Kolossenzen 3:23 “En alles wat u doet, doet dat van harte, als voor de Heere en niet voor mensen.”
Dit vers is ontzettend van toepassing op kinderen die hun ouders moeten gehoorzamen, op ouders die hun kinderen moeten opvoeden naar Gods wil. Dit vers is van toepassing op werknemers die hun werkgever moeten gehoorzamen, werkgevers die goed moeten zijn voor hun werknemers. Dit is iets waar we uit onszelf niet de juiste motivatie voor hebben, niet om dit Bijbels aan te pakken. We moeten dit voor God doen, voor Zijn glorie, door Zijn genade.
v1-4
Voor we beginnen, we moeten ons herinneren dat we het hebben over onderdanig zijn aan elkaar (Efeze 5:21), maar vooral ook dat het gaat om leven als Geestvervuld christen. Onderdeel van het leven van een Geestvervuld christen is hoe om te gaan met ouders, hoe om te gaan met kinderen. Efeze 5:18 is een sleutelvers om alles wat volgt uit te voeren, dus ook het gedeelte over de opvoeding van kinderen.
v1
Paulus doet hier hetzelfde als dat hij deed bij de uitleg van het huwelijk, hij valt met de deur in huis. God zegt, het is de taak van kinderen om hun ouders te gehoorzamen. Gods enige opdracht aan kinderen, in de hele Bijbel, is om hun ouders te gehoorzamen in de Heere.
- ‘kinderen’ is het meest breed mogelijke woord. Kinderen horen hun ouders te gehoorzamen. Het vers wijst echter vooral op kinderen die nog thuis wonen, kinderen die nog niet volwassen zijn. Zolang kinderen nog niet volwassen zijn en thuis wonen, vallen kinderen nog onder de verantwoordelijkheid en eenheid van hun ouders. Zodra kinderen volwassen worden, dragen ze hun eigen verantwoordelijkheid en wanneer ze gaan trouwen vormen ze hun eigen eenheid.
- ‘gehoorzamen’ wijst op luisteren naar een opdracht die je krijgt. In dit geval gaat het om kinderen die een opdracht van hun ouders krijgen om iets te doen, dan wil God dat ze daar naar luisteren. Kinderen horen zich te onderschikken (Efeze 5:21) aan de wil van hun ouders, niet andersom.
- Kinderen (en ouders) moeten leren dat hun gehoorzaamheid aan hun eigen ouders hun leert om gehoorzaam te zijn aan God. Als je je ouders niet gehoorzaamt die je wel kan zien, hoe ga je dan God gehoorzamen die je niet kan zien?
- Kinderen moeten inzien dat ze deze taak van God Zelf krijgen, niet zomaar van hun ouders. Als gehoorzaamheid aan ouders gelijk wordt gesteld aan gehoorzaamheid aan God, hoe staan we, of onze kinderen, er dan voor in het gehoorzamen aan ouders? De lat ligt hier net zo hoog als God bij ons legt: houding van het hart en directe gehoorzaamheid. God gaat niet met ons in discussie en God ziet de houding van ons hart richting Hem.
- Laat duidelijk zijn: ouders mogen alleen dingen van hun kinderen vragen die overeenkomen met het Woord van God. Alles wat de ouders zeggen moet getoetst kunnen worden aan de Bijbel. Als de ouders iets vragen wat niet overeenkomt met het Woord, dan hoeft het kind dat niet te doen.
- Kinderen, hoe staan jullie tegenover je ouders als je dit hoort? God vraagt van jullie om je ouders volledig, direct en welwillend van hart te gehoorzamen. Dit kan je alleen doen als je onderworpen bent aan God, als de Geest je vult. Puberen, moe zijn, druk zijn, etc. zijn geen excuus om je ouders niet op zo te gehoorzamen.
- Geldt dit voor elk kind? Ja, voor elk kind. ‘Ja, maar mijn kind heeft/is…’ We zijn tegenwoordig heel goed in alles een label geven, en deels helpt dat. Maar het wordt ook gebruikt als een excuus om bepaalde dingen niet te hoeven doen. God wil dat alle kinderen, zonder uitzonderingen, hun ouders gehoorzamen. Voor sommigen zal dat meer moeite kosten dan voor anderen, maar God wil dat alle kinderen hun ouders gehoorzamen.
- Dat is de 1e keer dat God direct tegen kinderen praat. Hij herhaalt deze woorden in Deuteronomium 5:16. Verder praat Hij in Efeze 6:2-3 en Kolossenzen 3:20 tegen kinderen. In al deze verzen wordt er teruggewezen naar wat er in Exodus 20:12 staat, eer je vader en je moeder, gehoorzaam je ouders.
- Ouders zijn op de eerste plaats ouders voor hun kinderen. Als ouder geef je leiding aan je kind, je staat op een bepaalde manier boven je kind. Je bent niet beter, maar hebt de leiding gekregen van God. Kinderen horen dat gezag te herkennen en te erkennen. Ouders horen dat gezag Bijbels uit te dragen.
- Tegenwoordig is dat niet een populaire boodschap, niet pedagogisch verantwoord enzo. Ouders horen ‘vrienden’ te zijn met hun kinderen, en ze te ‘coachen’. God spreekt en denkt heel anders over het opvoeden van kinderen. Is Gods Woord leidend voor jou, als kind, als ouder, of is iets/iemand anders leidend voor jou?
- God de Vader doet hetzelfde met ons. Hij voedt ons op door ons kaders te geven, Hij maakt duidelijk wat wel en niet kan, wat wel en niet juist is. Als wij ervoor kiezen om buiten die kaders te lopen, dan kiezen we voor iets dat minder goed is dan God voor ons heeft.
- Onderwijzen
- Neem jij dit initiatief? Houd je je bezig met het Bijbels onderwijzen van je kind(eren)? Of vind je dat de verantwoordelijkheid van iemand anders (vrouw, school, kerk)?
- Terechtwijzing in de Heere
- God is perfect liefdevol, God is perfect genadig. Hij gaat met ons om zoals juist is, omdat Hij alwetend is. Hij weet precies wat wij nodig hebben, want Hij heeft ons gemaakt. Het voorbeeld dat Hij geeft met ons, is het voorbeeld dat wij horen te volgen met onze kinderen.
- Begrijp me goed: ik ben 100% tegen mishandeling, zeker van kinderen. Ik ben ook tegen een corrigerende tik voor je kind in boosheid. Als je dit vanuit boosheid doet, dan ga je harder slaan dan goed is. God heeft ons nog nooit vanuit ons type boosheid gecorrigeerd, zondige boosheid, anders bestonden wij allang niet meer.
- Een corrigerende tik is bedoeld om het kind te terug te brengen bij de regels, terug bij hoe dingen horen, terug te brengen bij het feit dat papa en mama het beste voor hebben met het kind. Een gecontroleerd pak slaag is wat volgens de Bijbel juist is op het moment dat een kind de ouders niet gehoorzaamd.
- Vanaf welke leeftijd? Vanaf moment dat kind het begrijpt en dat verschilt per kind.
- Doe dat niet in het openbaar, dan verneder je je kind. Haal nooit door, dan maak je je kind bang voor je.Sla nooit in het gezicht, maar altijd op de billen, o.i.d. Doe dit altijd vanuit liefde voor het kind, nooit in boosheid. Aan het einde moet je altijd duidelijk maken dat je nog steeds van je kind houdt, dat je dit doet omdat de regels overtreden zijn en omdat God van papa en mama vraagt om de kinderen te corrigeren.
- Het is Gods Woord. Het gaat hier om de autoriteit van Gods Woord tegenover wat wij zelf denken en vinden.
- Als ouder hoor je beter te weten wat goed is voor je kind dan je kind zelf. Kinderen kunnen niet vanaf jongs af aan alle keuzes maken die er voor ze zijn. Ouders moeten daar sturing in geven. Daar komen regels om de hoek kijken. Die regels zijn nodig om de kinderen veiligheid en kaders te geven, waarbinnen ze vrij kunnen bewegen.
- Gehoorzaamheid aan de ouders is een beeld van hoe wij gehoorzaam horen te zijn aan God. Als christenen horen wij God te gehoorzamen. Door kinderen van jongs af aan te leren om papa en mama te gehoorzamen, leren we kinderen om God te gehoorzamen. Zeker als continu duidelijk wordt gemaakt dat God de leiding heeft en dat papa en mama volgen wat God zegt.
- De slaven moesten hun meester gehoorzamen, net zoals ze aan Christus gehoorzaam zijn. Dat is nogal een opdracht, vooral voor ons hart, voor ons denken. Waar we naar Christus compleet gehoorzaam horen te zijn, zijn we dat vaak niet op die manier naar onze werkgever. Wat voor medewerkers zijn wij? Doen wij alleen wat er van ons gevraagd wordt als mensen kijken (v6), om mensen te behagen? Willen we alleen die taken die ons een promotie kunnen bezorgen?
- God maakt duidelijk dat we met “vrees en beven” onze werkgever moeten dienen. Dat betekent niet dat we bang zijn voor onze werkgever, maar dat we God zo vrezen, dat we altijd ons best zullen doen. Doordat we weten dat we alles voor God doen, weten we dat Hij meekijkt, dat Hij ziet of en hoe we ons best doen. Dat is motivatie om zo te dienen, om zo te werken.
- Paulus zegt in Kolossenzen 3:23 dat we “van harte” God moeten dienen, dus ook op ons werk, ook richting onze werkgever. Dat is nogal een oproep, dat is nogal iets anders dan hoe we vaak met onze werkgever om gaan. God wil dat wij de baan die Hij ons gegeven heeft, zien als iets waar we volledig ons best voor moeten doen. De tijd die we aan onze werkgever geven, moeten we 100% inzetten voor Hem. Kolossenzen 3:23, zien we ons werk als iets dat we “aan de Heere” moeten doen, of doen we dit om andere redenen?
- Een slaaf wordt gekocht, wij zijn gekocht met Jezus’ bloed (1 Korinthe 6:20, 1 Petrus 1:19)
- Een slaaf was bezit, wij zijn van Christus (1 Johannes 4:4)
- Een slaaf had een taak, wij hebben werken van God gekregen om te doen (Efeze 2:10)
- Een slaaf was ondergeschikt aan de wil van de meester, wij horen Jezus’ wil te doen (Hebreeën 13:20-21)
- v8, God zal dit ook belonen. God heeft een eeuwige beloning klaarliggen voor de mens die dit toepast, voor de christen die zijn/haar werkgever op deze manier dient. Misschien ziet de werkgever het niet, je collega’s, niemand niet; God ziet het wel. We horen alles te doen als aan de Heere (Kolossenzen 3:23), dus ook het werk voor onze werkgever. En dan is het geweldig dat God dat wil belonen, dat is genade.
- Paulus zet de taak van de verschillende groepen mensen duidelijk neer:
- Vrouwen onderschikken aan mannen (Efeze 5:22)
- Mannen houden van hun vrouw als Christus de gemeente (Efeze 5:25)
- Kinderen gehoorzamen hun ouders (Efeze 6:1)
- Ouders voeden hun kinderen op (Efeze 6:4)
- Werknemers zijn gehoorzaam evenals aan Christus (Efeze 6:5)
- Werkgevers behandelen hun werknemers zoals de Heere hen behandeld (Efeze 6:9)
- Werkgevers horen, net zoals de werknemers, alles voor de Heere te doen. Werkgevers moeten hun werknemers van harte dienen, juiste en faire taken geven, een juist en fair salaris geven, juist en liefdevol behandelen. Omdat ze moeten weten dat God hen ook altijd juist, liefdevol en genadig behandeld.
- Een werkgever hoort geen lievelingetjes te hebben die alle leuke klussen krijgen, want bij God is er “geen aanzien des persoons”. Hij ziet iedereen als gelijk, zo hoort een werkgever ook te kijken naar de mensen die hij/zij in dienst heeft. Iedereen gelijke kansen. Werkgevers horen hun werknemers te behandelen op een manier die ze moeten verantwoorden naar God toe. Paulus maakt duidelijk dat God meekijkt met wat een werkgever doet, hoe en waarom. De intentie van het hart is heel belangrijk. De vraag is hoe jij als werkgever je mensen behandeld en waarom. Is Christus jouw drijfveer? Is Hij jouw startpunt qua denken en doen? Of ben je meer gericht op winst maken en moet alles wijken om jouw doelen te halen?