- Als christenen horen we elke dag meer en meer op Jezus te gaan lijken. Jezus leefde volledig zonder zonde, dat is het model dat Johannes in gedachten heeft bij het schrijven van deze woorden.
- Een belangrijk kenmerk van het leven van een echte christen, is dat de hoeveelheid zonde die we begaan af neemt. Dat is Gods werk in ons, dat is niet iets dat we zelf doen. Maar door Zijn werk, horen we minder en minder te gaan zondigen.
Galaten 5:16 “Maar ik zeg: Wandel door de Geest, en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen.”
“
The Christian no longer loves sin; it is the object of his sternest horror: he no longer regards it as a mere trifle, plays with it, or talks of it with unconcern . . . Sin is dejected in the Christian’s heart, though it is not ejected. Sin may enter the heart, and fight for dominion, but it cannot sit upon the throne.” (Spurgeon)
Tegelijkertijd is Johannes realistisch en weet hij dat hij met mensen te maken heeft. Hij weet dat wij mensen toch nog vaak stomme en domme keuzes maken. Hij weet dat we in momenten van verleiding niet altijd de juiste keuze maken. Daarom geeft hij ook aan dat Jezus onze Voorspraak is, Hij is onze Advocaat.
- Jezus pleit voor ons in de hemel (Hebreeën 7:25), Hij maakt een zaak voor ons in de hemelse rechtbank zodat wij vrij gepleit kunnen worden. Wat een genade dat Hij dat doet. Hij doet dit namelijk op basis van Zijn eigen offer aan het kruis voor jouw en mijn zonde.
- Jezus pleit voor ons, terwijl wij zondigen in ons hart, in ons denken en in onze daden. Onze houding (hart), onze gedachten (denken) en de dingen die we doen (daden) zijn allemaal plekken waar wij zondigen. Voor al deze dingen is Jezus gestorven aan het kruis van Golgotha, voor al deze zonde pleit Jezus nu dag en nacht voor ons.
Als christenen hoort ons leven gekenmerkt te worden door minder en minder gaan zondigen. Maar ook door steeds terug te gaan naar Jezus wanneer het toch fout gaat. De tijd tussen de zonde en het om vergeving vragen hoort steeds korter te worden. We mogen dan weten dat er een liefdevolle Vader op ons wacht, niet een tiran die ons de grond in boort. Kenmerkt deze manier van omgaan met zonde jouw leven als christen?
- Omgaan met Gods geboden (1 Johannes 2:3-11)
Vervolgens legt Johannes uit dat een belangrijk kenmerk van het leven van een christen, is dat we Zijn geboden in acht nemen (
v3). Het is een teken van dat we God kennen. Hem zeggen te kennen, zonder Zijn geboden te doen, is een leugen (
v4).
- Johannes gaat zelfs nog een stap verder: Gods liefde wordt volmaakt in hen die Hem gehoorzamen (v5). Gods liefde wordt heel duidelijk wanneer we gaan zien wat Gods geboden zijn. Hij draagt ons alleen dingen op die goed zijn voor ons. Dus we gaan zien hoeveel Hij van ons houdt, door te doen wat Hij zegt.
- Er is geen enkel gebod van God dat slecht is voor de mens, de mens zoals God ons bedoeld heeft. Wij kijken vaak nog naar de dingen die we niet mogen, maar God geeft ons juist geweldige vrijheid. In Hem is er perfecte vrijheid.
2 Korinthe 3:17 “De Heere nu is de Geest; en waar de Geest van de Heere is, daar is vrijheid.”
- Deze vrijheid zit in het feit dat God ons met een bepaald doel gemaakt heeft. Dat doel is om Hem te eren (Jesaja 43:7). Dat doel kunnen we bereiken, door te doen wat God zegt. Als we dat doen, leven we waarvoor we gemaakt zijn en dat is waar de mens is wie de mens hoort te zijn. Dat is waar de echte vrijheid zit.
- De oproep van Johannes is om ons te houden aan wat God ons geboden heeft, zeker als wij zeggen christenen te zijn (v6). Het woord ‘christen’, betekent ‘als Christus’. We horen dus te doen, te laten, te zeggen, etc. wat Christus deed. Dat is de uitdaging die Johannes bij ons neerlegt.
Een belangrijk onderdeel van Gods geboden, van zijn zoals Christus, is hoe we als christenen met elkaar om horen te gaan (
v7-13). Net als in het Evangelie van Johannes wordt de christen hier opgeroepen om de medechristen lief te hebben.
- Het was een oud gebod (v8), omdat de christenen dit vanaf het begin gehoord hadden. Vanaf het moment van tot geloof komen, hadden ze dit gehoord. Het is soms belangrijker dan we denken om aan de fundamenten van ons geloof herinnerd te worden. Zeker ook op dit gebied, want het gaat hier om mensen.
- Dit was een nieuw gebod omdat niemand ooit zo lief heeft gehad als God Zelf en de mensen voor het eerst hoorden dat zij dit ook moesten doen. Dit gebod was nieuw omdat Jezus het voorbeeld gaf dat nog nooit eerder gezien was op die manier.
Johannes 13:34-35 “Een nieuw gebod geef Ik u, namelijk dat u elkaar liefhebt; zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben. Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt.”
- Dit gebod is zo belangrijk, het kan niet te veel benadrukt worden. De liefde die er in de kerk onderling hoort te heersen is zo anders dan wij van nature kennen. Het gaat om agape liefde, onvoorwaardelijke liefde, zichzelf opofferende liefde. Dit is de liefde waarmee Jezus ons lief heeft, de liefde die Hem naar het kruis bracht voor jou en voor mij.
- De duisternis in ons hart gaat voorbij en Gods licht gaat steeds meer in ons schijnen. Deze duisternis kan niet liefhebben zoals God dat van ons vraagt, God is licht en Hij wil door ons heen deze liefde tot uiting laten komen. Begrijp goed, deze liefde is Gods werk in ons. Hij is liefde (1 Johannes 4:8), Hij is licht en in Hem is geen duisternis (1 Johannes 1:5). Met Zijn licht brengt Hij Zijn licht en liefde, en verdrijft Hij de duisternis en de haat.
- Mensen irriteren elkaar, mensen kwetsen elkaar (bewust en onbewust), satan probeert verdeeldheid te brengen, mensen roddelen over elkaar, etc. Luisteren wij dan naar ons vlees, onze gedachten, de satan; kortom de (oude) duisternis? Of luisteren we naar de liefde die God wil dat we voor onze broeders en zusters hebben?
- Hoe anders zou de kerk zijn als wij allemaal dit oude/nieuwe gebod zouden uitvoeren? Hoe anders zou de kerk zijn als wij allemaal Gods liefde zouden uiten naar de ander zoals God Zijn liefde naar ons uitte. We zouden mensen dan echt aantrekken richting God.
Om in te gaan tegen valse leer die de kerk in zijn tijd hoorde, ging Johannes dieper in op wat die liefde precies was (
v9-11). Johannes maakt duidelijk dat zij die zeggen een christen te zijn, maar toch een broeder haten, toch echt in de duisternis wandelen (
v9).
- Wat Johannes zegt is dat uit onze daden, maar vooral uit ons hart blijkt of wij in het licht of de duisternis leven. Als iemand een christen zegt te zijn, maar niet wil vergeven zoals Christus ons vergaf, dan heb je een probleem. Als iemand een christen zegt te zijn, maar wel een broeder of zuster haat, dan heb je een probleem.
- Dit is namelijk niet liefde zoals God die over ons heeft uitgestort. Dat is namelijk niet de liefde die Jezus liet zien tot en met de kruisdood voor onze zonden.
- Ja, maar je weet niet wat hij/zij gedaan heeft. Nee, maar ik weet wat ik gedaan heb tegen God en Hij houdt alsnog van mij. God weet wat jij gedaan hebt en Hij houdt toch van jou. Hoe durven wij dan, hoe hebben wij het lef om wel Gods liefde te ontvangen, maar niet uit te delen? Dat laat zo duidelijk zien dat we helemaal niks begrepen hebben van Gods liefde, van Jezus offer en de genade die God daarmee laat zien.
- Ongeacht wat een broeder of zuster gedaan heeft, wij horen hem/haar lief te hebben (v10). Dat is hoe Jezus van ons houdt.
Romeinen 5:8 “God echter bevestigt hierin Zijn liefde voor ons daarin dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren.”
Dat is het voorbeeld dat wij horen te volgen. Dat is enige maatstaf van wat wij horen te doen, hoe, wanneer en naar wie. Wij horen lief te hebben, zelfs onze vijanden (en broeders/zusters zijn geen vijanden). Wij horen lief te hebben in woord en daad. Wij horen ten alle tijden lief te hebben. Wij horen de broeders en zusters lief te hebben zoals God ons liefhad, wij horen deze zelfde liefde aan de wereld om ons heen te tonen.
- Recht tegenover deze liefde, zet Johannes haat en duisternis. Johannes spreekt hier over een aantal dingen. Niet alleen haat die tot uiting komt in zondige handelingen naar iemand toe, maar ook een hart vol haat naar iemand toe. God ziet wat er in jouw hart omgaat, Hij weet hoe jij naar mensen kijkt. In Mattheüs 5 zet Jezus haat gelijk aan moord. Dat is hoe erg God de hartsgesteldheid van haat vindt.
- Door een broeder te haten, laten we zien wat er echt in ons hart leeft. Door een broeder lief te hebben, laten we zien wat er echt in ons hart leeft. Het gaat hier om het verschil tussen duisternis en licht dat in ons leeft. Duisternis is het teken van dat er nog van alles niet goed is, licht betekent dat God regeert in ons.
Matthew Henry: “in the visible church there are often those who assume to themselves more than is true, there are those who say they are in the light, the divine revelation has made its impression on their minds and spirits, and yet they walk in hatred and enmity towards their Christian brethren;”
- Dit is niet hoe de christen hoort te zijn. Niet hoe christen hoort te zijn. Jezus hield zoveel van de kerk, wedergeboren mensen zijn de kerk, dat Hij Zijn leven voor de kerk gaf. Houd jij van Gods kerk, de broeders en zusters? We horen onszelf te onderzoeken, we horen aan God te vragen om ons te laten zien wat de verborgen zonden in ons leven zijn (Psalm 19).
Hoe horen we elkaar dan lief te hebben? In woord en in daad. Door de hele Bijbel heen wordt duidelijk dat liefde een werkwoord is. Verderop in deze brief (H3), maar ook in Jakobus 2, wordt onderwezen dat liefde praktisch hoort te zijn.
1 Johannes 3:16 “Hieraan leerden wij de liefde kennen, dat Hij voor ons zijn leven heeft gegeven. Ook wij moeten voor de broeders het leven geven.”
- God wil dat jij en ik van Zijn kinderen houden zoals Hij dat deed. Jezus gaf Zijn leven voor de kerk, Hij hield zoveel van de kerk. Praktisch gezien betekent dat voor ons: bidden voor de broeders en zusters, niet liegen tegen de broeders en zusters, langsgaan, helpen in noden, als er dingen tussen mensen zijn het in het licht brengen, etc.
- Al deze dingen en meer zijn wat we horen te doen naar de kerk, Gods kerk. Dat is wat God van jou en mij verwacht. Waarbij Hij weet dat we dit alleen door Zijn kracht en Zijn genade kunnen doen.
- Als je worstelt met Zijn kerk liefhebben, leg dat bij God neer in gebed. Vraag Hem om vergeving, berouw en bekering, bid dat Hij jou Zijn liefde voor de kerk zal geven, zodat je Zijn kerk zal kunnen dienen zoals Hij dat deed.
- Omgaan met de wereld (1 Johannes 2:12-17)
In dit stuk komt Johannes’ hart voor de kerk heel erg naar voren. Hij laat zien dat hij ontzettend veel van de kerk houdt, maar ook dat hij begaan is met de individuen die in de kerk zitten.
- Johannes bemoedigd zijn “lieve kinderen”, moedigt hen aan om de Heere dankbaar te zijn voor de vergeving die ze gekregen hebben (v12). Het is belangrijk dat de kerk dit niet uit het oog verliest. De waarde van het kruis, de waarde van vergeving, de waarde van Jezus’ offer. Maar ook dat het voor iedereen is, niet alleen voor ‘verheven mensen’, o.i.d.
- Vanaf v13 spreekt Johannes tegen 3 groepen christenen: 1. Jonge-christenen (“kinderen”), 2. Christenen die hard groeien en meer en meer door God gebruikt worden (“jonge mannen”), en 3. Volwassen, vaak oudere, christenen die anderen opleiden (“vaders”).
- De “kinderen” moeten bemoedigd worden in het feit dat ze de Heere kennen (v13). Dat is wat ze nodig hebben om te groeien. Dat is de bemoediging die deze jonge christenen nodig hebben.
- De “jonge mannen”, Johannes bedoelt mannen en vrouwen, zijn de christenen die aan het groeien zijn en meer en meer door de Heere gebruikt worden. De Heilige Geest regeert steeds meer in hen en ze overwinnen daardoor steeds meer voor en door God (v13). Ook maakt Johannes duidelijk hoe ze dit geleerd hebben: “omdat u sterk bent en het Woord van God in u blijft en u de boze hebt overwonnen.” (v14). Ook deze groep is wie ze zijn door Gods werk, Gods kracht en Gods Woord. Johannes moedigt ze aan om door te gaan.
- De laatste groep is de “vaders”, waar we ook moeders bij mogen zetten. Deze groep kent het klappen van de zweep van het geloof, heeft al veel dingen met God meegemaakt. Deze groep heeft de taak om jongere christenen mee te nemen en ze op God te wijzen. Dit is ook de groep die al lang, “vanaf het begin”, God kent en dient (v13-14). Zij horen de jongere groepen te discipelen.
Voor al deze christenen is het belangrijk dat ze blijven groeien, maar vooral ook het volgende:
“Heb de wereld niet lief en ook niet wat in de wereld is.” (
v15). Dit is een van de grootste valkuilen voor christenen van elke volwassenheidsgroep. Allemaal zijn we vatbaar voor de wereld, voor de valkuil die de wereld is.
- Maar, het is wel goed om de wereld te definiëren. Met ‘de wereld’ bedoelt de Bijbel een aantal dingen. Het kan de fysieke aarde zijn (Handelingen 17:24), de mensheid (Johannes 3:16), maar ook het geestelijke systeem dat tegen God is (1 Johannes 5:19).
- Dat is waar Johannes het hier over heeft, de dingen die mensen van God af houden. De dingen die mensen afleiden van God dienen, mensen vasthouden in zonde, etc. Dat is waar de christen erg voorzichtig voor moet zijn, want zonde scheidt de mens van God (Jesaja 59:2)
Johannes roept de christen op om de wereld niet lief te hebben, en ook niet wat de wereld te bieden heeft. Zowel de wereld zelf, als wat er daar te vinden is, is niet goed, niet gezond voor de christen. Johannes zegt zelfs dat de liefde voor God niet in ons is als we de wereld liefhebben.
- Als wij iets of iemand liefhebben, zullen we ons daar aan gaan toewijden. Dan gaan we dingen doen om bij die persoon te zijn of dat ene ding te kunnen doen. We gaan dingen niet doen, om juist wel dat andere te kunnen doen, dat wat we liefhebben.
Dat geldt ook met het liefhebben van de wereld. Tijd met God is het eerste dat opgeofferd wordt, leven naar Gods wil zit alleen maar in de weg van het liefhebben van de wereld. We zullen God niet meer liefhebben, maar juist iets anders. En dat is een probleem.
- God wil namelijk dat we volledig voor Hem leven. Hij wil dat onze levens aan Hem toegewijd zijn, aan Hem en Hem alleen. Jezus zei in Mattheüs 6:24 dat we niet 2 dingen kunnen dienen, niet 2 dingen lief kunnen hebben. Het is of God, of iets anders, zoals de wereld.
Maar, nu heb ik de term ‘de wereld’ vaak genoemd, wat houdt het precies in? Waar bestaat de wereld uit en hoe herken ik dat? Johannes geeft ons in
v16 3 eigenschappen van de dingen die in de wereld zijn. 1) de begeerte van het vlees, 2) de begeerte van de ogen, en 3) de hoogmoed van het leven. Deze 3 dingen zijn ook de manier waarop de wereld ons verleidt.
- Als we kijken naar deze 3 eigenschappen, zien we dat Johannes negatieve woorden gebruikt om ze te omschrijven.
- Het woord voor ‘begeerte’, is een woord dat gaat om het verlangen naar iets dat verboden is, of lust.
- ‘hoogmoed’ gaat over arrogantie, vertrouwen op eigen kunnen, vertrouwen op iets of iemand anders dan God.
- Dat is niet wat God van de mens wil, voor de mens heeft. God roept de mens door de Bijbel heen op om op Hem te vertrouwen, niet op eigen inzicht (Spreuken 3:5-6). De Bijbel roept ons continue op om naar God te verlangen, niet naar de zonde van de wereld, maar juist weg te rennen van de verkeerde verlangens (2 Timotheüs 2:22).
Laten we samen kijken naar een praktijk voorbeeld dat de Bijbel ons geeft over deze 3 eigenschappen van zonde, van de wereld. Als we naar de eerste zonde in de Bijbel gaan, het eten van de verboden vrucht door Eva, dan zien we de 3 eigenschappen terugkomen.
Genesis 3:6
“En de vrouw zag de die boom goed was om ervan te eten en dat hij een lust was voor het oog, ja, een boom die begerenswaardig was om er verstandig door te worden; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en hij at ervan.”
- Er gebeuren hier een aantal dingen: Eva zag dat de boom goed was om van te eten (begeerte van het vlees), het was een lust voor het oog (begeerte van het oog) en de boom was begerenswaardig om er verstandig door te worden (hoogmoed van het leven).
- Wat satan deed, was inspelen op wat Eva wilde zien en horen. Satan, de vijand van God, wil de mens verleiden om keuzes te maken die niet goed zijn.
- Een hoop dingen in de wereld zijn op zichzelf niet slecht, maar de manier waarop ze gebruikt worden wel. Seks is goed, maar niet zoals de wereld het aanbied. God heeft de grenzen aangegeven waarbinnen de mens ervan mag genieten. Wijn is niet verkeerd, dronken zijn wel. Geld is niet slecht, hebzucht wel. Etc, etc.
Wiersbe: “Now you can see how the World operates. It appeals to the normal appetites and tempts us to satisfy them in forbidden ways.”
God roept ons op om de lusten van de wereld te ontvluchten. Dat kan alleen als we gevuld zijn met Gods Geest. We moeten geleid worden door God Zelf, anders gaan we het niet redden om de dingen van God te kiezen.
- Efeze 5:18 leert ons dat we continue gevuld moeten zijn met Gods Geest, dat is waar Johannes het over heeft.
Waar Eva verleid werd door de satan om keuzes te maken die God niet eerden, staan ook wij elke voor die keuze. Kiezen we voor wat God gezegd heeft of kiezen we voor de wereld? De wereld zal er goed uit zien, initieel goed voelen, opleveren wat je denkt te willen. Maar uiteindelijk is het leeg.
- Als deze wereld ons zou kunnen vervullen, als wat deze wereld te bieden heeft ons zou kunnen vervullen, waarom zijn zoveel mensen dan ongelukkig? Als seks vervult, zouden prostituees dan niet de gelukkigste mensen ter wereld moeten zijn? Als alcohol vervult, zouden alcoholisten dan niet het gelukkigst moeten zijn? Als geld vervult, zouden dan de rijken en beroemden dan niet het gelukkigst zijn?
- In al deze groepen zijn mensen niet gelukkig. Allemaal hebben ze iets dat ze missen, allemaal merken ze dat wat deze wereld te bieden heeft niet zal vervullen.
Dit is waarom Johannes in
v17 zegt dat de wereld voorbij gaat. Alle dingen die de wereld biedt, zijn van korte duur, zeker als je het vergelijkt met de eeuwigheid. Wanneer je sterft zal je niks mee kunnen nemen van de dingen van deze wereld. Wanneer je sterft zal jij alleen voor God komen te staan en zal God gaan kijken naar je daden.
- De vraag is dan, zijn jouw daden waardevol in Gods ogen? Of zijn jouw daden waardeloos in Gods ogen? God is de rechtvaardige Rechter (Psalm 7), Hij heeft aangegeven wat juist is voor de mens en wat eeuwigheidswaarde heeft. Johannes wijst ons er op dat onze daden overeen moeten komen met God en niet met de wereld. We moeten niet ingaan op de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen of de hoogmoed van het leven. We horen in te gaan op het aanbod van Jezus Christus: we mogen ons leven, ons kapotte leven, bij Hem neerleggen. Hij wil ons vergeven van al onze zonde, zodat wij voor eeuwig bij God kunnen zijn.
We hebben vandaag gekeken naar een stuk tekst waarin Johannes de lezer wijst op hoe de christen hoort te leven. Kenmerken van het leven van een christen horen te zijn: juist omgaan met zonde, juist omgaan met de broeders en zusters, en juist omgaan met de wereld.
- We horen de zonde te ontvluchten, maar op het moment dat we zondigen moeten en mogen we terug naar het kruis van Jezus Christus.
- We horen de broeders en zusters in het geloof lief te hebben, in woord en in daad. Als er haat in ons is richting een broeder of zuster, moeten we ons daarvan bekeren. Haat van Gods kinderen en God liefhebben gaan niet samen.
- We horen de wereld niet lief te hebben, we horen juist God lief te hebben.
Johannes moedigt de nog niet gelovige aan om God te zoeken, jij weet hoe leeg je bent. Jij weet dat wat deze wereld biedt, jou niet de rust kan geven die je zoekt. Jij weet ’s avonds wanneer je je ogen dicht doet, of je de dingen van God doet of niet. God wil jou vandaag Zichzelf laten zien. God wil dat jij weet dat Hij van jou houdt, dat Hij rust, vrede, liefde en genade voor jou heeft. God wil jou vervullen met zoveel meer dan je nu kan bedenken. Geef je leven vandaag aan Hem. Accepteer Zijn vergeving, Zijn offer aan het kruis voor jouw zonden.
Johannes moedigt hen die al geloven aan om een aantal dingen te doen:
- Blijf je leven bij Hem neerleggen, elke dag weer. In de strijd met de zonde hebben we het nodig om dit te doen. God houdt van jou, dus ook wanneer je een keer in de fout gaat. Hij wil dat je terug blijft komen naar Hem, ook al fluistert satan je in dat je deze keer te ver bent gegaan. Leg je leven en je zonde bij Hem neer, vraag om vergeving, berouw en bekering en begin opnieuw met God.
- Hoe is jouw hart richting de broeders en zusters? Heb jij hen lief zoals God jou liefheeft? Ben jij bereid om Gods liefde zelf te aanvaarden, maar niet om die weer uit te delen aan anderen? Gods liefde is wat de kerk nodig heeft. Gods liefde is wat deze wereld nodig heeft. Onderzoek je hart, ga met God in gesprek over hoe jij er voor staat op het gebied van liefde voor de broeders en zusters.
- De wereld gooit veel op ons af, de vraag is hoe wij daar mee omgaan. Wat is jouw reactie op de verleidingen die de wereld op je afstuurt? Is dat een reactie van afwijzing van de dingen van de wereld? Of ren jij achter de dingen van de wereld aan?
Johannes 16:33 “Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede zult hebben. In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen.”