Romeinen 15:22-29 Bijbels plannen maken
Bijbels plannen maken voor de toekomst, hoe doe je dat? Paulus was zelf nog nooit in Rome geweest toen hij deze brief schreef, maar hij wíl wel graag langsgaan. Hoe ben je afhankelijk van God, maak je toch plannen en sta je in dat alles open voor de spontaniteit van de Geest?
- God laat ons zien wat ‘Bijbels plannen maken’ betekent.
Romeinen 15:22-29 Bijbels plannen maken
God had Paulus geroepen om de heidenen te bereiken; dat deed hij vol vuur en passie. Doordat Paulus wist wat wél zijn bediening was, wist hij ook wat níet zijn bediening was. En dat hielp hem om keuzes te maken in wat hij wél en wat hij níet ging doen.
- Paulus was, door zijn verlangen om het Evangelie te brengen op plekken waar het nog nooit gebracht was (v20-21), “vaak verhinderd” om naar Rome te gaan (v22). I.p.v. fellowship met de gemeente in Rome te hebben, koos hij voor de omliggende, niet-bereikte landen.
- We zien dat Paulus vanaf hier (v23-29) verschillende dingen meegeeft aan de kerk in Rome over het maken van plannen. Paulus keek vanuit zijn missie, maar ook vanuit zijn eigen verlangens. We zien hij om verschillende redenen Bijbels plannen maakte.
- Plannen voor missie
Nu (v23) zag hij “geen arbeidsveld” meer in het gebied waar hij was. Hij had gedaan waarvoor God hem die kant op had gestuurd, waardoor hij iets kon doen wat hij al lang wílde doen. Het begon echter met dat hij wist waar God hem toe geroepen had.
- Hij getuigt in Handelingen 22:21 dat hij door God naar de heidenen gestuurd was. Hij weet dat hij veel moest lijden voor God, vanwege de missie die hij had gekregen (Handelingen 9). In Romeinen 15 laat hij zien dat hij wist dat deze missie voor hem was.
Deze missie stuurde zijn plannen. Hij wilde een nieuw fundament leggen (v20) bij de heidenen. En als hij geslaagd was in die missie, dan ging hij verder. Paulus was een evangelist en kerkplanter; hij was geen oudste of blijvende voorganger, hij diende God door te evangeliseren en kerken te planten.
- Wat we kunnen leren, is dat we onze plannen moeten toetsen aan de missie die we hebben. Dat begint met de algemene missie, Mattheüs 28:19, maar daarbinnen ook de persoonlijke missie die God jou gegeven heeft.
- Bínnen die persoonlijke missie is het hartstikke gezond om plannen te maken. Het is aan God om de plannen te bevestigen, of niet, en om vrucht te geven. Nehemia ging biddend plannen toen hij wist dat hij naar Jeruzalem wilde. Dat mogen wij leren.
Laat God jouw persoonlijke missie, binnen de Grote Opdracht, duidelijk maken. Ga dan plannen hoe je met die missie aan de slag kan gaan en maak die plannen ondergeschikt aan Gods wil. Door biddend te plannen, kan je ook zien wanneer je missie geslaagd is en wanneer niet.
- God heeft een plan, een missie, voor jou. Op de plek waar je bent, met de mensen die Hij op jouw pad brengt. Gezin, vrienden, familie, collega’s, etc. zij zijn jouw missie. Plan biddend hoe je hen kan bereiken, leg die plannen bij God neer en laat de missie je plannen bepalen.
- Plannen voor zorg o.b.v. verlangen
Het is (v23) mooi om te zien dat Paulus “een groot verlangen” had om deze kerk te bezoeken. Hij was niet blind voor de kerk, in zijn verlangen de niet-bereikte wereld te bereiken. Paulus had ogen voor wat hij zélf nodig had, fellowship met gelovigen, en wat de ánder, de gemeente, nodig had.
- Kijkend naar Gods Woord, is het goed om te weten wat de ander nodig heeft. We moeten leren de ander hoger te achten, lief te hebben, te dienen, etc. Dat is allemaal keihard nodig, een evangelisatie middel, een manier van liefde uiten.
- Maar dit is ook iets wat niet natuurlijk komt voor velen van ons. We zijn te vaak, te veel met onszelf bezig. We missen vaak wat de ander nodig heeft, omdat we zondig nadenken over onszelf. Dit is dus een werk van de Geest.
- Maar, het is ook goed, zelfs noodzakelijk, om op je eigen ziel te letten. We hebben het nodig om onze eigen ziel te voeden en te hoeden. We moeten leren kennen wat we zélf nodig hebben, Bijbels gezien, om de Heere te dienen en Zijn wil te doen naar wereld en kerk.
1 Timotheüs 4:16 “Geef acht op uzelf en op de leer. Volhard daarin. Want wanneer u dat doet, zult u zowel uzelf behouden als hen die u horen.”
Terecht wordt hier vaak gefocust op het stuk “en op de leer”. Maar, als we Gods Woord eerlijk lezen en bestuderen, moeten we dus ook ‘acht geven’ op ‘onszelf’. Dit was belangrijk volgens Paulus, zowel iets dat hij zélf geleerd had, als iets dat Timotheüs, als jonge voorganger, moest leren.
- Jezelf in de gaten houden, ín de bediening die je van God hebt gekregen, is noodzakelijk. Als je dat níet doet, zal je onderuitgaan. Je zal op het punt komen dat je niet verder kan, dat je tegen de limieten aanloopt van jezelf en je eigen kunnen. En dat is niet nodig op die manier.
- Paulus had dóór kunnen gaan, maar zag dat God anders besliste. Hij zag dat nu het moment was dat zijn verlangen, naar Rome gaan, en mogelijkheid, geen arbeidsveld, samenkwamen. Sla acht op jezelf, luister ook naar de Geest als het gaat om zelfzorg.
Paulus plande om te zorgen voor de ander, Gods gemeente. Cruciaal daarbij, was dat hij ook zorgde voor zijn eigen geestelijk en fysiek welzijn. Als hij maar doorging, zelf geen Bijbelse rust pakte, nooit genoeg sliep, etc. kon hij niet voldoen aan de taak die God hem gegeven had.
- Dat betekent plannen voor stille tijd en die vanuit liefde én gehoorzaamheid doen. Plannen voor rust, plannen om Bijbels voor je lichaam te zorgen, plannen om tijd met gezin te hebben, etc. Plannen maken die Bijbelse zelfzorg én zorg voor de ander versterken.
Begrijp dit punt ajb niet verkeerd. Ik zeg níet dat zelfzorg altijd bóven zorg voor de ander gaat. Ik zeg ook niet dat je eerst van jezelf moet houden, vóór je van de ander kan houden. Wat ik zeg is dat Jezus sliep, at, tijd met God had, etc. zodát Hij kon dienen. Jezus plande deze dingen in.
- Soms kwam het niet uit, dan paste Hij Zijn plannen aan. Maar Hij zorgde voor het lichaam dat God Hem gegeven had, zodát Hij kon zorgen voor de ander. Jezus verwaarloosde Zichzelf niet; dat zien we aan de keuzes die Hij maakte. Dóór die (geplande) keuzes kon Hij dienen.
- Plannen voor fellowship
Paulus was op doorreis naar Spanje (v23), om ook daar het Evangelie te brengen. Spanje was een plek waar het Evangelie blijkbaar nog niet geweest was (v20). Onderweg daar naartoe, wilde hij heel graag de kerk in Rome bezoeken en tijd met hen door te brengen.
Romeinen 1:10-13 “Steeds weer vraag ik in mijn gebeden of mij, zo mogelijk, door de wil van God eens een goede gelegenheid geboden zal worden om naar u toe te komen. Want ik verlang er vurig naar u te zien, om u in enige geestelijke genadegave te laten delen, waardoor u versterkt zou worden, dat is te zeggen, om in uw midden samen bemoedigd te worden door het onderlinge geloof, zowel dat van u als dat van mij. Maar ik wil niet dat u er geen weet van hebt, broeders, dat ik dikwijls het voornemen had naar u toe te komen om ook onder u enige vrucht te hebben, zoals ook onder de andere heidenen. Tot nu toe was ik echter verhinderd.”
- Paulus wilde niet alleen hén dienen, hij wilde zélf ook bemoedigd worden. Ook dat is deel van zelfzorg als christen. Je kan niet alleen maar géven, je moet ook ontvangen. Het werkt ook andersom, je kan niet alleen blijven ontvangen, je moet ook leren geven. Beide zijn nodig.
- De grote apostel Paulus, wilde mét deze kerk in Rome bemoedigd worden. Hij wilde tijd met hen hebben, fellowship, om sámen te groeien in hun geloof. Paulus was niet bezig om alleen te zenden, hij wist dat hij hún geloof, lessen, etc. nodig had.
- Hij zag er naar uit om de kerk in Rome te ontmoeten, hij zag dat hij van het hun ontmoeten kon gaan genieten. Ook dit is een les voor ons; we mogen leren genieten van tijd met broeders en zusters.
- De grote apostel Paulus, wilde mét deze kerk in Rome bemoedigd worden. Hij wilde tijd met hen hebben, fellowship, om sámen te groeien in hun geloof. Paulus was niet bezig om alleen te zenden, hij wist dat hij hún geloof, lessen, etc. nodig had.
Sommigen van ons, zoals ikzelf, zijn introvert. Dat betekent dat groepen mensen energie kósten, niet opleveren. We zijn liever alleen of in kleine groepjes. Dat mag echter niet in de weg zitten van fellowship. Als mijn ‘introvert-zijn’ leidend wordt, dan bepaalt Gods Geest niet langer, maar ikzelf.
- We mogen leren om door de Geest geleidde fellowship te hebben. De eerste kerk was élke dag samen (Handelingen 2). In onze drukte is dat niet altijd mogelijk, maar we mogen wél leren om tijd met broeders en zusters te waarderen zoals het Woord dat doet.
- Paulus wílde tijd met broeders en zusters, omdat hij wist dat het én goed én nodig was. Hij wist dat zijn eigen ziel dit nodig had. Jij bent niet anders dan Paulus, ook jij hebt fellowship nodig. Paulus maakte daar tijd voor, paste zijn leven daar op aan.
- Hoe zie jij fellowship? Hoe zie jij jouw eigen karakter? Hoe zie jij andere mensen? Je (introverte) karakter kan leidend geworden zijn, terwijl jouw ziel iets anders nodig heeft. Mag God bepalen wat jouw nood voor fellowship is, i.p.v. jouw eigen hart?
- Plannen voor dienen
De huidige reis van Paulus was naar Jeruzalem (v25), “om de heiligen te dienen”. Specifiek was hij onderweg met een “handreiking” “aan de armen onder de heiligen in Jeruzalem” (v26). De kerken in Macedonië en Achaje, Griekenland, hadden geld aan Paulus meegegeven.
- We zien hier Gods zorg voor en door Zijn kerk. God weet wat eenieder nodig heeft, daarom voorziet Hij dóór het lichaam, vóór het lichaam. Het is ook geen vereiste dat een kerk zelf rijk is, vóór ze aan een ander kunnen geven.
- De kerk in Macedonië was zelf buitengewoon arm (2 Korinthe 8). En tóch gaven ze, ze waren zelfs een voorbeeld voor de kerk in Korinthe, die een stuk rijker was. Geven is een zaak van het hart, niet van de portemonnee. Je hoeft niet rijk te zijn, alleen bereid.
En dat is waar Paulus, door de Geest, ons hart weer opzoekt. Hij wil dat we ‘ons geld’, beschikbaar maken voor Hem. Hij wil dat we het geld dat Hij ons geeft, inzetten voor Zíjn doelen. En dat vraagt overgave. I.p.v. zélf te bepalen, leg je dan de regie van ‘jouw geld’ in Gods handen.
- En dat vinden we niet altijd leuk, want dan kan God iets heel anders van je vragen dan je zelf verwacht had. Hij wil jou namelijk zegenen, doordat jij een ander gaat zegenen. Geven is beter dan ontvangen (Handelingen 20:35). Dat is Gods perspectief; is dat ook jouw blik?
Paulus zag echt een verplichting van de kerk in Griekenland richting de kerk in Jeruzalem. Hij zag dat “de heidenen aan hun geestelijke weldaden deel gekregen hebben” (v27). Hiermee bedoelt hij dat de heidenen tot geloof gekomen zijn dóór deze gemeente in Jeruzalem.
- Specifiek heeft hij het over de Joodse christenen in Jeruzalem. Zij hadden het werk opgepakt om het Evangelie te brengen, zij hadden gevaren, lijden, etc. doorstaan om het Goede Nieuws door de wereld te verspreiden. Zij hadden het Woord onderwezen en discipelen gemaakt.
- Het was dan alleen maar correct om deze gemeente met het “stoffelijke te dienen” (v27). Omdát deze gemeente zo trouw was geweest in het geestelijke, mocht de gemeente in Griekenland hen materieel zegenen. God gaf eenieder wat nodig was.
- Paulus plande zelf om de gemeente in Jeruzalem te dienen. Hij nam de kerken die hij plantte en bezocht méé in die plannen. Hij leerde de kerk in Korinthe om te sparen, om te kúnnen geven (1 Korinthe 16). Dat is plannen om te dienen, d.m.v. geven.
We mogen zo ook leren omzien naar elkaar. We mogen de verplichting zien naar degenen die óns geholpen hebben in het geloof. We mogen leren geven óm en áán elkaar, we mogen leren om God op deze manier ook te dienen. Dit heeft Hij ingesteld binnen Zijn kerk.
- We zijn één lichaam, wat betekent dat we een verplichting naar elkaar hebben. Nu wij weten van de nood in House of Hope, India, horen we daar te helpen. God zal het sommigen van ons op het hart leggen om daar iets voor te beteken; zowel in gebed als financieel.
- Zodra we weten over nood bij gemeenten internationaal, bijvoorbeeld via SDOK of Open Doors, horen we te gaan bidden. Ons hart hoort geraakt te worden door de dingen die we horen, weten en zien. En dan mogen we, Geest geleid, aan de slag.
- Ten eerste bidden, dat is het allerbelangrijkste. Maar God kan het ook zo leiden dat Hij wil dat je financieel gaat geven. Wij zijn zeer gezegend hier in het Westen; anderen mogen delen in die zegen, door ons geven.
- Mijn pleidooi is niet om geld, zeker niet naar mij persoonlijk. Dit gaat om het hart van géven om de grotere gemeente, zorgen voor de grotere gemeente. God heeft ons die taak gegeven; laten we die oppakken.
- Zodra we weten over nood bij gemeenten internationaal, bijvoorbeeld via SDOK of Open Doors, horen we te gaan bidden. Ons hart hoort geraakt te worden door de dingen die we horen, weten en zien. En dan mogen we, Geest geleid, aan de slag.
- Praktische plannen
We zien dat Paulus niet alleen een verlangen heeft, maar ook plant om aan dat verlangen te voldoen (v28). Het verlangen om de kerk in Rome te bezoeken, leidde tot het maken van plannen. Paulus leefde in geloof én was een man van plannen; het een sluit het ander niet uit.
- Wat hij niet kon voorzien op dit moment, is dat hij zeker naar Rome zou gaan. Hij had alleen niet kunnen bedenken dat dat in ketenen zou zijn. In Handelingen 25 zit Paulus vast bij de heerser van Israël op dat moment, Festus.
- Als Romeins staatsburger had hij het recht om de keizer te vragen naar zijn rechtszaak te kijken. Dat deed hij, wat hem een weg naar Rome gaf. Toen hij bedacht om de kerk in Rome te bezoeken was dit zeker niet wat hij in gedachten had. En toch ging hij.
Paulus’ wandel in geloof ging gepaard met plannen maken. En tegelijk was hij een man van geloof, geleid door de Geest. Hij leefde in overgave aan de Heilige Geest, accepteerde wijzigingen in plannen die God aanbracht. Hij plande, maar gaf alles over aan God.
- Dat is ook hoe wij om mogen gaan met plannen maken. Het is goed, wíjs om plannen te maken; maar die plannen moeten wel ondergeschikt gemaakt worden aan God. Als Hij besluit dat Hij iets anders wil, een andere plek, andere tijd, etc. dan moeten we dat leren accepteren.
- En ook daarin raakt de Geest ons hart. Als jij vasthoudt aan eigen plannen, zit trots in de weg. Wat jíj vindt en wil, hoe, waar en wanneer jíj het wel is dan belangrijker dan wat God zegt. Dat is niet het praktisch christen zijn waar Romeinen 12-16 over gaan.
- Paulus was overgegeven aan God ín zijn plannen maken. Zijn bediening was door de Geest (v19), gericht op de ander (v22-29). En dat eerde de Geest; Hij leidde Paulus, op Zijn tijd en manier, om Zijn wil te doen. En Paulus luisterde naar die leiding.
Laten we niet de illusie hebben dat dit altijd makkelijk was voor Paulus. Als Jood had hij geleerd om alles in eigen hand te hebben, om zijn geloof uit eigen kracht te leven. En om dan nu, dóór de Geest, in gelóóf te leven; dat is een 180 graden draai. En dat is praktisch christen-zijn.
- Net als Paulus ben je een nieuwe schepping, net als Paulus wordt jouw denken vernieuwd. En die beide feiten helpen ons om te leren echt vanuit geloof en overgave te leven. Het is een proces waar we in zitten, het heiligingsproces. En dat proces gaat God graag met jou aan.
- In Zijn liefde en geduld leert Hij jou om te geloven. Hij leert je om overgegeven te leven, om te plannen ín geloof. Hij leert je om Zijn wil te zoeken en te doen, Hij leert je om gericht te zijn op de ander, om je karakter ondergeschikt te maken aan Zijn wil.
- Wat een geduldig, liefdevol en genadig God dienen we toch. Hoe geweldig is Hij, dat Hij zó met je omgaat! Wat een zegen dat Hij zo naar je omziet, zo met je omgaat. Wat een liefde heeft Hij voor jou, dat Hij jou dit wil leren.
- In Zijn liefde en geduld leert Hij jou om te geloven. Hij leert je om overgegeven te leven, om te plannen ín geloof. Hij leert je om Zijn wil te zoeken en te doen, Hij leert je om gericht te zijn op de ander, om je karakter ondergeschikt te maken aan Zijn wil.
Het is het Evangelie dat we dit mogen weten, dat we dit kunnen leven. Dat is het Evangelie dat Paulus aan de kerk in Rome wilde brengen (v29). Hij wilde de “volle zegen van het Evangelie van Christus” bij hen brengen. Het ging niet om Paulus zelf, het ging om Jezus en Zijn boodschap; dát wilde hij brengen.
Barnes: “God kan ons teleurstellen wat betreft de wijze waarop wij van plan zijn goed te doen; maar als wij het werkelijk verlangen, zal Hij ons in staat stellen het te doen op Zijn manier. Het kan beter zijn om het evangelie te prediken in boeien dan in vrijheid; het is beter om het zelfs in een gevangenis te doen, dan het helemaal niet te doen. Bunyan schreef De Christenreis om zijn lange, zware uren te vullen tijdens een wrede gevangenschap van twaalf jaar. Als hij in vrijheid was geweest, had hij het waarschijnlijk nooit geschreven. Het grote verlangen van zijn hart werd vervuld, maar een gevangenis was de plaats waar dat gebeurde. Paulus predikte – maar hij predikte in ketenen.”
- Dit is hoe God werkt; dit is hoe het Evangelie werkt. Het is het beste nieuws dat er is, het kost ons ook níks om het aan te nemen. Het kost ons echter álles om ernaar te gaan leven. En dat zijn kosten die we mogen berekenen.
Plannen maken is een belangrijk onderdeel van het christen zijn. Voor onze missie, zorg, fellowship, elkaar dienen en dit allemaal praktisch laten zijn, is het onmisbaar om te plannen. Natuurlijk kunnen dit geen ‘in beton gegoten’ plannen zijn. Maar we kunnen ook niet zonder te plannen.
- God heeft ons gezond verstand gegeven om biddend te plannen. Hij wil dat we wijs zijn, Hem om wijsheid vragen (Jakobus 1) en dan mét die wijsheid Hem dienen. Geen plan dat wij maken zal 100% uitkomen zoals wij het gepland hebben. Dat is waar we overgave moeten leren.
- Maar dat geeft niet. God wil ons leren om te plannen, die plannen aan Hem te onderwerpen, Zijn leiding te zoeken en dan afhankelijk van Hem aan de slag te gaan. Hij alleen is de Leidsman van ons geloof.
Bijbelse plannen zijn Gods plannen, niet die van ons. Wij mogen leren God de regie van ons leven te geven, i.p.v. Hem een rol te laten spelen. Paulus leerde dit, ongetwijfeld met vallen en opstaan; hij is een voorbeeld voor ons in dit alles.
- Bij Bijbelse plannen is God meer geïnteresseerd in wat Hij ín jou, dan dóór jou kan doen. Bij Bijbelse plannen is God eren het doel, is het niet erg als Hij dingen omgooit, zoek je de leiding van de Geest en draait niks om jou. Dat was wat Paulus leerde, wat jij mag leren doen.
- Dit is het uitdagende, prachtige, ingewikkelde, afhankelijke leven dat je mag leren leven als christen. Dit voelt onnatuurlijk, tegenstrijdig, onmogelijk; en toch is dit Bijbels plannen maken. En dat wil God voor jou en mij.
Bijbels plannen maken is een proces van overgave, sterven aan jezelf, Gods wegen als hoger beschouwen dan die van jezelf. Bij Bijbelse plannen horen dingen die buiten je comfortzone zijn, dingen die onmogelijk zijn voor ons in eigen kracht. En dat is precies hoe God het wil.
Als je nog niet geloofd, laat vandaag de dag zijn dat je kiest. God staat klaar, met open armen, om jou te ontvangen. Jezus kwam, stierf, stond op en ging terug naar de hemel voor jóu, voor mij. Gods liefde, Gods komende oordeel; het is allemaal duidelijk in de Bijbel. Geloof en leef.
Christen, Paulus geeft ons het voorbeeld van Bijbels plannen maken; laten we dat voorbeeld volgen.
- Laten we plannen voor onze missie
- Plannen voor zorg, zowel voor onze eigen ziel, als de ander
- Laten we plannen voor fellowship
- Plannen voor dienen
- En praktische plannen maken
1 Korinthe 15:58 “Daarom, mijn geliefde broeders, wees standvastig, onwankelbaar, altijd overvloedig in het werk van de Heere, in de wetenschap dat uw inspanning niet tevergeefs is in de Heere.”