Hoe groot is jouw God? – Deel I

Hoe groot is jouw God?

Zo aan het begin van het nieuwe jaar is het goed om stil te staan. Specifiek is het goed om stil te staan bij God Zelf, Wie Hij is, hoe Hij in elkaar zit. Belangrijk daarbij, is hoe wij denken over God. Onze gedachten over God bepalen namelijk heel veel.

  • Als wij bewust en onbewust een grote God hebben, dan heeft dat impact op hoe wij in het leven staan. Als we bewust en/of onbewust een kleine God hebben, dan heeft dat een misschien wel grotere impact op ons.
    o Daarom wil ik het nieuwe jaar beginnen met de vraag: Hoe groot is jouw God?

Hoe groot is jouw God?
Tozer: “Een lokale kerk zal alleen zo groot zijn als haar beeld van God. Het succes of falen van een individuele christen, hangt af van wat hij of zij denkt over God. Het is van kritiek belang dat we kennis hebben van de Heilige, dat we weten hoe God is.”
Paulus stelde deze vraag ook, in Handelingen 26.
Handelingen 26:8 “Waarom wordt het bij u allen ongeloofwaardig geacht dat God de doden opwekt?”
Hij stelt deze vraag op een gedurfd moment, hij is hier in gesprek met koning Agrippa. Paulus werd bedreigd door de Joden (Handelingen 23), waarna hij voor verschillende leiders gebracht werd.

  • Hij sprak met stadhouder Felix en bleef 2 jaar in zijn gevangenschap (Handelingen 23-24), hierna werd hij voor Festus gebracht (Handelingen 25), om vervolgens door Festus voor Agrippa geleid te worden (Handelingen 26).
    o Agrippa had, met Festus, Paulus’ toekomst in zijn handen. Paulus had gevraagd, zoals zijn recht was als Romeins staatsburger, om voor de keizer te komen. Daar werd in voorzien, maar toch hadden deze mannen zeggenschap over Paulus’ toekomst.
    Dit maakte Paulus echter niet bang om de waarheid te spreken. Hij sprak vrijelijk met alle genoemde leiders over God, rechtvaardigheid, redding, etc. Alleen dat al is een prachtige les voor ons, om niet bang te zijn voor mensen, maar juist ten alle tijden de waarheid van Gods Woord te verkondigen.
  • In Handelingen 26, in gesprek met Agrippa, stelt Paulus een cruciale vraag: “Waarom wordt het bij u allen ongeloofwaardig geacht dat God de doden opwekt?” Hij stelt deze vraag als deel van zijn uitleg over waarom hij daar überhaupt is.
    o Hij vertelt dat hij een Jood is, die ook volgens de strengste regels geleefd heeft (v4-5), wat ook bekend is bij de Joden. Paulus spreekt over de hoop die God geeft, namelijk de hoop op een Redder (v6). Hoop die God aan Israël gaf (v7).
    o En om die hoop wordt hij beschuldigd, zegt hij (v7). En dan komt hij bij de vraag die we vanochtend bestuderen: Waarom geloven ze niet dat God doden kan opwekken? Deze vraag is ontzettend belangrijk, voor Paulus en voor ons.
    Wat Paulus vraagt, is of de Joden God wel zien als groot genoeg om dit te kunnen? Zien ze dat God in staat is om doden op te wekken, of zien ze dat niet? Hij stelt een hele duidelijke vraag over het Godsbeeld van de Joodse leiders.
  • In deze vraag zit ook een referentie naar H23:6, waar Paulus op briljante wijze de Joodse Hoge Raad tegen elkaar uitspeelde. Er waren 2 groepen in die raad, de Farizeeën, traditionele en letterlijk lezende Joden, en de Sadduceeën, liberale Joden.
  • Paulus merkte in zijn speech dat hij nergens kwam, dus verdeelde hij de groep door over de opstanding van de doden te beginnen. De Farizeeën geloofden dat God dat wél kon, de Sadduceeën geloofden daar niet in.
    o Wat wij tegenwoordig het Jodendom noemen, komt van de Farizeeën. Uit die groep zijn de moderne rabbijnen gekomen, met al hun uitleggingen, tradities, etc.
    Terug naar Handelingen 26:8; Paulus vraagt Agrippa hier of God in staat is om de doden op te wekken. Met die vraag gaat Paulus naar het hart van de zaak: wat geloven we over God? De Sadduceeën geloofden níet dat God de doden op kon wekken, de Farizeeën wél. Paulus gelooft dat ook.
  • De Sadduceeën én de Farizeeën geloofden allebei níet dat God Mens kon worden, Paulus wel. En daar komt Paulus op uit met zijn vraag; hij daagt hun Godsbeeld uit. Hij stelt een vraag die heel diep in het hart van de hoorder moet komen: hoe groot is jouw God?
    Onderschat deze vraag niet ajb. Zoals gezegd, de impact van een klein beeld van God is heel groot. Je zal Hem dan niet zo serieus nemen als nodig, je zal meer naar mensen luisteren dan naar Hem. Je zal niet geloven dat het zin heeft dat Hij bij je is, dat Hij je kán en wíl helpen, leiden, etc.
  • Een laag beeld van Wie God is, heeft grote impact op je leven. Waarom zou je de Bijbel lezen, als God niet betrouwbaar, alwetend, almachtig, liefde, genade, heilig of wraakzuchtig is? Je kan je tijd dan beter besteden aan iemand die je tijd wél waard is.
  • Waarom zou je leven in geloof? Waarom zou je stappen zetten in geloof? Waarom zou je de zoektocht naar een partner, baan, huis, etc. aan Hem overgeven? Waarom zou je je huwelijk leven op Zijn manier, als Hij niet in staat is jou te helpen in dat huwelijk?
    o Er is zoveel impact van een laag beeld van God. Je zal verlamd worden, verlamd in je geloof. Geloof is niet langer leidend, want de God in Wie je gelooft is het eigenlijk niet waard. De Bijbel, kerk, broeders en zusters, liefde leven, etc. allemaal niet belangrijk.

Daarom wil ik vanochtend met jullie kijken naar een aantal eigenschappen van God, om te zien hoe groot Hij is. En terwijl we dat doen, wil ik je vragen om te bedenken of God ook zo groot is in jouw hart en gedachten. Hoe groot is jouw God?