Daniël 2:24-49 Jouw toekomst ligt in Gods hand
De toekomst is iets ongrijpbaars, iets dat we wíllen weten, maar niet te pakken krijgen. Zeker als de toekomst onzeker lijkt, als er dingen niet gaan zoals we willen, voelt de toekomst misschien zelfs wel eng. Dit is waar Daniël stond, een onzekere toekomst. En toch vertrouwde hij God.
- Daniël wist: God weet álles, Hij ziet álles en Hij heeft álles onder controle. Daniël mocht dat zien in deze situatie, dat zijn leven bedreigd werd. Hij mocht zien dat God het niet alleen wéét, maar dat Hij ook leidt én te vertrouwen is richting de toekomst.
- Door de profetie die Daniël uitspreekt, weten we: Jouw toekomst ligt in Gods hand.
v24-28 Daniël gaat in geloof
God leidde Daniël, en zijn vrienden, in gebed om Zijn wil te vinden. Nu moest Daniël praten met de koning, om de droom uit te gaan leggen.
- Bedenk, dit is niet makkelijk. Ondanks dat God net de droom verteld heeft én de uitleg gaf, moet Daniël nog steeds naar een boze man, die onvoorspelbaar reageert. Het is en blijft een stap in geloof om te gaan en te doen wat God vraagt.
Maar, na zijn lofzang op God (v20-23), na Gods antwoord in gebed (v19), ging Daniël naar Arioch (v24) om naar de koning te gaan. Hij beloofde Arioch dat hij “de koning de uitleg” zou geven. Daniël heeft hier dus een rotsvast geloof, dat God hem daadwerkelijk álles heeft laten zien wat hij moest weten.
- Wat een vertrouwen is dit in God! Hoe mooi is het dat Daniël zo naar de Heere keek, wat een voorbeeld is hij hierin ook voor ons. Zo op God vertrouwen is namelijk gevoelsmatig niet altijd makkelijk. De situatie is namelijk nog niet veranderd, terwijl wij dat vaak wel éérst willen.
Hij werd “met spoed bij de koning” gebracht (v25), waar Arioch even met de eer ging strijken dat híj iemand gevonden had die de koning kon helpen. Nebukadnezar vroeg (v26) of Daniël hem kon helpen, waarna Daniël een prachtig antwoord geeft (v27-28).
- Daniël erkent, mét de Chaldeeën, dat niemand de koning vertellen wat hij wil (v27). “Maar er is een God in de hemel” (v28). Dit zijn prachtige woorden; woorden van geloof, overgave, ontzag, liefde. Daniël ként deze God en díent deze God. Daniëls leven ligt in Zijn handen.
- Die God “heeft koning Nebukadnezar laten weten wat er in later tijden gebeuren zal”. Ook hier zegt Daniël hele grote dingen over God: God gaf de droom, God weet de toekomst en Hij laat de koning weten wat er gaat komen.
- Daniël heeft zo ontzettend veel ontzag voor God, zo veel respect. Hij heeft zo’n mooi, helder beeld van Wie God is. Natuurlijk is dat beperkt, natuurlijk is het gekleurd en niet compleet. Maar wát hij weet, lééft Daniël ook echt.
En dat is een groot voorbeeld voor ons: léven wat je wéét. Vaak wéten we veel meer dan dat we daadwerkelijk dóen. We laten daarmee ook zien dat we God veel minder vertrouwen dan we zeggen en misschien zelfs wel denken.
- Je wéét dat je leven in Gods handen ligt, maar lééf je dat ook? Vertrouw je Hem met ál je verlangens, zowel qua partner, als gezin, wel/geen kinderen, baan, gezondheid, kerk, etc.? Zie je God als betrouwbaar, óók als dingen niet gaan zoals jij het wil? En wat doe je dan?
- Je mag leren je leven écht in Zijn handen te leggen en Hem te vertrouwen. Met je huwelijk dat niet loopt zoals je wil, je gezin dat niet de samenstelling heeft dat je wil, de baan die niet ‘vervult’, de toekomst die onzeker lijkt. Vertrouw Hem.
Daniëls geloof wordt duidelijk doordat hij God vertrouwt, ongeacht alles. Arioch moest hem nog steeds doden, toch ging hij naar Arioch. Daniël moest de koning dingen gaan vertellen die niet leuk waren; hij moest over het einde van Nebukadnezars rijk gaan praten. En toch ging hij.
- Daniël leefde geloof, was écht overgegeven aan God. Zijn daden kwamen overeen met zijn woorden. En dat is het Bijbelse voorbeeld. Woorden en daden die matchen; geloof dat gelééfd wordt. Dat is wat Daniël, Paulus, Petrus, maar bovenal Jezus aan ons liet zien. Volg hen na.
v29-35 Daniël vertelt de droom
Vanaf hier moet het gaan gebeuren: Daniël had zowel de droom als de uitleg beloofd. En nu (v29) begint het. Daniël benoemt de gedachten van Nebukadnezar, “wat hierna gebeuren zal”. Daniël wijst aan dat alleen God die dingen kan openbaren.
- Zoek dus ajb voor je toekomst ook nergens anders dan bij God. Zoek het niet bij mensen, in astrologie, in Tarotkaarten, handlezingen, etc. Alleen de God van de Bijbel weet de toekomst, alleen Hij kan dit vertellen. Hij heeft de toekomst vast; stel je vragen aan Hem.
- Dat is niet gezegd dat Hij jou de toekomst zo gaat vertellen als bij Nebukadnezar. Het gaat initieel om het geloof dat Hij het weet én het onder controle heeft. Daar begint het, dat is leven in geloof en overgave.
Daniël erkent (v30) dat hij deze wijsheid niet zélf heeft, maar gekregen heeft voor de koning. De droom die God gaf, was een “een groot beeld” (v31), ‘hoog, glanzend en afschrikwekkend’. Het beeld bestond uit de volgende delen:
- Een gouden hoofd, borst en armen van zilver, buik en dijen van brons (v32); benen van ijzer, en voeten van ijzer en leem (v33). Nebukadnezar keek naar het beeld, tot “niet door mensenhanden een steen werd afgehouwen” (v34) en het beeld “verbrijzelde”.
- Alle delen van het beeld werden “tegelijk verbrijzeld” (v35) en als kaf met de wind weggevoerd. De steen die dit alles veroorzaakte, “werd tot een grote berg en vulde de hele aarde”.
Hoe verbijsterend moet dit voor Nebukadnezar geweest zijn? Daniël vertelt hem hier zijn gedachten (v29) én de droom die hij had (v30-35). Menselijk gezien is dat allemaal al onmogelijk, en toch gebeurt het hier.
- Hoe groot is onze God, dat Hij dit allemaal weet én communiceert? Hij laat ook zien dat Hij álles onder controle heeft, want Hij gaf de droom, had Daniël in de positie gebracht om dit te vertellen én zorgde ervoor dat Arioch en de koning hem goed gezind waren in dit alles.
v36-45 De uitleg van de droom; God weet de toekomst
Niet alleen heeft God de droom gegeven, Hij gaf Daniël ook de uitkomst (v36). Daniël sprak Nebukadnezar aan zoals koningen aangesproken werden, “koning der koningen” (v37). Hij is dat, omdat Daniëls God hem die plek gegeven heeft.
- Overal waar Nebukadnezar kwam, overwon hij. Hij was een briljant militair strateeg, hij won in Assyrië, Egypte, Israël, Babel, etc. En nu hoort hij dat al die dingen niet door éigen kunnen waren, maar door de God van de Bijbel. Wat een boodschap voor Daniël om te brengen!
Jeremia 25:9 “zie, Ik ga een boodschap zenden en Ik zal alle geslachten uit het noorden halen, spreekt de HEERE, en ook een boodschap zenden naar Nebukadrezar, de koning van Babel, Mijn dienaar. Ik zal hen over dit land brengen, over zijn inwoners en over al deze volken rondom. Ik zal hen slaan met de ban en hen stellen tot een verschrikking, tot een aanfluiting, en tot eeuwige puinhopen.”
- God maakt door Jeremia duidelijk dat Nebukadnezar Zijn dienaar is. Dat deze koning slechts doet wat God al bedacht had. De toekomst ligt in Gods hand. In dit geval de toekomst van Israël, Nebukadnezar én Babel; in het verlengde ook jouw toekomst.
Nebukadnezar is, in de droom, “het gouden hoofd” (v38). Hij is door God aangesteld als heerser, als machtigste van de koninkrijken, als meest waardevolle van de 4 rijken. Dit is een mooi compliment en tegelijk laat God zien dat er een einde komt aan dit machtige rijk.
- Ná Nebukadnezar, komt een “ander koninkrijk”, de ‘borst en armen van zilver’ (v32). Hier laat God al zien dat er een ander rijk op zal komen, dat Nebukadnezar, het Babylonische rijk, zal overwinnen. Dit rijk is het Medo-Perzische rijk; dit was aan de macht van 539-331 BC.
- Koning Cyrus overwon het Babylonische rijk, waarna de Medo-Perzen de wereldmacht werden van die tijd. Over deze Cyrus wordt in Jesaja 44 en 45 gesproken, dit is ook de koning die Israël, in Ezra 1, toestond om terug te keren naar Israël.
- Hier zien we dus ook dat God de toekomst in Zijn handen heeft. Hij wist welke koning er aan de macht moest zijn, op welk specifiek moment, om Zijn wil voor Zijn volk gedaan te krijgen. God heeft alle macht, altijd, in elke situatie.
- Koning Cyrus overwon het Babylonische rijk, waarna de Medo-Perzen de wereldmacht werden van die tijd. Over deze Cyrus wordt in Jesaja 44 en 45 gesproken, dit is ook de koning die Israël, in Ezra 1, toestond om terug te keren naar Israël.
- Hierna kwam “het derde koninkrijk, van brons, dat heersen zal over de hele aarde”. Dit verwijst naar het Griekse rijk, initieel geleid door Alexander de Grote. Na de dood van Alexander werd het rijk verdeeld onder zijn generaals. Dit rijk was de grootste van 331 – 163 BC.
- De Grieken overwonnen de Medo-Perzen, specifiek koning Darius. Het rijk van de Grieken liep van de Middellandse Zee, Egypte en Turkije, tot aan India, inclusief alle landen die daartussen lagen.
- De Grieken móesten dit doen, om de Griekse taal de normale taal van die tijd te maken. God gebruikte dat, zodat het Nieuwe Testament in het Grieks geschreven kon worden. Hij had ook hier de toekomst dus al in Zijn hand.
- De Grieken overwonnen de Medo-Perzen, specifiek koning Darius. Het rijk van de Grieken liep van de Middellandse Zee, Egypte en Turkije, tot aan India, inclusief alle landen die daartussen lagen.
- Het “vierde koninkrijk zal sterk zijn als ijzer” (v40). Het zou ‘verbrijzelen, vergruizen en verpletteren’. Dat is precies wat de Romeinen gedaan hebben; het Romeinse rijk verbrijzelde bijna elke tegenstander. Ze waren superieur aan bijna alle vormen van tegenstand.
- Zowel vroeg-Joodse- als christelijke commentaren zien het 4e rijk als Rome. Ze zagen wát en hóe Rome deed en hoe lang Rome aan de macht was. Ook de invloed van het Romeinse rijk is ongeëvenaard: wetten, taal, bouwwerken, cultuur, etc.
- Ook dit werd door God gebruikt. Rome bouwde wegen, keizer Augustus wilde het volk tellen (Lukas 2) waardoor Jozef en Maria naar Bethlehem gingen, Rome bracht relatieve rust waardoor de apostelen veel konden reizen.
- God zette álles klaar, inclusief welke rijken er aan de macht waren. Hij zorgde voor Zijn volk Israël, Hij hield Zich aan Zijn beloftes richting Israël, alles werd klaargezet voor de Messias en in het verlengde om de kerk te stichten.
- Zowel vroeg-Joodse- als christelijke commentaren zien het 4e rijk als Rome. Ze zagen wát en hóe Rome deed en hoe lang Rome aan de macht was. Ook de invloed van het Romeinse rijk is ongeëvenaard: wetten, taal, bouwwerken, cultuur, etc.
- Het laatste koninkrijk, “de voeten en de tenen” (v41) is “een verdeeld koninkrijk”. Dit rijk zal ‘deels sterk en deels zwak’ zijn (v42). IJzer en leem samen wordt nooit zo sterk als ijzer is. De rijken worden steeds minder in waarde dan de rijken ervoor.
- Het idee van het ‘vermengen door menselijk zaad’ (v43) lijkt te verwijzen naar het mengen van groepen mensen ín dat 5e rijk. Dit lijkt dan, met de logica van Daniëls tijd, over huwelijk te gaan. Maar ook die ‘samenvoeging’ houdt geen stand.
- Dit is het enige koninkrijk, zeker als we de context van de rest van Daniël en Openbaring meenemen, dat nog niet gekomen is. Er zullen ‘koningen’ zijn (v44), er is nog geen wereldrijk geweest, dat hierop lijkt.
- Er is veel speculatie over wat dit koninkrijk nou precies is. En we weten niet precies hóe dit rijk zal zijn. Doordat het over “ijzer” gaat, denkt men dat het oude Romeinse rijk op een manier weer tot leven komt, maar dan aangepast.
- Het idee van het ‘vermengen door menselijk zaad’ (v43) lijkt te verwijzen naar het mengen van groepen mensen ín dat 5e rijk. Dit lijkt dan, met de logica van Daniëls tijd, over huwelijk te gaan. Maar ook die ‘samenvoeging’ houdt geen stand.
Tegelijk gaat God ook dit gebruiken om uiteindelijk Zijn wil gedaan te krijgen, want Hij regeert óver dit rijk. Hij heeft al gezegd dat ook dít rijk niet zal blijven, er komt een rijk dat God Zélf zal laten opkomen. En dat spreekt over het laatste rijk, de regering van Jezus.
- God zal (v44) een “Koninkrijk doen opkomen dat voor eeuwig niet te gronde zal gaan”. Het zal een blijvend koninkrijk zijn. De rest zal ‘verbrijzeld’ worden, terwijl het zelf ‘voor eeuwig stand zal houden’. Alles zal verbleken bij dit ultieme koninkrijk.
- De steen (v34) kan een mooie verwijzing zijn naar Jezus als onze Rots (1 Korinthe 10). Dit wordt ook in Jesaja 8:14, 28:16, Psalm 118:22, maar ook in Mattheüs 21, Markus 12, Handelingen 4, etc. aangehaald. Jezus is de Rots.
- En Zíjn heerschappij is voor eeuwig. Zijn koninkrijk zal niet eindigen. Het einde wordt hier aangekondigd, Jezus zál overwinnen. Er is geen vraag van óf God overwint, de vraag is wannéér. Onthoud dat goed.
- Dit is waar we naar uitkijken, dit is de toekomst die voor ons ligt. Jezus gáát regeren, Jezus zál voor eeuwig op de troon zitten. Dit is de realiteit die Daniël doorgeeft aan de koning, de realiteit die jij mag leren accepteren.
- De steen (v34) kan een mooie verwijzing zijn naar Jezus als onze Rots (1 Korinthe 10). Dit wordt ook in Jesaja 8:14, 28:16, Psalm 118:22, maar ook in Mattheüs 21, Markus 12, Handelingen 4, etc. aangehaald. Jezus is de Rots.
De profetieën over koninkrijken kunnen ver van je bed voelen. Ze kunnen voelen als iets interessants voor theologen, mensen die gek zijn op het OT, maar niet voor jou. En dan wil ik je vertellen dat je het mis hebt. Deze profetieën laten ons zoveel zien over God!
- Het laat zien dat Hij écht almachtig is, dat Hij álles en íedereen kan gebruiken tot Zijn eer. We zien dat Hij koningen macht geeft en hun macht ook weer weghaalt. We zien Gods soevereiniteit aan het werk.
- We zien ook Zijn trouw, aan Zijn volk en in het verlengde de mensheid. We zien Gods hart voor redding, Hij zette alles klaar voor Jezus om te komen. We zien Gods liefde, Gods geduld, Zijn heiligheid en rechtvaardigheid (Hij strafte elk rijk voor hun zonde).
Hoe geweldig is onze God! Hoe fantastisch is het dat Hij jouw leven in Zijn handen heeft?! Daniël is echt een boek waarin we God Zelf beter leren kennen, waarin Zijn karakter naar voren komt. En zeker in een tijd als dit hebben we dat nodig.
- Er is politieke onrust; wat gaat er gebeuren nu D66 de grootste partij is? Wat gaat de overheid worden en doen? Wat gaat dat betekenen voor ons als kerk, individuen, gezinnen, etc.? We weten het niet, maar we weten wel Wie alles in de hand heeft.
- Het boek Daniël hoort ons rust te geven over o.a. politiek. We mogen zien dat als Hij despoten, alleen-heersende koningen, kan sturen, Hij dat ook kan in Nederland. God is niet veranderd; vertrouw jij God met onze politieke situatie?
- Er is financiële onrust; kosten stijgen, huizen worden duurder, lonen stijgen niet zo hard mee, etc. Het ‘kan niet zo blijven’; en dat kan onrustig maken. Hoe betaal je de rekeningen? Hoe kan ik een huis betalen? Studerende kinderen, boodschappen, energiekosten, etc.
- Ook dit is in Gods handen. Psalm 50:10 zegt dat God vee op 1000 heuvels bezit; Hij laat door Daniël zien dat Hij álles in de hand heeft. Dat betekent dat ook het financiële stuk in Zijn hand ligt. De vraag is alleen of jij Hem vertrouwt met jouw financiën?
- Misschien heb je familiaire onrust, onrust op werk, in je straat of ervaar je onrust in deze kerk of zit je met onrust uit een vorige kerkelijke situatie. We zien tot nu toe dat God álles onder controle heeft, dat álles in Zijn handen ligt.
- Dat betekent dat jij mag leren om Hem te vertrouwen met álles. Elke vorm van onrust die je ervaart mag je aan Zijn voeten leggen. Bewust uitspreken in gebed dat je het aan Hem geeft, dat je Hem vertrouwt. Dát is overgave.
- En elke keer dat de vijand je hierin aanvalt, de onrust, de last, de zorgen teruggeven aan God. De vijand zál je hierin namelijk aanvallen. God belooft rust (Mattheüs 11); dan wil satan je beroven ván die rust.
- Dat betekent dat jij mag leren om Hem te vertrouwen met álles. Elke vorm van onrust die je ervaart mag je aan Zijn voeten leggen. Bewust uitspreken in gebed dat je het aan Hem geeft, dat je Hem vertrouwt. Dát is overgave.
1 Petrus 5:7-9 “Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u. Wees nuchter en waakzaam; want uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden. Bied weerstand aan hem, vast in het geloof, in de wetenschap dat hetzelfde lijden ook aan al uw broeders in de wereld opgelegd wordt.”
Wat jouw zorgen, jouw onrust, ook zijn: werp ze op Hem. Het gaat hier echt om een ‘werpen’, ‘gooien’. Dát mag je doen; al je zorgen aan Jezus’ voeten gooien, want Hij kan het aan. Ook wanneer satan rondgaat, wanneer Hij brult en angst probeert aan te jagen. Juist dan: werp alles op Hem.
- Je biedt weerstand aan de duivel, door naar Jezus te gaan en álles aan Hem te geven. Je biedt weerstand door God om hulp te vragen in gebed. Je biedt weerstand door sámen te bidden, Gods Woord te openen en God te gaan zien dóór het Woord heen. Dat heb je nodig.
Daniëls leven was in gevaar en hij ging naar God (v13-23). Daniël moest een moeilijke boodschap brengen aan een koning die hem kon doden; en hij deed het, omdat hij God vertrouwde. Daniël koos voor God, leefde voor God, wist dat zijn leven, zijn toekomst, in Gods handen lag. En dat was genoeg.
- Hoe zit dat met jou? In wiens handen zie jij jouw toekomst? Heb jij vertrouwen in God, dat Hij het beste met jou voorheeft? Of wil je zélf je toekomst bepalen? Leg alles in Zijn handen, want Hij laat door Daniël 2 zien, dat Hij wereldmachten stuurt om Zijn wil te doen. Vertrouw Hem.
v46-49 De koning erkent dat God de toekomst vast heeft
Na dit bizarre gesprek, kan Nebukadnezar alleen maar aanbidden (v46). Hij begint met verkeerde aanbidding, het aanbidden van Daniël. Hij liet ook een “offergave” en “een aangenaam reukwerk” brengen richting Daniël.
- In v47 zien we de focus verschuiven van Daniël naar God. Hij erkent dat de God van Israël “de God der goden en de Heere der koningen” is. Bedenk dat dit een bizarre uitspraak is voor een koning die als godheid werd gezien, vele afgoden had en een eigen oppergod had.
- Gods werk objectief bekijken doet precies dit met de mens. God “openbaart verborgenheden”, Hij bewíjst God te zijn. Als je naar Zijn daden gaat kijken, zoals opgeschreven in de Bijbel, zie je Wie Hij is en dat Hij álles in de hand heeft.
- Wat doet het zien van Gods daden (nog) met jou? Geeft het jou nog ontzag voor God? Ben jij nog onder de indruk van Hem en Zijn werk? Zetten Zijn daden nog aan tot aanbidding, overgave en ontzag voor God? Als niet, vraag Hem jou bekering te geven.
In v48-49 zien we o.a. waarom God dit alles deed: Hij gebruikte dit om Daniël, Sadrach, Mesach en Abed-Nego op hoge plekken in Babel te krijgen. God had de toekomst van Babel duidelijk gemaakt, maar Hij had ook deze jongens, Israël en de rest van de wereld in Zijn hand.
- Vanaf deze plek konden ze invloed uitoefenen op het grootste koninkrijk van die tijd. Ze konden een Bijbels perspectief geven aan deze goddeloze koning, ze konden de zaak van hun volk behartigen. Dat zie je bijvoorbeeld in hoe Daniël met Cyrus praat (Daniël 11).
- God had Daniël en zijn vrienden in Zijn hand. Hij had Israël in Zijn hand, maar Hij laat daar doorheen ook zien dat Hij jóu in Zijn hand heeft. Jouw toekomst is veilig bij Hem, jouw leven ligt in Zijn hand. Accepteer dat, geef jezelf daaraan over. Vertrouw Hem.
God gaf Nebukadnezar een bizarre droom. Hij liet zien welke rijken er gingen komen en wat zelfs voor ons nog toekomstig is. Dóór dat alles heen, laat God Zijn almacht, alwetendheid, soevereiniteit, etc. zien. Hij is de Grote God, Die alles onder controle heeft, alles in de hand heeft.
- Dat is de God Die jóuw God is en wil zijn. Hij wil dat jij overgegeven aan Hem leeft, Hem je héle leven geeft. Al je vragen, twijfels, onzekerheid, onrust, gehoopte zekerheid, dingen waar je ‘recht op denkt te hebben’, etc. Leg dat bij Hem neer, want Hij weet álles beter.
- In hoeverre ben jij écht aan God onderworpen? In je eigen hart en gedachten, je huwelijk, gezin, werk, thuissituatie, fysieke-, geestelijke of financiële situatie; is dat écht aan Hem onderworpen? Of probeer jij de touwtjes in handen te houden?
Jouw toekomst ligt in Gods hand, accepteer dat. Leef daarnaar, geef je over aan die rustgevende waarheid. Je hoeft het niet zelf te weten of regelen, druk van anderen maakt niet uit; God heeft jouw toekomst. Geef álles over aan Hem.
Als je nog niet gelooft, vandaag is de dag. De historische accuraatheid van Daniëls profetieën bewijzen dat God is Wie Hij zegt te zijn. Hij heeft álles in de hand, Hij weet álles. En in dat alles kent Hij jou, houdt Hij van jou en gaf Hij Zijn Zoon voor jou. Geloof in Hem, want geloof redt.
Christen, jouw toekomst ligt in Gods hand. Leef daarnaar.
- Welke zorgen heb jij? Waar ben jij onrustig over? Geef dat aan God
- Wie bepaalt jouw toekomst? Laat God jouw toekomst leiden, niemand anders
- Is jouw héle leven aan Hem gegeven? Of heb je nog ‘rechten’, dromen, etc. die je niet aan Hem gegeven hebt?
2 Petrus 3:18 “Maar groei in de genade en kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, zowel nu als in de dag van de eeuwigheid. Amen.”