Vers 1 – “¹En de Farizeeën en de Sadduceeën kwamen naar Hem toe om Hem te verzoeken, en zij vroegen Hem of Hij hun een te-ken uit de hemel wilde laten zien.”

1. Ten eerste is het erg opvallend dat de Farizeeën én de Sad-duceeën samen naar Jezus toe kwamen, want dit waren twee partijen die niets gemeen hadden.
   1. De Farizeeën waren extreem rechts en de Sadduceeën waren liberaal.
   2. Daarnaast geloofden de Sadduceeën alleen in de Torah en niet in de rest van het O.T.
   3. De Sadduceeën geloofden niet in engelen en geloofden he-lemaal niet in de opstanding uit de dood.
   4. Op zowel religieus als politiek vlak waren de Farizeeën en de Sadduceeën, als het ware, tegenpolen.
      1. In Handelingen 23 werd de Apostel Paulus in Jeruzalem geärresteerd en werd voorgeleid aan de hoge Raad.
      2. En wetende dat de Raad uit zowel Farizeeën als Saddu-ceeën bestond deed Paulus iets geniaal:
         1. Handelingen 23:6-11 – “⁶En Paulus, die wist dat het ene deel bestond uit Sadduceeën en het andere uit Farizeeën, riep in de Raad: Mannenbroeders, ik ben een Farizeeër en zoon van een Farizeeër. Ik word ge-oordeeld over de hoop en de opstanding van de doden. ⁷En toen hij dat gezegd had, ontstond er onenigheid tussen de Farizeeën en de Sadduceeën, en de menigte raakte verdeeld. ⁸De Sadduceeën zeggen namelijk dat er geen opstanding is en geen engel of geest, maar de Farizeeën belijden het beide. ⁹En er ontstond luid ge-schreeuw en de schriftgeleerden van de partij van de Farizeeën stonden op en betoogden fel: Wij vinden geen kwaad in deze man. En als er een geest tot hem gesproken heeft, of een engel, laten wij dan niet tegen God strijden. ¹⁰En toen er grote onenigheid ontstond, gaf de overste, die bevreesd was dat Paulus door hen verscheurd zou worden, bevel dat zijn soldaten naar beneden moesten gaan om Paulus uit hun midden weg te rukken en naar de kazerne te brengen. ¹¹En de vol-gende nacht stond de Heere bij hem en zei: Heb goede moed, Paulus, want zoals u in Jeruzalem van Mijn zaak getuigd hebt, zo moet u ook in Rome getuigen.”
            1. Dit is een voorbeeld van hoe de Farizeeën en de Sadduceeën met elkaar om gingen.
               • Maar hier in Mattheüs 16:1 zien wij hen samen naar Jezus toe komen.
            2. Het blijft fascinerend om te zien dat zelfs vijanden door één deur kunnen gaan als het gaat om Jezus Christus en de Bijbel in diskrediet te brengen. Dus. . .

Vers 1 – “¹…de Farizeeën en de Sadduceeën kwamen naar Hem toe om Hem te verzoeken, en zij vroegen Hem of Hij hun een te-ken uit de hemel wilde laten zien.”

1. Zij vroegen Jezus niet om een teken uit de hemel omdat zij dán in Hem zouden gaan geloven. Nee, zij wilden Jezus publie-kelijk in diskrediet brengen; zij wilden Jezus voor schut zetten.
   1. Ongelovige mensen doen dit vandaag de dag nog steeds. Toen ik in het verleden in teamverband werkte, kreeg ik bijna elke dag vragen of opmerkingen over mijn geloof.
      1. Maar het waren geen oprechte vragen of opmerkingen, deze waren bedoeld om mij en mijn geloof in Jezus Chris-tus in diskrediet te brengen. Zij wilde mij voor schut zetten, zij wilde Jezus belachelijk maken.
         1. Nu, in dit soort gevallen is het beste om er niet op in te gaan. Voor dit soort situaties zegt Jezus in Mat-theüs 7:6 – “Geef het heilige niet aan de honden, en werp uw parels niet voor de zwijnen, opdat die ze niet op enig moment met hun poten vertrappen, zich omke-ren en u verscheuren.”

• De Farizeeën en de Sadduceeën vroegen Jezus of Hij hen een teken uit de hemel wilde laten zien.
  1. Blijkbaar waren de wondertekenen van Jezus niet voldoen-de.
     1. Het genezen van blinden, verlamden, doven en melaat-sen.
     2. Het bevrijden van bezeten mensen, het uit de dood doen opstaan van gestorvenen.

• Het voeden van 5.000 mannen plus vrouwen en kinde-ren met slechts vijf broden en twee vissen. Het voeden van 4.000 mannen plus vrouwen en kinderen met slechts zeven broden en enkele visjes.
  2. Nee, zij wilde iets spectaculair zien, iets uit de hemel. 2.000 jaar verder en niets is veranderd. . .

Vers 2-3 – “²Maar Hij antwoordde en zei tegen hen: ‘Als het avond geworden is, zegt u: Mooi weer, want de hemel is rood; ³en 's morgens: Vandaag storm, want de hemel is somber rood. Huichelaars! De aanblik van de lucht weet u wel te onderschei-den, en kunt u de tekenen van de tijden niet onderscheiden?’”

1. Jezus geeft toe dat de Farizeeën en de Sadduceeën het weer wisten te voorspellen.
   1. Wetenschappelijk is bewezen dat deze methode van weer-voorspelling enigszins betrouwbaar is. Er is een hele oude gezegde hierover dat luidt als volgt:

“Des avonds rood en des morgens grijs, men gaat dan steeds gerust op reis; Doch des avonds grijs en de morgens rood, men stelt zich dan aan regen bloot.”

1. Zij wisten dus aan de hand van de kleur van de lucht wat er aan zat te komen. Maar, zij hadden geen flauw idee dat de tijd aangebroken was van de Messias.
   1. Vooral de schriftgeleerden en de Farizeeën hadden moeten weten dat de komst van de Messias aangebroken was. Zij wa-ren de bewaarders van het Woord van God en in het Woord van God, in Daniël 9 staat precies geschreven wanneer de Messias komen zou.
      1. Daniël 9:25 – “²⁵U moet weten en begrijpen: vanaf de tijd dat het woord uitgaat om te laten terugkeren en om Jeruzalem te herbouwen tot op Messias, de Vorst, verstrij-ken er zeven weken en tweeënzestig weken. Plein en gracht zullen opnieuw gebouwd worden, maar wel in be-nauwde tijden.”
         1. Daniël geeft nauwkeurig aan dat de Messias 483 jaar nadat de opdracht gegeven werd om Jeruzalem te herbouwen op het toneel zou verschijnen als de Vorst.
            1. De opdracht om Jeruzalem te herbouwen ging uit in de tijd van Ezra en Nehemia en 483 jaar later verscheen Jezus in Jeruzalem op Palm Zondag op de jonge ezelin. (Ezra 6:1-15)
         2. Zij hadden het Woord van God, de Bijbel, maar zij waren blind voor het Woord van God.
            1. Johannes 5:39-40 – “³⁹U onderzoekt de Schriften, want u denkt daardoor eeuwig leven te hebben, en die zijn het die van Mij getuigen. ⁴⁰En toch wilt u niet tot Mij ko-men opdat u leven hebt.”
            2. Zij onderzochten de Bijbel, lazen het elke dag, bestu-deerde het elke dag, kende hele lappen tekst uit hun hoofd, maar toch waren zij blind voor de ware betekenis.
         3. Vandaag de dag is het nog steeds zo. Ongelovigen kunnen de hele Bijbel tot meerdere malen toe gelezen hebben en de kern van de boodschap van de Bijbel, Gods verlossing niet zien. Maar dat is logisch:
            1. 1 Korinthe 2:14 – “Iemand die niet gelovig is (de na-tuurlijke mens) heeft geen oog voor wat de Geest van God doet. Voor hem is dat allemaal onzin. Hij begrijpt er niets van, omdat het alleen geestelijk te doorzien is.” (het boek)
         4. Maar wat echt triest is, is dat er belijdende Christenen zijn die ook blind zijn voor het Woord van God.
            1. Vandaag de dag zijn er heel veel kerkgangers die alles weten over hun hobbies, die alle statistieken uit hun hoofd kunnen opnoemen over hun favoriete prof voetballer, of die regels woord voor woord kunnen citeren uit allerlei films, of die precies weten te vertellen wat er nu mis is met de economie.
               1. Maar deze kerkgangers hebben geen flauw benul van wat God van hen verlangt, van wat God van hen vereist, van wat God voor hen in petto heeft; Gods plan voor hun leven, wat hun plaats of hun rol in de plaatselijke gemeente is. Kortom, zij kennen God niet.
                  1. Gelukkig is dit soort blindheid voor het Woord van God te verhelpen, want God is bij machte om dit soort blindheid te genezen, maar het is afhan-kelijk van de toewijding en de prioriteitstelling van de persoon.
                  2. Mattheüs 6:21 – “…waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.”
                  3. Kolossenzen 3:2 – “Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn, want u bent gestorven en uw leven is met Christus ver-borgen in God.”
                  4. Psalm 25:14 – “Vertrouwelijk gaat de Heere om met wie Hem vrezen, Zijn verbond maakt Hij hun bekend.”
                     • Je hart, je passie, je tijd en energie gaan uit naar wat voor jou het allerbelangrijkst is. En als God voor jou het allerbelangrijkst is, dan zal Hij je ogen openen tot de meest prachtige dingen; dingen die je zelf nooit voor mogelijk had gehouden.

Vers 4 – “⁴Het verdorven en overspelig geslacht verlangt een teken; maar hun zal geen teken gegeven worden dan het teken van Jona, de profeet. En Hij verliet hen en ging weg.”

1. Zoals de profeet Jona drie dagen in de buik van de grote vis was en vervolgens eruit kwam om het Evangelie in Ninevé te verkondigen, zal Jezus drie dagen in het graf liggen en vervol-gens uit de dood opstaan.
   1. Jezus zegt dat dit het ultieme teken zal zijn dat Hij daad-werkelijk de Messias is. Maar, helaas zouden zij ook dit teken niet geloven, waardoor zij voor eeuwig blind zijn gebleven.
      1. Mattheüs 28:11-15 – “¹¹Terwijl zij onderweg waren, zie, enigen van de wacht kwamen in de stad en berichtten de overpriesters alles wat er gebeurd was. ¹²En zij kwa-men bijeen met de oudsten, en zij kwamen gezamenlijk tot het besluit om de soldaten veel geld te geven, ¹³en zij zeiden: Zeg: Zijn discipelen zijn 's nachts gekomen en hebben Hem gestolen, terwijl wij sliepen. ¹⁴En als de stad-houder hiervan hoort, zullen wij hem overtuigen en maken dat u zonder zorgen bent. ¹⁵Toen zij het geld in ontvangst genomen hadden, deden zij zoals hun was voorgehouden. En dit woord is verbreid onder de Joden tot op de huidige dag.”
         1. Hier is het bewijs dat zij blind bleven. Dit zijn dus de blinden, die nooit zullen zien en God nooit zullen leren kennen.

• Nu gaan wij een andere groep blinden zien, die door Gods genade en door de verlichting van de H.Geest in staat worden gesteld om wél geestelijk te kunnen zien. Dit zijn de blinden die een persoonlijke relatie met God mogen krijgen.

  Vers 5 – “⁵En toen Zijn discipelen aan de overkant gekomen wa-ren, bleek dat zij vergeten hadden broden mee te nemen.”

1. Even één opmerking. Nadat Jezus de twaalf discipelen geroe-pen had om in Hem te geloven, volgden zij Jezus na. Overal waar Jezus naar toe ging, volgden de discipelen.
   1. Dit is de reden waarom zij, als blinden, het geestelijk ge-zichtsvermogen van de H.Geest kregen.

Vers 6-7 – “⁶Jezus zei tegen hen: Kijk uit, en wees op uw hoede voor het zuurdeeg van de Farizeeën en de Sadduceeën. ⁷Zij spra-ken erover met elkaar en zeiden: Dit zegt Hij, omdat wij geen broden meegenomen hebben.”

1. Jezus spreekt hier op het geestelijk vlak; Hij heeft het over geestelijke zaken.
   1. Maar omdat de discipelen blind zijn, omdat zij nog steeds op het vleselijke, op het natuurlijke gericht zijn, dachten zij dat Jezus het over brood had.
   2. Zij dachten: Ik denk dat Jezus niet wil dat wij brood kopen van de Farizeeën en de Sadduceeën. Maar daar ging het niet om.
2. Hoe vaak bevinden wij ons niet in situaties die God wil ge-bruiken om ons geestelijke dingen bij te brengen, om ons geestelijke dingen te openbaren?
   1. En omdat het geestelijke en het natuurlijke zo nauw verweven is, zien wij het niet; zijn wij er blind voor.
   2. Ik ben in het verleden meerdere malen werkloos geweest. En in die tijden van werkloosheid zag ik met mijn natuurlijke ogen dat werkloosheid op z’n minst ongunstig en ongewenst was.
      1. Maar, toen ik mijn tijden van werkloosheid door geeste-lijke ogen begon te zien, zag ik dat God deze tijden wilde gebruiken om mij de tijd te gunnen om Hem beter te leren kennen en om mezelf meer aan Hem over te geven.
         1. Ik had ineens veel meer tijd om met God door te brengen, om Zijn Woord grondig te gaan bestuderen, om geestelijke boeken te gaan lezen, om Hem ernstig te gaan zoeken, om Zijn plan voor mijn leven te gaan ontdekken.
            1. Het was dus zeer belangrijk dat ik me niet blind staarde op mijn werkloosheid, maar dat ik mijn blindheid overgaf aan Jezus die mijn ogen opende voor het geestelijke dat achter de omstan-digheden schuilde.
         2. Op 38 jarige leeftijd kreeg ik een milde hartinfarct en een burnout. In mijn geestelijke blindheid vond ik dit verschrikke-lijk, ik was boos, ontmoedigd, en thuis was ik niet te genieten.
            1. Maar, op het moment dat ik me daarin overgaf, op het moment dat ik God begon te vragen wat Hij mij erdoor wilde laten zien en leren, nam Hij mijn blindheid weg.
               1. God heeft deze periode in mijn leven gebruikt om mij te bevrijden van bepaalde negatieve eigenschap-pen.
               2. God heeft mij er meer bewust van gemaakt dat mijn lichaam een tempel van de H.Geest is en dat ik er beter voor moest zorgen door bewust te gaan eten en door meer te gaan bewegen.
               3. God heeft mij in deze tijd de gelegenheid gegeven om mij weer te gaan gebruiken in het bouwen van Zijn koninkrijk.
                  1. Doordat God mijn ogen opende voor het geestelijke dat in mijn leven gaande was, ben ik Hem zeer dankbaar geworden voor de hartinfarct en de burnout.
                     • Maar, als ik koppig was gebleven en het geestelijk aspect niet wilde zien, dan had ik er vanmorgen niet gestaan.

Vers 8-12 – “⁸En Jezus, Die dat wist, zei tegen hen: Waarom spreekt u er met elkaar over, kleingelovigen, dat u geen broden meegenomen hebt? ⁹Ziet u het nog niet in? En herinnert u zich niet de vijf broden voor de vijfduizend, en hoeveel korven u op-gehaald hebt? ¹⁰En ook niet de zeven broden voor de vierdui-zend, en hoeveel manden u opgehaald hebt? ¹¹Waarom ziet u dan niet in dat Ik tot u niet over brood gesproken heb, toen Ik zei dat u op uw hoede moest zijn voor het zuurdeeg van de Farizee-ën en de Sadduceeën? ¹²Toen begrepen zij dat Hij niet gezegd had dat zij op hun hoede moesten zijn voor het zuurdeeg van het brood, maar voor het onderricht van de Farizeeën en de Saddu-ceeën.”

1. Hier zien wij de genade van God aan het werk. Ja, de twaalf discipelen waren blind voor het geestelijke, maar zij waren Jezus wél trouw. Zij volgden Jezus trouw na.
   1. En omdat zij in hun hart in Hem geloofden, omdat zij Hem trouw waren, zien wij dat Jezus hun ogen opent voor de waar-heid.
   2. Hij leert hen de waarheid. Hij onderwijst hen. Hij legt ding-en uit zodat zij het snappen, zodat zij zien!
   3. En toen Jezus hen begon te vertellen dat Hij terug naar de hemel zou gaan, verzekerde Hij hen dat Hij hen niet alleen achter zou laten, maar dat Hij er op een andere wijze bij hen zou zijn om hen krachtig bij te staan zoals zij het gewend waren.
      1. Johannes 14:15-18 – “¹⁵Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht. ¹⁶En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid, ¹⁷namelijk de Geest van de waarheid, Die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet, maar u kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn. ¹⁸Ik zal u niet als wezen achterlaten; Ik kom weer naar u toe.”
      2. Johannes 14:26 – “de Trooster, de H.Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u in alles onder-wijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb.”
         1. Als wedergeboren, H.Geest vervulde christen, heb ik, anno 2014 de Geest van Jezus Christus in mij en bij mij die precies hetzelfde deed dat Jezus met Zijn twaalf discipelen deed.
            1. Hij opent mijn ogen. Hij neemt mijn natuurlij-ke blindheid weg en geeft mij het gezichtsvermo-gen om het geestelijke te kunnen zien.
            2. De H.Geest leert mij, legt dingen voor mij uit, leert mij de waarheid, opdat ik kan zien!
            3. Dankzij Hem ben ik een blinde die kan zien!