Vorige week hebben we een start gemaakt aan het prachtige boek Filippenzen, een brief door Paulus geschreven terwijl hij gevangen zat in Rome. Hij schrijft aan de kerk in Filippi, maar de boodschap is nog steeds relevant voor ons vandaag de dag. We hebben vorige week gekeken naar Paulus’ focus op het Evangelie en hoe dat tot uiting kwam in de kerk, Paulus’ leven en hoe christenen horen te leven o.b.v. het Evangelie.
Vandaag gaan we kijken naar het effect van het Evangelie op eenheid, specifiek ‘Zonder het Evangelie is er geen eenheid’.
v1-4 eenheid door het Evangelie
Paulus schrijft een brief aan deze kerk, zonder dat er toen hoofdstukken en verzen in zaten. Dat betekent dat hij gewoon door schreef na Filippenzen 1:30. Hij stelt een aantal retorische vragen, vragen met een overduidelijk antwoord. Als er dan bemoediging, troost, liefde, gemeenschap in de Geest en innige gevoelens en ontfermingen in Christus zijn (v1), doe dan het volgende.
- De reden dat dit retorisch is, is dat al deze dingen overduidelijk in Christus aanwezig zijn. Jezus bemoedigt, troost, is liefde, zorgt voor gemeenschap in de Geest en geeft innige gevoelens en ontfermingen.
- Dit kunnen wij allemaal ervaren door het Evangelie, waar Paulus het in H1 zoveel over heeft gehad. Dat Evangelie is de basis om deze dingen te leren kennen.
Dit is wat er in de kerk hoort te zijn, door het Evangelie. Het doel hiervan, is eenheid (v2). Dat is wat Paulus blij zou maken over de kerk in Filippi, eenheid. Letterlijk vraagt Paulus de kerk om dezelfde gedachten te hebben.
- De kerk, zegt Paulus, hoort één van gedachten te zijn, door het Evangelie. De kerk hoort eenheid te hebben, die alleen door Jezus Christus kan komen. In de kerk hoort Jezus te regeren, met al Zijn eigenschappen. Hij is het perfecte voorbeeld van eenheid.
Er hoort agapē te zijn, Gods onvoorwaardelijke liefde; niet blind, zoals we vorige week gezien hebben, maar liefde die groeit in kennis en fijngevoeligheid. Ook hoorde er één ziel te zijn.
Wayne Steury: “Dit woord is opgebouwd uit twee woorden uit twee woorden syn (samen met) en psychos (ziel, zelf, of de zetel van gevoelens verlangens en neigingen). Dit woord refereert naar ‘verenigd zijn in geest’ of harmonieus zijn. Paulus wilde dat de Filippenzen verenigd zouden zijn in hun verlangens, één in Christus in all verlangens!”
Als laatste hoorde kerk één van gevoelens te zijn, wat in het Griekse wijst op één van gedachten. Specifiek gaat het om werken aan eenheid in gevoelens en dingen zien.
- Deze 3 dingen staan in de grotere context van het Evangelie waardig wandelen, een actie. Eenheid vereist werk, eenheid is niet eenvoudig. Bovenal is het Gods werk, maar wij moeten onszelf ook continu bij God brengen, zodat Hij dat werk in ons kan blijven doen.
In v3-4 laat Paulus zien wat eenheid inhoudt, hoe dat er praktisch uit ziet. Eenheid betekent geen eigenbelang, juist wel nederigheid. Niet alleen oog hebben voor je eigen spullen, maar juist ook voor de spullen van de ander.
- De oproep hier, is wat door het hele NT staat: elkaar dienen, elkaar liefhebben, elkaar hoger achten dan jezelf. Als iedereen de ander dient, liefheeft en hoger acht, komt niemand iets tekort. Als er mensen zichzelf belangrijker vinden, zullen anderen dingen tekort komen.
- God is 3-in-1, 3 compleet gelijke
personen, die toch 1 en toch 3 zijn. Hoe het werkt weet ik niet, maar ik weet
wel dat het zo is. Ze dienen elkaar, maar zijn toch één. Er is perfecte
eenheid, omdat niet één Zichzelf belangrijker maakt dan de ander of voordringt,
o.i.d. God Zelf is het perfecte voorbeeld van wat Paulus hier zegt.
- Hoe anders zou de kerk zijn als dit bij iedereen gaat leven, als iedereen door het Evangelie zo met de ander om zou gaan. Hoeveel meer liefde zou de kerk laten zien als dit ons motto wordt.
v5-11 Jezus als voorbeeld
In alles mogen we naar Jezus kijken als perfecte voorbeeld, ook in eenheid, ook in het Evangelie waardig wandelen. Dit stuk is een van de mooiste stukken over Jezus en wat Hij gedaan heeft, omdat het ons een idee geeft van hoe groot het is wat Hij gedaan heeft.
Het eerste dat Paulus zegt, is dat om eensgezind te zijn, één van denken, wij het denken van Christus nodig hebben. De houding die Christus had en heeft, is nodig in ons vandaag de dag voor eenheid.
- Het woord dat Paulus gebruikt, staat in de passieve vorm, maar toch is het een opdracht. Het is iets dat we moeten ondergaan. God moet onze gedachten hervormen (Romeinen 12:2), om te gaan denken zoals Jezus. Alleen dan kunnen we de houding van Christus hebben.
Vanaf hier gaat Paulus uitleggen hoe groot de stap is die Jezus voor ons genomen heeft. Hij gaat proberen om in menselijke taal uit te leggen wat Jezus gedaan heeft. Jezus was in de gestalte van God (v6), wat betekent dat Hij eruit zag als God.
- God is geest (Johannes 4:24), dus dat was Jezus ook. Hij had geen menselijk uiterlijk vanaf het begin. Hij was en is volledig gelijk aan God, vóór zijn geboorte ook in uiterlijk.
Hij heeft het “niet als roof beschouwd” aan God gelijk te zijn. Letterlijk staat er hier dat Hij niet ten koste van alles vast wilde houden aan het aan God gelijk in vorm zijn.
- Jezus had alles in de hemel, Hij
was God, zag er uit als God, leefde in perfecte harmonie met God de Vader en
God de Geest. Hij werd aanbeden, was Heere over alles, Hij was God. En toch
heeft Hij niet dit ten koste van alles vastgehouden.
- Je kan het je zo voorstellen: een mens die een mier wordt, om mieren te redden van iets dat hen gaat vernietigen, komt nog niet in de buurt van wat Jezus gedaan heeft.
- Wij gaan van schepping naar schepping; Hij is gegaan van Schepper (Kolossenzen 1), naar schepping. Hij is gegaan van de hoogste glorie, alle aanbidding, alle macht; naar een klein baby’tje in de buik van Maria, naar veracht worden, naar uiteindelijk sterven voor de mens.
Paulus wil dat we doorhebben hoe ver Jezus gegaan is. Hij ging van de hoogste glorie, aanbeden worden als God, naar het zijn van een slaaf (v7). Hij werd aan de vorm van de mens gelijk, i.p.v. gelijk aan de vorm van God.
- Voorheen was Jezus niet gebonden aan tijd en materie, hierdoor opeens wel. Voorheen had Jezus de schepping in Zijn hand, nu was Hij onderdeel van de schepping. Wij kunnen niet bevatten hoe ongelofelijk ver Jezus gegaan is voor ons. Van God, naar een mens; specifiek een slaaf.
Jezus was volledig God en tegelijkertijd volledig mens. Hij had iets gedaan wat niemand ooit eerder had gedaan, wat wij ook niet volledig kunnen begrijpen. Je bent of God, of je bent het niet; Jezus werd niet ‘minder God’. Hij was en bleef volledig God, mens zijn werd toegevoegd aan Zijn natuur.
Hij werd niet zomaar een mens, Hij werd een doulos, een slaaf. Hij werd een slaaf van God, terwijl Hij ook een perfecte Vader-Zoon relatie had met God. Hij ging van het universum vertellen wat het moest doen, naar als een slaaf leven op de door Hem geschapen aarde. En Hij deed dat omdat Hij van jou houdt.
- Het doel van wat Paulus hier
onderwijst, is om 1) Jezus’ liefde te laten zien in hoe ver Hij voor ons ging,
2) om Zijn voorbeeld te zien in hoe ver Hij voor ons ging. Beide zijn
belangrijk om in te zien, Jezus’ liefde en voorbeeld.
- Zijn liefde is voor ons om te ontvangen, Zijn voorbeeld is om na te volgen. Te vaak willen we wel Zijn liefde ontvangen, maar niet Zijn voorbeeld volgen. Paulus laat hier zien dat Jezus’ liefde aanzet tot Zijn voorbeeld volgen en dat dat is waar wij toe geroepen zijn als christenen.
Alsof het nog niet genoeg is om van God naar mens te gaan, ging Jezus verder (v8). Hij was in alles een mens geworden, maar Hij vernederde Zichzelf, Hij verlaagde Zichzelf. Het Grieks wijst erop dat Jezus dit Zelf actief deed, dit overkwam Hem niet, werd niet opgelegd door de Vader, o.i.d. Hij koos ervoor om Zichzelf te vernederen, voor ons. Hij was in alles gehoorzaam.
- Als God zijnde hoefde Hij niemand te gehoorzamen, want Hij was God. Als mens moest Hij gehoorzamen aan anderen (Hebreeën 5:8); ouders, leraren, oudere mensen, etc. Dat kon Hij alleen leren als Hij een mens werd.
- Hij is gehoorzaam geworden tot de
dood, voor jou en mij, omdat Hij zoveel van ons houdt. Het was ook niet zomaar
een dood, het was de kruisdood. De meeste verachte, meest pijnlijke en
vernederende manier van executie. Het was bedoeld om af te schrikken, om te
onderdrukken, om langzaam en pijnlijk te zijn.
- Dit onderging Jezus, terwijl Hij God was. Dit onderging Jezus door de schepselen die Hij gemaakt had. Dit onderging de slaaf, Die eigenlijk Meester van alles was. Dat is hoe ver Jezus gegaan is voor jou en mij. Dat is de gezindheid van Christus, dat is de manier van denken en doen die het leven van de christen hoort te kenmerken.
Jezus deed dit uit liefde voor ons, uit liefdevolle gehoorzaamheid aan God de Vader. De reactie van de Vader was om Jezus bovenmate te verhogen (v9).
- Het Griekse woord hier is hyperypsoō, een combinatie van boven mate (hyper) en verhogen (hypsoō). Dit betekent iemand boven alles verhogen. Dat is wat God de Vader met God de Zoon gedaan heeft, Jezus is boven alles en iedereen verhoogd.
- Hij heeft een Naam gekregen die hoger en beter is dan elke andere naam. In Bijbelse tijden zei een naam iets over de persoon, het betekende veel. Als God Zelf je dan een Naam geeft die hoger is dan elke andere naam, dan is dat een hele eer en zegt dat veel over je als persoon.
Die naam (v10) zal de reden zijn dat elke knie zich zal buigen en elke tong zal belijden (v11) dat Jezus God is. En dat is tot heerlijkheid van God de Vader.
- Jezus’ leven, Jezus’ voorbeeld, Jezus’ gezindheid en de daden die daaruit voortkwamen, zijn de reden dat Hij deze Naam kreeg. De Naam die gelijk is aan Gods Naam, want dat is de hoogste Naam. Door die Naam zal Jezus aanbeden worden zoals Hij is en verdient, namelijk als God.
- Er staat hier niet dat elke knie vrijwillig zal buigen. De mensen die Jezus afwijzen, Zijn leven, Zijn offer niet aannemen, zullen niet vrijwillig buigen; wij die Jezus’ offer wel hebben aangenomen, Jezus als God aannemen, wij zullen vol liefde en uit vrije wil buigen.
Barnes: “Het punt hier is, dat Hij de status van onuitsprekelijke glorie verliet, en de nederigste vorm van mens zijn op Zich nam, zodat Hij ons kon dienen.”
Wiersbe: “Anderen is het sleutelwoord in het woordenboek van de christen die de nederige denkwijze hebben.”
Het doel van deze uitleg van Paulus was om de Filippenzen op Jezus te wijzen, want alleen door Zijn gezindheid konden ze het Evangelie gaan leven zoals Jezus. Er was perfecte eenheid in de Drie-Eenheid, en we mogen het voorbeeld van Jezus daarin volgen. Wij horen dezelfde gezindheid te hebben als Jezus, dezelfde houding, dezelfde levenswandel als Hij.
v12-18 Jezus’ voorbeeld zet aan tot heilig leven voor het Evangelie
Een belangrijke vraag na het stuk over Jezus’ voorbeeld en gezindheid, is hoe wij zo kunnen leven. Jezus was tegelijk Mens en God, wij niet. Jezus had de Geest volledig, wij ten dele. Paulus geeft ons uitleg over hoe we dit doen in dit stuk. Hij zegt in v12-13 dat we aan onze zaligheid moeten werken (v12) en dat God het willen en het werken in ons doet (v13).
- Paulus wil (v12) dat deze
kerk doet net zo doet in Paulus’ afwezigheid als in zijn aanwezigheid, werken
aan hun eigen zaligheid. Hij zegt hier niet dat ze hun redding moeten
verdienen, hij zegt dat hun redding tot uiting moet komen in hun dagelijks
leven. Net zoals Jezus’ daden lieten zien wat er in Zijn hart leefde.
- De buitenkant (daden) moet weerspiegelen wat er binnen (hart) gebeurd is. Jezus is het perfecte voorbeeld, Zijn daden kwamen altijd overeen met Gods hart. Dat is hoe wij horen te leven.
- “met vrees en beven.” Niet uit angst, maar heilig ontzag voor God. Dit is God-vrezend leven, dit is de vreze des Heeren waar de Bijbel over spreekt.
- God (v13) doet het willen
en werken in ons. Zonder God kunnen we niet willen wat Zijn wil is, omdat we
niet weten wat Zijn wil is. Ons werken aan onze zaligheid, is willen dat God in
ons werk. Hij gaat ons dan veranderen om te willen en te werken als Jezus, Zijn
voorbeeld volgen boven alles.
- God vraagt altijd het onmogelijke. Jezus deed dingen die wij zelf niet kunnen. Dingen die we zonder God en Zijn werk in ons nooit zouden kunnen uitvoeren. Daarom moet God het willen en werken in ons doen. Het vlees wil altijd andere dingen dan God (Galaten 5:17), daarom moet God ons van binnen uit veranderen.
Dat gaat leiden tot het Evangelie waardig leven, zoals Jezus ons het voorbeeld gaf. Dat gaat leiden tot eenheid in de kerk, ten koste van onszelf, zoals Jezus het voorbeeld gaf. Alleen Gods werk in ons maakt dat mogelijk.
Als we dit gaan doen, zullen we alle dingen zonder morren en meningsverschillen gaan doen (v14). Jezus heeft nooit mot met God de Vader of God de Geest gehad over wat Hij ging doen, Hij onderschikte Zich vrijwillig en in liefde. Dat is de houding die in ons hoort te zijn, als we eenheid o.b.v. het Evangelie willen hebben en leven.
- Het idee is zonder in jezelf te fluisteren over dat je het er niet mee eens bent (morren) en niet aan alles twijfelen wat er gezegd wordt (meningsverschillen). Beide dingen breken eenheid af, beide bouwen de ander niet op.
Als de kerk zo handelt, zal de kerk onberispelijk zijn en oprecht zijn, Gods kinderen en smetteloos (v15). Allemaal dingen die we niet zelf voor elkaar krijgen, dit kan alleen door Jezus’ werk. Het Evangelie is van levensbelang voor elke individuele christen, maar ook voor de kerk als geheel.
- Onberispelijk: zonder gebrek of falen.
- Oprecht: puur, niet gemixt met iets verkeerds.
- Gods kinderen: allen die geleid worden door de Geest en een relatie met God hebben.
- Smetteloos: niet te beschuldigen met iets dat blijft plakken
Dit zijn eigenschappen van God Zelf. Dit is niet mogelijk voor ons, zonder dat de Heilige Geest dit in ons bewerkt. Hij is de Heilige Geest, Hij maakt heilig. Dat is namelijk wat Paulus hier omschrijft, heilig. De kerk hoort heilig te zijn, perfect, om een getuige in de wereld te zijn. In deze rotte wereld is heiligheid wat ons apart zal zetten, heilige liefde.
Heilige liefde kan alleen als we ons vasthouden “aan het Woord van het leven” (v16). Dat Woord kan ons reinigen, kan ons heiligen. Dat Woord hebben we elke dag nodig, want dat Woord verandert ons van binnen uit.
- Paulus moedigt de kerk aan om dit Woord vast te houden, er aandacht aan te besteden en toe te passen. Dat is hoe we om horen te gaan met de Bijbel, aandacht aan geven, vasthouden en toepassen. In gebed vragen of God dit in en door ons heen wil doen.
- Als de kerk in Filippi dit ging doen, was dat tot zegen voor Paulus, omdat hij dan wist dat zijn inspanningen niet tevergeefs waren.
Paulus ziet het voor zich (v17) dat hij binnenkort geëxecuteerd wordt door de Romeinen (plengoffer), toch verblijdt hij zich (v17-18). Hij is blij met wat God aan het doen is, hij is blij met hoe deze kerk dingen oppakt. Ondanks zijn eigen situatie is Paulus gewoon blij met deze kerk.
David Guzik: “Paulus’ leven zou een offer voor Jezus Christus zijn, of in leven of in dood. Dit was een bron van blijdschap en vreugde voor Paulus en wij wilde dat de Filippezen dezelfde houding zouden hebben. We komen hier opnieuw bij het consequente thema van Filippenzen: vreugde. Maar dit is vreugde die totaal niet gebaseerd is op omstandigheden (precies het tegenoverstelde), maar gebaseerd op een leven dat volledig toegewijd is aan Jezus Christus.”
- Dat is de houding die God in ons
wil leggen, dat is de houding die Jezus had. Dit is wat wij kunnen ontvangen
van God, door Zijn evangelie heen. God is zo goed, zo liefdevol en trouw dat
Hij dit geeft.
- De vraag is of wij in elke situatie ons verblijden in God, in Zijn werk in mensen; of dat we alleen met de situatie bezig zijn. Paulus had 24/7 een soldaat aan zich vastgeketend zitten en toch verheugde hij zich in wat God aan het doen was. Zijn blik was op de eeuwigheid gericht, niet op deze wereld.
v19-30 voorbeeld van eenheid in het Evangelie, naar Jezus’ voorbeeld
Na deze uitleg over Jezus’ houding en hoe dat aanzet tot heilig leven, draait Paulus naar Timotheüs en Epafroditus. Deze 2 mannen waren bekenden van de kerk in Filippi, geliefd. In dit stuk laat Paulus zien hoe hij eenheid ziet, hoe hij eenheid waardeert en leeft.
- v19-24
Paulus wil Timotheüs naar deze kerk sturen, om te horen hoe het met hen gaat (v19).
Timotheüs was Paulus dierbaar, iemand van “gelijke
gezindheid”. Letterlijk iemand van
gelijke ziel. Zo was Timotheüs voor Paulus, en toch stuurde hij hem naar
Filippi.
- Iemand die Christus Jezus zocht,
terwijl anderen eigen belang zochten (v21), iemand die beproefd was, met
Paulus diende in het Evangelie (v22). Die persoon stuurde Paulus, de
beste persoon die hij kon sturen (v23).
- Hij hoopte ook nog zelf te komen, om de kerk zelf te bezoeken en dienen (v24).
- Iemand die Christus Jezus zocht,
terwijl anderen eigen belang zochten (v21), iemand die beproefd was, met
Paulus diende in het Evangelie (v22). Die persoon stuurde Paulus, de
beste persoon die hij kon sturen (v23).
Paulus hield veel van deze kerk, hij stuurde de beste man die hij kon sturen. Hij was meer bezig met deze kerk dienen, dan eigen comfort. Hij vond eenheid met deze kerk belangrijker dan Timotheüs voor zichzelf houden. Dit is de houding van Christus, dit is de houding die wij horen te hebben.
- v25-30
Epafroditus was op dit moment al onderweg naar Filippi (v25). Iemand die
Paulus ook dierbaar was. Hij stuurde hem omdat hij naar de kerk in Filippi
verlangde (v26), maar ook omdat de kerk naar hem verlangde (v28).
Hij was ziek geworden (v27) en de kerk was bezorgd over hem.
- Om hen gerust te stellen, stuurde Paulus Epafroditus, niet voor eigen comfort.
Paulus wilde ook dat ze hem goed ontvingen (v29), met blijdschap en de eer die iemand die God zo dient toekomt. Hij had God gediend, was daarbij doodziek geworden (v30), puur om “het werk van Christus”.
Deze mannen, Epafroditus, Paulus en Timotheüs, laten ons een band van eenheid onderling zien. Verlangen naar eenheid met de kerk, eenheid boven eigen belang, het Evangelie dienen ten koste van alles. Alle dingen die alleen kunnen als de gezindheid, de houding, van Christus in ons leeft.
- Is jouw en mijn houding zoals die
van Jezus, alles opgevend voor Gods werk, of houden we vast aan wat we hebben?
Jezus ging van Schepper, naar Schepping; hoogste eer, naar een slaaf; omdat Hij
van jou houdt.
- Ken jij Jezus? Heb jij Zijn offer, Zijn liefde geaccepteerd? Heb je Zijn werk voor jou aangenomen, accepteer je dat Hij voor jouw zonden gestorven is? Dan mag je weten dat je eeuwig leven hebt. Als nog niet, vandaag is de dag van redding.
- De vraag is wat jouw en mijn focus is, eenheid door het Evangelie of eigen belang? Kiezen wij voor mensen/dingen dichtbij houden omdat we dat zelf fijn vinden, of doen we wat God vraagt? Alles dat we belangrijker vinden dan God, noemt de Bijbel een afgod.
Tim Keller: “Wat is een afgod? Alles dat voor jou belangrijker is dan God, alles dat je hart en gedachten meer in beslag neemt dan God, alles waarvan jij wil dat het jou geeft wat alleen God je kan geven.”
Regeert het Evangelie in jouw hart, of iets anders? Regeert het verlangen naar eenheid in en door het Evangelie, of iets anders?