Romeinen 12:12-14 (29-9-2024) Praktisch christen-zijn; alleen door de Geest
We pakken de studie vanochtend op in Romeinen 12:12. Vorige week hebben we gezien dat de Geest aanzet tot liefde, dat die liefde echt, praktisch en actief hoort te zijn. En die liefde hoort ten eerste tot uiting te komen in de lokale kerk, om vervolgens uit te breiden naar de wereld.
- Paulus laat zien dat: ‘Praktisch christen-zijn; alleen door de Geest’.
v12 Praktisch christen-zijn; alleen door de Geest – hoop, geduld en volharding
De Heilige Geest is ons aan het leren hoe praktisch christen te zijn (Romeinen 12-16). We hebben Zijn leiding namelijk nodig om het wát (H1-11) toe te passen. Hij wil dat we één lichaam zijn (v4-5), maar zeker ook dat we weten hoe ons eigen leven voor God te brengen.
- Liefde (v9-11) is een cruciaal aspect in dit alles. Zonder liefde, naar Gods standaard, missen we het grote punt van wat het is om christen te zijn. God ís liefde (1 Johannes 4), wat betekent dat Hij al Zijn eigenschappen ín liefde is.
Die liefde geeft ons hoop (v12); zekerheid voor de eeuwigheid. In Zijn liefde is hoop voor elke situatie, voor alles dat er in dit leven gebeurt. En daar mogen we ons in verblijden. Dit is ook echt iets waar de Heilige Geest in ons moet werken; Hij wil ons namelijk hoop geven, waar dat menselijk onmogelijk is.
- Dit gaat om ‘je verblijden’ in élke situatie, wat er ook is. Hierbij is het belangrijk dat de basis voor je blijdschap niet je situatie is, maar de hoop die je hebt. Dat wat God geeft, eeuwige hoop, liefdevolle hoop, zekerheid die niet vergaat, dát is je basis geworden.
- Je hoeft dus niet ‘blij’ te zijn mét elke situatie. De liefde die God ons geeft, die we mogen uiten naar de ander (v9-11), is een belangrijke reden voor Bijbelse hoop. En dat geeft zoveel vreugde; je hebt dan blijdschap die je niet kan verklaren.
Handelingen 16:22-26 “En de menigte kwam als één man tegen hen in verzet. En de magistraten rukten hun de kleren af en gaven bevel hen met stokken te slaan. En nadat zij hun veel slagen toegediend hadden, wierpen zij hen in de gevangenis en geboden de cipier hen zorgvuldig te bewaken. En toen hij dat bevel gekregen had, wierp hij hen in de binnenste kerker en zette hij hun voeten vast in het blok. En omstreeks middernacht baden Paulus en Silas en zongen lofzangen voor God. En de gevangenen luisterden naar hen.”
Menselijk gezien hadden ze geen reden om zich te verblijden. Kleren afgerukt en geslagen met stokken (v22), in de gevangenis gezet (v23) met voeten vast in het blok (v24). Daar lijkt geen reden voor “lofzangen” zingen (v25). En toch was er álle reden voor ‘verblijden’, voor aanbidding.
- Paulus en Silas hadden hoop, eeuwige hoop. Ze zochten de Heere, vertrouwden Hem ín en mét hun omstandigheden. Ze kozen om God meer te vertrouwen dan hun situatie, dan alles dat er om hen heen gebeurde. En daarom hadden ze reden tot zingen.
- Dit is “Verblijd u in de hoop”, dit is de keuze van je op God richten in elke situatie. Het zal voor hen fysiek en mentaal heel zwaar geweest zijn, en toch kozen ze voor God. Hier hadden ze echt de leiding van de Heilige Geest nodig; net als jij, u en ik.
Dit ‘verblijden in hoop’ geldt ook in het dienen (v11) van God en elkaar. Het kan soms ontmoedigend zijn om mensen te dienen, omdat er geen verandering lijkt te zijn. Misschien heb je het idee dat het ‘geen zin heeft’ om die ander te dienen. Ook dan mag je ‘verblijden in de hoop’.
- Door je blijdschap en vreugde te baseren op de hoop die God geeft, kan je doorgaan als het tegenzit, kan je de ander blijven dienen. Geest gegeven hoop is dan opeens een onwankelbaar fundament, waardoor je met nieuwe moed de ander kan dienen, kan liefhebben.
Tegelijk weet Paulus als geen ander hoe dit leven is, daarom zegt hij “Wees geduldig in de verdrukking”. Hij weet dat we in dit leven verdrukking zullen hebben (Johannes 16:33), en dat we daar vanuit “hoop” mee mogen leren omgaan.
- Niet iedereen zal het waarderen dat je tot geloof in Jezus komt, dat je je geloof gaat delen. De vijand, satan, zit niet stil; hij en zijn demonen zien het wanneer iemand tot geloof komt. En dan gaat hij je extra tegenwerken.
- Hij kan je redding niet afpakken, maar hij kan je wel inactief maken. Satan kan je bang maken, je afleiden, je verleiden; allemaal dingen die ervoor zorgen dat je niet leeft naar de standaard die God voor jou heeft.
- En, dit zijn dingen die afleiden van het vervullen van de Grote Opdracht en de taak om elkaar te dienen. Als jij inactief wordt, om wat voor reden dan ook, dan heeft satan een veldslag gewonnen. God wint de oorlog, maar satan wint (te veel) veldslagen.
Wat de “verdrukking” of moeite ook is, welke lastige, heftige situatie je ook in zit, we mogen leren geduldig te zijn. We willen altijd dat het direct opgelost wordt, dat we er vanaf zijn. Tegelijk is het vaak zoveel beter om geduldig te zijn en de lessen te leren die God voor je heeft in die situatie.
Romeinen 8:28-29 “En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn. Want hen die Hij van tevoren gekend heeft, heeft Hij er ook van tevoren toe bestemd om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zou zijn onder vele broeders.”
- God gebruikt élke situatie om jou te (her)vormen als christen. Hij is bezig om jou meer op Jezus te laten lijken (v29). Je hart, gedachten, woorden, daden, etc. horen meer als Jezus te zijn. En dat is een proces waarin God “verdrukking” gebruikt tot Zijn eer.
- Het leven van een echte christen is niet alleen maar leuk. Ziekte, pijn, lijden, verlies, verdriet, etc. zijn allemaal deel van dit leven. Door de zondeval is het er allemaal. We mogen ín die situaties zien dat God hoop heeft en geeft, en geduldig op Hem wachten.
Guzik: “Moeilijke tijden zijn geen excuus om de hoop op te geven, niet geduldig te zijn of door te gaan met bidden. Beproevingen zijn geen excuus voor een gebrek aan liefde in het lichaam van Christus, of een gebrek aan bereidwilligheid om Zijn werk te doen.”
‘Volharden in het gebed’ is ontzettend belangrijk. Zeker in lastige tijden, maar juist ook in het elkaar liefhebben, in het dienen (v9-11), is gebed cruciaal. Gebed is hulpeloosheid, afhankelijkheid. Dat is wat wij als mensen zijn; hulpeloos en afhankelijk. En alleen de Geest kan ons helpen om te bidden.
- Zonder Zijn leiding zullen we het zo snel opgeven om te bidden, wíllen we vaak niet eens meer bidden. We zien niet de resultaten die we willen, op de tijd die we willen. En toch is dan volharden, doorzetten, blijven aankloppen bij de Heere onmisbaar voor je christen zijn.
1 Thessalonicenzen 5:16-18 “Verblijd u altijd. Bid zonder ophouden. Dank God in alles. Want dit is de wil van God in Christus Jezus voor u.”
- Paulus heeft dit op meer plekken gezegd, de Geest wil dat we dit weten en doen. Hij wil ons ook leiden óm dit te doen, omdat het zo belangrijk is. Vasthoudend gebed, gebed dat blijft aankloppen in geloof, gebed waarin emoties worden uitgestort is cruciaal.
- God wil dat we álles bij Hem brengen (Filippenzen 4), continu. Al je vragen, pijn, vreugde, dankpunten, twijfels, tranen, etc. wil Hij van je horen. Hij weet het al, maar je mag leren komen. Het is namelijk zo goed om dit bij Hem te brengen.
Guzik: “Christenen horen continu te bidden. We kunnen niet altijd ons hoofd buigen, handen vouwen en ogen dicht doen zonder te stoppen, maar dat zijn gewoontes van gebed, niet gebed zelf. Gebed is communicatie met God en we kunnen elke minuut in een constant, lopend gesprek met God zijn.”
- Communicatie met God, praten met God is onmisbaar voor de christen. Alles dat we geleerd hebben (H1-11) hoort ons o.a. aan te zetten tot gebed. Gebed voor ons eigen leven, de levens van christenen om ons heen en voor de wereld.
Gebed is een actieve bezigheid, een keuze van je hart. Het is tegelijk iets waar de Geest je bij wil helpen, je in wil leiden. Dat doet Hij o.a. door mensen en situaties in je gedachten te brengen; op dat moment mag je daarvoor bidden. Ook door berichtjes, contact met anderen, bellen, etc.
- Voor dit soort gebed is volharding nodig, doorgaan met bidden. God wil dat we vragen en blijven vragen, dat we álles in gebed bij Hem brengen. Op die manier leren we totaal afhankelijk van Hem te zijn, wat precies is waar Hij ons wil hebben.
- Alleen de Heilige Geest kan hoop geven in hopeloze situaties, alleen Hij geeft geduld in pijnlijke verdrukking. Alleen Hij kan ons leiden in volharden in gebed. We hebben de Heilige Geest keihard nodig om praktisch christen te zijn.
v13 Praktisch christen-zijn; alleen door de Geest – praktische hulp
Laten we eerlijk zijn, we hebben allemaal noden. Een van de dingen die hoort bij het zijn van “één lichaam in Christus” (v5), is dat we elkaar helpen in de noden die we hebben. Letterlijk heeft Paulus het hier over ‘koinoneo de noden van de heiligen’, ‘heb fellowship met hun noden’.
- We mogen dus leren, door de Geest geleid, om noden van broeders en zusters te gaan herkennen. Vervolgens wil de Geest ons leiden om daarin te helpen. Dat betekent niet dat jij alles moet oplossen, maar actief biddend om iemand heen staan is het begin.
Wiersbe: “Paulus herinnerde hen eraan dat ze in de gevoelens van anderen moeten stappen. Christelijke fellowship is veel meer dan een schouderklopje en een handdruk. Het betekent delen in de lasten en de zegeningen van anderen, zodat we samen groeien en de Heere verheerlijken.”
Actief deel worden van iemands gevoelens, worstelingen, noden, (materiële) tekorten. Dat hebben we nodig in dit leven. Er alleen voor staan is heel pijnlijk, en niet in lijn met het zijn van één lichaam. Daarom heeft God ons ook juist aan elkaar gegeven.
- Dit vraagt ten eerste dat je je nood met God deelt. Vervolgens ook dat delen met (selecte) broeders en zusters, zodat er samen gebeden kan worden. En vanaf daar kan er de hulp geboden worden die God wil dat we bieden.
Dit gaat om veel meer dan het alleen ‘geven van spullen’. Dit gaat om het ‘delen’ in die noden, in het voelen wat de ander voelt, in het ‘samen’ door de nood heen gaan. Natuurlijk kan dat vaak niet volledig, maar we mogen wel leren om echt de ander te dienen, lief te hebben en te delen in de nood.
Galaten 6:2 “Draag elkaars lasten, en vervul zo de wet van Christus.”
- We moeten dus open staan voor het delen van onze noden. Dat is heel belangrijk, zeker als we als één lichaam willen handelen. Als één lid lijdt, lijdt de rest mee (1 Korinthe 12), we mogen leren helpen in het lijden van de ander.
- Alleen de Heilige Geest kent ieder hart, wij niet. Alleen de Geest weet wat ieder nodig heeft, wij niet. Daarom is ook dit iets dat Hij in Zijn kerk moet doen, iets waar we Zijn leiding voor nodig hebben.
- Zie jij noden? Help jij in noden? God wil jou gebruiken om een broeder of zuster te helpen. Hij wil dat jij gebruikt wat Hij jou gegeven heeft, om deel te zijn in de noden van de heiligen.
- Alleen de Heilige Geest kent ieder hart, wij niet. Alleen de Geest weet wat ieder nodig heeft, wij niet. Daarom is ook dit iets dat Hij in Zijn kerk moet doen, iets waar we Zijn leiding voor nodig hebben.
Een andere praktische uiting van liefde, van eenheid, van de leiding van de Geest, is “gastvrijheid”. In de grondtekst gaat het hier om ‘liefde voor vreemden’. Dit komt heel natuurlijk voor de een, en een stuk minder, tot niet, voor de ander. Ook hier is de Geest dus weer nodig om te leiden.
- Als christenen horen we onze huizen te openen voor vreemden. We zien dat de kerk in Handelingen 2 continu bij elkaar over de vloer kwam. Daar zullen ook mensen bij gezeten hebben die ze nog niet goed kenden. Ze mochten leren liefde te tonen op Gods manier.
Hebreeën 13:1-2 “Laat de broederliefde blijven. Vergeet de gastvrijheid niet, want hierdoor hebben sommigen zonder het te weten engelen onderdak geboden.”
Gastvrijheid is iets dat we makkelijk ‘vergeten’. Zeker op momenten dat we het zelf zwaarder hebben is dit iets dat makkelijk aan de kant gaat. En toch is gastvrijheid iets waar de Geest ons allen toe wil leiden. Een open huis, met een open deur; zodat we Zijn lichaam ook kunnen dienen met gastvrijheid.
- Praktisch christen-zijn is niet altijd makkelijk; het kost je veel, heel veel. Jezus spreekt niet voor niets over ‘sterven aan jezelf’ (Lukas 9). In ons vlees willen we dit allemaal niet, doen we dit zeker niet. En toch is het wat God wél voor jou heeft.
- Praktisch christen-zijn vereist het werk van de Geest. Het is de Geest Die ons ogen en oren kan geven voor de noden van de ander. Hij wil ons laten zien aan wie gastvrijheid te tonen. Dat is Zijn werk in jouw hart. Laat Hem Zijn werk doen.
v14 Praktisch christen-zijn; alleen door de Geest – zegen vervolgers
Onze menselijke natuur is er een van ‘een koekje van eigen deeg’. Vervolging komt voort uit een andere gedachte dan de ander zegenen; dus zijn wij niet snel geneigd dat te beantwoorden met zegen. En toch is dat hoe praktisch christendom eruitziet. Zegenen als reactie op vervolging.
- De grootsheid van Gods liefde wordt o.a. zichtbaar in het geven van vergeving aan hen die ons vervolgen. De diepte van Zijn liefde is te merken aan de Bijbelse reactie op haat die we ontvangen voor ons geloof. Het vlees wil vervloeken; de Geest wil dat we zegenen.
Mattheüs 5:44-48 “Maar Ik zeg u: Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en bid voor hen die u beledigen en u vervolgen; zodat u kinderen zult zijn van uw Vader, Die in de hemelen is, want Hij laat Zijn zon opgaan over slechte en goede mensen, en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Want als u hen liefhebt die u liefhebben, wat voor loon hebt u dan? Doen ook de tollenaars niet hetzelfde? En als u alleen uw broeders groet, wat doet u meer dan anderen? Doen ook de tollenaars niet zo? Weest u dan volmaakt, zoals uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is.”
Jezus legt de lat hier onmetelijk hoog: “Weest u dan volmaakt, zoals Uw Vader,” (v48) Vijanden liefhebben is wat God deed (Romeinen 5:8), wat Hij elke dag doet. We mogen Hem dankbaar zijn dat Hij zo handelt, anders zou er geen mens meer leven. Hij zou dan direct oordelen over onze zonde.
- Als christen hoor je meer op Jezus te lijken (Romeinen 8:29), dus ook in hoe Hij omging met vervolging en haat. Jezus vergaf degenen die Hem aan het kruis nagelden (Lukas 23). Hij zegent Zijn vervolgers door ze de optie te geven gered te worden door Zijn offer. Dat is het voorbeeld.
En dit gaat ver, heel ver, boven ons eigen kunnen. Wij kunnen dit niet, zeker niet uit eigen kracht. Hier is echt de Heilige Geest keihard nodig. Overgave aan Hem, afhankelijkheid van Hem. Dit is een daad die alleen Hij in je kan bewerken.
Wat heel bijzonder is aan alle werkwoorden die Paulus gebruikt in v12-14, is dat het actieve, meervoudige werkwoorden zijn. Doordat het in meervoud staat, hij schreef naar de kerk, is dit ook een ‘samen-activiteit’. We hebben elkaar, door de Geest geleid, nodig voor deze handelingen.
- We kunnen niet zonder elkaar in het verblijden in hoop, geduldig zijn in verdrukking of volharden in het gebed (v12). Elkaar aanmoedigen, bemoedigen, corrigeren, bijhalen, etc. is wat we nodig hebben. Ook hier is dus fellowship cruciaal om Gods Woord te kunnen leven.
- Voor deelgenoot zijn van de noden van de ander en gastvrij zijn (v13) is het net onmisbaar dat er een ander is. Anders heb je geen ander om noden van te delen, of om te ontvangen. Samen kerk zijn, samen door dingen heen gaan is cruciaal voor Bijbelgetrouw leven.
- Het zegenen i.p.v. vervloeken komt niet natuurlijk (v14). We hebben hier echt Gods leiding in nodig, Gods voorziening. Hij kan een broeder of zuster gebruiken om je te helpen in het maken van deze (lastige) keuze. Ook hier is het een meervoudig werkwoord, wat we dus samen doen.
- God is een God van relatie. Hij investeert continu in die relatie en wil dat wij hetzelfde leren doen. Wij zijn ook relationele wezens en mogen sámen leren wat het is om christen te zijn. We mogen samen leren het wát van ons geloof te leven.
Paulus gebruikt ook werkwoorden in de ‘actieve’ vorm. Het is dus iets dat we moeten dóen. Hier wordt het christen-zijn echt, actief. Het is iets dat een keuze vraagt, handelen. En daar wil de Geest ons in leiden. Hij wil in en door ons heen doen wat nodig is.
Ezechiël 36:26-27 “Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven. Ik zal Mijn Geest in uw binnenste geven. Ik zal maken dat u in Mijn verordeningen wandelt en dat u Mijn bepalingen in acht neemt en ze houdt.”
- Het nieuwe hart zal ervoor zorgen dat we de dingen wíllen die God vraagt (v26). Hij wil ons denken en wíllen veranderen, zodat we niet langer zullen wíllen naar het vlees. Dat is een grote zegen, want ons vlees werkt ons tegen. We zijn een nieuwe schepping (2 Korinthe 5:17).
- Daarnaast geeft Hij Zijn Geest in ons binnenste (v27). En dat is misschien nog wel een grotere zegen. Hij zorgt er namelijk voor dat we Gods wil ook gaan dóen. Uit onszelf kunnen we God niet behagen, maar dóór de Heilige Geest is dat wel mogelijk. We hebben Hem nodig.
- God is een actief God. Hij is continu bezig. Wij mogen, door de Geest geleid, ook bezig zijn. We mogen leren om actief te zijn in de dingen die Hij voor ons heeft. Zoek naar de juiste dingen om te doen, dat wat Hij voor je heeft. Daar kan en wil Hij in leiden.
God heeft ons Zijn Woord gegeven, zodat we weten wát we geloven, maar ook weten hóe dat in de praktijk te brengen. De Heilige Geest, God Zelf, wil jou, u en mij leiden om praktisch christen te zijn, in het dagelijkse leven. Hij wil dat we samen één lichaam zijn, o.a. als getuigen naar de wereld.
- De Geest wil leiden om hoop te hebben, geduldig in verdrukking te zijn en te volharden in de gebeden. Hij wil leiden in het delen in elkaars noden en gastvrij zijn. En Hij wil dat we net als Jezus zegenen, niet vervloeken; ook degenen die ons vervolgen.
- Dit zijn dingen die we als kerk sámen mogen leren, waar we elkaar in mogen bemoedigen. Het zijn ‘samen-activiteiten’. We hebben het lichaam van Christus hierin nodig. We mogen dus leren sámen geleid te worden in het hóe van christen zijn.
Als je nog niet gelooft is vandaag de dag om te kiezen. Jezus houdt van jou; zoveel dat Hij Zijn leven voor je gaf. De reden dat Hij Zijn leven gaf, is dat wij zondaren zijn die de doodstraf verdienen voor onze zonde. Hij droeg jouw en mijn straf, zodat wij niet naar de hel hoeven. Geloof en leef.
Christen, praktisch christen-zijn; alleen door de Geest. Besef jij je dat?
- Verblijd jij je in hoop, ook als je situatie hopeloos lijkt? Maak je verdrukking mee? Ben je geduldig daarin? En volhard je in gebed? Laat de Geest je leiden; zoek de kerk op.
- Deel jij je noden en ken jij noden van anderen? Ben jij gastvrij?
- Wat is jouw reactie op vervolging? Vloek of zegen? Volg Jezus’ voorbeeld
1 Thessalonicenzen 3:12-13 “En ú moge de Heere doen toenemen en overvloedig maken in de liefde tot elkaar en tot allen, zoals ook wij dat zijn tot u, opdat Hij uw harten zou versterken om onberispelijk te zijn in heiliging voor het aangezicht van onze God en Vader, bij de komst van onze Heere Jezus Christus met al Zijn heiligen.”