1. In vers 1-12, de zaligsprekingen leert Jezus Zijn discipelen over het karakter van de christen. Wij kunnen dit zien als een profielschets van de christen.
   1. De rasechte christen is iemand die arm van geest is, die treurt over zijn zonden, die zachtmoedig is, die hongerd en dorst naar de gerechtigheid, die barmhartig is, die rein van hart is, die een vredestichter is, die vervolgd wordt om de gerechtigheid.
      1. Zó, zegt Jezus ziet de christen eruit!
   2. En hier, in vers 13-16 leert Jezus Zijn discipelen wáár en op welke wijze de christen, zijn christen zijn, tot uiting laat komen.
      1. a.w. het natuurlijk gevolg van het bezitten van al deze bovennatuurlijke karaktereigenschappen is dat zij hoe dan ook tot uiting gaan komen.
   3. Als je in één woord wil omschrijven waar deze vier verzen over gaan dan is het: “invloed”.
      1. Jezus leert ons hier dat God ervoor gekozen heeft om Zijn invloed op de aarde uit te oefenen d.m.v. Zijn kerk, d.m.v. wederomgeboren, Heilige Geest vervulde christe-nen.

Vers 13 – “¹³U bent het zout van de aarde; maar als het zout zijn smaak verloren heeft, waarmee zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer voor dan om weggeworpen en door de mensen vertrapt te worden.”

1. Ten eerste legt Jezus hier alweer de nadruk op het ‘zijn’. Hij begint hier met: ‘U bent’, oftewel, ‘Jullie zijn’ het zout van de aarde.
   1. Nogmaals, als wij zijn zoals de Zaligsprekingen omschrijft, dan kan het niet anders dan dat wij ook zout en licht zijn.
2. Wat hier superbelangrijk is, is dat wij het zout van de aarde Het gebied waar wij zout zijn is hier op aarde, midden in de samenleving, overal waar wij naartoe gaan, overal waar wij dag in en dag uit komen.
   1. Kortom, er is geen enkele plek op dit planeet waar wij geen zout zijn, dus ook niet wanneer wij op vakantie gaan!

“U bent het zout van de aarde;…”

• Het gebruik van zout was voor deze Joodse discipelen in die tijd geen vreemd concept.
  1. Volgens Ezra 6:9 werd door de priesters, in het offeren in de tempel, zout gebruikt.
  2. In 2 Koningen 2 zien wij de profeet Elisa zout gebruiken om het drinkwater te zuiveren.
  3. Zout werd gebruikt om smaak te geven aan eten en het werd vooral gebruikt als conserveringsmiddel voor vlees en vis want zij hadden toen geen koel- en vrieskasten.

1. Zout was in die tijd een zeer kostbaar iets. Romeinse solda-ten van die tijd ontvingen hun salarissen zelfs vaak in de vorm van zout; zij kregen in zout uitbetaald.
   1. De Romeinen van die tijd vonden dat naast de zon er niets meer kostbaar was dan zout.
   2. En Jezus geeft hiermee aan dat Zijn discipelen hier op aar-de zeer kostbaar zijn. Kostbaar omdat wij degenen zijn die Gods invloed hier op aarde uitoefenen.
2. Het beeld van het zout dat Jezus hier gebruikt heeft veel bete-kenissen, maar ik geloof dat het zout van de aarde zijn voor-namelijk te maken heeft met het conserveren, hiet in stand houden van het goede, het juiste, het rechtvaardige hier op aarde.
   1. Christenen zoals deze in de Zaligsprekingen omschreven worden hebben nou eenmaal een positief invloed op de sa-menleving.
      1. Het ziekenhuis is in de moderne wereld een concept dat ooit door christenen is ontstaan. Het Internationale Rode Kruis, de grootste noodhulpverlener in de wereld is in de 19e eeuw door een christen opgezet. Het YMCA is ook in de 19e eeuw door christenen opgezet.
         1. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de invloed die christenen hebben op de moderne samenleving.
      2. Christenen houden ook de bederving van de moraal tegen en christenen behouden het geestelijk welzijn hier op aarde. Lees 2 Thessalonicenzen 2:1-12.

 

1. In dit gedeelte spreekt Paulus over de komst van de antichrist.
2. Maar Paulus geeft aan dat er iets of iemand is dat de komst van de antichrist tot op de dag van vandaag weerhoudt.
3. Vers 6-7 – “⁶ En u weet wat hem nu weerhoudt, opdat hij op zijn eigen tijd geopenbaard wordt. ⁷ Want het geheimenis van de wetteloosheid is al werkzaam. Alleen is er iemand die hem nu weerhoudt, totdat hij uit het midden verdwenen is.”
   1. Om het in de Nederlandse taal leesbaar te maken moesten de vertalers persoonlijk en onbe-paald voornaamwoorden zoals “iemand” en “hij” gebruiken.
   2. Ik geloof dat de “iemand” en de “hij” in vers 7 de Gemeente van Jezus Christus is.
      • De gemeente van Jezus Christus, dat gevormd wordt door de christenen zoals omschreven wordt in de Zaligsprekingen, is datgene dat de komst van de antichrist tot op de dag van vandaag weerhoudt.
        • “Alleen is er iemand die hem nu weerhoudt”
      • De antichrist kan pas komen, kan pas aan de wereld geopenbaard worden nadat de Gemeente van Jezus Christus opgenomen wordt.
        • “Alleen is er iemand die hem nu weerhoudt, totdat hij uit het midden verdwenen is.”

1. Nou, als je wil weten hoe de wereld er uit zal gaan zien nadat de Gemeente van Jezus Christus door Jezus opgenomen is, en nadat de antichrist geopenbaard is, dan moet je Open-baring 6-19 lezen.
   1. Wij vinden dat de wereld, zoals wij die kennen, nu al goddeloos is. Wat wij nu op aarde meemaken, het terror-isme, de misdaad, de verdorvenheid, de zonde, is niets vergeleken met wat de wereld allemaal te wachten staat.
   2. Want nadat de Gemeente door Jezus Christus van de wereld weggehaald wordt, op het moment dat de anti-christ zijn ware aard zal laten zien, zal hier op aarde de hel losbreken! Nogmaals, lees Openbaring 6-19.
      1. Christenen hebben als het zout van de aarde dus een gigantisch groot conserverend invloed op de aarde. Christenen houden tot op de dag van vandaag de komst van de antichrist tegen.
         1. En dan is het niet zo dat wij ons daarop kunnen beroemen, nee, het is uiteindelijk de Heilige Geest die in de individuele christenen woont die deze invloed uitoefend.
            • Niet voor niets is mijn lichaam de tempel van de Heilige Geest.

Vers 13 – “¹³U bent het zout van de aarde;...”

1. Het zout van de aarde zijn is ook erg persoonlijk. Ik ben persoonlijk het zout van de aarde in mijn eigen leefwereld. Overal waar IK kom, hetzij thuis, of op m’n werk, of op school, of wanneer ik boodschappen aan het doen ben, of wanneer ik de hond uitlaat, of wanneer ik aan het sporten ben, of wanneer ik achter het stuur van m’n auto zit, of in de bus of trein, enz…
   1. Overal waar wij als christenen persoonlijk contact met mensen hebben zijn wij het zout van de aarde.
   2. Mensen moeten ten eerste van ons weten wie wij in Chris-tus zijn, waar wij voor staan, waar wij niet voor staan, enz…
   3. Dit kan door persoonlijke gesprekken aan te gaan met mensen, door relaties met mensen aan te gaan. Maar het kan ook door bijvoorbeeld een eenmalig rechtvaardige daad.
      1. Stel dat je op de A4 aan het rijden bent en ineens komt het verkeer tot stilstand. Je ziet mensen uit hun auto’s springen omdat er duizenden eurobiljetten op het wegdek verspreid liggen.
         1. Een geldauto is omgekiept en is zijn lading biljet-ten verloren…
      2. Iedereen om je heen rapen als gekken de biljetten op en stoppen alles wat ze kunnen in hun zakken en nemen het mee naar huis.

• Jij daarentegen raapt ook zoveel als je kan van de bil-jetten, maar jij brengt het geld naar het politiebureau toe omdat het jouw geld niet is en het teruggegeven hoort te worden aan de rechtmatige eigenaar.
  1. Nou, in zo’n moment van het juist handelen ben je het zout van de aarde, want je zult uiteraard de gele-genheid krijgen om hier iets over te kunnen zeggen.
     1. Als het zout van de aarde zul je ongetwijgeld laten weten dat Jezus Christus achter deze recht-vaardige daad zit, én dat Jezus Christus het on-rechtvaardig handelen van allen die zichzelf een beetje rijker gemaakt hebben, afkeurt.
        • Door deze actie, dat eigenlijk in een mom van tijd zou kunnen afgerond zijn heb je wel laten weten waar je voor staat en je hebt laten weten dat wat de anderen gedaan hebben fout is.
     2. Vorige week op m’n werk begon een collega te vloeken en plotseling hield ze haar hand voor d’r mond en zei: “Oh, sorry, ik mag niet vloeken hé?”
     3. Op een andere lokatie waar ik zo’n zeven jaar gewerkt heb wisten mijn collega’s wie ik ben en waar ik wel en niet voor sta.
        1. Ik werkte daar niet full-time, maar op de dagen dat ik daar was gedroegen zij zich anders. Zij spraken minder over seks en vrouwen. Zij vloekten niet. Zij hielden tot op zekere hoogte rekening met mij.
           1. Als het zout van de aarde had ik daar wel degelijk een positief en conserverende invloed.
           2. Het was zelfs zo dat op de dagen dat ik werkte, de apparatuur die wij daar gebruikten zelden in storing ging. Het mooie hiervan is dat dit mijn collega’s opviel.
              1. Dit zijn misschien kleine voorbeelden, maar het geeft wel aan dat wij christenen een positief en conserverend invloed kunnen hebben op aarde.

    Vers 13 – “¹³U bent het zout van de aarde; maar als het zout zijn smaak verloren heeft, waarmee zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer voor dan om weggeworpen en door de mensen vertrapt te worden.”

1. Zuiver zout kan zijn smaak niet kwijt raken, maar in die tijd en in die streek hadden zij te maken met Palestijns zout dat door verdamping werd gewonnen uit de Dode Zee.
   1. Het CvB zegt dit: “Dit zout was samengesteld uit verschil-lende elementen en door ontbinding van de samenstelling werden de onzuivere elementen (zoals gips e.a.) bitter en onbruikbaar. ‘Wegwerpen’: weggooien op straat was (en is) in het Oosten de manier om zich van huisvuil te ontdoen.”
   2. In dit geval was het dus wel mogelijk dat zout zijn smaak zou kunnen verliezen waardoor het volkomen waardeloos zou worden.
2. Hier zegt Jezus dat als het zout zijn smaak verloren heeft, is het nutteloos. Wat hier in de grondtekst staat is: Als het zout zijn kracht verliest, of letterlijk als het zout dwaas wordt.
   1. Hiermee geeft Jezus aan dat het mogelijk is dat christenen hun positief en conserverend invloed kwijt kunnen raken.
   2. En de manier waarop zij dit kwijt kunnen raken is door hun kracht te verliezen, door dwaas te worden.
      1. Een krachteloze en dwaze christen zegt Jezus is niets waard want God kan Zijn invloed hier op aarde niet uit-oefenen d.m.v. zo’n christen.

Vers 14-15 – “¹⁴U bent het licht van de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen zijn. ¹⁵En ook steekt men geen lamp aan en zet die onder de korenmaat, maar op de standaard, en hij schijnt voor allen die in het huis zijn.”

1. Nogmaals de nadruk op het zijn. “U bent” oftewel “Julli zijn” het licht van de wereld.
2. En het doel van het licht is om niet in het verborgene te blijven.
   1. Ik merk dat veel mensen een soort van undercover chris-ten zijn. Zij laten hun collega’s of hun school- en klasgenoten of hun buren niet weten dat zij christen zijn.

 

1. Zij delen hun geloof niet met anderen, zij delen het Evan-gelie niet met ongelovigen, zij willen eigenlijk niet dat iemand van hun weet dat zij christen zijn.
   1. Nou, Jezus zegt hier dus dat dat niet hoort. Wij zijn het licht van de wereld!

Vers 16 – “¹⁶Laat uw licht zo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken zien en uw Vader, Die in de hemelen is, ver-heerlijken.”

1. Wij horen ons licht voor de mensen in de wereld te laten schij-nen!
   1. De wereld is in duisternis dus het licht laten schijnen is niet zo moeilijk.
   2. Wees gewoon wie je in Christus bent en je zult al een licht zijn in deze duistere wereld.
2. Nogmaals, de bedoeling hiervan is Gods invloed in de wereld uitoefenen.
   1. Wij behoren onze goede werken, Gods goedheid in ons, aan de wereld waarin wij leven te laten zien. Overal waar wij persoonlijk contact hebben met mensen kunnen wij ons licht laten schijnen.
   2. Maar het is niet bedoeld om van mensen te horen te krijgen hoe geestelijk en hoe goed en hoe liefdevol wij zijn, nee het uiteindelijk doel van het licht laten schijnen is om God de Vader te verheerlijken.
   3. Lees Efeze 5:1-17

8037 & 8038 “IK BEN het Licht van de wereld.