Goedemorgen en hartelijk welkom bij de eredienst van de Calvary Chapel Haarlemmermeer. Ik ben blij dat wij vandaag de preekserie Route 66 oppakken met het Evangelie van Markus.
Met Route 66 bekijken we elk Bijbelboek in vogelvlucht. We kijken o.a. naar de persoon die het boek geschreven heeft, waar het boek in grote lijnen over gaat, wie de hoofdrolspelers zijn, we kijken naar een aantal sleutelverzen, en last but not least, waar Jezus in het boek te vinden is.
Het doel is 1) om eigen te maken wat God reeds aan ons gegeven heeft, de Bijbel, 2) om Jezus Christus te gaan kennen zoals de Bijbel Hem aan ons openbaart, en 3) om te leven zoals Hij het wil, naar Zijn voorbeeld.
Dit is niet alleen een realistisch doel, het is ook nog eens wat God met ons wil. Sterker nog, God heeft ons alles gegeven om dit doel te realiseren!
2 Petrus 1:3 – “De machtige God heeft aan jullie en mij alles gegeven wat nodig is om te leven zoals Hij het wil. Hij heeft ons uitgekozen om bij Hem te horen, en Hij heeft ervoor gezorgd dat wij Hem kennen. Daardoor weten we hoe machtig en hoe volmaakt Hij is.” (BGT)
Petrus schrijft dat God ons alles gegeven heeft wat nodig is om Hem te kennen, én om te leven zoals God het wil. En wát God ons hiertoe gegeven heeft is de Bijbel en de Heilige Geest die ons helpt om de Bijbel te kunnen begrijpen, om God te leren kennen.
Maar dan moeten wij het Woord wel tot ons nemen door het te lezen en het te bestuderen; het komt niet telepathisch bij ons binnen.
Mijn gebed en mijn hoop is dat deze samenvattingen van de Bijbelboeken jou en mij gaan helpen om Gods doel hiermee te gaan bereiken.
Inleiding
In Ezechiël 1 lezen we over een visioen dat Ezechiël van God kreeg waarin hij vier cherubs te zien kreeg. Deze cherubs zijn engelachtige wezens die betrokken zijn bij de aanbidding en lofprijzing van God.
Ezechiël 1:10 – “Hun gezicht leek op het gezicht van een mens, bij alle vier van rechts op de kop van een leeuw, bij alle vier van links op de kop van een rund, en alle vier hadden zij de kop van een arend.”
Sommigen van ons kennen misschien de parallel die door Bijbelgeleerden is opgemerkt tussen de vier cherubs in Ezechiël en de vier Evangeliën.
De vier gezichten symboliseren aspecten van Gods wezen: het gezicht van de mens symboliseert de hoogste intelligentie; de leeuw symboliseert opperste kracht en koningschap; de rund, oftewel de os symboliseert nederige dienst, en de arend symboliseert het hemelse, goddelijkheid.
In Mattheüs zien we de Messias-Koning (de leeuw);
In Markus zien we de nederige dienstknecht (de os);
In Lukas zien we de Mensenzoon (de mens);
In Johannes zien we de Zoon van God (de arend).
In de samenvatting van Mattheüs zagen we inderdaad dat Mattheüs Jezus presenteert als dé Messias, dé Koning van Israël. En in Markus zullen we zien dat Jezus gepresenteerd wordt als de nederige, geheel gehoorzame dienstknecht van God de Vader.
Sommigen vragen zich af waarom er per se vier Evangeliën nodig zijn. Ik geloof zelf dat hoe Jezus in de vier Evangeliën gepresenteerd wordt ons daarop het antwoord geeft.
“[1] We hebben namelijk alle vier aspecten nodig om de volledige waarheid te krijgen. Als een Soeverein komt Jezus regeren en heersen. Als dienstknecht komt Jezus om te dienen en te lijden. Als Mensenzoon komt Jezus delen en mee te leven. Als Zoon van God komt Hij om te openbaren en te verlossen. Prachtige viervoudige vermenging — soevereiniteit en nederigheid; menselijkheid en godheid!” J. Sidlow Baxter
Nogmaals, Markus laat ons Jezus zien als de nederige dienstknecht wat geheel te vergelijken is met het levensdoel van een rund, oftewel een os.
De os is het embleem van nederige dienst. Vooral onder de oosterlingen uit de oudheid vertegenwoordigde het geduldig, productief en standvastig arbeid. Het enige doel voor een os is om te werken. Het heeft voor de eigenaar totaal geen andere waarde.
En als je Markus meerdere malen aandachtig en begrijpend leest dan zie je dat het het ‘Evangelie van actie’ is. Er is geen geslachtsregister, en er zijn slechts enkele voorbeelden van wat Jezus zegt en onderwijst.
Markus weet dat een geslachtsregister van een dienstknecht totaal niet relevant is. Ook wat een dienstknecht te zeggen heeft is niet relevant.
De nadruk in Markus ligt op Jezus als de actieve, sterke, nederige Dienstknecht, zoals de os.
En dat zien we doordat Markus vrij abrupt de ene daad naar de andere daad van Jezus vastlegt. Markus zet Jezus neer als de dienstknecht die van aanpakken weet, die altijd keihard aan het werk is, die belangeloos alles van Zichzelf geeft om dienstbaar te zijn, die altijd op anderen is gericht.
Markus gebruikt het woord ‘meteen’ zo’n 40 keer: ‘En meteen toen Jezus uit het water kwam’, ‘En meteen dreef de Geest Jezus de woestijn in’, ‘en meteen lieten zij hun netten achter en volgden Jezus’, ‘En meteen riep Jezus Jakobus en Johannes’. Jezus is continu in beweging.
Door voornamelijk de daden van Jezus voor ons vast te leggen laat hij ons zien dat Jezus inderdaad laser gefocust is op het werk dat Hij hier op aarde als de nederige dienstknecht moest doen.
Het sleutelvers van Markus is dan ook:
Markus 10:45 – “Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven als losprijs voor velen.”
De schrijver Markus is iemand die een nogal stroeve start kende in het Christen zijn.
In 1 Petrus 5:13 noemt Petrus hem zijn zoon. Men gelooft hierdoor dat Petrus Markus tot geloof in Christus leidde.
We komen Markus voor het eerst in Handelingen 12 tegen nadat Petrus door een engel uit de gevangenis bevrijd werd.
Handelingen 12:11-12 – “11En toen Petrus tot zichzelf gekomen was, zei hij: Nu weet ik werkelijk dat de Heere Zijn engel uitgezonden heeft en mij verlost heeft uit de hand van Herodes en uit alles wat het Joodse volk verwachtte. 12En toen dit tot hem doorgedrongen was, ging hij naar het huis van Maria, de moeder van Johannes, die ook Markus genoemd werd, waar velen bijeenwaren en baden.”
De moeder van Markus is Maria wat aangeeft dat zij Joods was. Ook Markus had een Joodse voornaam, Johannes en een Romeinse achternaam, Markus. Z’n vader was mogelijk een Romein.
Hun huis was kennelijk groot en diende als een ontmoetingsplaats voor de gelovigen. Ze waren vermoedelijk welvarend zoals ook de oom van Markus, Barnabas (Hand. 4:37).
In Handelingen 12:25 nemen Barnabas en Paulus hem mee naar Antiochië. Vervolgens nemen ze Markus ook mee op de allereerste zendingsreis in Handelingen 13.
Helaas wanneer ze Perge bereiken, aan de grens van de grote heidense wereld raakt hij zijn vastberadenheid om te volharden kwijt. Hij raakt zijn moed kwijt en gaat naar huis. Hij had zijn missie niet volbracht en liet Paulus en Barnabas in de steek. Paulus was diep teleurgesteld.
Toen Paulus en Barnabas later hun 2e zendingsreis wilde maken, wilde Barnabas zijn neefje Markus weer meenemen. Maar Paulus wilde dat absoluut niet waardoor die twee uit elkaar gingen. (Lees dit in Handelingen 15).
Vanaf dit moment lezen we in de geschiedenis van de kerk niets meer over Barnabas, maar Markus komt later weer tevoorschijn in de brieven van Paulus. En dan niet als iemand in wie Paulus teleurgesteld is en over klaagt, maar als iemand die aanbevelenswaardig is.
Zo’n 13 jaar nadat Markus tijdens de zendingsreis alles liet vallen schreef Paulus iets moois over Markus, terwijl Paulus in de gevangenis zat in Rome:
Kolossenzen 4:10 – “Aristarchus, mijn medegevangene, groet u, en Markus, de neef van Barnabas, over wie u opdrachten ontvangen hebt – als hij bij u komt, ontvang hem dan.”
Markus leeft dus nog en niet alleen dat, hij en Paulus zijn volledig verzoend. Sterker nog, Markus is iemand die voor Paulus zeer dierbaar is geworden.
In vers 11 schrijft Paulus dat Markus één van de drie Joodse medearbeiders is die hem trouw zijn gebleven en die voor Paulus een vertroosting zijn geweest.
Paulus noemt Markus hier gewoon een medearbeider en een vertroosting. Ook in Filemon 24 noemt Paulus hem zijn medearbeider.
2 Timotheüs 4:9-11 – “9Beijver u om spoedig naar mij toe te komen, 10want Demas heeft mij verlaten, omdat hij de tegenwoordige wereld heeft liefgekregen. Hij is naar Thessalonica vertrokken, Krescens naar Galatië, Titus naar Dalmatië. 11Alleen Lukas is bij mij. Haal Markus op en breng hem met u mee, want hij is voor mij van veel nut voor de bediening.”
Paulus heeft in zijn laatste dagen voordat hij onthoofd werd alleen nog de geliefde arts, Lukas bij zich. Alle andere zogenaamde vrienden hebben hem verlaten.
En Paulus wilde per se dat Markus ook naar hem toe kwam omdat hij hem nuttig vond voor de bediening.
In Christus was er niets in het geheugen van Paulus overgebleven van het voorval van zo’n 20 jaar daarvoor in Perge toen Markus hem en Barnabas in de steek liet.
En zo moet het ook met ons zijn. Als iemand ons ooit heeft benadeeld, op welke manier dan ook, en we merken dat God met die persoon bezig is doordat we de vrucht daarvan zien, dan is het in Christus mogelijk én zelfs noodzakelijk dat ook wij het voorval uit ons geheugen wissen en alleen vooruit gaan kijken. Dit is het de vrucht van het Evangelie!
Wat in het levensverhaal van Markus in mijn optiek zo kostbaar is, is hoe hij tot zijn eind kwam:
“[2] Bovendien is deze jonge man die zich ooit omdraaide dezelfde glorieuze martelaar die, met onsterfelijke toewijding aan de meest dierbare van alle meesters, zichzelf overgaf om door geërgerde Egyptenaren door de straten te worden gesleept, gekneusd en bloedend in een kerker te worden gegooid, en vervolgens verbrand.” J. Sidlow Baxter
Deze Markus is er door de jaren heen achter gekomen wie Jezus Christus is, en hij was ertoe bereid om niet alleen voor Jezus te leven, maar ook om op een gruwelijke wijze voor Jezus te sterven. Wat een geloofsgetuigenis!
Dus laat je vooroordelen over Markus z’n falen achter je, en laten we de Heere dankbaar zijn voor Markus.
Hij is een hele bijzondere weg gegaan. Wellicht zouden sommigen van ons zijn levenskeuzen afgekeurd hebben. Maar hij werd uiteindelijk door God gekozen om het Evangelie van Markus voor ons te schrijven. Halleluja voor 2e, 3e, 4e en 5e kansen!
Indeling van Markus
We zouden Markus in twee delen kunnen verdelen: hoofdstuk 1-10 waarin we Jezus vooral zien optreden als de nederige dienstknecht. En hoofdstuk 11-16 waarin Jezus voornamelijk door de religieuze leiders afgewezen wordt en uiteindelijk gekruisigd en begraven wordt, en opstaat uit de dood.
Markus 1-10
Markus 1:1-11 – “1Het begin van het Evangelie van Jezus Christus, de Zoon van God. 2Het is zoals er geschreven staat in de profeten: Zie, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die voor U uit Uw weg gereed zal maken, 3en: De stem van iemand die roept in de woestijn: Maak de weg van de Heere gereed, maak Zijn paden recht. 4Johannes kwam in de woestijn en doopte en predikte een doop van bekering tot vergeving van zonden. 5En heel het Judese land en de inwoners van Jeruzalem liepen naar hem uit; en zij werden allen door hem gedoopt in de rivier de Jordaan, terwijl zij hun zonden beleden. 6En Johannes was gekleed in kameelhaar en had een leren gordel om zijn middel, en hij at sprinkhanen en wilde honing. 7En hij predikte en zei: Na mij komt Hij Die sterker is dan ik, bij Wie ik het niet waard ben neer te bukken en de riem van Zijn sandalen los te maken. 8Ik heb u wel gedoopt met water, maar Hij zal u dopen met de Heilige Geest. 9En het gebeurde in die dagen dat Jezus kwam van Nazareth, in Galilea, en door Johannes werd gedoopt in de Jordaan. 10En meteen toen Hij uit het water opkwam, zag Hij de hemelen scheuren en de Geest als een duif op Zich neerdalen. 11En er kwam een stem uit de hemelen: U bent Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb!”
Markus komt echt met de deur in huis vallen en hij laat ons vier stemmen horen die allen de wonderwerkende dienstknecht aan ons voorstellen:
Markus zelf die in vers 1 ‘Jezus Christus, de Zoon van God’ aan ons voorstelt.
De Oud Testamentische profeet Jesaja die in vers 3 zegt dat Johannes de Doper er is om de weg voor Jezus te banen.
Johannes de Doper die in vers 7 verklaart dat Jezus die na hem komt machtiger en sterker is dan hij.
En dan de doorslaggevende stem van God de Vader Zelf in vers 11 die ons voorstelt aan Zijn geliefde Zoon, die meteen hierna Zijn aardse bediening start. En wat voor bediening het is!
Alleen al in hoofdstuk 1 zien we Jezus vier wonderen verrichten. In totaal legt Markus zo’n 22 wonderen van Jezus voor ons vast.
1:21-28 – Jezus bevrijd een man die bezeten is met een onreine geest.
1:29-31 – Jezus geneest de schoonmoeder van Petrus.
1:32-34 – Jezus geneest velen van ziekten en bevrijd velen van demonen.
1:40-45 – Jezus geneest een man met melaatsheid.
2:1-12 – Jezus geneest een verlamde neergelaten door en dak.
3:1-6 – Jezus geneest een man met een verschrompelde hand op de sabbat.
3:7-12 – Jezus geneest en bevrijd een menigte van ziekten en demonen.
4:35-41 – Jezus stilt een storm op de zee.
5:1-20 – Jezus bevrijd een bezeten man van meerdere demonen en werpt deze demonen in een kudde varkens.
5:25-34 – Jezus geneest een vrouw die 12 jaar lang bloedvloeiingen had.
5:21-24, 35-43 – Jezus brengt de dochter van Jaïrus terug uit de dood.
6:30-44 – Jezus voedt 5.000 mannen plus vrouwen en kinderen met vijf broden en twee vissen.
6:45-52 – Jezus loopt op het water.
6:53-56 – Velen genezen door alleen het bovenkleed van Jezus aan te raken.
7:24-30 – Jezus bevrijd de bezeten dochter van een niet Joodse vrouw.
7:31-37 – Jezus geneest een doofstomme man.
8:1-13 – Jezus voedt 4.000 mannen plus vrouwen en kinderen met zeven broden en enkele visjes.
8:22-26 – Jezus geneest een blinde man in Bethsaïda.
9:2-13 – Jezus wordt verheerlijkt op de berg en spreekt daar met Mozes en Elia.
9:14-29 – Jezus geneest een jongen die bezeten was.
10:46-52 – Jezus geneest Bartimeüs de blinde in Jericho.
11:12-14, 20 – Jezus vervloekte een vijgenboom, die in een dag tijd meteen geheel verschrompelde.
Nogmaals, de focus van Markus ligt op wat Jezus deed en door al deze wonderen die Jezus verrichte zien wij in de eerste 10 hoofdstukken dat Jezus inderdaad continu bezig was met het dienen van de mensen.
Markus 11-16
In het tweede deel van Markus zien wij voornamelijk dat Jezus verworpen wordt door de religieuze leiders. Het enige wonder dat Jezus in dit tweede deel verricht is dat Hij die vijgenboom vervloekte.
In hoofdstuk 11 zien we de intocht van Jezus in Jeruzalem. Hier wordt Jezus officieel aan het Joods volk gepresenteerd.
In hoofdstuk 11-12 zien we dat Jezus steeds meer te maken krijgt met de tegenstand van de religieuze leiders.
In hoofdstuk 13 leert Jezus over de eindtijd.
In hoofdstuk 14-15 zien wij de Passie van Jezus.
In hoofdstuk 16 zien wij de opstanding van Jezus, Zijn drie verschijning aan verschillende discipelen, en Zijn hemelvaart.
De laatste 12 verzen van hoofdstuk 16 zijn nogal omstreden omdat twee van de oudste handschriften deze verzen niet bevatten. Alleen alle andere handschriften bevatten deze 12 verzen wel.
De discussie is dus of deze 12 verzen erin horen of niet. Persoonlijk ben ik van mening dat ze er wel in horen, maar dat is een verhaal voor een andere keer.
Van Jezus de nederige dienstknecht, zoals Markus Hem aan ons presenteert, valt veel te leren. Wij die wedergeboren zijn moeten Jezus erkennen als het ultieme voorbeeld dat wij moeten navolgen.
Dus, als Jezus Zelf naar de aarde toe gekomen was om niet gediend te worden, maar om te dienen, wie zijn wij dan om Hem en de Zijne niet te dienen?
Jezus nam op een gegeven moment de taak op zich van de minste dienstknecht die men destijds kende en waste de vieze voeten van Zijn discipelen. Dit was de meest nederige taak die men kende.
De discipelen zelf vonden deze taak blijkbaar te min want geen van hen stond op om het te doen. Maar Jezus, die niet gekomen was om gediend te worden, maar om te dienen gaf hun het voorbeeld van echte dienstbaarheid. Jezus zei daarna:
Johannes 13:15 – “Want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat ook u zult doen zoals Ik voor u heb gedaan.”
Weet je dat als een mens wedergeboren is en gedoopt wordt met de Heilige Geest, hij/zij niets anders kan of wil dan de Heere en de Zijne dienen. Op welke manier dan ook.
Deze dienstbare instelling en houding hoort nou eenmaal bij het Christen zijn. Want het woord ‘christen’ betekent ‘als Christus’.
De Heilige Geest wordt ook de Geest van Jezus Christus genoemd. Dus als de Geest van Christus in ons woont, als wij gedoopt zijn met de Geest van Christus, dan kunnen wij niet laten om te zijn als Jezus, dan kunnen wij niet laten om te dienen.
Kort nadat ik tot bekering kwam en gedoopt werd met de Heilige Geest wilde ik zo graag dienen. Ik pakte van alles op.
Ik was er elke zondag om 08:00 uur bij om te helpen met het schoonvegen van het buurthuis, het schoonmaken van de w.c.’s, het neerzetten van stoelen, het opbouwen van het geluidssysteem, enz.
Ik deed verschillende leeftijdsgroepen van de zondagsschool.
Ik drumde in het muziek team. Ik mocht zelfs voor een tijd de aanbidding leiden.
Ik ging mensen discipelen, ik gaf Bijbelstudies, enz.
Voelde ik me per se geroepen om specifiek in deze gebieden te dienen? Nee!
Was ik bekwaam om in deze specifieke gebieden te dienen? Niet per se.
Het enige dat ik wist was dat er in mij een brandend verlangen was om de Heere en de Zijne te dienen. En het maakte mij niets uit wat ik deed of wanneer ik het deed.
Mijn tijd en mijn energie waren niet meer van mij om mee te doen wat mijn eigen leven per se zou dienen.
Nee, de tijd en energie die ik had was van God en ik wist gewoon dat waar er gediend moest worden om Zijn Gemeente te bouwen, ik mezelf daarvoor moest inzetten, op welke manier dan ook, op welk gebied dan ook.
En omdat wij kerkte in een startende en groeiende gemeente waren er geen processen of procedures die het de mensen makkelijker maakte om ergens te gaan dienen.
Nee, ik moest er zelf achteraan gaan. Ik moest zelf het initiatief nemen. Ik moest de voorganger of andere bedieningsleiders vragen wat er nodig was en waar ik kon helpen.
En om te kunnen dienen moest ik m’n leven anders gaan inrichten. Ik moest dingen laten, ik moest me bekeren van nutteloze bezigheden, ik moest ander werk gaan doen dat minder tijd en energie van mij vroeg. Ik moest verschillende hobbies/bezigheden waar ik van hield loslaten.
Ik vertel dit niet om te roemen, maar om aan te geven wat er met mij gebeurde toen ik wedergeboren, en gedoopt werd met de Heilige Geest.
Dus, als je wedergeboren bent, als je gedoopt bent met de Heilige Geest, dan kan je hier niet ’s zondags komen om alleen maar te consumeren.
Casper heeft het al een hele tijd over de gaven van de Heilige Geest en dat God Zijn kinderen wil dopen met de Heilige Geest.
Als je op dit moment in je leven niet dient, ligt dat dan aan het niet kunnen of het niet willen?
Als je denkt dat je het niet kunt, laten we een keer afspreken om het hierover te hebben. Ik weet zeker dat de Heere een oplossing heeft en je zal laten zien wat je wél kunt.
Als je het niet wil, dan gaat het tegen de wil van de Geest van Christus in, want Hij wil juist wél dat je dient. Jezus redt mensen zodat zij Hem en de Zijne gaan dienen.
1 Johannes 2:6 – “Wie zegt dat hij met God verbonden is, moet zelf leven zoals Jezus geleefd heeft.”
Citations:
[1] “Explore the Book” by J. Sidlow Baxter, lesson 110 pp. 120
[2] “Explore the Book” by J. Sidlow Baxter, lesson 117 pp. 217