De dagelijkse betekenis van de opstanding
Goedemorgen en zalig Pasen! Vandaag staan wij stil bij het onomstotelijk feit dat Jezus Christus uit de dood is opgestaan om nooit meer te sterven, en wat dát voor ons anno 2023 betekent.
Jezus, die in onvergankelijkheid uit de dood is opgestaan zit sinds Zijn hemelvaart 2.000 jaar geleden aan de rechterhand van God de Vader waar Hij 24/7 voor ons pleit. Omdat Jezus uit de dood is opgestaan hebben wij een levende voorspraak bij God de Vader die continu voor ons bidt.
Hebreeën 7:25 – “Daarom kan Hij ook volkomen zalig maken wie door Hem tot God gaan, omdat Hij altijd leeft om voor hen te pleiten.”
Jezus bepleit onze zaak continu als een advocaat, als een verdediger. Hij doet dit in de hemel bij God de Vader en dit kan Hij alleen doen omdat Hij uit de dood is opgestaan.
En de reden waarom Jezus jou en mij verdedigd, wij die wedergeboren zijn, waarom Hij onze zaak bepleit is omdat de satan ons nu nog steeds continu bij God de Vader aan het aanklagen is.
Openbaring 12:7-10 – “7Toen brak er oorlog uit in de hemel: Michaël en zijn engelen voerden oorlog tegen de draak, ook de draak en zijn engelen voerden oorlog. 8Maar zij waren niet sterk genoeg, en hun plaats werd in de hemel niet meer gevonden. 9En de grote draak werd neergeworpen, namelijk de oude slang, die duivel en satan genoemd wordt, die de hele wereld misleidt. Hij werd neergeworpen op de aarde en zijn engelen werden met hem neergeworpen. 10En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen: Nu is gekomen de zaligheid, de kracht en het koninkrijk van onze God en de macht van Zijn Christus, want de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht aanklaagde voor onze God, is neergeworpen.”
In dit Schriftgedeelte lezen wij dat satan de aanklager van broeders (en zusters) is. Hij heeft nu nog steeds beperkte toegang tot de hemel. Dit zien wij o.a. in het levensverhaal van Job. Ook zien wij dit in Zacharia 3. In beide gevallen klaagt hij Gods kinderen aan.
Maar, er zal een moment komen, wat we net in Openbaring 12 gelezen hebben, dat satan en zijn demonen voor eeuwig verbannen zullen worden uit Gods aanwezigheid, de 3e hemel.
Maar, voor de time being blijft satan mij aanklagen bij God. Je zou het een beetje kunnen vergelijken met een rechtszaal waarin satan de hoofdaanklager is, Jezus de verdediger, God de Rechter, en ik de beschuldigde.
Satan blijft God op mijn zonden wijzen. Elke dag komt hij met een nieuwe lijst van aanklachten, en elke dag heeft hij gelijk.
Maar, tegelijkertijd is Jezus daar om mij te verdedigen. En Hij kan beamen dat de aanklachten van satan terecht zijn. Maar dat Hij (Jezus) al lang geleden de straf voor mijn misdaden en overtredingen (zonden) op Zich genomen had door te sterven aan het kruis.
En het allermooiste hiervan is dat Jezus nu leeft om het na te vertellen. Hij is volgens Openbaring 3:14 dé waarachtige Getuige!
“Daarom kan Hij ook volkomen zalig maken wie door Hem tot God gaan, omdat Hij altijd leeft om voor hen te pleiten.” Hebreeën 7:25
Wat een geruststelling toch, om te weten dat Jezus Christus voor jou en voor mij bidt. Want satan klaagt mij niet alleen bij God de Vader aan, wat wij eigenlijk niet eens kunnen zien of horen, hij klaagt mij persoonlijk ook continu aan:
‘Kijk wat je nu alweer voor de zoveelste keer hebt misdaan. Als jij echt wedergeboren was, dan had je je allang hiervan bekeerd. En nu doe je het alweer. Als je echt met de Heilige Geest vervuld was, dan doe je deze dingen toch niet meer? Denk je nu echt dat God jou nog wil gebruiken? Denk je nu echt dat God nog überhaupt van je houdt?’ Enz…
Dit soort aanklachten komen met regelmaat omdat ik nog altijd met regelmaat zondig vanwege het oude verdorven natuur dat ik nog dagelijks met me meesleep.
En daarom is het zo geruststellend en bemoedigend om te weten en er dagelijks aan herinnerd te worden dat de levende God van de Bijbel, Jezus Christus mij elke dag opnieuw vrijpleit.
Jezus bad tijdens Zijn aardse bediening ook voor de Zijne. Hij bad voor Petrus en de overige discipelen toen de satan hen met veel geweld wilde opschudden.
Lukas 22:31-32a – “31Simon, Simon, de satan heeft geëist jullie te mogen ziften als het koren. 32aIk heb voor je gebeden dat je geloof niet zou bezwijken.” (WV2012)
Hier verteld Jezus aan Petrus dat de satan hen wil gaan ziften als het koren.
Bij het ziften van koren werd het met geweld opgeschud en in de lucht gegooid zodat de wind het kaf wegblies en alleen het koren, het echte, het waardevolle overbleef.
Wat satan met de discipelen wilde doen en wat hij ook met ons wil doen is ons met veel geweld wil opschudden om te zien of wij echt zijn of niet. Hij wil ons niet alleen bij God de Vader aanklagen, maar zoals bij Job wil satan ons net zo ver pushen totdat wij Jezus verloochenen.
Voor velen met een pril of zwak geloofsleven, of als men de genade van God niet voldoende kent, zou hun geloof door dit ziftproces van satan kunnen bezwijken. Daarom bad Jezus voor Petrus en Zijn discipelen.
En wanneer de satan jouw en mijn geloof wil doen bezwijken klaagt hij ons aan. Daarmee schud hij ons met veel geweld op. Daarmee gooit hij ons geloof in-en-vertrouwen-op God ondersteboven. En daarom bidt Jezus ook voor jou en voor mij; wij die Jezus navolgen.
Dit is slechts één van de voordelen van het kennen en het dienen van een levende God die uit de dood is opgestaan. Want wij hebben dagelijks te maken met een echte en formidabele vijand die middels ons vlees en middels de wereld te werk gaat.
Ik vraag me af wie van ons elke dag opstaat met de gedachte dat onze levende God, Jezus Christus voor ons pleit. Sterker nog, wie van ons staat elke dag op met de gedachte dat omdat Jezus uit de dood is opgestaan, ook wij elke dag opnieuw in Zijn opstandingskracht mogen leven?
Ik in ieder geval niet. Ik vergeet dit al te vaak. Vooral als alles tegenzit vergeet ik dit. En het is juist wanneer ik tot aan m’n lippen toe verwikkeld ben in de geestelijke strijd, juist wanneer mijn vlees de kop op steekt en geestelijk zwak ben dat ik me ervan bewust moet zijn dat dezelfde kracht waarmee Jezus uit de dood is opgewekt ook in mij leeft door de Heilige Geest. En daarom is het nodig om continu hieraan herinnerd te worden.
Herinnerd te worden aan het feit dat Jezus voor mij pleit én dat ik in Zijn opstandingskracht mag leven.
In de brief van de apostel Paulus aan de kerk in Korinthe herinnerd Paulus de gelovigen telkens weer aan de feiten van het Evangelie; wie zij in Christus zijn, wat zij in Christus hebben ontvangen, hoe zij zich in Christus moeten gedragen, enz.
En een van de belangrijkste zaken waaraan Paulus de Korinthiërs herinnerd is de opstanding van Jezus uit de dood en de voordelen die daar uit voortkomen.
1 Korinthe 15 bevat dan ook de meest uitgebreide uiteenzetting van de opstanding van Jezus uit de dood en wat de gevolgen daarvan zijn voor de discipel, de navolger van Jezus Christus.
1 Korinthe 15
Vers 1-8 – “1Verder maak ik u bekend, broeders, het Evangelie, dat ik u verkondigd heb, dat u ook aangenomen hebt, waarin u ook staat, 2waardoor u ook zalig wordt, als u eraan vasthoudt zoals ik het u verkondigd heb, tenzij dat u tevergeefs geloofd hebt. 3Want ik heb u ten eerste overgeleverd wat ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, overeenkomstig de Schriften, 4en dat Hij begraven is, en dat Hij opgewekt is op de derde dag, overeenkomstig de Schriften, 5en dat Hij verschenen is aan Kefas, daarna aan de twaalf. 6Daarna is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van wie de meesten nu nog in leven zijn, maar sommigen ook zijn ontslapen. 7Daarna is Hij verschenen aan Jakobus, daarna aan alle apostelen. 8En als laatste van allen is Hij ook aan mij verschenen, als aan de ontijdig geborene.”
Paulus herinnerd de Korinthiërs aan het Evangelie dat hij aan hen had verkondigd toen hij tijdens zijn tweede zendingsrijs de kerk in Korinthe stichtte. Wat voor mij erg verhelderend is, is dat Paulus het Evangelie heel eenvoudig definieert:
Jezus Christus is overeenkomstig het O.T. voor onze zonden gestorven. Hij is begraven en Hij is op de derde dag opgestaan uit de dood. Dit is het eenvoudige Evangelie en dit is waaraan Paulus de Korinthiërs herinnerd.
Aan de Romeinen schrijft Paulus in hoofdstuk 1 vers 16:
Romeinen 1:16 – “… ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus, want het is een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft…”
Het complete Evangelie is de kracht van God om mensen tot een echt geloof en tot zaligheid te brengen. Het zijn niet de mooie zoetsappige praatjes over alleen maar de liefde en de tolerantie van God, of andere laagdrempelige vervangingen voor het bloed van Jezus dat gevloeid heeft tot vergeving van zonden.
Jezus’ dood aan het kruis is trouwens Gods grootste bewijs en aantoning van Zijn liefde voor jou en voor mij. Daarom is dit de boodschap die Paulus predikte.
Vers 9-11 – “9Ik immers ben de minste van de apostelen – ik die het niet waard ben een apostel genoemd te worden, omdat ik de gemeente van God vervolgd heb. 10Maar door de genade van God ben ik wat ik ben, en Zijn genade voor mij is niet tevergeefs geweest. Integendeel, ik heb mij meer ingespannen dan zij allen; niet ik echter, maar de genade van God, die met mij is. 11Of ik het dan ben of zij, zó prediken wij en zó hebt u geloofd.”
Paulus beklemtoont dat hij en de andere apostelen alleen dit zuivere Evangelie hebben gepredikt, wat Gods kracht is om mensen die het geloven volkomen te redden. ‘Dát hebben wij gepredikt en daarin hebt u geloofd’.
Vers 12-34 – “12Als nu van Christus gepredikt wordt dat Hij uit de doden is opgewekt, hoe kunnen sommigen onder u dan zeggen dat er geen opstanding van de doden is? 13En als er geen opstanding van de doden is, dan is Christus ook niet opgewekt. 14En als Christus niet is opgewekt, dan is onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof. 15En dan blijken wij ook valse getuigen van God te zijn. Wij hebben namelijk van God getuigd dat Hij Christus heeft opgewekt, terwijl Hij Die niet heeft opgewekt als inderdaad de doden niet opgewekt worden. 16Immers, als de doden niet opgewekt worden, is ook Christus niet opgewekt. 17En als Christus niet is opgewekt, is uw geloof zinloos; u bent dan nog in uw zonden. 18Dan zijn ook zij die in Christus ontslapen zijn, verloren. 19Als wij alleen voor dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de meest beklagenswaardige van alle mensen. 20Maar nu, Christus ís opgewekt uit de doden en is de Eersteling geworden van hen die ontslapen zijn. 21Want omdat de dood er is door een mens, is ook de opstanding van de doden er door een Mens. 22Want zoals allen in Adam sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. 23Ieder echter in zijn eigen orde: Christus als Eersteling, daarna wie van Christus zijn, bij Zijn komst. 24Daarna komt het einde, wanneer Hij het koningschap aan God en de Vader heeft overgegeven, wanneer Hij alle heerschappij en alle macht en kracht heeft tenietgedaan. 25Want Hij moet Koning zijn, totdat Hij alle vijanden onder Zijn voeten heeft gelegd. 26De laatste vijand die tenietgedaan wordt, is de dood. 27Immers, alle dingen heeft Hij aan Zijn voeten onderworpen. Wanneer Hij echter zegt dat aan Hem alle dingen onderworpen zijn, is het duidelijk dat Hij Die Zelf alles aan Hem onderworpen heeft, hiervan is uitgezonderd. 28En wanneer alle dingen aan Hem onderworpen zijn, dan zal ook de Zoon Zelf Zich onderwerpen aan Hem Die alle dingen aan Hem onderworpen heeft, opdat God alles in allen zal zijn. 29Wat zullen anders zij doen die voor de doden gedoopt worden, als de doden helemaal niet opgewekt worden? Waarom worden zij dan nog voor de doden gedoopt? 30En waarom lopen wij dan elk uur gevaar? 31Ik sterf elke dag, en betuig dit bij de roem die ik over u heb in Christus Jezus, onze Heere. 32Als ik, naar de mens gesproken, tegen wilde dieren heb gevochten in Efeze, wat voor nut heeft dat dan voor mij, als de doden niet opgewekt worden? Laten wij dan maar eten en drinken, want morgen sterven wij. 33Dwaal niet: slecht gezelschap bederft goede zeden. 34Word op de juiste manier nuchter en zondig niet, want sommigen hebben geen kennis van God. Tot beschaming zeg ik u dit.”
In dit Schriftgedeelte herinnert Paulus de Korinthiërs aan het feit dat als er geen opstanding uit de dood is, dan is Jezus ook niet uit de dood opgestaan. En als Jezus niet uit de dood is opgestaan dan is de prediking van de apostelen zonder inhoud, het Christelijk geloof is zonder inhoud, en dan is er geen vergeving van zonden.
Zijn conclusie is dat als wij alleen voor het aards leven onze hoop op Christus gevestigd hebben, m.a.w. als Jezus niet uit de dood was opgestaan, dan zijn wij die Hem navolgen de meest beklagenswaardige, ellendige van alle mensen.
Zonder de opstanding van Christus uit de dood is er geen schijn van hoop, geen redding, geen kracht voor vandaag en geen toekomstperspectief. Maar niet alleen dat. Als Christus niet uit de dood was opgestaan dan:
Dan is de gehele Bijbel zonder inhoud. Dan zouden wij het net zo goed weg kunnen gooien. Dan hebben alle gelovigen duizenden jaren lang tevergeefs in iets geloofd dat uiteindelijk toch niet waar bleek te zijn.
Alle plaatselijke kerken die wereldwijd in de afgelopen 2.000 jaar het Evangelie hebben gepredikt, die zendelingen hebben uitgezonden, die Bijbelstudies hebben gegeven, die erediensten hebben gehouden, die huiskringen hebben gehouden zouden dus vergeefs het Woord van God hebben geopend als Jezus niet uit de dood was opgestaan.
Alles dat wij als plaatselijke kerk in de afgelopen 16 jaar hebben gedaan zou dus vergeefs zijn, zonder inhoud; alleen maar bla, bla, bla.
Vers 35-49 – “35Maar, zal iemand zeggen, hoe worden de doden opgewekt en met wat voor lichaam komen zij terug? 36Dwaas, wat u zaait, wordt niet levend, als het niet gestorven is. 37En wat u zaait, daarvan zaait u niet het lichaam dat worden zal, maar een kale graankorrel, al naar het voorvalt, van tarwe of van een van de andere graansoorten. 38God echter geeft daaraan een lichaam zoals Hij heeft gewild, en aan elk van de zaden zijn eigen lichaam. 39Alle vlees is niet hetzelfde vlees, want het vlees van mensen is verschillend, en het vlees van dieren is verschillend, en dat van vissen is verschillend, en dat van vogels is verschillend. 40En er zijn hemelse lichamen en er zijn aardse lichamen, maar de heerlijkheid van de hemelse is verschillend, en die van de aardse is verschillend. 41De glans van de zon is verschillend, en de glans van de maan is verschillend, en de glans van de sterren is verschillend, want de ene ster verschilt in glans van de andere ster. 42Zo zal ook de opstanding van de doden zijn. Het lichaam wordt gezaaid in vergankelijkheid, het wordt opgewekt in onvergankelijkheid. 43Het wordt gezaaid in oneer, het wordt opgewekt in heerlijkheid. Het wordt gezaaid in zwakheid, het wordt opgewekt in kracht. 44Een natuurlijk lichaam wordt gezaaid, een geestelijk lichaam wordt opgewekt. Er is een natuurlijk lichaam en er is een geestelijk lichaam. 45Zo staat er ook geschreven: De eerste mens Adam is geworden tot een levend wezen, de laatste Adam tot een levendmakende Geest. 46Het geestelijke is echter niet eerst, maar het natuurlijke en daarna komt het geestelijke. 47De eerste mens is uit de aarde, stoffelijk; de tweede Mens is de Heere uit de hemel. 48Zoals de stoffelijke is, zo zijn ook de stoffelijke mensen, en zoals de Hemelse is, zo zijn ook de hemelse mensen. 49En zoals wij het beeld van de stoffelijke gedragen hebben, zo zullen wij ook het beeld van de Hemelse dragen.”
In verzen 20 en 23 in het vorig stuk noemt Paulus Jezus de Eersteling die uit de dood is opgestaan. Jezus was inderdaad de eerste die in onvergankelijkheid, in Zijn verheerlijkt onsterfelijk lichaam uit de dood is opgestaan. Maar het idee van eersteling betekent meer dan alleen dat Jezus de eerste is.
Het idee van eersteling komt uit de landbouw. Als je bijvoorbeeld tomaten aan het telen bent dan is er altijd het moment dat er een eerste tomaat tevoorschijn komt. Dit is de eersteling.
De eersteling is dan gelijk ook het bewijs dat er meer zullen volgen. Het zal nooit zo zijn dat een gezond en vruchtbare tomatenplant slechts één tomaat voortbrengt. Nee, er zullen ná de eersteling altijd meer tomaten volgen.
Dit is dan ook het idee met Jezus Christus, die de Eersteling is die uit de dood is opgestaan. De opstanding van Jezus uit de dood is voor ons het bewijs en de garantie dat ook wij op een gegeven moment een onvergankelijk, onsterfelijk en verheerlijkt lichaam zullen krijgen en nooit meer zullen sterven.
In Johannes 11, toen Jezus op weg was naar Bethanië om zijn vriend Lazarus uit de dood te reanimeren, kwam Martha, de zus van Lazarus Jezus onderweg tegemoet.
Zij zei tegen Jezus dat als Hij eerder was gekomen dan was Lazarus niet gestorven. Jezus verzekerde haar dat haar broer weer zou opstaan.
Martha zei dat zij wist dat Lazarus op zou staan op de laatste dag. Zij doelt hier op de opstanding van de doden bij de eerste opstanding wat beschreven staat in Openbaring 20:6. Dit zegt trouwens veel over Martha’s theologie! Maar Jezus beantwoorde Martha met de meest grandioze statement ooit:
Johannes 11:25-26 – “25Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven, 26en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid. Gelooft u dat?”
Geloof u dit, geloof jij dit? Het overwinnend Christelijk leven nu hier op aarde staat of valt of wij hierin met heel ons wezen geloven. Denk hier nou heel goed en serieus over na:
Omdat de opgestane Jezus de wedergeboren Christen aan deze kant van de eeuwigheid leven en overvloed wil geven, omdat Jezus 24/7 voor de wedergeboren Christen pleit, omdat Jezus de wedergeboren Christen het eeuwig leven geeft waarin jij en ik een onvergankelijk en verheerlijkt lichaam zal krijgen, omdat de wedergeboren Christen dus nooit zal sterven, wat voor effect heeft dit op hoe jij in het leven staat, op jouw wereldbeeld, op jouw houding, op hoe je met je partner omgaat, je gezin als je die hebt, hoe je überhaupt met mensen omgaat, op hoe je met geld omgaat, op hoe je met je werk omgaat, op jouw verwachtingen, op hoe je met God omgaat, en nog veel meer. De opstanding van Jezus is allesomvattend.
Daarom vroeg Jezus aan Martha: ‘Geloof je dit?’ En daarom vraag ik jou vanmorgen: ‘Geloof jij dit?’
Vers 50-58 – “50Maar dit zeg ik, broeders, dat vlees en bloed het Koninkrijk van God niet kunnen beërven, en de vergankelijkheid beërft de onvergankelijkheid niet. 51Zie, ik vertel u een geheimenis: Wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden, 52in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin. Immers, de bazuin zal klinken en de doden zullen als onvergankelijke mensen opgewekt worden, en ook wij zullen veranderd worden. 53Want dit vergankelijke moet zich met onvergankelijkheid bekleden en dit sterfelijke moet zich met onsterfelijkheid bekleden. 54En wanneer dit vergankelijke zich met onvergankelijkheid bekleed zal hebben, en dit sterfelijke zich met onsterfelijkheid bekleed zal hebben, dan zal het woord geschieden dat geschreven staat: De dood is verslonden tot overwinning. 55Dood, waar is uw prikkel? Graf, waar is uw overwinning? 56De prikkel nu van de dood is de zonde, en de kracht van de zonde is de wet. 57Maar God zij dank, Die ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus Christus. 58Daarom, mijn geliefde broeders, wees standvastig, onwankelbaar, altijd overvloedig in het werk van de Heere, in de wetenschap dat uw inspanning niet tevergeefs is in de Heere.”
De ‘daarom’ in vers 58 wijst ons op de 57 verzen die daarvoor staan. Dus alles dat Paulus uiteenzet m.b.t. het Evangelie van de opstanding van Jezus Christus uit de dood, en alle voordelen die daaruit voor de wedergeboren Christen voortkomen leidt ons tot de ‘daarom’ in vers 58.
Vers 58 – “Daarom, mijn geliefde broeders, wees standvastig, onwankelbaar, altijd overvloedig in het werk van de Heere, in de wetenschap dat uw inspanning niet tevergeefs is in de Heere.”
Het eerste dat de opstanding van Jezus uit de dood voor jou en mij teweeg zou moeten brengen is dat wij standvastig en onwankelbaar zijn.
Paulus bedoeld hier in eerste instantie mee dat wij voor 100% vastberaden zijn m.b.t. het Evangelie van de opstanding van Jezus, en in het verlengde daarvan de opstanding van alle wedergeboren Christenen.
De vraag is dus, ben jij er voor 100% zeker van dat dit waarheid is. In de woorden van Jezus aan Martha: ‘Geloof jij dit?’
Heb jij een standvastig en onwankelbare overtuiging dat Jezus uit de dood is opgestaan en dat ook jij in de toekomst een opstandingslichaam zal krijgen?
Ik hoop het wel, want nogmaals, het overwinnend Christelijk leven staat of valt of wij hierin met heel ons wezen geloven.
Wanneer dit het geval is, zal jouw standvastig en onwankelbare overtuiging hiervan een positief effect hebben op alle andere aspecten van jouw leven.
Jouw leven zal vervolgens gekenmerkt worden door standvastigheid op alle gebieden:
Als je getrouwd bent, dan zal je je heil en je geluk niet gaan zoeken in-en-verwachten van je partner, maar jouw standvastigheid is in Christus.
Als je niet getrouwd bent, dan zal je je niet blind blijven staren op het zoeken en het vinden van een partner, maar dan zal Christus alles voor je zijn.
Als je leven nu gekenmerkt wordt door bijvoorbeeld om de haverklap een andere baan te willen zoeken omdat je baas en je collega’s jou elke keer zo slecht behandelen, dan zou je ook daarin rust en standvastigheid gaan krijgen.
Als je nu financiële problemen hebt of die denkt te krijgen vanwege de huidige wereldcrisis, dan zegt Jezus tegen jou: ‘Zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en alles dat je nodig hebt zal God voor zorgen’. Hierin mag je standvastig zijn, onwankelbaar in je overtuiging, want Jezus leeft en Hij houdt van jou en Hij zorgt voor de Zijne.
Wie je ook bent, hoe jij momenteel in het leven staat, en waar je nu doorheen gaat, de opstanding van Jezus uit de dood kan jou standvastigheid geven in alle aspecten van jouw leven.
Vers 58 – “Daarom, mijn geliefde broeders, wees standvastig, onwankelbaar, altijd overvloedig in het werk van de Heere, in de wetenschap dat uw inspanning niet tevergeefs is in de Heere.”
Jezus opstanding uit de dood betekent ook dat jij en ik altijd overvloedig moeten zijn in het werk van de Heere omdat onze inspanning in-en voor de Heere absoluut niet tevergeefs is.
De opstanding hoort ons ertoe te bewegen dat wij proactief zijn in ons geloofsleven, dat wij standvastig biddend, Bijbel-lezend en fellowshippend opzoek gaan naar hoe wij de Heere kunnen dienen. En al voel jij je ergens niet toe ‘geroepen’, als er ergens een nood is waar jij van weet, dan is het aan jou om die nood te vullen en het niet aan een ander over te laten.
Kijk, los van het feit dat jij en ik Jezus onze dienstbaarheid verschuldigd zijn, geeft het dienen van de Heere betekenis en voldoening aan ons leven.
Alles dat wij hier op aarde voor ons eigen ik doen heeft geen eeuwigheidswaarde. Denk bijvoorbeeld aan het koste wat kost carrière maken of een mooie CV opbouwen, hobby’s, vermaak, urenlang series kijken, online gamen, fanatiek sporten, enz. Deze hebben geen eeuwigheidswaarde.
Maar al het werk dat wij in de kracht van de Heilige Geest, omwille van het Evangelie, omwille van Jezus Christus verrichten zal voor eeuwig blijven. Hiervoor zullen wij dan ook in de eeuwigheid beloond worden. Lees 1 Korinthe 3 maar.
Het is dus niet alleen omwille van het Evangelie dat Paulus schrijft om altijd overvloedig in het werk van de Heere te zijn, dat is een gegeven, een no brainer. Het is ook nog eens voor ons eigen bestwil.
Luister goed. God zal nooit bij jou en bij mij in het krijt staan. Wat wij echt voor de Heere doen en wat wij aan de Heere geven zal exponentieel beloond worden. Het zal nooit zo zijn dat wij meer aan God geven dan dat Hij aan ons teruggeeft. We cannot outgive God!
Het is never-nooit tevergeefs, en wij zullen er in de hemel rijkelijk voor beloond worden. Zelfs nu, in dit leven mogen wij genieten van de beloning van het dienen van de Heere, want wat ik al zei geeft het dienen van de Heere betekenis en voldoening aan ons leven.
Dus, Pasen is niet iets dat wij één keer per jaar vieren, maar het is bepalend voor het dagelijks overwinnend Christelijk leven hier op aarde.
Het is bepalend voor hoe wij dagelijks het Christelijk leven ervaren. Het is bepalend voor hoe wij met God omgaan, en het is bepalend voor hoe wij met elkaar en met de wereld om ons heen omgaan. Het is bepalend voor hoe wij Hem dienen.
Zalig Pasen!