2025.0824 – In Hem en Met Hem Is Er Leven!
Kolossenzen 2:11-12
[CC Haarlemmermeer, 24 augustus 2025 – Doopdienst Langevelderslag]
Alle Schriftreferenties zijn genomen van de Herziene Statenvertaling (HSV), tenzij anders aangegeven
INTRODUCTIE
Wat een zegen om hier vandaag met elkaar op het strand te zijn om nieuw leven te vieren en getuige te mogen zijn van de genade van een levende en betrokken God, wiens roep elke dag opnieuw uitgaat naar iedereen met de simpele woorden[1], “28Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven. 29Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel”
Dit zijn woorden die een ieder van ons nodig hebben om te horen. Jezus’ genadige uitnodiging geldt voor iedereen, niemand uitgezonderd, en het enige wat we hoeven te doen is onze nood erkennen en tot Hem te komen; en Hij zal ons rust geven. Als je hier vandaag zit en deze uitnodiging al hebt aangenomen dan weet je dat deze woorden waar zijn, want je kent de rust in je ziel die alleen Jezus kan geven. Ongeacht of de stormen van het leven om je heen woeden weet je wat het is om Zijn rust te ervaren die alle verstand te boven gaat.
En hoe mooi is het dan dat we vandaag mogen vieren dat negen mensen die uitnodiging van Jezus gehoord en geaccepteerd hebben, en in geloof Hem hebben aangenomen als hun Heer en Redder, en daar uiting/blijk aan willen geven door zich te laten dopen. Voordat we dat zo gaan doen wil ik met jullie naar twee verzen kijken uit een brief die de apostel Paulus stuurde naar de gemeente in Kolosse. Een tekst die wellicht als geen ander het nieuwe leven presenteert. Een tekst die wellicht als geen ander Jezus presenteert als de enige Redder. Een tekst die doordrenkt is van genade en van hoop. En ik wil hier vandaag samen met jullie een aantal waarheden uit halen als het gaat om wie Jezus en wat de doop betekent.
Mocht je je Bijbel meehebben, sla deze dan open naar Kolossenzen hoofdstuk twee. Als je geen Bijbel hebt, geen probleem, luister dan gewoon mee. Het gaat om vers 11-12, maar we gaan lezen van vers 6 tot en met vers 15 om de bredere context mee te pakken.
“6Zoals u dan Christus Jezus, de Heere, hebt aangenomen, wandel in Hem, 7geworteld en opgebouwd in Hem, en bevestigd in het geloof, zoals u onderwezen bent; wees daarin overvloedig, met dankzegging. 8Pas op dat niemand u als buit meesleept door de filosofie en inhoudsloze verleiding, volgens de overlevering van de mensen, volgens de grondbeginselen van de wereld, maar niet volgens Christus. 9Want in Hem woont heel de volheid van de Godheid lichamelijk. 10En u bent volmaakt geworden in Hem, Die het Hoofd is van iedere overheid en macht. 11In Hem bent u ook besneden met een besnijdenis die niet met handen plaatsvindt, door het uittrekken van het lichaam van de zonden van het vlees, door de besnijdenis van Christus. 12U bent immers met Hem begraven in de doop, waarin u ook met Hem bent opgewekt, door het geloof van de werking van God, Die Hem uit de doden heeft opgewekt. 13En Hij heeft u, toen u dood was in de overtredingen en het onbesneden zijn van uw vlees, samen met Hem levend gemaakt door u al uw overtredingen te vergeven, 14en het handschrift dat tegen ons getuigde, uit te wissen. Dit handschrift was met zijn bepalingen tegen ons gericht, en Hij heeft dat uit het midden weggenomen door het aan het kruis te nagelen. 15Hij heeft de overheden en de machten ontwapend, die openlijk te schande gemaakt en daardoor over hen getriomfeerd.” (Kol. 2:6-15)
Laten we bidden.
[Openingsgebed]
EEN KORT BEELD VAN HET GEHEEL
Voordat we specifiek naar vers 11 en 12 gaan kijken, wat zegt Paulus hier in context? Paulus schrijft deze woorden om de gelovigen in deze gemeente te bemoedigen stand te houden aangezien er valse leer de kerk was binnengekomen en ze werden onder druk gezet door een mix van Joods legalisme en heidense filosofieën. Hij bemoedigt hen door hen te wijzen op Jezus en wie Hij werkelijk is. Paulus zet Jezus centraal in deze brief, en hij geeft ons hiermee ook het beeld dat Jezus centraal behoort te zijn in ons leven, en dat het centraal zetten en centraal houden van Jezus dé oplossing, dé remedie, is tegen alle valse leer die de wereld dagelijks op ons afvuurt.
De context van de verzen die we gelezen hebben bestaat uit drie delen, en typisch Paulus moeten we het eigenlijk in een andere volgorde lezen.
Paulus sluit in vers dertien tot en vijftien af met de waarheid van wat Jezus aan het kruis gedaan heeft. Namelijk, aan het kruis is Jezus gestorven voor onze zonden, heeft Hij vergeving verzekerd, en afgerekend met de zonde, de straf voor de zonde (de dood), en de macht over de zonde. Het sterven van Jezus aan het kruis is geen tragedie, maar een triomf! Dit heeft Hij gedaan door volledig onschuldig te sterven voor ons en al onze schuld op Zich te nemen, en zo vergeving te verzekeren. Dit heeft Hij gedaan door drie dagen later uit de dood op te staan, waarmee Hij de dood heeft overwonnen. En een ieder die geloofd dat Jezus dat voor hem of haar gedaan heeft is vergeven en ontvangt een nieuw en eeuwig leven in Hem en met Hem.
In vers zes tot en met tien zegt Paulus dat aangezien ze geloven in het voltooide werk van Jezus aan het kruis, hij ze bemoedigt om in Zijn weg en in Zijn kracht te blijven wandelen en zo te groeien in de zekerheid van hun geloof. Hij waarschuwt hen zich niet te laten misleiden door allerlei leringen die wellicht wijs klinken, maar juist leeg zijn omdat ze Jezus buiten beschouwing laten, die de ware volheid van God is en de bron van alles wat ze nodig hebben.
Waarom kan hij hen op die manier bemoedigen? Vanwege wat Jezus in hen gedaan heeft toen ze tot geloof kwamen, en dat lezen we in vers elf en twaalf.
EEN COMPLEMENTAIR BEELD VAN BESNIJDENIS EN DOOP
“11In Hem bent u ook besneden met een besnijdenis die niet met handen plaatsvindt, door het uittrekken van het lichaam van de zonden van het vlees, door de besnijdenis van Christus. 12U bent immers met Hem begraven in de doop, waarin u ook met Hem bent opgewekt, door het geloof van de werking van God, Die Hem uit de doden heeft opgewekt.”
In het lezen van deze twee verzen moeten we goed begrijpen dat het gaat om twee innerlijke/interne waarheden. Met andere woorden, twee dingen die Jezus in ons doet wanneer we tot geloof komen; wanneer Hij ons redt. Dit doen we dus niet zelf; sterker, we kunnen dit helemaal niet zelf doen. Die twee dingen zijn besnijdenis en doop. Beide zijn studies op zich, maar ik wil het voor vandaag zo simpel mogelijk houden.
In het Oude Testament sloot God een verbond met Abraham dat Hij hem tot een groot volk zou maken en dat uit dat volk een Redder zou komen die alles zou herstellen. Het uiterlijke teken van dat verbond om tot dat verbond te behoren was dat van alle mannen de voorhuid besneden moest zijn. Dit was een fysieke herinnering dat het vlees, de natuurlijke mens, afgelegd moest worden om in het verbond met God te komen. Dit gold toen specifiek voor het volk Israël aan wie de belofte gemaakt was, maar het keek vooruit naar de echte besnijdenis van het hart door de ultieme Redder die uit Israël ging komen: Jezus. Die fysieke besnijdenis had ook toen alleen zin als ook het hart aan God toegewijd was, en verschillende malen werd daar ook aan gerefereerd[2] om als het ware onszelf, ons hart, te besnijden, want zoals Paulus in Romeinen 2:28-29 (NBV) zegt, “… de [echte] besnijdenis is geen lichamelijke besnijdenis… de [echte] besnijdenis is een innerlijke besnijdenis. Het is het werk van de Geest, niet een voorschrift uit de wet…”. Die werkelijke geestelijke besnijdenis kwam met Jezus toen Hij voor een ieder van ons aan het kruis ging en stierf voor onze zonden. Afgesneden van de Vader, voor ons[3].
Als we wat Jezus aan het kruis voor ons heeft gedaan in geloof aannemen, dan besnijdt Hij ons werkelijk geestelijk. Die geestelijke besnijdenis verandert alles! Wij zijn een nieuwe schepping, wedergeboren met een nieuw hart en een geest die verbonden is aan de Heilige Geest, en Gods wet dat op ons hart geschreven wordt zodat we in Zijn kracht erin kunnen wandelen, en zo niet meer voor onszelf leven, maar voor Hem, en zo vruchtbaar kunnen zijn voor Hem. “Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden.”[4] Die geestelijke besnijdenis is absoluut nodig vanwege onze zonde, want wij zijn van nature zelf niet in staat om de macht van de zonde uit ons leven te verwijderen. Die geestelijke besnijdenis is nodig om bevrijdt te worden zodat de loon van de zonde – de dood – ook niet meer op ons van toepassing is. Alleen Jezus kan dit oplossen. Jezus is de enige die een oplossing kan bieden voor onze zondige natuur. Jezus is de enige die kan afrekenen met onze oude leven en ons een nieuw leven kan geven. Jezus is de enige die ons een nieuw leven kan laten leven in Zijn kracht en niet in onze eigen kracht die altijd tekortschiet.
In dezelfde adem gaat Paulus van de besnijdenis in vers elf over naar de doop in vers twaalf. Voor Paulus zijn beide namelijk twee kanten van dezelfde munt, namelijk: Jezus die sterft voor de mens. Volgens Joodse gedachte is het onderdompelen in levend water een beeld van reiniging en vernieuwing en wederopstanding[5]. Die gedachte heeft zijn oorsprong in het beeld in Genesis 1 hoe God alle water in één plaats liet samenvloeien waardoor de droge aarde zichtbaar werd. In het Nieuwe Testament zien we Johannes de Doper het volk Israël oproept om zich te laten dopen, niet alleen voor rituele reiniging, maar ook voor individuele bekering[6] voor de vergeving van zonden, in aanloop naar de komst van Jezus. En als Jezus komt dan laat Hij zich dopen om Zichzelf te identificeren met ons zondaars, om Zich afhankelijk van God op te stellen, en als voorbeeld en belofte voor ons te dienen.
Maar het beeld van de doop wordt duidelijk in een conversatie tussen Jezus en Jakobus en Johannes in Markus hoofdstuk tien als ze vragen om straks in de hemel aan de linker- en rechterhand van Jezus te zitten, waarop Jezus zegt in vers 38, “Kunt u de drinkbeker drinken die Ik drink, en met de doop gedoopt worden waarmee Ik gedoopt word?” Jezus had het hier over het kruis waar Hij bekleed zou worden met onze zonde, en ondergedompeld zou worden in Gods oordeel om zo te sterven als loon voor onze zonde. Met andere woorden, “met Hem begraven in de doop” zijn waar Paulus het hier over heeft, betekent dat het resultaat, de uitkomst, van Jezus voltooide werk aan het kruis op ons van toepassing is. Namelijk, dat Zijn doop in Gods oordeel om te sterven voor onze zonde, voor ons betekent dat we met Hem gestorven zijn in die doop en zo schoongewassen zijn van onze zonde. Met als doel dat net als Jezus is weder opgestaan, wij ook met Hem zijn opgestaan in een nieuw leven, bevrijdt van zowel de straf als de macht van de zonde[7].
Deze twee interne werkelijkheden zijn twee kanten van dezelfde munt. Ze zijn complementair in hoe ze beide de realiteit van het reddende werk van Jezus laten zien. Besnijdenis als het afleggen van het oude zondige leven en het apart gezet worden door God. Doop als het verenigd worden met Jezus en het ontvangen van een nieuw leven. Het één weggenomen door Jezus, en het ander gegeven door Jezus. Wat een prachtige innerlijke geestelijke realiteit wat in ons plaatsvind op het moment dat we in geloof ‘ja’ zeggen tegen Jezus, en Hem zien als de enige glorieuze Redder die Hij is.
CONCLUSIE
Al onze dopelingen vandaag geloven dat Jezus voor hun zonden aan het kruis is gegaan en geloven daardoor dat hun oude zondige natuur met Jezus aan dat kruis gestorven is, en dat ze daardoor door Jezus een nieuw mens zijn geworden; een nieuw mens dat geestelijk ontwaakt is en opgestaan is met Jezus en daardoor met Jezus kan leven. En die werkelijkheid willen ze laten zien door zich ook fysiek in levend water te laten dopen. Niet om zo gered te worden, maar ze doen dit als een teken van hun redding. Ze doen dit als een uiterlijke bevestiging van die innerlijke verandering die al heeft plaatsgevonden. Ze doen dit om het voorbeeld van Jezus te volgen, die Zich ook liet dopen[8]. Ze doen dit omdat Jezus hen opdraagt om gedoopt te worden en ze willen gehoorzaam zijn aan Hem[9]. Ze doen dit omdat ze aan iedereen willen laten weten dat ze Jezus toebehoren.
Wat een getuigenis is dit van de genade van een God die leeft, van een God die redt, van een God die betrokken is in ons leven.
Dit is het Evangelie, dit is het goede nieuws, dat wij als mensen gebroken zijn, dat deze wereld gebroken is, en dat we onszelf niet kunnen redden uit onze gebrokenheid. Maar God, onze Schepper, rijk in barmhartigheid en groot in Zijn liefde voor ons, heeft ons liefgehad door in Jezus als mens naar ons toe te komen, en het leven te leiden dat wij hadden moeten leiden, en de dood te sterven die wij hadden moeten sterven, en zo de prijs te betalen voor onze zonden, en op de derde dag op te staan uit de dood, en zo de dood te overwinnen voor nu en in de eeuwigheid. Door Jezus offer aan het kruis zijn we weer verzoend met onze Schepper en kunnen we een nieuw en hersteld leven leiden in Zijn aanwezigheid en kracht.
En het enige wat wij hoeven te doen is te geloven. Daarom zegt Jezus elke dag de hele dag, “Kom! En laat hij die het hoort, zeggen: Kom! En laat hij die dorst heeft, komen; en laat hij die wil, het water des levens nemen, voor niets.”[10] “28Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven. 29Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel”
Als je nog niet gelooft, dan is vandaag de dag om te geloven. Stel het niet langer uit, want je weet niet wat de dag van morgen zal brengen. Geef in geloof simpelweg gehoor aan Zijn stem en kom naar Hem! Het maakt niet uit hoe jong of oud je bent, waar je vandaan komt, wat je allemaal hebt gedaan, hoe zwaar je leven momenteel wellicht ook is. Geef vandaag gehoor aan de roep van Jezus, accepteer in geloof het goede nieuws voor jouw redding, en kom.
Laten we bidden.
[1] Mat. 11:28-29
[2] Deut. 30:6; Jer. 4:4
[3] Jes. 53:8
[4] 2 Kor. 5:17 (HSV)
[5] Lev. 8:6, 16:4; Jer. 2:13
[6] Mk. 1:4; Lk. 3:3; Hand. 19:4
[7] Tit. 3:5; Rom. 6:4
[8] Mk. 1:9
[9] Mat. 28:19; Lk. 6:46
[10] Op. 22:17