v11-12
Zoals vaker in het Woord, wordt er een contrast geschetst. Paulus begint hier vanuit het “vroeger”. Hij spreekt hier in eerste instantie tegen de heidenen uit de kerk, de niet-Joden.
De heidenen leefden eerst naar het vlees, zoals vorige week besproken. Hun wandel was naar het vlees, de wil van de satan en de wil van de wereld (v2-3). Paulus herinnert de heidenen aan wat ze deden, om de nieuwe situatie aan te kunnen geven.
Galaten 5:19-21 “Het is bekend wat de werken van het vlees zijn, namelijk overspel, hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, vijandschappen, ruzie, afgunst, woede-uitbarstingen, egoïsme, onenigheid, afwijkingen in de leer, jaloersheid, moord, dronkenschap, zwelgpartijen, en dergelijke; waarvan ik u voorzeg, zoals ik ook al eerder gezegd heb, dat wie zulke dingen doen, het Koninkrijk van God niet zullen beërven.”
Paulus geeft aan dat de dingen uit Galaten 5 zijn zoals we vroeger wandelden. Dat is ons oude leven, uit ons oude denken, met onze oude cultuur.
Nu horen we te wandelen naar de Geest, door de leiding van de Heilige Geest.
Als jij nog niet in God gelooft, wil God dat jij je afkeert van je zonden, dat je je bekeert van je zonde en Zijn offer aanneemt. God wil dat je Hem om vergeving vraagt, want Hij heeft het allerbeste aanbod voor je dat je ooit kan wensen. Hij wil jouw rotzooi nemen en jou Zijn perfectie geven. Hij jouw zonde, jij eeuwig leven.
De heiden wordt er ook aan herinnerd dat de Jood vroeger de heiden “onbesneden” noemde. Dat was een soort scheldwoord dat gebruikt werd richting de heiden. De Joden gebruikten dat om neerbuigend over de heidenen te praten.
De Jood werd fysiek besneden, op de 8e dag. Paulus geeft aan in Romeinen 2:28-29 dat wat echt belangrijk is, is om geestelijk besneden zijn, oftewel dat wegsnijden uit je leven dat geestelijk dood hoort te zijn. De christen hoort God dat uit zijn/haar leven weg te laten halen dat God niet eert, we horen dat aan God te vragen, elke dag opnieuw.
Paulus gaat verder door te benadrukken dat de heiden vroeger zonder Jezus leefde, geen burger van het bevoorrechte Israël was en geen deel van Gods verbond.
In Deuteronomium 5 legt God uit dat Hij Israël koos, niet omdat zij zo sterk of groot waren o.i.d., maar Hij kiest omdat Hij God is. Hij kiest om redenen die wij niet snappen. God wilde dat Israël heilig voor Hem zou leven, heilig naar Zijn standaard. Vervolgens wilde Hij dat Israël God aan de wereld zou laten zien, juist doordat ze anders waren dan de rest.
Zonder God hadden we geen hoop, geen toekomst om naar uit te kijken. Het nieuws tegenwoordig, hoe kijk je dat zonder de hoop van de Bijbel? Ik zou er moedeloos en hopeloos van worden.
1 Petrus 1:8-9 “Hoewel u Hem niet gezien hebt, hebt u Hem toch lief. Hoewel u Hem nu niet ziet, maar gelooft, verheugt u zich met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde, en verkrijgt u het einddoel van uw geloof, namelijk de zaligheid van uw zielen”
Dit geeft zoveel rust, zoveel vrede, dit is zo’n fantastische toekomst in en door God, door Jezus, door Zijn wil.
Waar hoop jij op? Waar baseer jij je hoop op? Op je eigen kunnen? De overheid? Je werk? Of op God, Zijn waarheid, Zijn liefde, Zijn genade.
God wil jouw eeuwige hoop geven, rust, vrede. Hij wil jou alles geven dat je nodig hebt, zelfs dingen waar je niet van wist dat je ze nodig had. God wil jouw leven opruimen, Hij wil jou naar Zichzelf toetrekken. Hij wil jou laten zien hoeveel Hij van jou houdt.
v13
Maar nu, in Christus. Hij schetst hier eenzelfde contrast als in v4 (Maar God). Vroeger vs nu.
Nadat Paulus naar het verleden keek, focust hij zich nu op het heden. Hij maakt duidelijk dat dit alleen in Christus is, alleen door het bloed van Jezus Christus.
Jezus heeft ons gebracht van veraf van God, naar dicht bij God. Dat is wat Zijn offer voor ons bewerkt heeft.
Jesaja 53:4-6 “Voorwaar, onze ziekten heeft Hij op Zich genomen, ons leed heeft Hij gedragen. Wij hielden Hem echter voor een geplaagde, door God geslagen en verdrukt. Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen.”
Jezus heeft dit voor jou gedaan, Hij heeft dit voor jou gedragen. Hij droeg jouw zonde, jouw ziekte, jouw pijn; Hij heeft alles op Zich genomen. Hij heeft de straf gedragen die jij verdiende, door de zonde die jij beging.
Dat is de liefde van Jezus, dat is het werk van God. Dit is de liefde en genade die Hij jou aanbiedt. Dit is wat Hij de mens aanbiedt. Jezus heeft dit gedaan, het enige dat jij hoeft te doen is Hem aannemen, dit offer aannemen.
v14-16
v14
Paulus maakt de christen duidelijk wat Jezus gedaan heeft: Hij heeft vrede bewerkt. De vroegere situatie, de vijandschap tussen God en mens door onze zonde, die is door Jezus hersteld. Jezus heeft vrede gebracht (Jesaja 9:5), Hij heeft de situatie hersteld naar hoe God het bedoeld heeft.
Jezus heeft nog meer gedaan: Hij heeft eenheid gebracht tussen Jood en heiden. Hij heeft de vijandschap die er tussen Jood en heiden was, weggenomen.
Paulus noemt die vijandschap hier een tussenmuur. In de tempel in Jeruzalem was er in die tijd een voorhof voor de heidenen (Handelingen 21:26-29). Op straffe des doods mochten de heidenen niet verder de tempel in, dat was alleen voor Gods volk, de heidenen.
Dat is wat Jezus weggehaald heeft, dat is wat Jezus aangepakt heeft. In onze tijd zetten wij ook muren tussen mensen neer. Wij zetten muren tussen mensen van verschillende afkomsten, geslachten, etc. neer. Jezus is gekomen om dat allemaal weg te nemen. In de kerk van God hoort een andere cultuur te heersen dan in de wereld. Paulus heeft al een aantal keer gesproken over het contrast tussen wereld en kerk, dit is een van die contrasten. De cultuur van de kerk is radicaal anders dan de cultuur van de wereld.
Hoe kijk jij naar de mensen binnen de kerk? Hoe kijk jij naar broeders en zussen, naar hun uiterlijk, hun afkomst, IQ, etc.? Zie jij mensen naar de zonden die ze begaan of begaan hebben? Of zie jij de kerk zoals God de kerk ziet? Zie jij Zijn kinderen die Hij gekocht heeft met het bloed van Zijn Zoon? Zie jij vergeven mensen die onderweg zijn naar gelijkvormig zijn aan Jezus?
v15
Jezus heeft de vijandschap weggenomen in Zijn vlees. Hij moest mens worden, om alle verschillen die wij opwerpen weg te kunnen nemen. De incarnatie, God Die mens wordt, was nodig om de vijandschap tussen mensen weg te nemen. De kruisiging, God Die voor de zonde van de mens stierf, was nodig om dit voor elkaar te krijgen.
Wat betekent het dat Jezus de wet teniet gedaan heeft? Dat we ons niet meer aan de wet hoeven te houden? Dat het OT overbodig is? Nee.
Jezus heeft de morele wet niet teniet gedaan, de 10 geboden (Johannes 14:15), maar wel de voedselwetten, de reinigingswetten, etc. Alles dat het Joodse systeem in stand hield, het zelf proberen te houden van de wet, dat heeft Jezus teniet gedaan.
Paulus zegt hier dat er nu 1 groep is, 1 geloof, 1 identiteit, 1 cultuur. In Efeze 4 gaan we daar nog verder op in. Dit alles is alleen mogelijk door Jezus Christus, door Zijn werk aan het kruis van Golgotha. Jezus heeft vrede gebracht, Hij is de Vredevorst (Jesaja 9:5).
v16
Jezus wilde Jood en heiden in 1 lichaam verzoenen/bij elkaar brengen, namelijk in Zijn lichaam de kerk. Dat is het doel geweest van Zijn werk. Jezus’ werk op aarde had vele doelen, die allemaal samenkomen in het feit dat we een relatie met God mogen hebben, zoals die bedoeld is door God.
Dit zijn van 1 lichaam was een gigantische (cultuur)schok voor de Jood en de heiden. Ze moesten elkaar helemaal niet, ze verachtten elkaar. De Jood keek neer op alles wat niet-Jood was en de niet-Jood verachtte het Joodse systeem.
In Christus mogen we allen in complete vrijheid bij God komen, we mogen Hem in vrijheid dienen. In en door Jezus mogen wij genieten alle privileges die komen bij het kind-van-God zijn. ‘The cross is the ultimate equalizer’
Barnes: “De beste manier om vrede te brengen tussen vervreemde gedachtegangen [Jood vs heiden] is door ze naar Dezelfde Redder te brengen.“
De reden voor deze andere cultuur is het kruis van Jezus Christus. Hij heeft alle verschillen weggenomen door voor ons te sterven aan het kruis. Het kruis van Jezus, het offer van Jezus, is de reden voor de eenheid in de kerk. Er kan niks meer tussen mensen in staan, qua cultuur, omdat Jezus elke andere cultuur teniet heeft gedaan.
Achtergrond, IQ, geslacht, leeftijd; het doet er niet toe in Jezus. Hij houdt van jou, Hij is voor jou gestorven, Hij wil jou aannemen als Zijn kind. Jezus’ liefde voor de mens wordt duidelijk in en door dit offer, maar ook door de nieuwe cultuur die er in de kerk hoort te zijn. In Johannes 13:35 zegt Jezus dat de kerk te herkennen hoort te zijn aan onderlinge liefde, onvoorwaardelijke liefde. Dat is de cultuur die we horen te hebben, de cultuur waarJezus voor gestorven en opgestaan is. Dit is een cultuur die de wereld niet kent, een bovennatuurlijk wonder van God.
Ik heb het nu een aantal keer over cultuur gehad en hoe die wel en niet hoort te zijn. Maar wat zegt de Bijbel hier verder over? De cultuur waar Paulus het over heeft bestaat uit 2 dingen, 1) wat de kerk hoort te doen, 2) de houding van de kerk.
1) Handelingen 2:42 “En zij volhardden in de leer van de apostelen en in de gemeenschap, in het breken van het brood en in de gebeden.”
Dat is waar je naar moet zoeken in een kerk, dit is wat een kerk minimaal moet doen. Dit kan vele vormen hebben, maar dit is wat de kerk hoort te doen.
2) Romeinen 12:10-13, 15 “Heb elkaar hartelijk lief met broederlijke liefde. Ga elkaar voor in dienstbetoon. Wees niet traag wat uw inzet betreft. Wees vurig van geest. Dien de Heere. Verblijd u in de hoop. Wees geduldig in de verdrukking. Volhard in het gebed. Wees deelgenoot in de noden van de heiligen. (...) Verblijd u met hen die blij zijn, en huil met hen die huilen.”
Dit is het hart van de kerk: liefde, dienstbaarheid, vurig voor God, blij, geduldig, volhardend, vol compassie. Dat is de cultuur van de kerk.
Doen wij dit? En is dit ons hart? Doe jij dit en is dit jouw hart?
God wil dat jij hier deel van bent. Als je al wel gelooft, vraag God waar jij kan meehelpen bij het doen van Handelingen 2:42 en om je hart te veranderen naar Zijn wil. Als jij nog niet gelooft, wordt deel hiervan door te gaan geloven. De band die christenen onderling hebben is ongelofelijk, ongekend en ongeëvenaard. Iedereen is welkom om daar deel van uit te maken, je hoeft alleen maar voor Jezus te kiezen.
v17-18
v17
In deze verzen bevestigt Paulus nogmaals dat het Evangelie gekomen is voor Jood (hen die dichtbij waren) en niet-Jood (hen die veraf waren). Kolossenzen 3:11 leert dat Jezus alles in allen is en dat daardoor alle barrières wegvallen, dat is Zijn Evangelie van vrede. Afkomst, huidskleur, etc. is allemaal niet van belang voor God, Hij houdt evenveel van iedereen. Hij houdt van elk mens, het maakt niet uit wat je gedaan hebt.
v18
We zien hier weer de Drie-eenheid terugkomen. Eerder al in H1 en H2, nu ook weer. Paulus zegt:
Door Hem (God de Zoon)
Door 1 Geest (God de Heilige Geest)
Toegang tot de Vader (God de Vader)
Dat is de Drie-eenheid in optima forma. Ze werken perfect samen, op een manier die wij niet snappen, om een doel te bereiken dat hoger en mooier is dan wij ooit zullen kunnen snappen.
Zie jij de broeders en zusters in de kerk als mensen met wie de Drie-eenheid bezig is? Hoe behandel jij je broeders en zusters? Hoe kijk jij naar hen? Heb jij een hart voor Gods kerk? Als niet, vraag Hem er om. Hij kan en wil het willen en werken in ons doen.
v19-22
Paulus eindigt dit stuk met een prachtige omschrijving van de kerk. We hebben eerder de omschrijving van het lichaam gezien, nu gaat Paulus de kerk vergelijken met een gebouw.
v19
Zowel de Jood als de heiden is geen vreemdeling meer, geen bijwoner. Niemand is aan de kant geschoven, niemand is minderwaardig of iets. We zijn nu allemaal medeburgers en huisgenoten van God, als we in Hem geloven, als we Jezus aannemen.
Laat dat even bezinken. God wil ons medeburgers maken, zelfs meer dan dat, huisgenoten. God geeft ons geen uithoek van Zijn stad, Hij geeft ons een plek in Zijn Koninklijk paleis. Hij zet ons niet weg in een krottenwijk, Hij geeft ons de plek van glorie en eer, Zijn huis.
Zelfs meer dan dat, de Griekse tekst wijst op het verkrijgen van alle rechten die bij de familie horen. God geeft ons alle privileges die horen bij het zijn van Zijn kind.
Dat is het voorrecht dat God voor jou weggelegd heeft. Hij wil dat jij de eeuwigheid bij Hem doorbrengt, in Zijn huis, Hij wil dat jij geniet van het zijn van Zijn kind. Hij wil dat jij Hem ziet zoals Hij is. Hij wil dat jij Zijn offer aanneemt, het kruis dat alle vijandigheid tussen God en mens weghaalt. Dat offer is voor vandaag, voor nu, voor dit moment. Kies op dit moment voor Hem, Hij staat met open armen op je te wachten.
v20
Deze waarheid is gebaseerd op een fundament: het getuigenis van de apostelen en profeten. Hiermee verwijst Paulus naar het OT (profeten) en NT (apostelen). Dat is de basis voor dit fantastische feit, Gods Woord. Om te weten, te snappen, te zien wat die zegen is moeten we Zijn Woord leren kennen. We moeten Zijn Woord beter en beter gaan leren kennen.
Hoe doe je dat? Lezen. Elke dag. Lees je Bijbel, bid elke dag, dat je groeien mag. Dat is een keuze, een wilsbesluit. Dat moeten we elke dag doen, elke dag voor kiezen. De vruchten ervan, het resultaat, is ongelofelijk. God gaat zulke grote en mooie dingen door die tijd heen doen.
Het fundament van het fundament is Jezus Christus. De hoeksteen is de belangrijkste steen van een bouwwerk, zonder die steen gaat het niet goed met het gebouw. Het fundament van de hele Bijbel is Jezus. De Bijbel gaat over Jezus, de kerk draait om Jezus, de kerk hoort dus ook de cultuur van Jezus te hebben.
Wat is het fundament van jouw leven? Is dat geld, carrière, familie, kinderen, IQ, etc? Of het onfeilbare Woord van God? Is jouw fundament Jezus of iemand anders?
v21-22
Het gebouw dat God aan het bouwen is, is gebouwd op Jezus Christus. Hij is het onwankelbare fundament. Jezus bouwt Zijn kerk (Mattheus 16:18), Hij is dus verantwoordelijk voor waar wij terecht komt, wat de juiste plek voor ons is.
Laat jij God bepalen waar jij moet zijn, wat jij moet doen en hoe je dat moet doen? Kerk, bediening, persoon om mee te trouwen, woonplaats, baan, etc. Bepaalt God of bepaal jij? Hoe wij Gods leiding zien, bepaalt de cultuur van ons hart. Dat zal ook de cultuur van de kerk vormen. Is dat cultuur zoals God het wil, of zoals jij het wil?
Om dit te doen, moeten wij de Geest van God in ons hebben. Op het moment dat je tot geloof komt woont de Heilige Geest in jou, Hij wil dat de Heilige Geest leiding over jouw leven krijgt.
Paulus vergelijkt de kerk hier met de tempel die in Jeruzalem stond. De tempel was de plek om God te ontmoeten, God te eren en over en van Hem te horen. De vergelijking met de kerk gaat helemaal op, want de kerk is nu een goede plek om God te ontmoeten, te eren en van en over Hem te horen. De vraag is of wij als kerk dat doen, de vraag is of wij als kerk voldoen aan wat God van ons vraagt.
De kerk hoort de plek te zijn waar Gods identiteit te zien is, de kerk hoort de plek te zijn waar Gods cultuur heerst. Geen onderscheid tussen mensen, afkomst, leeftijd, geslacht, IQ, carrière; het doet er allemaal niet toe bij God. We zijn gelijk, allemaal gelijk in Hem. We zijn een nieuwe schepping in God (2 Korinthe 5:17), dus hebben we een nieuwe identiteit en cultuur.
Afkomst mag geen reden zijn om een zonde in stand te houden. Opvoeding mag geen reden zijn om een zonde in stand te houden. We zijn nu een nieuwe schepping, alles is nieuw, dus ook onze omgang met elkaar, onze cultuur. Wij horen een kruis cultuur te hebben, gebaseerd op Gods Woord, Zijn offer, Zijn kruis.
Paulus praat in dit hoofdstuk over een onderwerp dat heel gevoelig ligt, afkomst en cultuur. We zijn zo snel geneigd om te denken in hoe het was, Jood en heiden, terwijl God ons ziet door de bril van het kruis. De vraag is hoe wij kijken, door Gods bril of onze eigen. Leven wij naar de cultuur van het kruis of onze eigen wil?
Als gelovige, onderzoek je hart. Vraag aan God of Hij jouw beeld van Zijn kerk wil herstellen. Ga lezen in het Woord over hoe de kerk hoort te zijn en vraag God wat jouw deel daarin mag zijn. Vraag God om jou een hart te geven voor Zijn kerk, Zijn kinderen. Zet je in om Zijn kerk op te bouwen, Zijn kerk te dienen.
Leef Zijn cultuur in de kerk, in je gezin, op je werk, overal waar je komt. Laat zien Wie God is door wat je doet, hoe je dat doet, wat je niet doet en waarom. Laat jouw leven weerspiegelen Wie God is, in elk aspect.
Als jij nog niet gelooft, God nodigt jou op dit moment uit om deel te zijn van Zijn kerk. Hij wil jou aannemen als Zijn kind, Hij biedt liefde aan, redding, genade. Hij biedt alles aan wat jij nodig hebt om, het enige wat er nog mist is jouw keuze.
Efeze 3:20-21 “Hem nu Die bij machte is te doen ver boven alles wat wij bidden of denken, overeenkomstig de kracht die in ons werkzaam is, Hem zij de heerlijkheid in de gemeente, door Christus Jezus, in alle geslachten, tot in alle eeuwigheid. Amen.”