Als Hoofd van Zijn Gemeente heeft Jezus het voor het zeggen
Wat ik voor deze nieuwe en onbekende fase voor onze gemeente op m’n hart heb is hoe wij ons kunnen blijven houden aan het Woord van God en aan Jezus’ heerschappij over Zijn kerk, zonder dat wij bepaald en beperkt worden door o.a. de overheid, angst, de mogelijke bangmakerij door de media en de ‘experts’ op het gebied van het Coronavirus.
Ik geloof dat God wil dat wij enerzijds Hem volledig vertrouwen door op Zijn Woord te staan en Zijn Woord na te leven, en anderzijds waar het niet met Gods Woord in conflict is, dat wij netjes de maatregelen naleven die door o.a het RIVM, de Nederlandse overheid en onze verhuurder bepaald worden.
Ik stel dit zo omdat er een denkrichting is dat zegt dat die twee elkaar bijten.
De reden waarom ik het hierover wil hebben is omdat er ontzettend veel uiteenlopende meningen zijn over hoe wij als christenen en als kerk ons hierdoorheen moeten navigeren. Door al deze uiteenlopende meningen wordt onze kijk op de zaak vertroebelt en dit maakt het voor velen jammer genoeg erg verwarrend.
Wie en wat moeten wij nu geloven? En als wij überhaupt denken te weten wie of wat wij moeten geloven, hoe handelen wij er als wedergeboren christenen Bijbels naar, hoe doen wij dit als ambassadeurs van Jezus Christus?
Wat er zich ook in de wereld afspeelt, het feit blijft dat wij als navolgers van Jezus de grote opdracht moeten blijven vervullen. Wij moeten blijven bezig zijn met het maken van discipelen, het delen en het uitleggen van het Evangelie, het praten met mensen en het beantwoorden van hun vragen; vooral nu er zoveel verwarring in de wereld is.
En als wij als individuen en als kerk, dé aardse belichaming van Jezus Christus het zelf niet weten, of als wij bepaald worden door onze eigen opvattingen en meningen over wat er nu gaande is, of als wij hierover verdeeld zijn, dan zullen wij verlamd raken v.w.b. het getuige zijn, v.w.b. de zaak van Christus; het vervullen van de grote opdracht. Het is dus zaak om het hierover te hebben!
In het Evangelisch Christendom heb ik de afgelopen tijd voornamelijk twee denkrichtingen waargenomen waarvan ik het extreme zal belichten.
De eerste denkrichting is dat wij als wedergeboren discipelen van Jezus Christus ons niet hoeven te schikken aan wat de overheid ons als christenen en als kerk oplegt. Wij moeten ons aan God verantwoorden en aan niemand anders. Dit argument komt voort uit wat er in Handelingen 3 en 4 gebeurde.
In Handelingen 3 gaan Petrus en Johannes naar de tempel toe om op een van de vaste gebedstijden te gaan bidden.
Bij de ingang kwamen zij de bij iedereen bekende kreupele bedelaar tegen. Hij vroeg hen om geld, maar in de naam van Jezus greep Petrus zijn rechterhand en beval hem om op te staan en om te gaan lopen. Onmiddellijk werd hij, die vanaf de moederschoot kreupel was, genezen en hij ging met Petrus en Johanes lopend, springend en God lovend de tempel binnen.
Iedereen die daar was keken hen met verbazing en ontsteltenis aan waardoor Petrus spontaan zijn tweede preek over Jezus gaf. En terwijl Petrus het Evangelie aan het verkondigen was gebeurde het volgende:
Handelingen 4:1-22 – “1En terwijl zij tot het volk spraken, kwamen de priesters, de bevelhebber van de tempelwacht en de Sadduceeën op hen af, 2geërgerd, omdat zij het volk onderwezen en in Jezus de opstanding uit de doden verkondigden. 3En zij sloegen de handen aan hen en zetten hen gevangen tot de volgende dag, want het was al avond. 4En velen van hen die het Woord gehoord hadden, geloofden, en het aantal mannen werd ongeveer vijfduizend. 5En het gebeurde de volgende dag dat hun leiders en oudsten en schriftgeleerden in Jeruzalem bijeenkwamen, 6ook Annas, de hogepriester, en Kajafas, Johannes, Alexander en allen die tot het hogepriesterlijk geslacht behoorden. 7En toen zij hen in het midden hadden doen staan, vroegen zij: Door welke kracht of door welke naam hebt u dit gedaan? 8Toen zei Petrus, vervuld met de Heilige Geest, tegen hen: Leiders van het volk en oudsten van Israël! 9Wanneer wij vandaag ondervraagd worden over de weldaad aan een zieke man bewezen, waardoor hij gezond geworden is, 10laat het dan bij u allen en bij heel het volk Israël bekend zijn dat door de Naam van Jezus Christus, de Nazarener, Die u gekruisigd hebt maar Die God uit de doden opgewekt heeft, dat door Hem deze man hier gezond voor u staat. 11Deze Jezus is de steen die door u, de bouwers, veracht werd, maar Die de hoeksteen geworden is. 12En de zaligheid is in geen ander, want er is onder de hemel geen andere Naam onder de mensen gegeven waardoor wij zalig moeten worden. 13Toen zij nu de vrijmoedigheid van Petrus en Johannes zagen en merkten dat zij ongeleerde en eenvoudige mensen waren, verwonderden zij zich en herkenden zij hen als mensen die met Jezus samen geweest waren. 14En omdat zij de man die genezen was, bij hen zagen staan, konden zij er niets tegen inbrengen. 15En nadat zij hun bevolen hadden de Raad te verlaten, overlegden zij met elkaar, 16en zeiden: Wat zullen wij met deze mensen doen? Want dat er een alom bekend teken door hen is verricht, is duidelijk voor allen die in Jeruzalem wonen, en wij kunnen het niet ontkennen. 17Maar laten wij, opdat het niet nog verder onder het volk bekend raakt, hun met de grootste dreiging gebieden dat zij tot geen enkel mens meer in die Naam mogen spreken. 18En na hen geroepen te hebben, gaven zij hun het bevel helemaal niet meer te spreken of te onderwijzen in de Naam van Jezus. 19Maar Petrus en Johannes antwoordden en zeiden tegen hen: Oordeel zelf of het juist is in Gods ogen, meer naar u te luisteren dan naar God. 20Want wij kunnen niet nalaten te spreken over wat wij gezien en gehoord hebben. 21Maar zij dreigden hen nog meer en omdat zij niets konden vinden om hen te straffen, lieten zij hen gaan ter wille van het volk; want ze verheerlijkten allen God over wat er gebeurd was. 22Want de man aan wie dit teken van genezing verricht was, was ouder dan veertig jaar.”
De Joodse overheid verbood de discipelen expliciet om het Evangelie van Jezus Christus te verkondigen en te onderwijzen. Dit ging dwars tegen het Woord van God in waarin Jezus Christus hen (en ons) de grote opdracht geeft.
De Joodse overheid wilde de eerste kerk dus dwingen tot zonde tegen God door God expliciet te ongehoorzamen. Vandaar dat Petrus en Johannes hen antwoorden met: ‘Oordeel zelf of het juist is in Gods ogen, meer naar u te luisteren dan naar God.’
Dit is in dit geval voor 100% een juist respons op het verbod om het over de kruisiging en over de opstanding van Jezus uit de dood te hebben.
Maar, helaas wordt dit Schriftgedeelte ook in verschillende mate misbruikt door welmenende christenen die van mening zijn dat wij die wedergeboren zijn te allen tijde en ongeacht de context ‘naar God moeten luisteren i.p.v. mensen’.
Christenen die deze mening aanhangen zeggen bijvoorbeeld dat wij ons niets van de overheid of van de experts moeten aantrekken want zij weten het eigenlijk toch niet en wij moeten gewoon doen wat God zegt, punt uit!
Als je hierin mee gaat dan ben je een geloofsheld, dan sta je voor waar je in geloofd, dan heb je meer of een sterker geloof dan degenen die hier niet in mee durven te gaan.
Daarentegen, als je hierin niet mee gaat, dan word je al gauw bestempeld als iemand die een zwakker geloof heeft dan hen, dan ben je bang om voor de zaak van Christus te staan, dan vrees je mensen meer dan God, dan ben je God ongehoorzaam.
Deze denkrichting wordt nu dus ook toegepast op hoe wij als christenen en hoe wij als kerk om moeten gaan met de Coronacrisis.
Er wordt bijvoorbeeld door sommigen beweert dat social distancing, 1,5 meter afstand houden, niet in grote getalen in een gesloten ruimte samenscholen, en het dragen van mondkapjes geen zin heeft, dus waarom moet men dat?
Moeten wij ons dan als christen en als kerk schikken aan deze zaken waar wij niet achter staan?
Dit is een extreem voorbeeld van één denkrichting dat ik de afgelopen tijd heb waargenomen rondom de Coronacrisis.
De tweede denkrichting dat ik de afgelopen tijd onder christenen heb waargenomen is dat men vindt dat wij als individuele christenen en als kerk niet moeten tegenspartelen en ons gewoon moeten schikken aan de overheid, want de overheid is door God ingesteld en het is goed. Als je je dan niet aan de overheid onderwerpt dan ben je God ongehoorzaam en zal je oordeel over jezelf halen.
Dit argument komt voort uit wat er in Romeinen 13 en in 1 Petrus 2 geschreven staat over de plaats van de overheid in het leven van o.a. de christen:
Romeinen 13:1-5 – “1Iedereen moet zich aan de overheid onderwerpen. Want overheidsgezag is iets dat alleen maar bestaat bij de gratie van God. Het bestaande gezag is door God ingesteld. 2Wie zich dus verzet tegen het gezag, verzet zich tegen een instelling van God, en wie dat doen, hebben hun veroordeling aan zichzelf te wijten. 3Wie doet wat goed is, hoeft niet bang te zijn voor de overheid; alleen wie het kwade doet. Wilt u zonder angst voor haar leven? Doe dan wat goed is, en ze zal u prijzen. 4Want de overheid is een instrument dat God gebruikt voor uw eigen bestwil. Maar als u het kwade doet, hebt u alle reden om bang te zijn. Het is niet voor niets dat de overheid het zwaard voert. Want de overheid is ook een instrument dat God gebruikt om wie het kwade doet, zijn verdiende straf te geven. 5Daarom moet u zich dus aan de overheid onderwerpen: niet alleen uit angst voor straf, maar ook ter wille van een goed geweten.” (GNB96)
Dit Schriftgedeelte zet de instructies uit hoofdstuk 12 voort. In hoofdstuk 12 beveelt de apostel Paulus de gelovigen om radicaal anders te zijn dan de ongelovige wereld om ons heen. Hij schrijft bijvoorbeeld:
Laat de liefde ongeveinsd zijn, heb een afkeer van het kwade en houd vast aan het goede.
Wees geduldig in verdrukking. Zegen wie u vervolgen. Zegen hen en vervloek hen niet.
Vergeld niemand kwaad met kwaad. Wees bedacht op wat goed is voor alle mensen. Leef, zo mogelijk voor zover het van u afhangt, in vrede met alle mensen.
Wreek uzelf niet, geliefden, maar laat ruimte voor de toorn, want er staat geschreven: ‘Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden’, zegt de Heere.
Word niet overwonnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.
Paulus eindigt dit gedeelte door de gelovigen in Rome aan te sporen om het heft niet in eigen handen te nemen wanneer zij benadeelt, gedupeerd of vervolgd zijn. En de reden daartoe is omdat er een overheid is dat door God aangesteld is om wie het kwade doet, zijn verdiende straf te geven.
Nu weten wij dat dit helaas niet perfect werkt. Vaak is er geen recht te halen bij degenen die ons dat wel horen te geven.
Maar waar het hier voornamelijk om gaat is dat jij en ik ons aan de overheid horen te onderwerpen waar het gaat om het civiel recht, het strafrecht en bestuursrecht.
Wanneer wij ons aan deze wetten houden en niet voor eigen rechter gaan spelen, dan zal daaruit blijken dat wij radicaal anders zijn dan de wettelozen om ons heen, en dit helpt ons om getuigen van Jezus te zijn. Dit draagt bij aan het vervullen van de grote opdracht.
Ook Petrus beveelt de gelovigen om zich aan de overheid te onderwerpen, maar hij geeft daar een andere reden voor:
1 Petrus 2:13-17 – “13Onderwerp u, ter wille van de Heer, aan het bestuur van mensen: aan de koning, omdat hij het hoogste gezag is; 14aan de gouverneurs, omdat zij door hem zijn aangesteld om hen die het slechte doen te straffen en hen die het goede doen te prijzen. 15God wil dat u door uw goed gedrag het zwijgen oplegt aan de domme praat van onwetende lieden. 16Leef als vrije mensen, zonder de vrijheid te misbruiken als dekmantel voor zondige praktijken. Met uw vrijheid moet u God dienen. 17Eer alle mensen, heb de gemeenteleden lief, heb ontzag voor God en eer de koning.” (GNB96)
Het is omwille van de Heere, Jezus Christus dat wij ons aan de door God aangestelde overheid onderwerpen en dan gaat het erom dat jij en ik ons aan de overheid onderwerpen waar het gaat om het civiel recht, het strafrecht en bestuursrecht. De overheid heeft geen onbeperkte macht over de kerk en haar leden.
Nu dit. In Handelingen 4 verbood de Joodse overheid de apostelen en de discipelen om de grote opdracht te vervullen. Daarom zeiden Petrus en Johannes tegen de Joodse overheid: ‘Oordeel zelf of het juist is in Gods ogen, meer naar u te luisteren dan naar God.’
Bij de eerste Gemeente ging het niet om door de overheid opgelegde beperkingen zoals bijv. 1,5 meter afstand houden, niet meer dan 100 mensen tegelijk in een zaal, of handen wassen, a la RIVM richtlijnen.
Nee, de eerste Gemeente werd door de overheid vanaf het prille begin al expliciet verboden om de grote opdracht te vervullen. Dit verbod ging dwars tegen het Woord van God in en ging dwars tegen de zaak van Christus in.
Het is dus niet Bijbels verantwoord, niet exegetisch verantwoord om Handelingen 4 nu in de Coronacrisis één op één toe te passen want de overheid verbiedt ons nu niet om de grote opdracht te vervullen. Wellicht komt dat nog, maar nu is dat niet aan de orde.
Sterker nog, onze overheid heeft Ferdinand Grapperhaus de Minister van Justitie en Veiligheid ook nog eens als Minister van Eredienst aangesteld, en hij heeft met religieuze organisaties afgesproken dat er geen handhaving in kerken zal plaatsvinden.
Ik denk dus dat wij vooralsnog heel blij en dankbaar mogen zijn dat Minister Grapperhaus de verantwoordelijkheid over hoe kerken met de Coronacrisis omgaan bij de kerken heeft neergelegd.
Het is dus aan ons om hier volwassen en verantwoord mee om te gaan.
Dus, mogen wij nu, vandaag Handelingen 4 één op één toepassen op de Coronacrisis? Ik denk van niet. Kan dat veranderen? Ja, maar dan zullen wij die brug pas overgaan wanneer het moet.
Ja, maar Stan, wat nu als er sprake is van een tweede golf en de besmettingen en de sterfgevallen omhooggaan en de overheid verbiedt ons alweer om samen te kunnen komen, moeten wij ons als kerk, als instituut ons dan niet volgens Romeinen 13 en 1 Petrus 2 aan de overheid onderwerpen?
Dit is een goede en een terechte vraag! En het antwoord hierop is nogal tricky en kan eventueel vervelende gevolgen met zich meebrengen.
Zoals wij Handelingen 4 niet één op één kunnen toepassen op de huidige situatie, kunnen wij ook niet zeggen dat wij als kerk ons geheel aan de overheid moeten onderwerpen. Nogmaals, de overheid heeft geen onbeperkte macht over de kerk en haar leden.
In Romeinen 13 en 1 Petrus 2 gaat het puur over het naleven van onze verantwoordelijkheden als Nederlandse staatsburgers; namelijk dat wij ons onderwerpen aan het civiel recht, strafrecht en bestuursrecht en alles dat daaronder valt.
Maar op het moment dat de staat zich gaat bemoeien met zaken zoals kerkrecht, vrijheid van godsdienst, vrijheid van eredienst, dan wordt dit zoals ik zei, erg tricky.
Wanneer de staat ons gaat verbieden om de geboden vanuit de Schrift na te kunnen leven, om bijvoorbeeld als plaatselijke kerk samen te komen, samenzang, mensen dopen, het nuttigen van het Heilig Avondmaal, etc. dan is Romeinen 13 en 1 Petrus 2 niet langer van toepassing. Wat doen we dan?
Daarom vragen Casper en ik jullie continu om te bidden voor ons als kerk, voor ons als kerkleiding. Dit is voor ons nieuw, wij hebben nog nooit eerder te maken gehad met dit soort keuzes. Wij hebben Gods leiding en Gods kracht hierin keihard nodig.
Nogmaals, het is nu nog niet aan de orde, maar ik ben er persoonlijk van overtuigd dat het niet makkelijker gaat worden, dus moeten wij over deze dingen nadenken en moeten wij ernstig bidden om Gods wil en wijsheid.
Niemand behalve God Zelf weet wat de toekomst voor ons in petto heeft. Maar er zijn tekenen dat het leven op aarde radicaal aan het veranderen is en er zijn tekenen dat de wereld klaargestoomd wordt voor de komst van de antichrist. Het is des te belangrijker dat wij ons geestelijk goed voorbereiden en dat wij een geestelijk calamiteitenplan hebben.
Dus, voor alle duidelijkheid. Handelingen 4 is toepasselijk wanneer er een algeheel verbod opgelegd wordt op het vervullen van de grote opdracht. En Romeinen 13 en 1 Petrus 2 is op ons van toepassing als individuen en als organisatie waar het gaat om civiel recht, strafrecht en bestuursrecht en alles dat daaronder valt.
Wat kunnen en moeten wij hiermee? Ik geloof dat er op z’n minst twee concrete dingen zijn die eenieder van ons kunnen en moeten doen.
Ten eerste is het van levensbelang dat wij onze ogen gefixeerd houden op Jezus Christus, de Leidsman en Voleinder van ons geloof, want Hij heeft het laatste woord. Hij zal ons leiden in deze verwarrende tijden.
Mattheüs 16:18b – “Ik zal Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen.”
Wij mogen er voor 100% zeker van zijn dat Jezus Zijn gemeente aan het bouwen is en dat de kracht van de hel, de kracht en de macht van satan Jezus’ plan en bouwwerk niet zal platleggen. Jezus zal Zijn werk afmaken.
Maar omdat wij met ons beperkt zicht nu zoveel om ons heen zien gebeuren kan het erop lijken dat de satan wel aan het winnen is. Maar als je het bekijkt over de afgelopen 2.000 jaar dan zie je dat Jezus overwinnaar is.
Kijk alleen al naar het feit dat jij en ik tegen alle verwachtingen in door de Heere gered zijn. Jouw en mijn redding getuigd van de almacht van de Heere Jezus Christus. Satan heeft onze redding niet kunnen tegenhouden.
Vooral voor jou en mij is er de belofte en de bemoediging dat Jezus, Die in ons een goed werk begonnen is, dat voltooien zal tot op de dag van Jezus Christus. (Filippenzen 1:6)
Hoe jij en ik onze ogen gefixeerd kunnen houden op Jezus is door Jezus te leren kennen door je Bijbel te leren kennen. Ik weet het, ik klink als een kapotte plaat, maar er is geen kortere weg, er is geen sneltoets of een QR-code om Jezus te leren kennen. Je moet nou eenmaal je Bijbel leren kennen. Jezus is het levende Woord van God en de Bijbel is het geschreven Woord van God dat het levende Woord aan ons bekend maakt.
Het tweede concrete dat eenieder van ons kan doen is liefde en begrip voor elkaar hebben. Zoals ik zei zijn de meningen en de opvattingen van wat er gaande is uiteenlopend. En als jij er bijvoorbeeld van overtuigd bent dat de Coronacrisis niet serieus genomen moet worden omdat het een of ander complot is dan moet je jouw mening niet bij anderen gaan opleggen die wel vinden dat de Coronacrisis serieus genomen moet worden, en visa versa.
Satan kan en wil deze crisis gebruiken om verdeeldheid in de kerk te brengen, en als wij daar niet voor waken dan is het zo gebeurt. Daarom de volgende verzen:
Filippenzen 2:3 – “Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf.”
Romeinen 12:10 – “Heb elkaar hartelijk lief met broederlijke liefde. Ga elkaar voor in eerbetoon.”
Efeze 4:1-3 – 1Zo roep ik, de gevangene in de Heere, u op tot een wandel die de roeping waarmee u geroepen bent, waardig is, 2in alle nederigheid en zachtmoedigheid, met geduld, door elkaar in liefde te verdragen, 3en u te beijveren om de eenheid van de Geest te bewaren door de band van de vrede:”
Als je de bottom line van de boodschap van de Bijbel wil weten v.w.b. onze verantwoordelijkheid dan komt het uiteindelijk neer op twee dingen: God liefhebben en je naaste liefhebben. Dit kan eenieder van ons die wedergeboren is door de Geest van Christus.
Alle instructies daar omheen dragen hieraan bij. Love God and love people!