Daniel 3 - Afgod of God; wie dien jij?
Psalm 63:4 “Uw goedertierenheid is immers beter dan het leven; daarom zullen mijn lippen U prijzen.”
Psalm 108:4-5 “Ik zal U loven onder de volken, HEERE; ik zal voor U psalmen zingen onder de natiën. Want Uw goedertierenheid is groot en reikt tot boven de hemel, Uw trouw tot de wolken.”
Dit is hoe wij horen te denken en te doen. Dit is het beste leven dat er is, want als God jouw focus is, dan gaat het niet langer om jou, maar om Hém. Je bent geschapen voor Hem, Hij niet voor jou. Het hebben van een afgod in je hart zit dit in de weg.
- Door een afgod wordt je afgeleid, verdeeld in je aandacht, zondig in gedachten en daden, en uiteindelijk onbruikbaar. God wil afgoden aanwijzen, om je terug te brengen bij Hem. Afgod of God; wie dien jij?
- Wat is afgoderij?
Het woord ‘afgod’ komt bijna 200x voorkomt in de Bijbel, zowel in het OT als het NT. Het gaat zowel om (gouden) beelden, Daniël 3, als afgoden die in het hart van de mens zitten (Ezechiël 14:1-8). En wat is dan precies het probleem? Wat wil God dan dat er níet gebeurt in ons?
Exodus 20:3-5 “U zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. U zult voor uzelf geen beeld maken, geen enkele afbeelding van wat boven in de hemel, of beneden op de aarde of in het water onder de aarde is. U zult zich daarvoor niet neerbuigen, en die niet dienen, want Ik, de HEERE, uw God, ben een na-ijverig God, Die de misdaad van de vaderen vergeldt aan de kinderen, aan het derde en vierde geslacht van hen die Mij haten,”
- God wil niet dat wij mensen een andere god hebben dan Hij. Hij is namelijk ál onze aandacht, liefde, aanbidding, dienstbaarheid, etc. waard. Hij is niet 50%, 90% of zelfs 99% waard; Hij is 100% waard. En een afgod zit die 100% in de weg.
- Een afgod is iets dat in je hart en gedachten belangrijker is dan God. Je hebt het soms wel en soms niet door dat je een afgod in je leven hebt. Maar uit je woorden en daden blijkt dat je een afgod hebt, dat er iets/iemand boven God is komen te staan.
Powlison: “Afgoden definiëren goed en kwaad op een manier die in strijd is met Gods definities. Ze vestigen een controlecentrum dat aan de aarde gebonden is: ofwel in voorwerpen (bijv. begeerte naar geld), in andere mensen (‘Ik moet mijn kritische vader behagen’), of in mijzelf (bijv. het zelfgerichte najagen van mijn eigen plannen). Zulke valse goden scheppen valse wetten, valse definities van succes en falen, van waarde en schaamte. Afgoden beloven zegen en waarschuwen voor vloek voor wie slaagt of faalt naar hun wet.”
Een afgod zet jou aan tot dingen doen, en laten, terwijl God iets anders zegt. Als God zegt dat we Hem moeten dienen (1 Samuël 12) en liefhebben (Deuteronomium 6), dan zegt een afgod dat je van iets anders moet houden en je daarvoor moet inzetten. Carrière of geld boven God.
- Als God zegt dat we tot Zijn eer leven (Jesaja 43), wil een afgod dat je voor de goedkeuring van een mens leeft. Als God zegt dat jouw leven in Zijn hand ligt (Psalm 139), wil een afgod dat je onzekerheid, onrust en angst ervaart over je leven en toekomst.
- Je partner of zoektocht naar, je baan, huis, lichaam (afvallen, gespierd, slank, etc.). Maar ook eten, geld, alcohol, drugs, roem, social media, het ‘redden’ van een ander, slachtoffer zijn, zekerheid, liefde ontvangen, positie, rol, ‘noden’ als verplichting, etc.
Wat afgoden doen, is je onrustig maken over God, over Zijn Woord. I.p.v. God te vertrouwen, ben je bezig met die afgod dienen en volgen. En dat is niet de bedoeling van het leven van de gelovige. Ons leven ligt in Gods handen, is veilig bij Hem. Dat moeten we weten en daar moeten we naar leven.
1 Korinthe 10:14 “Daarom, mijn geliefden, vlucht weg van de afgodendienst.”
- Dit is ook geen ‘OT-zonde’, dit is een relevant issue, elke dag. Satan is zo slim; hij ‘helpt’ ons graag aan een afgod. Want die afgod gaan wij bóven God plaatsen, waardoor we God niet langer dienen zoals Hij wil. En dan heeft satan ons te pakken.
- Een afgod beheerst je gedachten, je hart, je daden. Een afgod gaat bepalen wát jij doet, hóe jij dingen doet, waaróm je dingen doet. De afgod heeft invloed op je relaties, vooral die met God, maar ook met mensen, en houdt je af van wat God voor je heeft.
De rode draad in dit alles, is dat je als mens iets bóven God plaatst. Je hebt het vaak niet eens door, maar je gedrag laat zien dat je iets belangrijker vindt dan God. Je kan alle goede woorden gebruiken, je Bijbel elke dag lezen, actief zijn als christen; en toch in afgoderij leven.
- Dit is iets waar je God Zelf en Zijn kerk nodig hebt. Hij wil je wijzen op wat jij écht belangrijk vindt in je leven. En daarbij laten zien wat er wél en níet klopt in je hart. Je hebt echt Gods leiding nodig om deze geniepige zonde te gaan zien en je te bekeren.
De oplossing voor een zonde probleem, is altijd bekering. Van gedachten veranderen, net zo gaan denken als God, en vanaf daar anders gaan handelen. God gaan zien voor Wie Hij is, Hem zo gaan eren en je afkeren van je afgoden. God wil je dit laten zien; de vraag is of jij je wil bekeren.
- Afgoderij in Daniël
Door het hele boek Daniël komt afgoderij voor. Ook zien we dat door het hele boek de verleiding van afgoderij aanwezig is. We zien hoe Babel, en de overwonnen volken, meegaan in de afgoderij. Tegelijk zijn Daniël en zijn vrienden voorbeelden van hoe we om horen te gaan met deze verleiding.
- In Daniël 1 zagen we dat Daniël en zijn vrienden andere namen kregen. Al hun Babylonische namen waren verwijzingen naar afgoden.
- Daniël: ‘God is mijn rechter’, werd Beltsazar: ‘Bel (de god) beschermt de koning’.
- Hananja: ‘God is genadig’, werd Sadrach: ‘bevel van de maangod’.
- Misaël: ‘wie is als God?’, werd Mesach, ‘wie is als Aku?’ – de maangod.
- Azarja: ‘God heeft geholpen’, werd Abed-Nego: ‘dienaar van Nebo’, god van wijsheid en geschriften.
- Het eten dat ze voorgeschoteld kregen, was eerst aan afgoden geofferd. Het eten en de wijn waren niet in lijn met Gods voorschriften onder de wet; de voedselwetten. Allemaal dingen waarin deze 3 mannen moesten kiezen; voor God of voor een afgod.
- Als carrière hun afgod was, hadden ze de namen en het eten geaccepteerd. Als de mening van mensen hun afgod was, waren ze in alles meegegaan. Als hun menselijke nood voor acceptatie, veiligheid en geborgenheid regeerden, waren ze meegegaan.
- Doordat God op plek 1 stond, overgegeven waren aan Hem, gingen ze níet met de verleiding mee. Ze hielden vast aan God, aan Zijn Woord, Zijn beloftes. Dat gaf hun identiteit, zekerheid, leiding en rust. Ze wezen afgoden af.
- Als carrière hun afgod was, hadden ze de namen en het eten geaccepteerd. Als de mening van mensen hun afgod was, waren ze in alles meegegaan. Als hun menselijke nood voor acceptatie, veiligheid en geborgenheid regeerden, waren ze meegegaan.
- Daniël 2 wijst op andere afgoden. Bestaanszekerheid, jezelf, acceptatie door mensen, angst; allemaal dingen die zichtbaar worden. En allemaal dingen die heel diep in harten zitten; maar tegelijk níet waar de gelovige in mee hoort te gaan.
- Als God Zélf jouw God is, als Hij jouw leidsman is, als Hij jouw alles is; dan haal je je identiteit, vastigheid, rust, etc. bij Hem. Je hebt mensen, carrière, etc. niet nodig om te zeggen wie je bent. Dat zien we bij Daniël en zijn vrienden, hoe jong ze ook zijn.
- In Daniël 3 zien we geld, status, groepsdruk, mensenvrees, bestaanszekerheid. Als je dit bóven God gaat plaatsen, dan aanbid je een afgod. Als je dit belangrijker vindt dan Hem, dan wordt duidelijk dat er een afgod in je hart zit.
- Dit was duidelijk bij Nebukadnezar, bij de overige raadslieden, de volken. En toch was dit niet zo voor Daniël en zijn vrienden. Ze waren niet perfect, maar ze werden, ondanks hun situatie, geleid door God, i.p.v. de situatie.
Vergeet hun situatie niet. Ze waren als jonge jongens ontvoerd uit Israël, hun identiteit werd uitgewist door een andere naam, ander eten, ander onderwijs en een andere taal. Hun God moesten ze vervangen door de goden van Babel. In dít alles bleven ze overeind, hielden ze stand.
Jesaja 41:8-10 “Maar u, Israël, Mijn dienaar, u, Jakob, die Ik heb verkozen, het nageslacht van Abraham, die Mij u, die Ik gegrepen heb van de einden der aarde, geroepen uit haar uithoeken, en tegen wie Ik zei: U bent Mijn dienaar, Ik heb u verkozen, Ik heb u niet verworpen. Wees niet bevreesd, want Ik ben met u, wees niet verschrikt, want Ik ben uw God. Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met Mijn rechterhand, die gerechtigheid werkt.”
- Dít wisten ze, dit lééfden ze. Ze dienden God, als Zijn volk. Ze wisten dat ze niet verworpen waren en daarom hoefden ze niet bang te zijn. God Zelf was bij hen, om hen te ondersteunen en kracht te geven voor álles dat er zou komen.
Dat is precies wat God, Die niet veranderen kan, vandaag de dag nog steeds wil doen. Hij wil jou geven wat je nodig hebt, Hij wil je dragen en leiden, Hij wil dat je niet in angst leeft, maar dat jij, vandaag, in Zijn vrede wandelt. Afgoden zitten dat in de weg; zet God dus (weer) op de hoogste plek in je hart.
- Afgoderij in jouw leven
Nebukadnezar zette een gouden beeld neer, in jouw leven zal het waarschijnlijk niet allemaal zo overduidelijk zijn. Afgoderij gaat heel diep, komt deels voort uit hoe je verleden is, je thuissituatie, etc. Dat is niet om te zeggen dat je een slachtoffer bent en geen verantwoordelijkheid hebt. [SLIDE]
- Het Woord laat juist zien dat je kíest voor afgoderij. Je kan zondige gedachten hebben, zoals lusten naar een vrouw in je hart en boosheid in je hart (Mattheüs 5). Als je die gedachten laat, als je die ruimte geeft, dan is er zonde in het spel.
Ook laten je daden zien dat er afgoden in je leven zijn. Als jouw ‘noden’ regeren, dan zal jij alles in het werk stellen om die noden vervuld te zien. Je zal anderen manipuleren, zelf hard werken, dingen opeisen van anderen om die noden vervul te zien. Dat is niet Bijbels juist.
- Als ‘liefde ontvangen’ een afgod is, dan ga je liefde zoeken, ook op verkeerde manieren. Je gaat overal afwijzing zien, je gaat ‘liefde’ primair zoeken in mensen, i.p.v. in God. En dan ga je ook de verkeerde kant op.
- Als carrière je afgod is, dan spendeer je te veel tijd aan je werk, i.p.v. aan je gezin, je partner en bovenal de Heere. Als je kinderen je afgod zijn, dan gaan je kinderen boven alles, zelfs je partner en uiteindelijk God. Je tijdsbesteding laat dan zien wie of wat jouw god is.
- Als angst jouw leven bepaalt, dan zal je alles doen om die angst te ontlopen, ook als dat zondig gedrag is. Als jij een ander wil ‘redden’, dan ben jíj degene die de ander moet helpen, dan móet de ander naar jou luisteren, etc. En ben je teleurgesteld in God als er niks gebeurt.
- Maar ook een specifieke theologie, Bijbelleraar, podcast, etc. kan een afgod zijn. Eten, veiligheid, mensenvrees, macht, comfort, je zorgen maken, etc. Ook een goed verlangen kan een afgod worden, als je bereid bent om te zondigen om te krijgen of als je het niet krijgt.
- En ga zo maar door. Je gedachten en daden laten zien wie of wat jouw afgod is. Dat kan iets zijn dat op het eerste gezicht niet fout is, maar als je het boven God verheft is het zonde.
Waar ren jij naartoe als dingen moeilijk worden? Het antwoord op die vraag laat zien wie jouw God/afgod is. Ren je naar controle, manipulatie van de ander of de ander ‘redden’, Netflix, eten, sporten, seks, drugs, alcohol, werk, je kinderen of partner? God wil dat Hij op plek 1 staat.
- Dit zijn vragen om door God te laten beantwoorden. Wij pleiten onszelf hier te snel vrij, zien hier vaak niet wat God ziet. Laat God je hart openbaren, je neigingen, je afgoden; zodat je met die dingen naar Hem kan gaan.
- Afgoderij zorgt ervoor dat je God niet volledig vertrouwt. Het zorgt dat je niet volledig bruikbaar bent voor God, want er zit iets in de weg. Afgoderij zorgt ervoor dat je in lijden wegrent van God, i.p.v. náár Hem. En dat is de verkeerde richting.
Dit is precies waarom God afgoderij in jouw en mijn hart wil aanwijzen. Hij wil dat we ons hiervan bekeren, zodat we 100% voor Hem zullen leven. Jij bent gemaakt om Hem te eren, niet andersom. De focus van jouw en mijn gedachten hoort op Hem te zijn, want dat is wat Bijbels correct is.
- Hoe ga je om met afgoderij?
God is heel genadig met ons. Hij weet dat wij worstelen met afgoderij, daarom heeft Hij ook aangegeven in het Woord hoe daarmee om te gaan. Hij wijst het niet aan om ons het zelf op te laten lossen; Hij wijst afgoderij aan en hélpt dan om het op te lossen.
- Erken dat je afgoden in je leven hebt
Jeremia 17:10 “Ik, de HEERE, doorgrond het hart, beproef de nieren, en dat om ieder te geven overeenkomstig zijn wegen, overeenkomstig de vrucht van zijn daden.”
Laat God je wijzen op wat er écht in je hart leeft. Christenen van iedere leeftijd hebben dingen die níet naar Gods wil zijn. Hij wil je hierop wijzen, maar zolang jij ontkent dat God gelijk heeft, kan en zal er niks veranderen. Je moet erkennen dat wat God over jou zegt waar is.
- God doorgrondt je hart, jij niet. God weet precies wat er in het diepste van jouw wezen speelt, jij niet. Hij wil dat jij dit wéét, maar er ook iets mee gaat doen. En dat is niet makkelijk, niet altijd leuk; maar ‘makkelijk’ en ‘leuk’ zijn niet doorslaggevend. God weet wat goed voor je is.
Erken dus wat Hij je laat zien. Beken dat je afgoden hebt en dat je je daarvan moet bekeren. Vraag God niet alleen om je hart te openbaren, maar ga ook aan de slag met wat Hij laat zien. Ontken het niet, schuif het niet af op omstandigheden, verleden, etc.
- Die dingen kunnen verklaren waarom je ergens gevoelig voor bent, maar jíj bepaalt de keuzes die je maakt. God wil je hierop wijzen, om je meer op Jezus te laten lijken. Hij wil je confronteren met jezelf, om Hem meer te zien, te volgen en te eren.
Wil jij geconfronteerd worden? Wil jij afgoden in je leven gaan herkennen? Wil jij koste wat kost meer op Jezus lijken? Erkén dan wat God je laat zien, onderwerp je aan Hem, i.p.v. zelf ‘beter te weten’. Ook als Hij een broeder/zuster gebruikt, accepteer Zijn woorden. Hij houdt van je, daarom werkt Hij in je.
- Achterhaal wat je wil dat je niet krijgt en kijk of dat Bijbels is
Psalm 139:23-24 “Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, beproef mij en ken mijn gedachten. Zie of er bij mij een schadelijke weg is en leid mij op de eeuwige weg.”
Als je dan erkent dat er afgoden zijn, is het belangrijk om te achterhalen wat je eigenlijk wil. Een afgod uit zich in onderliggende dingen. Als je veel woede in je hebt, kan dat komen doordat je leven niet gaat zoals jij het wil. Mensen willen behagen wijst op mensenvrees, je vreest mensen meer dan God.
- Je wíl dan geliefd worden, geaccepteerd; wat geen slechte verlangens hoeven te zijn. De vraag is of die verlangens zich Bijbels uiten. Verlangen naar intimiteit met je partner is goed; dat ‘claimen’, tot een doel verheffen, etc. is niet goed.
- Rust willen vinden is goed, maar niet als dat betekent dat je jezelf klem zuipt. Relaties met mensen willen is goed, maar niet als je door verlatingsangst mensen gaat claimen. Geld is niet fout; als geld je doel wordt wel. En ga zo maar door.
Als je erachter komt, door de leiding van de Geest en gesprekken met broeders en zusters, wát je verlangt, kan je onderzoeken of dat verlangen Bijbels is. Je kan dan onderzoeken of de uiting van je verlangen klopt; zo niet, moet je je daarvan bekeren. De uiting is vaak in zondig denken en/of doen.
- Toets of je verlangen en de uiting van je verlangen klopt. En als niet, breng het bij Hem. Het is zo bevrijdend om niet langer een slaaf te zijn van een verlangen. Bij God is er vrijheid, is er álles dat je nodig hebt en meer. Dat wil Hij je geven; neem geen genoegen met minder.
- Breng je verlangens bij God
God wil je héle hart hebben, dus ook alle dingen die (nog) niet naar Zijn wil zijn. Hij weet álles van je, dus ook wat jouw verlangens zijn. Je mag leren om dat allemaal aan Hem te geven. Door het aan Hem te geven ga je niet langer door met dingen zelf proberen te regelen, je geeft alles over aan Hem.
- Door die overgave geef je alles aan God, inclusief dat Hij bepaalt wat Hij met die verlangens wil doen. Door al je verlangens in gebed bij God neer te leggen, laat je Hem bepalen óf die verlangens goed zijn en of je uiting van de verlangens ook Bijbels klopt.
Totale overgave aan God, júist ook van je verlangens, is keihard nodig. We leven veel te vaak naar de verlangens die we hebben, zonder te toetsen of God het eens is met die verlangens. En dan worden we slaven van onze verlangens, i.p.v. dat we God dienen.
- We zijn geroepen tot vrijheid (2 Korinthe 3:17), niet tot gebondenheid aan onze verlangens en/of afgoden. Vóór en dóór God leven brengt geweldige vrijheid. Je bent niet langer gebonden door verlangens, afgoden, uitingen, etc. Je bent écht en volledig vrij.
- Breng al je verlangens in gebed bij Hem. Breng alles dat je belangrijk vindt bij Hem en vraag Zijn mening, vraag of ze God eren, inclusief hóe je tot het vervullen van die verlangens wil komen. En laat het antwoord dan aan God.
Dit kan betekenen dat je een goed verlangen blijkt te hebben, met een verkeerde uiting. Een verkeerd verlangen, met een verkeerde uiting. Wat het ook is, Gods leiding is nodig. En die moet jij zoeken. Om Hem te eren met je héle leven, om meer op Jezus te lijken; om geheiligd en gereinigd te worden. Bid.
- Richt je meer op God dan je verlangens
Deuteronomium 6:5 “Daarom zult u de HEERE, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw kracht.”
Het belangrijkste van alles, is dat God je focus wordt. Hoe meer je op God gericht bent, hoe meer afgoden zullen gaan vervagen. Door het OT vraagt God van Israël dat ze zich bekeren van hun afgoderij en terugkeren bij Hem. Dat is ook het proces wat wij moeten volgen vandaag.
- Hoe meer je God leert kennen, hoe meer je hart en gedachten gevuld worden met Hem, hoe beter het is. Dat helpt namelijk om te toetsen, te herstellen, bij te sturen, etc. Als je hart en gedachten vol zijn van Hem, is er geen ruimte voor afgoden.
- De plekken in je hart waar afgoden zijn, zijn daarmee ook plekken waar God nog niet op 1 staat. En dat moet rechtgezet worden. God wil dat je Hem liefhebt met héél je hart, niet bijna heel je hart. Dat is een keuze, dat is focus, dat is een proces.
Dit is niet iets dat je 1x doet en daarna nooit meer hoef te doen. Je kiest hiervoor en komt er dan achter dat er nog dingen in de weg staan. Die ga je dan, biddend en door de leiding van de Geest, opruimen, waarna je jezelf opnieuw toewijdt aan de Heere.
- Dat is het proces van heiliging, wat de rest van je leven hier op aarde plaatsvindt. En dat is niet makkelijk, niet altijd leuk. Maar het is wel het beste dat je kan overkomen. Het is een proces van Gods liefde en geduld, van Zijn genade met jou. En dat is prachtig!
Psalm 63:4 “Uw goedertierenheid is immers beter dan het leven; daarom zullen mijn lippen U prijzen.”
Waarom geen afgoden? Omdat God oneindig veel beter is dan al het andere. Er is geen afgod die in de buurt komt van hoe geweldig God is. Dat vraagt een leren kennen van God, en dan ga je zien dat Hij beter is dan álles en iedereen. Hij is “beter dan het leven”.
- God is groter en beter dan alle goden (Exodus 18:11), dan welke afgod jij dan ook kan hebben. Dat besef mag echt gaan landen in je hart. Hij is zoveel meer, zoveel beter, zoveel groter; Hij is het waard om 100% voor te leven.
- Afgod of God; wie dien jij? Maak vandaag de keuze. Kies om Hém onderdanig te willen zijn, wat de kosten daar ook van zijn. Want Hij is de beste, Zijn wil is het beste en Hij houdt het meeste van jou.
Als je nog niet gelooft, kies dan vandaag voor God. Ook jij hebt afgoden, dingen die jij belangrijker vindt dan God. Kies vandaag om te luisteren naar Degene Die het beste met je voorheeft, Degene Die oneindig van je houdt. Geloof in Jezus als Zoon van God en leef.
Christen; afgod of God; wie dien jij?
- Onderzoek of jij iets/iemand belangrijker vindt dan God
- Als je merkt dat er iets is, 1) erken het en bekeer je, 2) onderzoek het onderliggende verlangen + de uiting, 3) breng dat verlangen bij God, en 4) richt je op God
Efeze 3:20-21 “Hem nu Die bij machte is te doen ver boven alles wat wij bidden of denken, overeenkomstig de kracht die in ons werkzaam is, Hem zij de heerlijkheid in de gemeente, door Christus Jezus, in alle geslachten, tot in alle eeuwigheid. Amen.”