Romeinen 11:22- (21-5-2023) Blijf in Gods goedheid
Vorige week hebben we gezien in Romeinen 11 dat Paulus ons oproept om de Heere te vrezen. We hebben gezien dat we Zijn trouw kunnen zien, mensen jaloers horen te maken richting God en dat we God-vrezend horen te leven.
- Vanochtend gaan we verder in Romeinen 11, waarbij we Paulus’ oproep zien: Blijf in Gods goedheid.
v22-24 Blijf in Gods goedheid
Paulus is de kerk in Rome aan het uitleggen over Gods trouw naar Israël (H9-11). Hij is aan het bewijzen uit het OT dat God genadig en trouw is (v1-12), dat Hij bezig blijft met Zijn volk en dat Hij nog steeds wil dat ze gered worden (v13-21). God heeft ook een rol voor ons heidenen daarin.
- Paulus heeft dit uitgelegd o.b.v. 2 OT beelden: 1) eerstelingen en deeg, 2) wortel en tak (v16). Het beeld van de wortel en de tak verwijst naar de aartsvaders (Abraham, Izak en Jakob), die als eerste Gods belofte kregen. Zij ‘heiligden’ de rest van het volk Israël daarna.
- De “natuurlijke takken” (v21) zijn Israël van verschillende generaties. In het geval van deze uitleg gaat het over het huidige Israël, dat Gods weg naar rechtvaardiging afwees. Dat zijn de takken die afgebroken worden; “Door ongeloof zijn zij afgerukt” (v20).
Het punt dat Paulus wil maken, is dat we niet trots moeten zijn, maar juist dankbaar. We zijn gezegend dóór Gods beloftes aan Israël, niet andersom. We moeten ons die zegen goed beseffen, zodat we juist reageren richting Israël, maar zeker ook richting God.
- Paulus wil ook (v22) dat we een goed Godsbeeld hebben. We moeten inzien hoe God werkt en waarom. Hij wil dat we zowel “de goedertierenheid” als “de strengheid van God” zien. Beide zijn belangrijk, zeker in de context van het beeld van wortel en tak.
De “goedertierenheid” die Paulus aanhaalt wijst op ‘vriendelijkheid’, ‘goedheid’. Het woord “strengheid” is een bijzondere; het is afgeleid van een Grieks woord dat helemaal niet in de Bijbel voorkomt, temno. Dit betekent ‘afsnijden’ of ‘afhakken’.
- Het is als “strengheid” vertaald, maar dat lijkt minder goed te passen bij de oorsprong van dit woord. Waarom is dit belangrijk? Omdat Paulus het heeft over een boom en het afhouwen (v24) van takken. Dan past een woord dat ‘afsnijden’ of ‘afhakken’ betekent daar goed.
Paulus zegt dat God ‘goed’, ‘vriendelijk’, genadig omgaat met de een, en ‘afsnijdend’ en ‘afhakkend’ met de ander. Gelukkig maakt God ook duidelijk waarom Hij doet wat Hij doet. De strengheid, het ‘afsnijden’ of ‘afhakken’ is voor “hen die gevallen zijn” (v22).
Romeinen 11:11 “Ik zeg dan: Zijn zij soms gestruikeld met de bedoeling dat zij vallen zouden? Volstrekt niet! Door hun val echter is de zaligheid tot de heidenen gekomen om hen tot jaloersheid te verwekken.”
- Het woord in v11 en v22 is hetzelfde; dit wijst op ‘vallen’, specifiek een ‘wegvallen’. Struikelen is iets dat we dagelijks doen, dat is zondigen. Het “vallen” gaat over blijven liggen, niet op willen staan, wegblijven van God.
- In v23 legt Paulus uit dat het hier om “in het ongeloof blijven” gaat. Dat “ongeloof” was de reden voor het afgerukt zijn (v20), de reden voor het vallen in v22. Paulus waarschuwt ons, dat ongeloof grote gevolgen heeft.
Dit is een gevaar voor Jood en heiden. We kunnen allemaal een periode van ongeloof hebben; dat betekent niet dat je gelijk “afgerukt” wordt (v20). Blijvend ongeloof, waar je niet uit wil komen, dat is een probleem.
- De Joden waar Paulus over spreekt, wilden niet geloven. Ze weigerden om in Jezus te geloven, om hun leven over te geven aan Hem. Dat heeft Paulus uitgebreid gedocumenteerd. Deze houding, die we ook in de Evangeliën zien, is het probleem waar hij op wijst.
God geeft “goedertierenheid” aan degenen die in geloof leven, “als u in de goedertierenheid blijft” (v22). Hij koppelt hier gelijk een waarschuwing aan: “Anders zult u ook afgehouwen worden.” Dit is een waarschuwing die Jezus ook al gegeven heeft in Johannes 15.
Johannes 15:1-6 “Ik ben de ware Wijnstok en Mijn Vader is de Wijngaardenier. Elke rank die in Mij geen vrucht draagt, neemt Hij weg; en elke rank die vrucht draagt, reinigt Hij, opdat zij meer vrucht draagt. U bent al rein vanwege het woord dat Ik tot u gesproken heb. Blijf in Mij, en Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet in de wijnstok blijft, zo ook u niet, als u niet in Mij blijft. Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen. Als iemand niet in Mij blijft, wordt hij buitengeworpen zoals de rank, en verdort, en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur, en zij worden verbrand.”
- In deze beeldspraak, die veel lijkt op de olijfboom vergelijking, legt Jezus uit dat we volledig afhankelijk zijn van Hem. Een druiventros, “rank” (v2), kan letterlijk niks zonder de “Wijnstok” (v1). Voor alles is de druiventros afhankelijk van de wijnstok.
- Als een “rank” niet in de “Wijnstok” blijft, dan gaat die dood en zal die van de “Wijnstok” afgehaald worden. Die zal verdorren en uiteindelijk verbrand worden. Dit is hetzelfde beeld als we in Romeinen 11:22 zien.
Uiteindelijk leidt dit tot vragen over onze zekerheid van redding, over wat het is om in Hem, en Zijn goedertierenheid, te blijven en hoe je dat doet. Dat zijn belangrijke vragen om te beantwoorden, dus laten we daar naar kijken.
- Bestaat er zekerheid van redding?
Zowel Jezus als Paulus maken het punt dat we in Hem, “in de goedertierenheid”, moeten blijven. In Johannes 15:1-11 spreekt Jezus 10x over blijven, dat is wat we horen te doen. Maar de vraag is dan, terecht, wat hiermee bedoeld wordt, door zowel Jezus als Paulus?
Bekende Bijbelleraar: “We moeten eerlijk zijn, dat onze uiteindelijke redding afhankelijk is van de gehoorzaamheid die door geloof komt.”
Is dat wat Jezus bedoelde? Dat we door ‘gehoorzaam’ te zijn onze redding ‘zeker’ kunnen maken? Dat is wat door veel bekende Bijbelleraren onderwezen wordt. Dit past namelijk in hun theologische systeem, waarbij goede werken een noodzakelijke uitkomst zijn van redding.
- Maar, ieder mens zondigt, dus ben je dan wel zeker? En hoe weet je dan dat je jezelf niet voor de gek houdt? En misschien houdt God je wel voor de gek en heeft Hij je niet de échte genade gegeven, maar iets dat er op lijkt (Calvijn onderwees dit (Instituten 3.2.11)).
1 Johannes 5:11-13 “En dit is het getuigenis, namelijk dat God ons het eeuwige leven gegeven heeft; en dit leven is in Zijn Zoon. Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet. Deze dingen heb ik geschreven aan u die gelooft in de Naam van de Zoon van God, opdat u weet dat u het eeuwige leven hebt en opdat u gelooft in de Naam van de Zoon van God.”
Laten we een stap terug doen en kijken naar de zekerheid die er is van redding. Op meerdere plekken, zoals 1 Johannes 5, wordt ons zekerheid van redding belooft. Jezus zegt Zelf woorden van gelijke strekking in Johannes 10:
Johannes 10:28-29 “En Ik geef hun eeuwig leven; en zij zullen beslist niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit Mijn hand rukken. Mijn Vader, Die hen aan Mij gegeven heeft, is meer dan allen, en niemand kan hen uit de hand van Mijn Vader rukken.”
- Dit lijkt tegen te spreken dat er onzekerheid is. Ook lijkt het niet te bevestigen dat we ‘afhankelijk’ zijn van onze gehoorzaamheid, voor onze zekerheid van redding. Dat zien we Jezus hier niet zeggen, dat zei Johannes ook niet. Dus wat is nou waar?
Paulus spreekt in Romeinen 11:22 erover dat we “in de goedertierenheid” moeten blijven. Jezus zegt dat we ‘in Hem’ moet blijven (Johannes 15). Dat is het cruciale punt van dit alles: in Hem blijven. Jezus is Degene Die ons eeuwig leven gegeven heeft (Johannes 10:28), wat een eeuwig cadeau is.
- Dat cadeau is voor hen die “aan Mij gegeven” zijn, zegt Jezus (Johannes 10:29). Degenen die dit “eeuwig leven” hebben, “zullen beslist niet verloren gaan in eeuwigheid”. Ook kan “niemand” deze groep uit Jezus’ of de Vaders hand roven (v28-29).
- Dat zijn ontzettend sterke uitspraken, waar veel zekerheid in zit. De vraag is dan, aan wie is dit “eeuwig leven” gegeven? Aan wie is het gegeven om “geënt” te worden op de olijfboom (Romeinen 11)? De Bijbel geeft ons heel duidelijk het antwoord.
In v20 hebben we gezien dat Israël afgerukt is “Door ongeloof”; Paulus zegt in v23 dat Israël afgehouwen was door “ongeloof”. Ongeloof is wat ervoor zorgt dat je hier géén deel aan hebt, dat je géén eeuwig leven hebt.
Johannes 20:30-31 “Jezus nu heeft in aanwezigheid van Zijn discipelen nog wel veel andere tekenen gedaan, die niet beschreven zijn in dit boek, maar deze zijn beschreven, opdat u gelooft dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat u, door te geloven, het leven zult hebben in Zijn Naam.”
- Johannes schrijft hier dat geloof (v31) datgene is dat leven geeft. Geloof geeft eeuwig leven, geloof in Jezus Christus is datgene waardoor iemand in Jezus’ en de Vaders hand zit. Geloof is datgene wat ervoor zorgt dat iemand niet weggerukt kan worden.
Johannes 3:36 “Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem.”
Dit is de zekerheid, de garantie die we hebben. Niet op basis van eigen kunnen of werken, dit is puur op basis van “Wie in de Zoon gelooft”. Geloof, niet eigen werken. En het is niet dat ‘geloof’ iets is waardoor je dit ‘verdient’ of ‘zelf voor elkaar krijgt’. Geloof is geen ‘superpower’.
- Geloof is overgave, vertrouwen, iets als werkelijk of waar aanvaarden. Dat is wat we doen, het verdient niks. Het is God Die zekerheid geeft aan hen die geloven; de zekerheid is net zoveel Zijn werk als dat redding dat is. Zekerheid van redding is puur en alleen een genadegave.
- Maar we kunnen daar wel op staan. Omdat Hij het geeft en het totaal niet van ons afhankelijk is, kunnen we er zeker van zijn dat dit klopt. We kunnen zeker zijn van het feit dat Zijn cadeau vast staat. Dat is onveranderlijk, het is “eeuwig leven”.
Degene die gelooft in Jezus Christus als Zoon van God (Johannes 20), die heeft leven. Dat is wat de Bijbel belooft, dat is wat de Heilige Geest aan jou wil vertellen. Er staan geen andere voorwaarden dan geloof in Jezus Christus; niks over je performance als christen.
- Wees dus gerustgesteld, er is zekerheid van redding. Geloof in Jezus geeft die zekerheid. Geloof is wat nodig is; niks anders. Natuurlijk moet dit geloof leiden tot daden die bij het geloof horen, maar we zijn niet afhankelijk van die daden. We zijn afhankelijk van Zijn genadegave.
- Wat betekent het om in Hem, en Zijn goedertierenheid, te blijven?
Dan blijft natuurlijk de vraag staan wat Paulus bedoelde in Romeinen 11:22 en Jezus in Johannes 15. Ze hebben dit niet voor niks gezegd, de Geest heeft dit niet voor niks laten opschrijven. Er is duidelijk een les die we moeten leren, iets dat hoort bij het geloof dat we hebben.
Efeze 1:13 “In Hem bent ook u, nadat u het Woord van de waarheid, namelijk het Evangelie van uw zaligheid, gehoord hebt; in Hem bent u ook, toen u tot geloof kwam, verzegeld met de Heilige Geest van de belofte,”
- Een gevolg van het geloof dat je hebt als christen, is dat je “In Hem bent”. Geloof komt vóór het “in Hem” zijn, geloof is de reactie op Gods werk in het hart van de mens. En die reactie verdiend niks, geeft ons niks aan verdienste bij God.
- Het geeft ons wel geweldige zegeningen die Hij belooft. Geloof plaatst ons “in Hem”, “verzegeld [ons] met de Heilige Geest van de belofte”. Geloof is de weg naar redding die God ons in Zijn genade gegeven heeft (Efeze 2:8-9).
Dit is zo’n geruststelling, geloof is datgene wat we nodig hebben. Simpel geloof is waar God naar op zoek is in de mens, simpel geloof is wat nodig is voor redding (en zekerheid). Geloof is wat ons toegang geeft tot allerlei zegeningen, tot allerlei voorrechten. Allemaal door simpel vertrouwen op Gods Zoon.
Wiersbe: “Wat betekent ‘in Hem blijven’? Het betekent dat je in fellowship met Christus moet blijven, zodat Zijn leven in ons kan werken en vrucht kan produceren. Het Woord van God is hier zeker bij betrokken, het vraagt het belijden van zonde, zodat niks onze relatie met Hem in de weg zit (Johannes 15:3). Ook is Hem gehoorzamen belangrijk, omdat we van Hem houden (Johannes 15:9-10).”
- Dit is wat Jezus voor ogen had met ons, dit is waar Paulus ons toe oproept. We horen een levende relatie met Jezus te onderhouden, we horen te kiezen om met en voor Hem te leven. Dit gaat om keuzes maken die passen bij het leven van een christen.
- We horen te leven als de uitverkoren olijfboom, naar de “Wijnstok” en “de Wijngaardenier”. Hun eigenschappen, horen we over te nemen. Wie Zij zijn hoort te bepalen wat we doen, hoe, waarom en wanneer.
Paulus maakt duidelijk dat als christen, als tak aan de olijfboom, het nodig is dat we blijven. We moeten doorgaan met onze relatie met Hem, we moeten investeren in die relatie. Het is nodig om tijd en aandacht voor Hem te hebben, om naar Hem te luisteren.
- Gelukkig weten we uit Johannes 15:4 dat het niet ‘afhangt’ van ons “in Hem” blijven; Hij blijft ook in ons. Het is een wisselwerking tussen Hem en ons. Hij blijft in ons, waardoor we in Hem kunnen en mogen blijven.
- We moeten oppassen dat we het ‘in Hem blijven’ niet opeens een werk gaan maken, iets waardoor we iets ‘verdienen’ bij God. “In Hem” is de beste plek om te zijn, het hoort te zijn wat je wíl als christen, niet wat móet.
Als wij kiezen om contact met Hem te willen hebben, staat Hij klaar. Hij staat klaar wanneer wij níet willen. Hij vult ons met Zichzelf, zelfs wanneer wij dat niet vragen; maar zeker ook wanneer we het wél vragen. Het gaat om de keuze blijven maken om terug te komen bij Hem, om voor Hem te kiezen.
- Paulus’ uitspraak in Romeinen 11:22 wijst op de keuze om als geënte tak afhankelijk te blijven van de boom. Redding is uit genade, al Zijn zegeningen zijn genade; alles is uit genade. Waarom zou het leven als christen dan opeens anders zijn? Christen zijn kan je alleen uit genade.
- Dat betekent dat we totaal afhankelijk zijn van God, van Zijn werk, van Zijn liefde, van Wie Hij is. Onze taak is om voor Hem te kiezen, om bij Hem te komen, terug te komen. Dat is wat het Woord telkens weer aan ons laat zien.
Sommigen vragen zich nog af, wat bedoelt Paulus in v21, met het feit dat God takken “niet gespaard heeft”? Ongeloof (v20) heeft ervoor gezorgd dat mensen “afgerukt” zijn. Net zoals geloof een keuze is, is ongeloof ook een keuze. Die (blijvende) keuze heeft gevolgen, dat is wat Paulus bedoelt.
- Tegelijk zien we (v23), dat Paulus een prachtig perspectief heeft: “als zij niet in het ongeloof blijven”, “God is machtig hen opnieuw te enten” Wat een hoop is dit! Wat een zegen en genade! Men kan kiezen om ongeloof te verlaten en terug te komen bij God.
Voor de duidelijkheid, Paulus spreekt hier over takken die “afgerukt”, “Door ongeloof”. Deze takken kunnen terug komen bij God, kunnen opnieuw geënt worden. Dat is de simpele lezing van de tekst, wat ook past bij Gods liefdevolle karakter en de gelijkenis van de verloren zoon (Lukas 15).
- God zal oordelen over onze daden, Hij is en blijft perfect rechtvaardig. Hij is heilig in alles dat Hij is, dat kan en zal niet veranderen. Tegelijk is Hij onze liefdevolle God, de Vader Die wij elke dag nodig hebben. Hij geeft altijd de opening om terug te komen, om hersteld te worden.
Centrum voor Bijbelonderzoek: “Deze afgekapte takken zijn even later totaal verdord. Zouden die nog met succes teruggeënt kunnen worden? Daarom verwijst Paulus in de tweede zin van dit vers zo uitdrukkelijk naar de macht van God (dunatos: machtig, krachtig, in staat tot), die als enige in staat is om verdorde takken tot nieuw leven te wekken.”
Er is een wonder nodig om afgerukte, verdorde takken tot nieuw leven te wekken. Daarom is dit ook iets dat alleen God kan doen. De keuze om te geloven levert geen nieuw leven op, God geeft nieuw leven. God redt, God geeft nieuw leven, God doet het onmogelijke.
- Ook v24 laat zien dat God in staat is om takken van “de olijfboom die van nature wild was” te enten, maar ook om “natuurlijke takken” (opnieuw) te enten. Dit hangt volledig af van God, van Zijn werk, van Zijn genade en liefde.
Israël moet kiezen om te geloven in Jezus, om Gods weg van rechtvaardiging aan te nemen. Dan zullen ook zij opnieuw geënt worden op de olijfboom, op Gods beloftes van redding en zegen. De deur staat open, de mogelijkheid is er zeker. De vraag is hoe men reageert, welke keuzes men maakt.
Ook hier is de vraag, wat kunnen we hier praktisch mee? De Bijbel moet niet (alleen) theoretisch zijn, het moet juist praktische impact hebben in ons leven. Dat is wat écht nodig is; er is een verandering in ons leven nodig.
- Leer God kennen zoals Hij is
Jeremia 9:23-24 “Zo zegt de HEERE: Laat een wijze zich niet beroemen op zijn wijsheid, laat de held zich niet beroemen op zijn sterkte, laat een rijke zich niet beroemen op zijn rijkdom. Maar laat wie zich beroemt, zich daarop beroemen dat hij begrijpt en Mij kent dat Ik de HEERE ben, Die goedertierenheid bewijs, recht en gerechtigheid op de aarde doe, want in die dingen vind Ik vreugde, spreekt de HEERE.”
God laat Zich kennen, Hij geeft ons de mogelijkheid om Hem te kennen. Hij openbaart Wie Hij is in en door Zijn Woord, Hij spreekt tot ons in gebed, Hij wijst ons op Zichzelf door het werk van de Geest in ons hart. Leer Hem kennen zoals Hij is.
- We hebben allemaal een gekleurd, incompleet beeld van Wie Hij is. Leer Hem kennen als de rechtvaardige, heilige, liefdevolle, genadige God Die Hij is. Leer Hem kennen in al Zijn eigenschappen, niet in een paar. Spendeer tijd met Hem, om Hem beter te kennen.
- Je hebt zekerheid van redding
Romeinen 10:13 “Want ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden.”
Dit is een garantie die we hebben gezien, zekerheid voor elk moment. De vijand wil je hierop aanvallen, je onderuit halen. Je mag vasthouden aan wat de Bijbel ons duidelijk onderwijst; er is zekerheid van redding, er is garantie van eeuwigheid. Allemaal in Jezus, door geloof.
- Het hangt niet af van jouw performance of hoe leuk jij bent. Jezus’ werk aan het kruis is genoeg; het Evangelie is Gods kracht tot zaligheid (Romeinen 1:16). Geloof is de reactie daarop en simpel geloof geeft zekerheid van redding. Daar kan je je aan vasthouden.
- Blijf in Hem
Johannes 15:9 “Zoals de Vader Mij liefgehad heeft, heb ook Ik u liefgehad; blijf in Mijn liefde.”
Dit is geen ‘strenge’ opdracht, dit is een opdracht uit liefde. In Hem blijven is een liefdevol iets, is gebaseerd op en draait om Zijn liefde. Blijf die liefde leren kennen, blijf Hem opzoeken; spendeer tijd met Hem in het Woord, in gebed, samen met broeders en zusters maar ook alleen.
- Kies voor Hem, maak tijd voor Hem. Dat is waar dit over gaat. Ook als je een keer valt in zonde, of vastzit ergens. Blijf terugkomen bij Hem. David wordt een man naar Gods hart genoemd (Handelingen 13:22). In al zijn falen kwam hij terug bij God. Dat moeten wij ook doen.
- Er is hoop voor mensen die God (nu) afwijzen
Romeinen 11:23 “En ook zij zullen, als zij niet in het ongeloof blijven, geënt worden, want God is machtig hen opnieuw te enten.”
Er is zoveel hoop, voor ieder mens. Hij kan en wil iedereen tot Zichzelf trekken; zelfs wanneer wij denken dat het te laat is, is het zeker niet te laat. Hij is in staat om afgerukte takken nieuw leven te geven; wie zijn wij dan om te zeggen dat iemand te ver heen is?
- Blijf net als Paulus bidden, blijf hopen, blijf God dienen. Hij wil dat mensen terugkomen bij Hem, Hij wil opnieuw enten. Laten wij de hoop niet verliezen, waar God nog steeds hoop heeft en geeft.
Christen, blijf in Gods goedheid; dat heb je nodig.
- Hoe goed ken jij God? Leer Hem (beter) kennen.
- Er is en je hebt zekerheid van redding; houd je aan Hem vast.
- Blijf in Hem, blijf in Gods goedheid.
- Er is hoop; houd je vast aan Degene Die hoop geeft.
Johannes 15:9 “Zoals de Vader Mij liefgehad heeft, heb ook Ik u liefgehad; blijf in Mijn liefde.”
[/expand]