Romeinen 12:7 (21-4-2024) Een Bijbelse blik op profetie (deel II)
Vorige keer hebben we naar profetie gekeken, om te zien wat het Bijbels gezien is. We hebben gezien dat het gaat om: het doorgeven van woorden die God ingeeft, onder de leiding van de Geest. Zowel mannen als vrouwen worden hiervoor gebruikt en wij horen naar deze gave te streven.
- Vanochtend wil ik kijken naar hoe dit praktisch wordt voor ons; een praktisch Bijbelse blik op profetie.
v7 Een Bijbelse blik op profetie
In de vorige studie heb ik meerdere keren gezegd dat ik terug zou komen op vragen. Ik weet namelijk dat er veel vragen zijn die komen door het bestuderen van het onderwerp profetie. Ik heb toen ook verschillende vragen genoemd en beloofd dat ik die ging beantwoorden.
- Sindsdien heb ik geworsteld met de manier waarop; moest dat op een zondag of niet? Zo nee, hoe dan wel? Ik ben biddend tot de conclusie gekomen dat ik deze vragen níet in een preek ga stoppen voor de zondag.
- Wat ik ga doen, is dat er binnenkort een video op het Youtube kanaal van de kerk zal komen, waar ik de vragen die ik ontvangen heb + degenen die ik zelf verzameld had zal behandelen. Ik kan dan meer tijd nemen om elke vraag in detail uit te werken.
Vanochtend wil ik dus ingaan op hoe profetie praktisch wordt, hoe dat tot uiting hoort te komen in de gemeente. Paulus had namelijk iets heel praktisch in zijn hoofd, toen hij in Romeinen 12:7 sprak over profetie. Dit is geen theoretisch vraagstuk, dit is heel praktisch, voor elke dag.
- En gelukkig zien we in het Woord hoe profetie werkt. We zien dat in het OT en het NT; we zien hoe Jezus profetie inzette, maar ook de apostelen en anderen in het Woord. En daar kunnen we van leren, om te zien hoe God jou/u wil gebruiken met deze gave.
- We gaan 1) kort terugblikken op de definitie van profetie, 2) kijken hoe dat praktisch werd in het OT en het NT, en 3) kijken naar hoe dat praktisch wordt in de kerk.
- Definitie van profetie
Bij profetie ging het om het doorgeven van woorden van God (Deuteronomium 18). We zagen dat de Heilige Geest altijd betrokken is, altijd de leiding heeft, als het gaat om Bijbelse profetie. Alles dat níet echte profetie is, is daarmee ook níet geleid door de Geest.
1 Korinthe 14:3 “Wie echter profeteert, spreekt tot mensen woorden van opbouw en vermaning en troost.”
- Specifiek vallen de woorden van profetie die God geeft in 1 of meer van 3 categorieën: “opbouw”, “vermaning” of “troost”. God weet dat we alle drie nodig hebben, dat is ook waarom Hij alle drie aan ons geeft. Échte profetie zal altijd hierbinnen vallen.
Verder is het iets dat door mannen en vrouwen kan gebeuren; kan het eenmalig, vaker of structureel zijn. Door de uitstorting van de Heilige Geest is het open voor meer mensen, niet alleen een klein groepje; we moeten profetie niet verachten, maar er juist naar streven.
Openbaring 19:10 “En ik viel voor zijn voeten neer om hem te aanbidden, maar hij zei tegen mij: Pas op dat u dat niet doet! Ik ben een mededienstknecht van u en van uw broeders, die het getuigenis van Jezus hebben. Aanbid God. Het getuigenis van Jezus is namelijk de geest van de profetie.”
De engel die hier spreekt, laat Johannes zien wat profetie is: “het getuigenis van Jezus is namelijk de geest van de profetie.” Profetie getuigt van Jezus, wijst op Jezus, maakt Jezus groot. Daar hebben we nóg een toetssteen voor profetie; maakt het Jezus groot?
- Hoe wordt profetie praktisch in het OT en NT?
- OT
In het Oude Testament kennen we profetische boeken. Jesaja t/m Maleachi worden ‘de grote-’ en ‘kleine profeten’ genoemd. Dit zijn boeken waarin God profetisch tot Zijn volk spreekt; Hij spreekt oordeel (“vermaning”), troost en woorden van opbouw uit naar Zijn volk.
- In het verlengde daarvan spreekt Hij tot de hele mensheid. Hij spreekt over redding (e.g. Jesaja 53), wat opbouw, vermaning en troost in één is. Hij laat Zijn liefde voor en toewijding aan Israël zien (Ezechiël 36), wat ook weer opbouw en troost voor ons is.
- We zien wáár Jezus geboren moest worden (Micha 5), dat Hij uit een maagd geboren zou worden (Jesaja 7), dat Hij doorboord zou worden (Zacharias 12). Dit en meer zijn troostende, hoopvolle woorden van God voor Zijn volk; en in het verlengde voor ons.
- We zien profetie echter ook in de poëtische boeken als Psalmen. De psalmen staan vol met beelden van de Heere Jezus (e.g. Psalm 2, 22), beelden die bijvoorbeeld vervuld zijn in het kruis (Psalm 34), in Jezus’ lijden en sterven (Psalm 22), Zijn opstanding (Psalm 16), etc.
- Ook historische boeken als Genesis hebben profetische woorden. Genesis 12 spreekt over God Die alle volken zal zegenen door Abraham. Genesis 22 is een beeld van Jezus Christus, die als geliefde zoon, vrijwillig meegaat om geofferd te worden.
- Exodus heeft het Pesach feest (Exodus 12), vol beelden van Jezus. Leviticus heeft de offers (Leviticus 1-5), de feesten (Leviticus 23-25), etc. Zo staat de hele Bijbel vol met profetie voor de toekomst; woorden van opbouw, troost en vermaning.
We zien ook profetie in het heel praktische. In Richteren 4 spreekt Debora een heel praktische profetie uit over Barak, om hem aan te zetten tot het gehoorzamen van God.
Richteren 4:6-8 “Zij stuurde een bode en liet Barak, de zoon van Abinoam, uit Kedes-Naftali, roepen en zei tegen hem: Heeft de HEERE, de God van Israël, niet geboden: Ga, trek op naar de berg Tabor en neem tienduizend man met u mee, van de nakomelingen van Naftali en van de nakomelingen van Zebulon? Dan zal Ik bij de beek Kison Sisera, de legerbevelhebber van Jabin, naar u toe trekken met zijn strijdwagens en zijn troepenmacht, en Ik zal hem in uw hand geven. Toen zei Barak tegen haar: Als u met mij mee zult gaan, dan ga ik. Maar als u niet met mij mee zult gaan, dan ga ik niet.”
Dit waren woorden van vermaning, want Barak had al eerder moeten luisteren naar Gods leiding.
- Zo zien we dat profetie zowel lange-, als korte termijn is. We zien dat het geestelijk van aard, maar ook heel praktisch is. En we zien dat God er door het hele Woord mee bezig is. Dit is niet iets van alléén de profetische boeken, dit gaat de hele tijd door.
- NT
In het NT zien we dit doorgaan. We zien profetie vervuld en uitgesproken worden door het hele NT heen. Jezus vervult profetie (e.g. Lukas 4:16-20) en spreekt profetische woorden (e.g. Mattheüs 24-25). We zien ditzelfde patroon bij de apostelen in Handelingen en de brieven.
- Petrus spreekt over de vervulling van de profetie uit Joël (Handelingen 2), Achabus spreekt over een hongersnood die komt (Handelingen 11). Deze hongersnood is terug te vinden in historische geschriften over de regeerperiode van Claudius Caesar.
- Het hele boek Openbaring is een profetisch boek, wat ver ná Handelingen geschreven is. Dat is belangrijk, omdat sommige broeders en zusters zeggen dat profetie na handelingen gestopt is. Paulus spreekt er ook over in Romeinen, 1 Korinthe en 1 Thessalonicenzen; ná Handelingen.
Wat we tegelijk zien is dat profetie heel praktisch wordt, heel richtinggevend is in de levens van mensen in het NT.
1 Timotheüs 1:18 “Dit gebod leg ik u op, mijn zoon Timotheüs, in overeenstemming met de profetieën die voorheen over u uitgesproken zijn, opdat u in deze dingen de goede strijd strijdt.”
Het gebod is om de leer te bewaken (v3-4), om te volharden in de lastige situatie waar hij zat.
Guzik: “Blijkbaar had God tot door anderen tot Timotheüs gesproken, door de gave van profetie. Deze woorden waren een bemoediging voor hem om sterk te blijven in de moeilijkheden die voor hem lagen. Het kan een omschrijving Timotheüs’ toekomstige bediening geweest zijn, het kan een waarschuwing geweest zijn om niet timide te zijn in zijn werk voor de Heere. Wat het ook was, God wilde dat Timotheüs kracht haalde uit deze woorden, in zijn huidige moeilijkheden.”
- God sprak heel duidelijk, direct en toepasselijk tot Timotheüs. Het was bemoedigend, mogelijk ook corrigerend voor iemand die twijfelde. Timotheüs moest leren doorzetten, volharden, hij moest leren om Gods roeping te blijven volgen. God gebruikte profetie om dit te leren.
1 Timotheüs 4:14 “Veronachtzaam de genadegave niet die in u is en die u gegeven is door profetie, met handoplegging door de raad van ouderlingen.”
Nog een keer komt de oproep. De genadegave die Timotheüs had, was hem gegeven “door profetie”. Dit moest een grote bron van bemoediging voor hem zijn. Hij mocht leren vasthouden aan wat God tegen hem persoonlijk had gezegd. Gods openbaring voor zijn leven, om God te eren met zijn leven.
- Net als in 1 Thessalonicenzen 5, moest Timotheüs leren om profetie niet te verachten. Hij had een taak van God gekregen, door profetische woorden, en hij moest die taak volbrengen. Zo zie je dat God heel praktisch, heel relevant voor de kerk, spreekt om Zijn doel te bereiken.
- Hoe wordt profetie praktisch in de kerk vandaag?
Dit is natuurlijk waar we het meest in geïnteresseerd zijn: hoe wordt dit praktisch? Laten we beginnen met het feit dat God iedereen kan gebruiken, dat we allemaal geleid kúnnen worden om te profeteren (Handelingen 2) door de Geest. De Geest weet wie Hij wil gebruiken, wie Hij hiervoor wil inzetten.
- In dat Hij iedereen kan gebruiken, wil Hij ook dat we open staan om gebruikt te worden. We hoeven niet ‘bang’ te zijn voor het idee van ‘profetie’, het is iets heel Bijbels. Door het hele Woord heen wordt het als iets normaals, iets goeds, iets nuttigs en nodigs gezien voor de kerk.
- Geef een Bijbeltekst door aan iemand
Wat heel goed kan, is dat terwijl je aan het bidden bent, God iemand op je hart legt. Hoe ziet dat eruit? Nou, je hebt opeens het idee dat je voor iemand moet bidden, je krijgt iemand niet uit je gedachten. Begin dan met bidden voor die persoon, zelfs als je geen idee hebt waarvoor precies.
- Dan kan het zijn dat God ook een Bijbeltekst in je gedachten legt. Niet iets voor jouzelf, maar juist voor de ander. Dat is helemaal niet gek of fout; dat is juist iets heel goeds. God wil ons allemaal gebruiken, om de ander te zegenen; op te bouwen, te vermanen en te troosten.
- Vraag dan aan de Heere of het van Hem is. Ga er niet zomaar van uit dat jij dingen doorkrijgt voor een ander, toets het bij Hem. Vraag Hem of je Hem goed verstaat, of Hij het weg wil halen als het níet van Hem is en het wil laten als het wél van Hem is.
- Geef de tekst door aan de ander. Bel de ander, app, ga langs; vertel dat je een tekst op je hart hebt en dat je het idee hebt dat God die aan je geeft. Help de ander ook, door aan te geven dat ze moeten toetsen of dit van God is (1 Thessalonicenzen 5), en het bij Hem moeten leggen.
- Als je God goed verstaan hebt, is dit zo bemoedigend, zo liefdevol en genadig. Je ziet dan dat God zó naar jou omziet, dat Hij een ander persoon beweegt om iets voor jou te doen. Om jou te bemoedigen, te troosten, te vermanen.
- Tegelijk is het ook heel bemoedigend om te weten dat iemand God gehoorzaamt. En dat dit gehoorzaamheid een zegen voor jou is. De zorg die je vanuit de ander krijgt is iets prachtigs, is een zegen.
- En tegelijk is het een zegen voor degene die gehoorzaam is en het deelt. Wandelen in geloof, Gods stem zoeken en luisteren naar wat Hij zegt kan ‘eng’ zijn. Als het dan in goede orde ontvangen wordt, als het een zegen is voor de ander, is dat prachtig.
Dit is een van de primaire manieren waarop we als kerk elkaar kunnen zegenen. Gods Woord met elkaar delen, Zijn woorden doorgeven aan de ander; dat is keihard nodig. We moeten hierin echt méér gehoorzaam worden aan Gods Geest, want Hij is actief in ons aan het werk.
- Misschien denk je wel dat je zo’n idee gehad hebt, maar niet gehoorzaamd hebt. Misschien was je bang, dacht je dat het niet kon of mocht om dat te doen. Laat niemand je bang maken ajb om zoiets met de ander te delen. Laat niemand je vertellen dat je dit niet mag doen.
- Wie zijn wij om Gods Geest tegen te houden? Als jij het toetst, als jij je eigen hart onderzoekt, etc. dan heb je de taak om God te gehoorzamen. Welke zegen hebben wij de ander onthouden door iets níet te zeggen?
- Profetie is een genadegaven die woorden vereist. God wil dan ook door jou heen spreken naar de ander. Gehoorzaam Hem, laat angst niet bepalen wat jij doet. Paulus geeft aan dat we genadegaven hebben, en dat profetie er daar één van is.
Misschien heb je vaker teksten op je hart voor een ander, maar zijn het confronterende woorden. Het kunnen vermanende woorden zijn; en dat doet je twijfelen. Het maakt je misschien bang, je denkt ‘wie ben ik?’, etc. Gehoorzaam God, niet je eigen gedachten. Luister naar de leiding van de Geest.
- God wil opbouwen, vermanen én troosten door profetie heen. Kijk naar wat Hij allemaal tegen Israël zei, tegen Paulus, tegen Petrus. Veel van wat er geprofeteerd was ging om correctie, i.p.v. dat het alleen ‘leuk’ en ‘fijn’ was om te horen.
1 Korinthe 14:24-25 “Maar als allen zouden profeteren, en er kwam een ongelovige of niet-ingewijde binnen, dan zou die door allen overtuigd en door allen beoordeeld worden. En zo worden de verborgen dingen van zijn hart openbaar, en zo zal hij zich met het gezicht ter aarde werpen en God aanbidden, en verkondigen dat God werkelijk in uw midden is.”
Paulus geeft hier aan dat profetie “allen beoordeeld” (v24), dat “de verborgen dingen van [het] hart openbaar” worden (v25). Echte, Bijbelse profetie is niet alleen maar leuk, bemoedigend en fijn. Bij échte profetie wordt o.a. zonde aangewezen, word je op je noodzaak voor God gewezen.
- En daarvoor wil God o.a. Zijn Woord gebruiken. Hij wil dat als jíj een tekst op je hart krijgt voor een ander, dat je die deelt. Hij wil dat je de ander zegent, door zélf God gehoorzaam te zijn. Dat is jouw taak.
Denk niet dat je alle wijsheid in pacht hebt, dat mensen állemaal naar jou moeten komen, vertel dingen niet in je vlees (ongevoelig), etc. Zoek Gods leiding, ga nederig naar de ander toe, maar gá. Wordt ook niet ontmoedigd als de ander níet luistert, jij moet doen wat God aan jou vraagt.
- Een niet-Bijbeltekst delen
Deze categorie is waar dingen spannender (kunnen) worden. Dit is ook waar veel verkeerde ‘profetie’, gekkigheid, etc. voorkomt. Dit is het gebied waar mensen zich de titel ‘profeet’ toe-eigenen, wat Bijbels gezien geen ding meer is.
- We hebben de gave van profetie nog, zonder dat we de bediening van profeet nog hebben. Dat geldt net zo voor apostelen; we zijn allemaal uitgezonden, apostelen, zonder dat wij de bediening van apostel hebben. Want dat klinkt als de 12 en die waren uniek in hun bediening.
Dit is waar je het idee kan hebben, het op je hart kan krijgen, om iets met iemand te delen. Dat je woorden, een droom of visioen, etc. krijgt van God. Dit zijn Bijbelse dingen, want we zien al deze voorbeelden in het Woord.
- Petrus kreeg een visioen (Handelingen 10), waarin God tot hem sprak, o.a. over het naar Cornelius gaan. Het profetische, was dat hij te horen kreeg dat hij moest gaan, ondanks zijn eigen Joodse denken.
- Achabus geeft woorden door van God aan Paulus (Handelingen 21). Hij geeft aan dat en hoe Paulus opgepakt zou gaan worden door de Joden. Dit komt later uit, maar het punt is voor nu dat hij woorden doorgaf die niet in het Woord stonden op dat moment.
- Nu weet ik dat wat zij deden in het NT staat en daarmee in de Bijbel. Dat betekent echter niet dat dit patroon gestopt is. We zien dromen en visioenen zowel in het OT (Jozef, Nebukadnezar, Farao, Salomo, etc.), als het NT. We zien woorden die doorgegeven worden in het OT en het NT. God is niet veranderd.
We zien in het Woord dat niet alles dat de Bijbel profetie noemt, inhoudelijk opgeschreven staat. Dat geeft ruimte voor de Geest om Zijn Woord specifiek toe te passen op een situatie. Elke keer als Hij iets doorgeeft, is het namelijk een toepassing van de Bijbel, op een mens, in een situatie.
- Hij leidt om een bepaalde zonde te belijden; Hij wijst je dan op dat Hij als zonde ziet. Dat valt onder vermaning, en is iets dat keihard nodig is. Er is dan een tekst die onderbouwd dat iets zonde is, dat er bekering nodig is en dat de mens zich terug moet keren naar God.
- Hij kan leiden om woorden van opbouw te spreken. Woorden die de ander nodig heeft om God weer te zien voor Wie Hij is, om God weer te vertrouwen, om stappen in geloof te zetten. Al die woorden moeten (en zullen) Bijbels onderbouwd zijn, als de Geest echt spreekt.
- Hij kan troosten met specifieke woorden. Deze woorden zijn dan toepassingen van Bijbelse woorden en principes, op een specifieke situatie. De troost die Hij dan kan bieden is ongelofelijk, is prachtig, is nodig voor degene die troost nodig heeft.
- Als we de Geest vertrouwen met redding (H1-6), met heiliging (H7-8) en dat Hij trouw is (H9-11). Als de Geest te vertrouwen is om ons te leren leven naar Gods wil (H12:1-6), waarom zouden we Hem dan niet vertrouwen in wat Hij doet met genadegaven?
Natuurlijk moet álles getoetst worden aan het Woord, dat draagt de Geest ons op! 1 Thessalonicenzen 5 is daar heel duidelijk over. Niemand kan ook claimen te spreken met autoriteit zoals de apostelen, dat gezag is voorbij. Niemand spreekt woorden die gelijk zijn aan het Woord, het Woord is af.
- We laten Gods liefde, de liefde van de Geest, zien door de gaven van de Geest. Het is niet voor niets dat 1 Korinthe 13 tussen 12 en 14 staat. We hebben de gaven van de Geest nodig, dat is ook waarom de Geest ze gegeven heeft.
- Zijn werk is prachtig, Zijn werk is noodzakelijk voor de kerk. Zijn werk is niks om bang voor te zijn of de Satan ons van te laten beroven. God maakt duidelijk dat Hij dit geeft, wij mogen hier, binnen de grenzen van het Woord, van genieten.
Een voorganger die ik ken verwoordde het als volgt: we worden opgeroepen om elkaar lief te hebben, om elkaar te dienen. Denk aan het geven van water aan de ander, als uiting van liefde. We moeten elkaar liefde geven, de genadegaven zijn de ‘beker’ waar de liefde in zit.
- Door woorden van profetie wil de Geest opbouwen, vermanen en troosten. Hij wil dat wij allen toetsen wat een profetie zou kunnen zijn; waarbij een grote rol is voor de oudsten (1 Korinthe 14).
- Maar laten we niet in angst leven, juist niet voor profetie. De Geest zegt dat Hij genadegaven gegeven heeft (Romeinen 12:6); profetie is de enige genadegave die in alle lijsten terugkomt. Laten we de Geest vertrouwen, laten we het Woord geloven en doen wat Hij zegt.
Profetie is iets prachtigs en noodzakelijks voor de gemeente. Het is een genadegave die de gemeente gekregen heeft (v6), het is o.b.v. geloof (v7). God wil jou woorden geven voor de ander, om de ander te dienen. Woorden die altijd matchen met de leer van het Woord, maar niet altijd letterlijk er in staan.
Als je nog niet gelooft, vandaag is de dag. Gods woorden voor jou zijn: bekeer je (Handelingen 3:19). Hij wil dat je je afkeert van je oude leven en alles aan Hem geeft. Dat is jouw grootste nood, dat is wat jij vandaag moet horen. Keer je af van je zonde, geloof in Jezus, belijd je zonde en leef.
Christen, heb jij een Bijbelse blik op profetie?
- Ben jij bereid om God te vragen wat Hij door jou heen wil zeggen? Ben jij bereid om Hem te laten spreken?
- Ben je bereid om álles te toetsen, ook in samenspraak met de oudsten? Ben je bereid angst overboord te gooien en de Geest te gehoorzamen? De kerk heeft het nodig.
1 Korinthe 15:58 “Daarom, mijn geliefde broeders, wees standvastig, onwankelbaar, altijd overvloedig in het werk van de Heere, in de wetenschap dat uw inspanning niet tevergeefs is in de Heere.”