Romeinen 12 – God geeft de doop met de Heilige Geest aan Zijn kinderen (28-7-2024)
We hebben de afgelopen maanden gekeken naar de Persoon de Heilige Geest en naar de gaven die Hij geeft aan Zijn kerk. In dat alles hebben we Gods zorg, Gods liefde en Gods leiding gezien. Allemaal zaken die keihard nodig zijn in het (drukke) dagelijkse leven als christen.
- Vanochtend wil ik stilstaan bij wat nodig is om op deze manier te (blijven) leven: de doop met de Heilige Geest; God geeft de doop met de Heilige Geest aan Zijn kinderen
v7-8 God geeft de doop met de Heilige Geest aan Zijn kinderen
Ik weet dat de term die ik hier gebruik veel emoties teweegbrengt. Bij sommigen van jullie staan de haren in je nek nu recht overeind en wil je misschien wel weglopen. Ik wil je vragen om samen met mij het Woord te bestuderen vanochtend, om samen te zoeken naar wat de Bijbel zegt.
- Het doel van iedere christen hoort te zijn dat we Gods wil willen leren kennen, dat we willen zien Wie Hij is en dat we willen leven naar die wil en dat karakter. Onderdeel van Zijn wil, is dat de kerk de “genadegaven” naar elkaar leeft.
Belangrijk om naar Gods leiding te leven, is dat we leren luisteren naar de Heilige Geest. Hij wil jou, u en mij leiden in alles dat we doen. De Geest woont ín de gelovige (1 Korinthe 3), maar hoort ook óver de gelovige te komen. Jezus Zelf noemt dit de ‘doop met de Heilige Geest’.
Handelingen 1:4-8 “En toen Hij met hen samen was, beval Hij hun dat zij niet uit Jeruzalem weg zouden gaan, maar de belofte van de Vader zouden verwachten, die u, zei Hij, van Mij gehoord hebt; want Johannes doopte wel met water, maar u zult met de Heilige Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen. Zij dan die samengekomen waren, vroegen Hem: Heere, zult U in deze tijd voor Israël het Koninkrijk weer herstellen? En Hij zei tegen hen: Het komt u niet toe de tijden of gelegenheden te weten die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft, maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde.”
- Deze ‘doop met de Heilige Geest’ was nodig volgens de Heere, om Zijn getuigen te kunnen zijn, om Zijn kracht te kunnen leven in deze wereld. En laat dat nou zijn wat God nog steeds door Zijn kerk heen wil doen.
- Laat heel duidelijk zijn, ik zeg hier niet dat iedere christen die deze doop ontvangt in tongen moet spreken, dat er ‘gekke uitingen’ moeten zijn, etc. Wat we doen is dat we kijken naar Gods Woord en zien wat Hij tegen ons zegt.
De discipelen geloofden al in Handelingen 1; in Johannes 20:22 ontvingen de apostelen de Geest al.
Guzik: “Jezus gaf Zijn discipelen de Heilige Geest, waardoor nieuw leven en de capaciteiten gegeven werden om hun missie uit te voeren. Het lijkt erop dat Johannes een bewuste verbinding opmerkte tussen dit blazen op de discipelen en het moment waarop God bij de schepping leven in de mens blies. Dit was een werk van herschepping, net zoals God leven in de eerste mens blies. Hier werden de discipelen opnieuw geboren.”
Bij deze mannen, die de Heilige Geest als gelovigen al ín zich hadden, was het nodig dat ze ook de Geest óver zich kregen. Als zij dat nodig hebben, als Jezus dit opdraagt, dan hebben wij dit ook nodig.
- De reden dat dit nodig is, is dat wij eenzelfde missie hebben als de apostelen. Wij hebben de Grote Opdracht (Mattheüs 28:19), de taak om de kerk op te bouwen (Romeinen 12), elkaar te dienen, etc. Allemaal opdrachten die veel te hoog gegrepen zijn voor ons in eigen kracht.
- Jezus weet dit, daarom spreekt Hij ook over het ontvangen van “de kracht van de Heilige Geest” (Handelingen 1). Die kracht stelt ons in staat om God te dienen zoals Hij wil. Dat was ook waar de discipelen op moesten wachten richting Handelingen 2.
- Ze hadden een ongelofelijke taak voor zich (Handelingen 1:4-8), ze hadden onderwijs van Jezus Zelf gekregen dat verspreid moest worden. Ze kónden pas gaan dienen, toen de Geest óver hen kwam in Handelingen 2.
Jezus geeft de volgorde der dingen: éérst de kracht van de Geest ontvangen, dán zullen we Zijn getuigen zijn over de hele wereld. De kracht is nodig om te kunnen getuigen, om te kunnen dienen zoals Hij dat wil. Dát is waarom Handelingen 2 gebeurde, waar daadwerkelijk de Geest op hen kwam.
- Ze moesten ook wachten zei Jezus, vóór ze Mattheüs 28 konden gaan uitvoeren. Deze opdracht was ze al gegeven; Johannes 13:35 was al gegeven. Maar ze moesten wachten in de bovenkamer, op de “kracht van de Heilige Geest”, vóór ze die opdracht goed konden doen.
- Hun God-gegeven taak, hun Bijbelse opdracht, vereiste deze doop. De Geest moest “op” hen komen, daarna konden ze handelen. Ze wisten wát ze moesten doen, pas ná de doop konden ze dit effectief gaan uitvoeren.
Handelingen 2:1-4 “En toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eensgezind bijeen. En plotseling kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en dat vervulde heel het huis waar zij zaten. En aan hen werden tongen als van vuur gezien, die zich verdeelden, en het zat op ieder van hen. En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken.”
De Geest kwam, hoorbaar als “een geweldige windvlaag” (v2), zichtbaar in de vorm van “tongen als van vuur” (v3), en “zat op ieder van hen”. Hij kwam ‘over hen’, ‘op hen’, zoals Jezus ook beloofde in H1:4-8. Net zoals het water ‘over’ of ‘op’ je komt bij de waterdoop, geldt dat ook voor deze doop.
- En doordat Hij “op” hen kwam, regeerde Hij ín hen (v4). Ze werden vervuld, Hij was óp hen, zodat ze Zijn werk in en voor de wereld konden gaan doen. Ze werden vervuld en gedoopt, met als doel dat de kerk geboren en gediend kon worden.
- Om Zijn kerk effectief te kunnen dienen, om de wereld te kunnen bereiken, was het ‘ontvangen’ van de Geest (Johannes 20:22) blijkbaar niet genoeg. Het was nodig, om te kunnen dienen, om deze ‘doop met de Heilige Geest’ te ontvangen.
John Piper: “Ik denk dat wanneer hij zegt dat je gedoopt zult worden met de Heilige Geest, hij bedoelt dat je buitengewone kracht zult ontvangen voor een Christus-verheerlijkende bediening.”
Deze kracht is nodig om te dienen, zeker als het gaat om genadegaven. Deze ‘doop’ is een opdracht van Jezus aan Zijn discipelen, en is daarmee iets dat wij als kerk keihard nodig hebben. We hebben ál Jezus’ woorden nodig, niet alleen de dingen die we ‘leuk’ of ‘fijn’ vinden.
- Alles dat de Geest doet, is in overeenstemming met Jezus Christus. En allebei wijzen ze ons op God de Vader. Samen wijzen ze ons op onze noodzaak voor Jezus, en, blijkbaar, onze noodzaak voor de doop met de Geest. Dát is nodig voor effectieve, krachtige bediening.
- Hoe zien we dit in Jezus’ leven?
Jezus Zelf is ons voorbeeld in alles. Hij is onze Leidsman en Voleinder, wat Hij doet horen wij ook te doen. Daarom is het geweldig dat Hij het voorbeeld geeft van de ‘doop met de Geest’. Vóór Jezus aan Zijn bediening begint, komt de Geest óp Hem.
Lukas 3:21-22 “En het geschiedde, toen al het volk gedoopt was, en Jezus ook gedoopt was en aan het bidden was, dat de hemel geopend werd, en dat de Heilige Geest op Hem neerdaalde in lichamelijke gedaante als een duif. En er kwam een stem uit de hemel die zei: U bent Mijn geliefde Zoon, in U heb Ik Mijn welbehagen!”
- Niemand kan zeggen dat Jezus niet in God geloofde. De Geest woonde ín Hem, Hij was volledig Mens en volledig God. En tóch was dit moment nodig, tóch was dit moment cruciaal voor Zijn bediening hier op aarde.
De Geest kwam zichtbaar op Hem neer, zoals in Handelingen 2. De Geest stelde Hem in staat om Zijn taak uit te voeren, zoals in Handelingen 2. Waar de kerk geboren en bekrachtigd werd in Handelingen 2, werd Jezus bekrachtigd voor Zijn bediening hier op aarde.
- Jezus’ voorbeeld is dat we het nodig hebben dat de Geest óp ons komt. Dat laat ons zien dat ook wij het nodig hebben om de Geest op die manier te ontvangen. Zowel ín ons, als óp ons. Beide zijn nodig om Gods roeping effectief uit te voeren.
- De eerste kerk
Lukas 24:45-49 “Toen opende Hij hun verstand zodat zij de Schriften begrepen. En Hij zei tegen hen: Zo staat er geschreven en zo moest de Christus lijden en uit de doden opstaan op de derde dag. En in Zijn Naam moet onder alle volken bekering en vergeving van zonden gepredikt worden, te beginnen bij Jeruzalem. En u bent van deze dingen getuigen. En zie, Ik zend de belofte van Mijn Vader op u; maar blijft u in de stad Jeruzalem, totdat u met kracht uit de hoogte bekleed zult worden.”
Dit was Jezus’ onderwijs aan Zijn discipelen. Hij wilde dat ze doorhadden dat dit nodig was in hun levens. Zijn onderwijs aan hen, naar Zijn eigen voorbeeld, was dat de Geest óver hen moet komen. Hij zei ook dat dit “de belofte van Mijn Vader” was, “kracht uit de hoogte” (v49).
- Dit is wat wij ook gezien hebben in Handelingen 1. We zien dat de “belofte van Mijn Vader op” de kerk gekomen is, dat ze “kracht” kregen voor de taken die Hij voor hen bedacht had. Dit is hetzelfde patroon als we bij Hemzelf zagen, in Zijn onderwijs en in de ervaring van de kerk.
Handelingen 1:4-8 “En toen Hij met hen samen was, beval Hij hun dat zij niet uit Jeruzalem weg zouden gaan, maar de belofte van de Vader zouden verwachten, die u, zei Hij, van Mij gehoord hebt; want Johannes doopte wel met water, maar u zult met de Heilige Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen. Zij dan die samengekomen waren, vroegen Hem: Heere, zult U in deze tijd voor Israël het Koninkrijk weer herstellen? En Hij zei tegen hen: Het komt u niet toe de tijden of gelegenheden te weten die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft, maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde.”
Jezus’ opdracht aan de apostelen was gigantisch; het was veel te groot voor henzelf. Ze hadden “kracht” nodig van boven, “de kracht van de Heilige Geest”, om deze taak uit te voeren. Als je dat combineert met de taken die ze richting elkaar hadden gekregen, was de Geest onmisbaar geworden.
- De apostelen erkenden de noodzaak voor Zijn leiding en kracht. In Handelingen 8:12-16 zien we dat Petrus en Johannes door de apostelen gestuurd werden, voor het ontvangen van de Heilige Geest.
- De mensen die dit moesten ontvangen, geloofden in Jezus, waren gedoopt (v12) en hadden Gods Woord aangenomen (v14). En toch mistte er iets, toch was er iets ‘meer’ nodig volgens de apostelen.
Petrus en Johannes werden gestuurd opdat deze mensen “de Heilige Geest mochten ontvangen” (v15). Uit v16 weten we dat de Geest nog op niemand gevallen was; waarna men door handoplegging alsnog de Geest ontving.
- Dit is dus niks mystieks, niks geks, niks on-Bijbels. Het Woord bekijkend zien we dat de eerste kerk, naar Jezus’ voorbeeld en onderwijs, gericht was op het ontvangen van de doop met de Heilige Geest. Dit was noodzakelijk voor de taken die ze van God hadden gekregen.
Torrey: “wanneer heden iemand wordt gedoopt met de Heilige Geest, hij eveneens de kracht zal ontvangen voor zijn dienst, die hij daarvoor nog nooit heeft gehad; hij zal kracht ontvangen voor de taak, waartoe God hem heeft geroepen.”
Niet alleen de apostelen hadden die noodzaak; Handelingen 12 laat de noodzaak voor elke gelovige zien. Elke gelovige heeft dit, volgens de Bijbel, nodig. We hebben het nodig om “kracht” te krijgen om de kerk te dienen met genadegaven, om de wereld te dienen als kerk zijnde. De Geest is nodig.
- Voor ons praktisch?
Dit leidt natuurlijk tot de vraag hoe dit praktisch wordt? Als Jezus iets zo duidelijk onderwijst, als de apostelen dat voorbeeld volgen, is het iets waar wij wat mee moeten. We moeten dan het voorbeeld dat Jezus geeft volgen, zoals de discipelen dat ook deden.
- Hoe kijk jij naar dit stuk onderwijs?
Ik weet dat dit een gevoelig onderwerp is, waar veel meningen over zijn. Er is ook veel pijn als het gaat om dit onderwerp, omdat dit soms misbruikt wordt om mensen te ‘dwingen’ tot hebben van gaven. En als je een gave dan niet hebt, dan is er iets mis met je.
- Dat is niet wat Jezus onderwijst, wat de discipelen laten zien, wat Handelingen 8 bijvoorbeeld aantoont. De doop met de Geest is niks engs, niks ‘charismatisch’, niks verkeerds. De Bijbel laat zien dat dit van God Zelf is; en wat God doet is goed.
- Hij handelt in en door liefde; liefde voor jou en voor de rest van de mensheid. Hij wil jou gebruiken voor Zijn wil, jou veranderen naar Jezus’ evenbeeld. Dit is een stap in dat proces, een stap om Zijn wil op Zijn manier te doen.
Vraag je dus biddend af hoe jij naar dit onderwerp kijkt. Sta je open voor wat het Woord hier zegt? Of heb je zoveel pijn en verdriet, dat je niet kan/wil luisteren? Wijs je het bij voorbaat af, door verleden, pijn, andere leraren, etc. of sta je ervoor open dat dit Gods wil kan zijn?
- Als je het afwijst, stel biddend de vraag wat de reden is dat je het afwijst. Kijk of je een Bijbelse reden hebt, of een emotionele reden. Emotie is begrijpelijk en echt, maar niet bepalend. Gods Woord laat deze doop zien; laten we ons, mét onze emoties, onderschikken aan dat Woord.
- De Vader = God, Jezus = God, de Geest = God
Heel belangrijk in dit alles is onderscheid. Er is veel dat doorgaat voor ‘de Geest’, wat het echt niet is. En dat zorgt, jammer genoeg, voor veel verwarring over de Heilige Geest, en in het verlengde daarvan over God Zelf. Daarom is het principe dat de Geest God is, heel belangrijk.
- Jezus zegt in Johannes 14:9 dat als je Hem gezien hebt, je de Vader gezien hebt. Filippus moest doet leren, maar wij ook. Dit is belangrijk, omdat we Jezus zien in o.a. de Evangeliën; en door Hem daar doorheen te leren kennen, leren we de Vader kennen.
- In Johannes 14:16 spreekt Jezus over “een andere Trooster”; waarbij “andere” ‘ander van dezelfde soort’ betekent. De Geest is dus ‘dezelfde soort’ als Jezus. Wat betekent dat de Geest doet wat Jezus doet.
- Als je Jezus ziet heb je de Vader gezien, de Geest is als Jezus; dat is de toetssteen voor alles om te zien of het correct is of niet. Is het als Jezus? Is het als de Vader? Zo nee, dan is het níet de Geest; zo ja, dan is het God. Zelfs als wij het eng of gek vinden.
Waarom moeten we dit weten? Omdat we hier doorheen kunnen leren dat de Geest niet ‘eng’ is. En daarmee dat de ‘doop met de Geest’ niks geks is. Jezus sprak erover, de discipelen volgden het voorbeeld; dat maakt het iets goeds, iets geleid, iets waarin we Jezus beter zullen leren kennen.
- Het échte werk van de Geest is daarmee niet gek of eng. Jezus zal te zien zijn door dat werk heen. Jezus zal de eer krijgen, het zal om Hem gaan. Dat is namelijk Wie de Geest is, hoe Hij dingen doet. Daar kan je op vertrouwen.
Onderzoek dus alles, maar vertrouw ook dat de Geest God is. Wees liefdevol kritisch, maar weet dat de Geest werkt zoals Jezus is. Dat vertrouwen is nodig om de ‘doop met de Geest’ niet als iets ‘engs’ of on-Bijbels te zien, maar juist als een geweldige zegen van God voor Zijn kerk.
- Heb jij de doop met de Geest ontvangen?
- Voor het eerst
De logische eerste vraag, is of jij de doop met de Geest al hebt ontvangen. Handelingen 8 laat zien dat je kan geloven, gered kan zijn, en toch deze doop kan missen. Ook Handelingen 1 wijst erop dat we deze doop mogen vragen en verwachten van de Heere.
Torrey: “U zult de doop met de Heilige Geest niet ontvangen, al bidt u ook tot aan het bazuingeschal van het laatste oordeel – zolang u uw wil niet volkomen overgeeft aan God.”
- Heb jij je wil overgegeven aan God? Hij wil jou leiden in alles, je de kracht geven, de creativiteit en alles dat nodig is om Zijn wil te doen. Laat de doop met de Geest de kers op de taart zijn, waardoor je Hem meer en meer gaat dienen; zowel binnen als buiten de kerk.
We hebben allemaal onmogelijke opdrachten gekregen van de Heere. Elk van de opdrachten uit het Woord vereisen dat de Geest het werk in én door ons heen doet. Laat Hem jou dan ook in staat stellen om dat te doen; laat Zijn Geest in jou én over jou zijn. Vraag Hem om jou te dopen met Zijn Geest.
- Bijvullen
Efeze 5:18 “En word niet dronken van wijn, waarin losbandigheid is, maar word vervuld met de Geest,”
Paulus spreekt in de tegenwoordige tijd over “vervuld” worden met de Geest. Dat betekent dat het iets is dat we nog steeds moeten ondergaan. Het is namelijk ook ‘passief’; je doet dit niet bij jezelf. God moet dit voor je doen. En dat betekent dat we Hem hier frequent om mogen vragen.
- Door onze zonde luisteren we minder naar de Geest, duwen we Hem aan de kant, etc. En dat zorgt ervoor dat we ‘bijgevuld’ moeten worden. We horen vaker dan 1x te vragen om gevuld te worden; en in het verlengde horen we ook vaker om de doop te vragen.
- Al het gedoe van deze wereld, het vlees en de vijand zorgen dat we ons vullen met andere dingen, dat we vies worden. We hebben het dan nodig om bijgevuld te worden, om opnieuw deze ‘doop’ te ontvangen.
Ik heb het niet over ‘redding verliezen’, o.i.d. Het gaat om elke keer terugkomen bij God, omdat je weet dat je Hem nodig hebt. Elke keer weer afhankelijk zijn van Hem, i.p.v. eigen denken of kunnen. Daar hebben we de Geest, Zijn kracht en Zijn leiding elke dag in nodig.
- En als het gaat om het vervullen van Zijn opdrachten aan ons, dan hebben we Hem nodig. De kerk dienen en liefhebben zoals Hij wil, getuigen zijn in deze gevallen wereld; allemaal zaken die we zelf niet kunnen. Laten we daarom afhankelijk zijn van Hem, Zijn kracht en leiding.
Vraag de Geest om je bij te vullen, om jou opnieuw te vullen met Zichzelf. Vraag Hem om alles dat niet van Hem is weg te halen, zodat je verfrist wordt in je dienstbaarheid en toewijding aan Hem. Vraag Hem om jou weer gevoelig te maken voor Zijn leiding, zodat je in Zijn kracht zal leven en dienen.
Christen, God geeft de doop met de Heilige Geest aan Zijn kinderen. Dit is een Bijbelse zegen, een cadeau van God dat we nodig hebben. Onderzoek je hart hoe je hierin staat. En vraag Hem dan om je hart en gedachten te hervormen, zodat je Hem zal dienen naar Zijn wil.
Als je nog niet gelooft, vandaag is de dag van redding. Kies vandaag om in Jezus te geloven, om Zijn offer aan te nemen. Geef je leven over aan Hem, accepteer dat je een zondaar bent die Zijn liefde en vergeving nodig heeft. Geloof, keer je af van je zonde en je bent gered.
Christen, heb jij de doop met de Geest als zegen ontvangen?
- Jezus ontving dit, Lukas en Johannes schreven er over. Laat Gods Woord je gedachten vormen
- Heb jij de doop ontvangen? Vraag God erom; voor het eerst of een verfrissing
Hebreeën 13:20-21 “De God nu van de vrede, Die de grote Herder van de schapen, onze Heere Jezus Christus, uit de doden heeft teruggebracht, op grond van het bloed van het eeuwige verbond, moge u toerusten tot elk goed werk om Zijn wil te doen, en in u werken wat in Zijn ogen welbehaaglijk is, door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.”