Fellowship is een mechanisme voor heiliging - Johannes 17:17
Vandaag gaan wij deel 3 behandelen van de meerdelige serie over het onderwerp fellowship; een Engels woord dat in het Nederlands vertaald wordt als gemeenschap.
Fellowship is een prachtig woord dat voor de wedergeboren christen veel betekenis heeft. Maar helaas wordt de inhoud en de essentie van het woord al te vaak, door goedbedoelende christenen, niet goed begrepen, waardoor Bijbelse fellowship in de praktijk verwaterd is of verwaarloosd wordt.
De bedoeling van deze serie is dan ook om de waarde van fellowship in te gaan zien waardoor jij als christen en wij als kerk in de Bijbelse fellowship zullen gaan groeien.
Resumeren
In deel 1 hebben wij gekeken naar één van de praktijken van de eerste Gemeente in Handelingen 2, en dan met name naar het volharden in de gemeenschap, oftewel volharden in de fellowship.
Handelingen 2:42 – ”En zij volhardden in de leer van de apostelen en in de gemeenschap, in het breken van het brood en in de gebeden.”
Er staan vier dingen waarin de eerste Gemeente volhardde, maar in deze preekserie gaan wij alleen kijken naar het volharden in de fellowship.
In deel 1 hebben we gezien dat het volharden in de fellowship niet vanzelf gaat, het is niet vanzelfsprekend. Het woord volharden veronderstelt al dat je er echt moeite voor moet doen.
We hebben gezien dat de reden hiervoor de zondeval is. Ons oude gevallen aard wil eigenlijk geen Bijbelse fellowship, dus moeten wij die wedergeboren zijn hierin hervormd worden door het vernieuwen van ons denken.
Ook hebben wij in deel 1 gezien hoe de Bijbel fellowship op verschillende plekken in de Bijbel definieert.
Wij hebben ontdekt dat fellowship per definitie vooral ook om de ander gaat. Het gaat niet per se om mij. Alle voorbeelden waar wij naar keken hebben te maken met het gericht zijn op de ander i.p.v. onszelf. We hebben ook gezien dat fellowship vooral ook meer gaat om het geven dan om het nemen.
Jezus zei het is zaliger te geven dan te ontvangen, oftewel, je wordt gelukkiger van geven dan van ontvangen. (Handelingen 20:35)
Tot slot hebben wij in deel 1 gekeken naar de basis van fellowship en dat is de gezamenlijke redding door het geloof in Jezus Christus.
Als je gered bent, als je door de Geest van God, van boven wedergeboren bent, dan behoor je tot de fellowship. Dit is de enige voorwaarde voor Bijbelse fellowship. Dus als jij gered bent, dan maak jij deel uit van de fellowship; punt uit.
In deel 2 hebben wij gezien dat de context, oftewel dé plek waar fellowship plaatsvindt is het Lichaam van Christus en dan in de eerste plaats in de plaatselijke kerk zoals bijv. de CCH.
Ook hebben wij in deel 2 gezien dat het Heilig Avondmaal het symbool is van de fellowship. M.a.w. wanneer wedergeboren christenen tot de tafel van de HEERE komen, dan komen zij als gelijken. Eenieder is gelijk, eenieder is een zondaar die vergeven en gered is door het bloed van Jezus Christus.
Dit maakt ons één, dit maakt ons gelijk, dit laat ons zien dat wij allen door hetzelfde Offer gered zijn, waardoor wij door God in de Bijbelse fellowship geplaatst zijn, en fellowship met Hem en met elkaar hebben.
Inleiding
In deze serie is het mijn bedoeling om ons een ‘fellowship bril’ te geven waardoor jij en ik als individuen, en wij als gemeente heen kunnen kijken naar ons christen zijn en naar ons gemeente zijn.
En zo wil ik jullie in deel 3 nog een aspect van fellowship meegeven om goed over na te denken en het eigen te maken.
Fellowship is een mechanisme voor heiliging
Net voordat Jezus gearresteerd, gemarteld en gekruisigd werd bad Hij in Johannes 17 tot God de Vader. En één van de dingen die Hij aan de Vader vroeg was dit: ‘Heilig hen (Mijn discipelen) door Uw waarheid; Uw woord is de waarheid.’
Jezus, in Zijn hogepriesterlijk gebed vraagt Zijn Vader dat Hij Zijn discipelen zal heiligen door de waarheid, door Gods Woord.
Dit is iets waar we snel overheen kunnen lezen, maar als we erbij stilstaan en echt gaan kijken naar wat Jezus hier vraagt, dan gaan wij het hart van Jezus zien v.w.b. wat Hij voor Zijn discipelen, voor Zijn kerk wil. En dat is heiliging.
Maar wat is dat nu eigenlijk, heiliging? Hoe moeten wij dat anno 2022 zien en is het überhaupt nog relevant in deze tijd? Laten we een kijkje nemen naar slechts een paar plekken in de Bijbel waar er over heiliging gesproken wordt.
Leviticus 20:7-8 – “7Heilig uzelf en wees heilig, want Ik ben de HEERE, uw God. 8Houd Mijn verordeningen en doe ze. Ik ben de HEERE, Die u heiligt.”
Het Centrum voor Bijbelonderzoek heeft het volgende hierover te zeggen:
“In tegenstelling tot de heidenen met hun godsdienstige gewoonten, zijn de Israëlieten geroepen een leven te leiden van zuiver en toegewijd geloof aan de HEERE. Het volk heeft de opdracht zich door daden nadrukkelijk te onderscheiden van andere volken.
De bedoeling is dat de Israëlieten zich heiligen en heilig zijn. Deze oproep maakt ons duidelijk dat heiligheid niet alleen een toestand is die hun geschonken is. Ze zullen zich ook moeten inspannen om heiligheid te verwerven. M.a.w.: ze moeten worden, wat ze al zijn en dit in hun gedrag tonen. God heeft aan de Israëlieten in zijn wetten ook instrumenten geschonken, waardoor ze meer toegewijd kunnen worden aan Hem. God vermeldt nadrukkelijk dat Hij de Israëlieten door hun gehoorzaamheid aan de geboden heiliger zal maken. Hij schenkt op deze plaats een belofte aan het volk dat Hem gehoorzaamt.” (CvB)
Positionele heiligheid was Israël door God gegeven. Hun positie in de wereld was dat zij door God geheiligd waren; zij waren door God apart gezet, onderscheiden van de wereld voor Gods doeleinden.
Maar dat wilde nog niet zeggen dat zij in de praktijk automatisch heilig voor de HEERE zouden leven. Vandaar dat God Israël de expliciete opdracht gaf om dan ook heilig en toegewijd aan de HEERE te leven; in al hun doen en laten.
Dus, hoewel Israël de positie van heilig van God hebben gekregen, moest Israël zich nog wel inspannen om heiligheid te verwerven.
En God had Israël daartoe Zijn Woord gegeven waardoor zij de tools, de gereedschappen kregen om meer heilig en toegewijd aan de HEERE te kunnen leven. Zij hadden geen excuus om praktisch niet heilig en toegewijd aan de HEERE te zijn. Nu terug naar Johannes 17:
Johannes 17:17 – “Heilig hen (Mijn discipelen) door Uw waarheid; Uw woord is de waarheid.”
Ook hier zien wij dat de discipelen van Jezus door God geheiligd zijn en dat zij door het Woord van God geheiligd worden. In de aanhef van de brief van Paulus aan de Korinthiërs zien we ook dat de wedergeboren christenen positioneel geheiligd zijn in Christus en dat ze geroepen zijn tot heiligheid:
1 Korinthe 1:1-2 – “1Paulus, een geroepen apostel van Jezus Christus door de wil van God, en Sosthenes, de broeder, 2aan de gemeente van God die in Korinthe is, aan de geheiligden in Christus Jezus, geroepen heiligen, met allen die de Naam van onze Heere Jezus Christus aanroepen, in elke plaats, zowel hun als onze Heere:”
De gemeente van God die hier genoemd wordt geeft al aan dat het om een groep mensen gaat die dóór God en vóór God apart gezet zijn. Het woord gemeente is vertaald van het Grieks woord ekklesia wat simpelweg de uitgeroepenen betekent. M.a.w. de gemeente van God, de kerk bestaat uit mensen die door God uit de wereld geroepen zijn om Hem toegewijd te zijn, om heilig te zijn en om heilig te leven.
En door de Korinthiërs geroepen heiligen te noemen benadrukt Paulus nogmaals dat zij tot een heilig en aan God toegewijd leven geroepen zijn.
Nu, zoals Israël in de context van Israël als gemeenschap het Woord van God als gereedschap in haar bezit had om heilig en toegewijd aan de HEERE te kunnen leven, heeft God ook ons het Woord van God gegeven om anno 2022 in de praktijk heilig en toewijd aan de HEERE te leven. Jezus zei niet voor niets “Heilig hen door Uw waarheid; Uw woord is de waarheid.”
En als we nu gaan kijken naar hoe wij die wedergeboren zijn door Gods Woord heilig en toegewijd aan de HEERE kunnen leven, hoe wij daarin getraind en gevormd worden, dan zien wij al heel snel dat het niet in een isolement plaats vindt, maar in fellowship. Laten we naar een aantal voorbeelden hiervan kijken:
Johannes 13:34-35 – “34Een nieuw gebod geef Ik u, namelijk dat u elkaar liefhebt; zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben. 35Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt.”
Jezus gebiedt Zijn discipelen, en in het verlengde daarvan ook ons, om elkaar onvoorwaardelijk lief te hebben zoals Hij ons onvoorwaardelijk liefheeft. Punt uit!
Als je nagaat wat een stelletje ongeregeld de 12 discipelen waren en dat er een sfeer van rivaliteit en wedijver heerste onder hen, én dat sommigen zelfs o.a. politieke vijanden van elkaar waren, is het elkaar liefhebben wel erg hoog gegrepen.
Wat het nog uitdagender maakte is dat zij minstens 3,5 jaar lang, vaak dag-en-nacht met elkaar ‘opgescheept’ waren, want zo lang trokken zij met Jezus op.
Maar het is juist in het met elkaar optrekken dat zij hebben geleerd om elkaar onvoorwaardelijk lief te hebben, om te worden als Jezus.
Hier zien wij duidelijk dat alhoewel mensen elkaar niet mogen en er geen ‘klik is tussen hen’, zij in de context van fellowship elkaar onvoorwaardelijk moeten leren liefhebben.
De discipelen werden ertoe gedwongen om fellowship te hebben en daardoor leerden zij om elkaar echt lief te hebben.
Ik ken mensen die lak hebben aan de noodzaak van fellowship. Zij doen nergens aan mee, komen zelfs niet naar de eredienst. Maar ze weten het heel goed te vertellen. Zij hebben iedereen lief, ze houden van iedereen. Dat is natuurlijk makkelijk praten als je op een eilandje zit.
Romeinen 14:19 – “Laten wij dus najagen wat de vrede en de onderlinge opbouw bevordert.”
Het najagen van vrede en onderlinge opbouw vereist fellowship. Er is geen sprake van ‘onderling’ als ik op een eilandje ‘christen’ ben.
Romeinen 15:5-7 – “5En de God van de volharding en van de vertroosting moge u geven onderling eensgezind te zijn in overeenstemming met Christus Jezus, 6opdat u eensgezind, met één mond, de God en Vader van onze Heere Jezus Christus verheerlijkt. 7Daarom, aanvaard elkaar zoals ook Christus ons aanvaard heeft, tot heerlijkheid van God.”
Idem dito. Om onderling eensgezind te kunnen zijn moet je met anderen fellowship hebben, moet je met anderen van hart tot hart praten, moet je soms lastige theologische gesprekken voeren.
‘Ja, maar ik volg die en die op YouTube en ik ben het helemaal met hem eens. Ik sta helemaal achter zijn theologie, zijn leer. Ik ben volkomen eensgezind met hem.’ Waarop ik zeg: ‘hartstikke fijn voor jou. Maar kennen jullie elkaar persoonlijk, delen jullie je leven met elkaar, hebben jullie koinonia?’
Ik heb John MacArthur weleens horen zeggen dat er mensen zijn die hem alleen maar op afstand kennen van zijn onderwijs, zijn boeken, zijn commentaren, enz. En deze mensen hebben alleen maar lof voor hem. Waarop hij zegt dat als deze mensen een jaar lang met hem optrekken, een jaar lang met hem meelopen, dat zij wel heel anders zouden praten. Dit soort mensen hebben een afstand bediening ;-)
Het is alleen in de context van fellowship dat je iemand echt leert kennen en alleen dan is er pas sprake van onderling eensgezind te kunnen zijn en elkaar aanvaarden zoals Christus ons aanvaard heeft.
Romeinen 15:14 – “Nu ben ik ervan overtuigd, mijn broeders – ook ikzelf met het oog op u – dat u zelf ook vol bent van goedheid, vervuld met alle kennis, in staat ook elkaar terecht te wijzen.”
Paulus is ervan overtuigd dat de christenen in Rome in staat zijn elkaar terecht te wijzen. En het feit dát zij daartoe in staat zijn hangt van het feit af dat zij vol van goedheid zijn en vervuld met alle kennis. Dit waren volwassen christenen.
Wij allen hebben het nodig om van tijd tot tijd terecht gewezen te worden. Wij allen hebben blinde vlekken. Het is dus een Bijbelse houding om terechtgewezen te willen worden.
Maar dat gezegd te hebben is het van uitermate belang dat degene die de terechtwijzing doet niet een betweterig iemand is, of een twistziek iemand is, of iemand die alleen maar zout op slakken wil leggen. De motivatie en hartgesteldheid achter het terecht wijzen van een broeder of zuster is hierin van essentieel belang. De liefde hoort ons hierin te bepalen en te bewegen.
Galaten 6:2 – “Draag elkaars lasten, en vervul zo de wet van Christus.”
Elkaars lasten dragen kan pas als we elkaars lasten kennen. Ook dit aspect van het geheiligd worden kan alleen maar plaatsvinden in de context van fellowship.
Om iemands echte lasten echt te leren kennen moet er een vertrouwensband zijn. En dit is niet vanzelfsprekend. Dit is iets dat zich moet ontwikkelen, het is iets dat moet groeien, het is iets dat tijd en inspanning kost.
Ik heb bijvoorbeeld in de afgelopen twee jaar gezien hoe sommige mensen, die deelnemen aan de fellowship groepen, elkaars lasten hebben leren dragen, waardoor zij de wet van Christus, de liefde van Christus hebben vervuld.
Dit gebeurde niet in de eerste maand, bij sommigen zelfs niet in het eerste jaar. Maar naarmate mensen elkaar leerde kennen en vertrouwen, naarmate mensen aan elkaar geschaafd werden, naarmate mensen d.m.v. de fellowship door God gesnoeid werden, ontstond er echte fellowship.
Was het altijd gezellig, voelde het altijd goed, nee. Was er soms spanning, waren de gesprekken soms moeilijk, vloeide er weleens wat tranen, ja!
Maar omdat de motivatie en de hartgesteldheid van de mensen goed zat werkte de Heilige Geest in en door deze situaties heen waardoor men elkaars echte lasten echt leerde kennen en zo dan ook elkaars lasten gingen dragen. Dit is fellowship!
Kolossenzen 3:13 – “Verdraag elkaar en vergeef de een de ander, als iemand tegen iemand anders een klacht heeft; zoals ook Christus u vergeven heeft, zo moet ook u doen.”
Elkaar verdragen geeft per definitie aan dat het niet altijd koek en ei is in de fellowship. Er is niet altijd een sfeer van ouwe-jongens-krentenbrood. Wat het wél aangeeft is dat het elkaar verdragen in de context van fellowship plaatsvind.
Elkaar vergeven geeft per definitie aan dat we tegen elkaar zondigen; hetzij een verkeerd woord, of misschien de toon waarop het gezegd werd. Het kan ook veel erger zijn natuurlijk.
Hoe dan ook, wanneer mensen samen dienen, samen in gesprek gaan, samen dingen gaan doen of ondernemen, dan zullen er geheid momenten zijn waarin wij tegen elkaar zondigen; op welke wijze dan ook.
En het is in deze context van fellowship dat dit gebeurt. En het is in deze context van fellowship dat wij elkaar moeten vergeven zoals ook Christus ons vergeven heeft.
1 Thessalonicenzen 5:11 – “Bemoedig elkaar daarom, en bouw de één de ander op, zoals u trouwens al doet.”
Ik kan heel makkelijk in m’n eentje ontmoedigd raken. Ik hoef daar heel weinig voor te doen. Daarentegen is het soms heel moeilijk om uit die staat van ontmoediging te komen zonder hulp van buitenaf.
Daarom gebiedt de Bijbel ons om elkaar te bemoedigen. Waar ik mezelf misschien niet kan bemoedigen kan een ander dat wel. Ook dit vindt plaats in de fellowship.
Het elkaar opbouwen is ook iets dat per definitie in fellowship gebeurt. Soms is het een andere kijk geven op een situatie, soms is het een Schriftgedeelte delen, soms is het samen met iemand bidden, soms is het iemand terechtwijzen.
Er zijn zat Bijbelse handvatten waarmee we elkaar kunnen opbouwen, maar er is maar één context waarin dit plaatsvindt en dat is in de fellowship.
1 Petrus 4:9 – “Wees gastvrij voor elkaar, zonder morren.”
Dit is een van mijn favoriete ‘elkaar’ verzen want het geeft aan dat fellowship niet slechts op de zondag of in de huiskring plaatsvindt.
Natuurlijk moeten wij ’s zondags, en wanneer wij fysiek op de huiskring samenkomen, gastvrij zijn. Maar waar komt mijn gastvrijheid pas echt tot uiting? Bij mij thuis.
En hieruit kunnen wij vaststellen dat Bijbelse fellowship vooral ook buiten de vaste ontmoetingstijden om plaats hoort te vinden. En wáár dergelijke fellowship dus plaatsvindt is bij ons thuis.
En ik weet het; je huis voor anderen openstellen is een opgave. Het gaat je iets kosten. Het doet inbreuk op je privacy, het kost je rust, je gemak, je moet extra mensen bij jou thuis dienen, je moet extra inkopen doen, je moet vaak nog even snel de boel opruimen en schoonmaken, enz. Vaak levert het ook nog eens stress en spanning op tussen man en vrouw en ouders en kinderen.
Vandaar dat het een Bijbels gebod is. Wij doen dit vaak niet uit onszelf. Niet iedereen voelt zich hiertoe ‘geroepen’. Maar hoe dan ook moet de christen gastvrij zijn.
Al deze ‘elkaar’ verzen hebben als doel ons te heiligen, zodat wij in groeiende mate heilig en toegewijd aan de HEERE leven, zodat wij in groeiende mate hervormd worden naar het evenbeeld van Christus, zodat Christus in groeiende mate gestalte in ons zal krijgen.
Geen van de uitwerkingen van het naleven van deze ‘elkaar verzen’ kunnen verwezenlijkt worden buiten de fellowship om. Oftewel, de vruchten van het naleven van de ‘elkaar verzen’ kunnen alleen tot bloei komen in de context van fellowship.
Daarom is het onmogelijk om een christen te zijn zonder de fellowship. Als lid van het Lichaam is elk individu slechts één onderdeel. En één onderdeel kan niet tot z’n doel komen zonder dat het bij het geheel blijft.
Als ik bijvoorbeeld m’n arm afhak dan blijft m’n afgehakte arm niet onafhankelijk en zelfstandig in leven. Nee, het heeft een door God aangewezen plek gekregen in mijn lichaam en het kan alleen op die plek functioneren zoals het hoort te functioneren.
Het kan bijvoorbeeld niet zo zijn dat die afgehakte arm eigenwijs wil zijn en erop staat om aan mijn hoofd bevestigd te worden omdat het alleen direct contact wil hebben met mijn hoofd, zonder dat het te maken hoeft te hebben met het lichaam. Dat is niet mogelijk, het is ook niet wenselijk.
Maar toch zijn er individuen die wel eigenwijs zijn en erop staan dat zij het Lichaam, dus de fellowship, niet nodig hebben om christen te zijn.
Deze mensen hebben een verkeerd idee over wat het betekent christen te zijn. Voor hun geld: ‘Wij doen het met z’n tweeën, Jezus en ik. Ik heb de kerk niet nodig, ik heb fellowship niet nodig, ik heb een persoonlijke relatie met Jezus en dat is voor mij genoeg. Ik bestudeer de Bijbel zelf’. Waarop ik zeg dat je hiermee juist bewijst dat je de Bijbel helemaal niet bestudeert en zeer zeker niet gehoorzaamt.
Het idee van een persoonlijke relatie met God is enerzijds goed, maar als iemand niet inziet dat die persoonlijke relatie in de context van fellowship tot uiting hoort te komen, dan kan dat goede idee tot een verkeerd eind leiden.
Het Hoofd van de kerk, Jezus Christus heeft aan God de Vader gevraagd: ‘Heilig hen (Mijn discipelen) door Uw waarheid; Uw woord is de waarheid’.
Jezus wil dat Zijn wedergeboren discipelen geheiligd worden door het Woord van God en door de Heilige Geest, die ons van heerlijkheid tot heerlijkheid doet veranderen naar het evenbeeld van Christus.
Het heiligingsproces vindt niet plaats in een vacuüm, maar in fellowship. Dus, als jij serieus door het Woord van God, door de Heilige Geest en door het Lichaam van Christus geheiligd wil worden, dan moet je actief deelnemen aan de fellowship.
En als je niet weet hoe, vraag het aan een van ons.
ZEGEN
Hebreeën 13:20-21 – “20De God nu van de vrede, Die de grote Herder van de schapen, onze Heere Jezus Christus, uit de doden heeft teruggebracht, op grond van het bloed van het eeuwige verbond, 21moge u toerusten tot elk goed werk om Zijn wil te doen, en in u werken wat in Zijn ogen welbehaaglijk is, door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.