Spreuken is grotendeels door Koning Salomo geschreven waarvan de Bijbel in 1 Koningen 4 zegt dat hij de wijste mens ooit was.
1 Koningen 4:29-34 – “29God gaf Salomo wijsheid, zeer veel inzicht en groot verstand, overvloedig als het zand dat aan de oever van de zee is. 30De wijsheid van Salomo was groter dan de wijsheid van alle mensen van het Oosten, en dan alle wijsheid van de Egyptenaren, 31ja, hij was wijzer dan alle mensen, dan Ethan, de Ezrahiet, Heman, Chalcol en Darda, de zonen van Mahol, en zijn naam was bekend bij alle heidenvolken rondom. 32Ook sprak hij drieduizend spreuken uit en waren er van hem duizend en vijf liederen. 33Hij sprak ook over de bomen, van de ceder, die op de Libanon groeit, tot de hysop, die uit de muur komt. Hij sprak ook over het vee, over de vogels, over de kruipende dieren en over de vissen. 34En uit alle volken kwamen er om naar de wijsheid van Salomo te luisteren, van alle koningen van de aarde die van zijn wijsheid gehoord hadden.”
1 Koningen 10:24 – “En de hele wereld zocht Salomo op, om zijn wijsheid te horen, die God hem in zijn hart had gegeven.”
De wijsheid dat Koning Salomo had kwam bij God vandaan en zo ook de Spreuken.
En dus deze wijsheid moet toegepast worden op alle zaken waarover Salomo schrijft; o.a. waar Casper het reeds over heeft gehad:
Het wijs gebruik van je tong, de woorden die uit je mond komen
De wijsheid van nederigheid
Wijsheid in het gezinsleven, tussen man en vrouw, als ouders, als kinderen in het gezin
De wijsheid over hoe je om moet gaan met je emoties; ‘leiden jouw emoties jou of leid God jou in jouw emoties?’
Het is de wijsheid van God dat ons op al deze gebieden helpt om Gods allerbeste te gaan ontdekken, kiezen en doen.
En zo vanmorgen wil ik jullie een wegenkaart aanbieden, oftewel ik wil jullie de weg wijzen naar hoe wij Gods wijsheid horen toe te passen op het gebied van geld.
Omdat geld in de Bijbel met heel veel zaken te maken heeft kunnen wij vanmorgen slechts het tipje van de sluier oplichten. Nogmaals ik zal jullie vandaag slechts de weg wijzen.
Volgens Bijbelleraar en auteur Randy Alcorn sprak Jezus tijdens zijn 3-jarige bediening veel over geld en bezittingen. 15% van alles waar Jezus het over had ging over geld en bezittingen.
Jezus sprak meer over geld en bezittingen dan zelfs over gebed, geloof en hemel en hel samen.
Hoe de God van de Bijbel geld en bezittingen ziet is zo belangrijk voor God en voor Gods kinderen, dat er zo’n 2.400 Bijbelteksten over geld en bezittingen in de Bijbel staan, aldus Randy Alcorn.
Ik raad je aan om zijn boek te lezen: ‘Verborgen Rijkdom - Ontdek het geheim van vreugdevol geven’. In het Engels: ‘The Treasure Principle – Unlocking the Secret of Joyful Giving’.
Het onderwerp geld en bezittingen is voor God en voor Zijn kinderen dus heel belangrijk. Maar als je alle 31 hoofdstukken van Spreuken leest, dan kom je het in het Nederlands vertaald woord, ‘geld’ slechts één keer tegen. (Spreuken 17:16)
Wat je wel tegenkomt zijn andere woorden die het idee van geld uitdrukken. Woorden zoals zilver, goud, rijk, rijke, rijkdom, arm, armen, gebrek, bezit, bezittingen, schatkamer.
Ook zal je woorden tegenkomen die aan geld gerelateerd zijn: losgeld, geldbuidel, winstbejag, buit, eerstelingen, opbrengst, borg, handslag, lenen, leningen.
Alle verzen in het boek Spreuken waarin deze woorden voorkomen hebben met geld te maken.
Zoals ik al eerder zei gaan wij vanmorgen niet in op specifieke voorbeelden. De bedoeling is om jullie een appetizer, een aperitief te geven zodat jullie eetlust naar meer van het Woord van God opgewekt gaat worden.
Een van de dingen die mijn voorganger vaak zei was: ‘Het Woord van God zal je eetlust naar meer van het Woord van God in je opwekken.’
M.a.w. hoe meer je het Woord leest en hoe meer God Zijn Woord aan jou openbaart terwijl je het leest, hoe meer je het wil gaan lezen.
Dus, als je geen trek in het Woord van God hebt, dan kan het heel goed zijn dat je je Bijbel simpelweg niet elke dag opent en biddend leest, dat je al vol bent van iets anders.
Het is dus mijn bedoeling dat wat wij vanmorgen gaan zien, ons eetlust naar wat de Spreuken ons leert over geld, zal opwekken.
Een prachtig citaat van Bijbelleraar en auteur Chuck Swindoll: ‘Als het om geld en bezittingen gaat, geld voor velen van ons, als we er eerlijk over zijn, zijn wij zelf het bezit van wat wij bezitten. Zoals slaven een meedogenloze meester dienen, verkwisten wij ons leven om zo veel mogelijk geld binnen te halen zodat we dingen kunnen kopen waarop we uitgekeken raken of dingen die kapotgaan en gerepareerd moeten worden. Vervolgens moeten we nog meer geld binnen zien te halen om al die dingen te vervangen of onderhouden. Maar laat mij jou zes woorden geven die je helemaal vrij kunnen maken van deze gebondenheid. Deze woorden komen niet bij mij vandaan, en om eerlijk te zijn klinken ze niet echt diepzinnig, maar deze woorden kunnen ons vrij maken van alle vormen van financiële gebondenheid. Dit zijn de zes woorden: ‘God is de bezitter van alles’.’ https://insight.org/resources/article-library/individual/god-owns-it-all
De Bijbel leert ons dat God de bezitter van alles is, alles in hemel en op aarde.
Exodus 19:5 – “…heel de aarde is van Mij.”
Deuteronomium 10:14 – “Zie, van de HEERE, uw God, is de hemel, ja, de allerhoogste hemel, de aarde en alles wat erop is.”
Job 41:2 – “…Wat onder de hemel is, is van Mij.”
Psalm 24:1 – “De aarde is van de HEERE en al wat zij bevat, de wereld en wie er wonen.”
1 Korinthe 10:26 – “Van de Heere immers is de aarde en haar volheid.”
Psalm 50:10 – “…al de dieren in het woud zijn van Mij, de dieren op duizend bergen.”
Het is mij duidelijk dat de Bijbel ons leert dat de God van de Bijbel de bezitter van alles is.
Wat in Psalm 50:10 voor ons vandaag van belang is, is dat de Bijbel zegt dat alle dieren in het woud van God zijn, én de dieren op duizend bergen.
De dieren op duizend bergen spreekt van runderen, van vee. En duizend bergen is niet letterlijk een beperkt aantal van duizend, maar het is spreekwoordelijk voor alles. God zegt hiermee dat Hij de bezitter is van alles.
Wat wij hieruit moeten begrijpen is dat geld, zoals wij het nu kennen en gebruiken, kwam in die tijd in de vorm van runderen, schapen, kamelen, enz.
Dus, in de Bijbelse taal en context is God ook de bezitter van al het geld op aarde, dus ook al het geld dat jij denkt dat van jou is.
‘Ja, maar ho even Stan…’ zeg je. ‘Ik heb geleerd, ik heb een carrière, ik heb een baan, ik werk elke dag, elke week, elke maand. Ik breng het geld binnen, ik zorg ervoor dat we een dak boven ons hoofd hebben, ik zorg ervoor dat er elke dag te eten is!’ Ik snap deze gedachten want vroeger dacht ik ook zo!
Maar de Bijbel leert ons dat wij die God toebehoren, wij die belijden Christen te zijn, God letterlijk toebehoren.
1 Korinthe 6:19-20 – “19Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent? 20U bent immers duur gekocht. Verheerlijk daarom God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn.”
Als jij vanmorgen een wedergeboren Christen ben, dan ben jij Gods eigendom, want je bent immers duur gekocht. Je hele wezen, geest, ziel en lichaam is van God.
Volgens Handelingen 20:28 heeft God jou gekocht met het kostbaar bloed van Jezus.
Dus, alhoewel het gevoelsmatig zo kan zijn dat jij niemand anders toebehoort dan jezelf, dat je jezelf aan niemand zal schikken dan aan je eigen drie-eenheid van ‘me, myself en I’, zegt God toch heel iets anders.
De reden waarom ik dit zo benadruk is omdat wij, als Gods kinderen ervan doordrongen moeten worden dat God de bezitter van alles is, dus ook ons persoon én ook het geld dat wij tot ons beschikking hebben gekregen.
Dus om terug te komen op de vraag die ik gisteren via de WhatsApp heb gesteld over wiens geld het is dat gehuwde koppels op de rekeningen hebben staan. Het is noch mijn geld, noch Marnie’s geld, het is Gods geld.
Al het geld dat jij en ik tot ons beschikking hebben is niet van ons. God is de rechtmatige eigenaar van ‘ons’ geld en wij zijn Gods vermogensbeheerders.
God belegd als het ware Zijn geld, Hij vertrouwd het geld aan ons toe en Hij wil dat wij betrouwbare managers van Zijn geld zijn.
Deze waarheid moet ons nu niet in opstand laten komen door te gaan denken dat dit oneerlijk is, of dat je dit helemaal niet wil. Het is juist bevrijdend!
Omdat God de bezitter van alles is, heeft Hij oneindige middelen tot Zijn beschikking en Hij kan en wil deze middelen gebruiken om ons in al onze noden te voorzien én om ons bijzonder rijkelijk te zegenen.
God is groter en staat ver boven welk bedrijf dan ook. Hij is groter dan de overheid en groter dan de economie. Het maakt voor God echt niets uit hoe veel slecht nieuws de media en de zogenaamde economische deskundigen ons voorhouden. God is de bezitter van alles en Hij geeft ons de middelen die wij nodig hebben wanneer wij Hem aanroepen.
Het is aan God om voor ons te zorgen. Het is aan ons om God boven alles te plaatsen en onszelf geheel aan Hem over te geven zodat wij God niet in de weg staan. God wil dat wij op Hem vertrouwen, niet op geld.
Het is natuurlijk een zeer mooi sentiment als wij met z’n allen beweren en belijden dat God de bezitter van alles is en dat ons geld niet van ons is maar van Hem. Maar de vraag is: ‘Hoe ziet dit eruit in de praktijk?’ Hoe geef ik dit handen en voeten? Hoe moet ik nu anders omgaan met geld? Hoe moet ik nu anders gaan beslissen over de financiën, over hoe ik geld uitgeef, aan wat en aan wie? Hoe moet ik nu gaan denken over hoe ik mijn leven indeel, over hoe ik mijn prioriteiten stel?
Als je God vanmorgen door Zijn Woord gehoord hebt, dan zijn dit vragen die in je opkomen, en het zijn goede vragen.
En hierin komt de wijsheid dat God ons in het Bijbelboek Spreuken geeft, ons te hulp.
Spreuken geeft ons een evenwichtig beeld over hoe wij met geld en bezittingen om horen te gaan, om deze te gaan zien zoals God ze ziet.
En ja, hoor, hier komt het. Je moet de Spreuken dan wel gaan lezen en bestuderen. Liefst elke dag een hoofdstuk.
Wanneer je met het oog op geld en middelen de Spreuken gaat lezen, bidt tot God dat Hij jouw ogen hiervoor zal openen. En let vooral bewust goed op voor bepaalde woorden.
Woorden zoals zilver, goud, rijk, rijke, rijkdom, arm, armen, gebrek, bezit, bezittingen, schatkamer, losgeld, geldbuidel, winstbejag, buit, eerstelingen, opbrengst, borg, handslag, lenen, leningen.
Deze woorden hebben allemaal te maken met geld en bezittingen en hoe wij in Gods wijsheid met geld om horen te gaan.
Pak verschillende Bijbelvertalingen erbij omdat sommigen er net een andere nuance aan geven wat jou op dat moment misschien meer aanspreekt. Bijvoorbeeld:
Spreuken 3:9-10 – “9Vereer de HEERE met je bezit, met de eerstelingen van heel je opbrengst, 10dan zullen je schuren gevuld worden met overvloed en je perskuipen overlopen van nieuwe wijn.” (HSV)
Spreuken 3:9-10 – “9Eer de Heer met het beste van de oogst, geef hem van je rijkdom. 10Dan zullen je voorraadschuren niet leeg raken, en je kuipen met wijn zullen overlopen.” (GNB96)
Spreuken 11:24 – “Er zijn er die mild uitdelen en nog meer ontvangen, en er zijn er die meer inhouden dan rechtmatig is, maar het is tot gebrek.” (HSV)
Spreuken 11:24 – “De een deelt rijkelijk en krijgt steeds meer, de ander houdt ten onrechte achter en wordt almaar armer.” (WV2012)
Spreuken 11:24 – “Mensen die geld weggeven, worden steeds rijker, maar gierige mensen worden steeds armer.” (BGT)
Spreuken 15:6 – “In het huis van een rechtvaardige is grote rijkdom, maar in het inkomen van een goddeloze is verval.” (HSV)
Spreuken 15:6 – “Het huis van een rechtvaardige is vol kostbare schatten, wat een slecht mens verwerft, brengt hem geen geluk.” (GNB96)
Spreuken 15:6 – “In het huis van de rechtvaardige is een grote schat, maar het gewin van de goddeloze brengt vernieling.” (NBG51)
Spreuken 15:6 – “Goede mensen hebben een rijk leven, maar slechte mensen krijgen alleen maar ellende.” (BGT)
Dit zijn slechts enkele voorbeelden. Ga er alsjeblieft mee aan de slag zodat wij niet alleen een plaatselijke kerk zullen worden die Bijbels met geld om zullen leren gaan, maar dat eenieder als individu door de Heere rijkelijk gezegend zal worden op het gebied van onze financiën.
Weet dat God de bezitter is van alles, dus ook ‘jouw’ geld en weet dat jij niet van jezelf bent. Je bent immers duur gekocht. Verheerlijk daarom God in jouw lichaam en in jouw geest, die van God zijn.
Spreuken 30:7-9 – “7Twee dingen heb ik van U gevraagd, onthoud ze mij niet, voordat ik sterf: 8Houd valsheid en leugentaal ver van mij. En: geef mij geen armoede of rijkdom, voorzie mij van het mij toegewezen deel aan brood. 9Anders zou ik, verzadigd, U verloochenen en zeggen: Wie is de HEERE? of anders zou ik, arm geworden, stelen, en de Naam van mijn God aantasten.”