreeuwse woord voor “verzoening” is “kaphar”, wat bedekken betekent. Dat woord wordt gebruikt in de context van het verzoenen van zonde.
- De offers die men in de tempel bracht, stieren en bokken in het geval van een zondoffer, konden niet het volledige doel bereiken. Het doel was en is om volledig schoongewassen te worden van al die viezigheid, deze offers konden dat niet bereiken. Deze offers moesten elk jaar opnieuw gebracht worden (Hebreeën 10:1), want ze konden alleen zonde bedekken. Door Christus’ verschijning is er nu één offer.
- Wat deed Christus toen Hij verschenen was? v11-12
- Christus is de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen (v11), de aardse hogepriester was van de huidige manier van offeren. Christus kijkt uit naar de toekomst, de eeuwige redding bij God; de aardse hogepriester is bezig met het hier en nu.
- Christus “is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan”, (v11) de aardse hogepriester diende in de door mensen gemaakte tabernakel.
- Christus heeft Zijn eigen, perfecte bloed geofferd; de aardse hogepriester offerde bloed van bokken en stieren. (v12)
- Christus heeft eeuwige verlossing teweeggebracht, de aardse hogepriester bracht alleen de bedekking van zonde teweeg. (v12)
- Christus reinigt niet alleen het vlees, maar ook het geweten; de aardse hogepriester alleen het vlees. (v13-14)
- In het Oude Testament mocht de hogepriester 1x per jaar het binnenste gedeelte van de tempel/tabernakel binnengaan (Leviticus 16). Dat mocht alleen op Jom Kippoer, de Grote Verzoen dag. Op die dag werd er geofferd voor het hele volk en werden al hun niet bewuste zonden bedekt. Dat offer werd elk jaar herhaald, omdat het onmogelijk was “dat het bloed van stieren en bokken de zonden wegneemt.” (Hebreeën 10:4)
- Jezus heeft ook geofferd, Jezus heeft echter niet in de tempel hier op aarde Zijn offer gebracht. Jezus’ offer werd niet hier op aarde gebracht, maar in de hemel. Jezus’ offer had niet alleen effect op aarde, maar juist ook in de hemel. Jezus’ offer heeft de eeuwige schuld betaald die elke zondaar bij God heeft staan.
- Zoals al eerder aangegeven is God een rechtvaardig Rechter, Hij moet straffen wat Zijn wet overtreedt. Hij kan niet anders, anders is Hij niet meer perfect, niet meer Rechtvaardig. Zonde tegen een eeuwig God heeft een eeuwig effect, dus moet daar ook een eeuwig offer tegenover staan.
- Jezus droeg de straf die jij en ik verdiend hadden.
- Jezus wast ons schoon van onze zonden. Zonde maakt de mens vuil. Zonde veroorzaakt viezigheid; vieze, ranzige stinkvlekken.
- Jezus geeft ons toegang tot God. De hogepriester mocht volgens Leviticus 16 1x per jaar bij God komen, door Jezus’ werk mogen wij die in Hem geloven elk moment van elke dag bij Hem komen. Zoals eerder aangegeven brengt zonde scheiding tussen God en mens, maar Jezus heeft door Zijn offer die scheiding weggehaald.
- Jezus geeft ons eeuwig leven.
- De hemel is de plek waar God is, waar Jezus is. De hemel is de plek waar God wil dat alle mensen naartoe gaan.
- De hel is de plek waar iedereen heen gaat die niet voor God kiest. De hel is de plek van eeuwig gescheiden zijn van God. De hel is de plek waar zij die Jezus’ offer niet aangenomen hebben en Jezus niet erkennen als God en Verlosser, voor eeuwig de straf zullen dragen voor de zonden die ze begaan hebben.
- Wat was het doel van Zijn verschijning? v13-14
- We moeten tot God naderen (Hebreeën 10:22)
- De wereld vertellen over Wie God is, wat Jezus gedaan heeft (Mattheüs 28:19)
- Heilig leven, zoals God heilig is (1 Petrus 1:16)
- God liefhebben met heel ons hart, ziel, kracht en verstand; en onze naaste als onszelf (Markus 12:29-31)
- Mannen moeten hun vrouwen liefhebben als Christus de gemeente (Efeze 5:25)
- Met begrip met hun vrouw samenwonen (1 Petrus 3:7)
- Vrouwen moeten zich onderschikken aan hun man, als eredienst aan God (Efeze 5:22, 1 Petrus 3:1)
- Eer je ouders (Exodus 20:)
- Op elkaar letten (Hebreeën 10:24)
- Elkaar aanspreken op zonde en elkaar helpen in de strijd (Galaten 6:1-2)
- De onderlinge samenkomst niet verzaken (Hebreeën 10:25)
- Zijn kerk liefhebben (1 Johannes 5:1-2), onderlinge liefde hebben en laten zien (Johannes 13:34)
- Efeze 2:8-10 leert dat we genade krijgen van God om gered te worden en daarna ook genade om goede werken te doen. Dat hebben we allemaal nodig.
- Denk je eens in, Jezus, de God van hemel en aarde. Hij de God Die alles gemaakt heeft (Kolossenzen 1:16), door Wie alle dingen bestaan (Kolossenzen 1:17). Hij, de God Die ons voorbestemd heeft om Zijn kinderen te zijn (Efeze 1:5), de God Die zoveel genade heeft en geeft (Efeze 2:8). Die God, de eeuwige (Psalm 90:2), de almachtige (Genesis 17:1).
- Dien jij God? Als het doel van Jezus’ verschijning is dat wij God gaan dienen, dan is de logische vraag daarna of wij dat wel doen. Dienen we God thuis? Dienen we God in de omgang met onze kinderen? Dienen we God richting onze buren? Dienen we God binnen de kerk? Dienen we God op ons werk? Dienen we God binnen onze familie? Kortom, dien je God?
- Lees en bestudeer jij Zijn Woord? De manier voor ons om Christus en Zijn verschijning meer te gaan waarderen, is door Zijn Woord heen. De enige manier om Christus beter te leren kennen, is door Zijn Woord heen. De enige manier om hervormd te worden naar Zijn evenbeeld, is door Zijn Woord heen. Lees en bestudeer jij Zijn Woord? Besteed jij tijd aan het luisteren naar preken over Gods Woord? Besteed jij tijd, energie en geld aan het beter leren kennen van God?