De gelijkenis van de zaaier – Mattheüs 13:1-9, 18-23

De gelijkenis van de zaaier

Mattheüs 13:1-9, 18-23

Ik heb twee zondagen besteed aan de inleiding van Mattheüs 13en ik denk dat het goed is als wij er nu gewoon in gaan duiken, dus laten wij onze Bijbels openslaan op Mattheüs 13. (De gelijkenis van de zaaier) Vers 1-3 – “1Op die dag verliet Jezus het huis en ging bij de zee zitten. 2En veel menigten verzamelden zich om Hem heen, zodat Hij in een schip ging zitten; en heel de menigte stond op de oever. 3En Hij sprak tot hen veel dingen door gelijkenissen. Hij zei: Zie, een zaaier ging eropuit om te zaaien.”
  1. Jezus gebruikt hier een voorbeeld uit het alledaagse leven. Zijn toehoorders wisten precies waar het over ging toen Jezus het had over een zaaier die eropuit ging om te zaaien.
    1. In die tijd ging het zaaien minder nauwkeurig dan dat het vandaag de dag gaat; het was gewoon primitief.
    2. Een man had zijn akker min of meer geploegd en voorbereid, en vervolgens ging hij met zijn zak/tas zaad het land op en strooide het zaad.
    3. Dwars door de akkers heen waren smalle paden gemaakt voor de boer om op te lopen, maar niet alleen dat, ook voor mensen die van het ene dorp naar het andere dorp reisden, maakten gebruik van deze paden.
      1. Deze paden of wegen waren meestal erg hard en ook dor omdat er zoveel op gelopen werd. Er groeide niks op deze paden, er kon niks groeien op deze paden.
      2. Dus, de zaaier ging eropuit om te zaaien. . .