Verzoeking en verleiding zijn goed – Mattheüs 4:1-11

Verzoeking en verleiding zijn goed

Mattheüs 4:1-11

Romeinen 8:28 – “En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn.” Hier staat dat voor hen die van God houden, alle dingen meewerken ten goede. Hieruit begrijp ik dat God het goede voor mij voor ogen heeft; het goede in Gods ogen, wat Hij goed vindt. Ook begrijp ik hieruit dat alle dingen die in mijn leven gebeuren meewerken ten goede; meewerken aan het goede dat God voor mij voor ogen heeft. Vanuit een menselijk, tijdelijk oogpunt is deze waarheid vaak moeilijk of soms wel onmogelijk te vatten want er gebeuren soms onbegrijpelijke dingen. Eén van de dingen waarmee wij als mens, als wedergeboren, Geest vervulde christen mee te maken hebben, die ik tot kort geleden niet kon vatten is verzoeking, oftewel verleiding. En ik vroeg me af wat voor nut verleiding heeft. Als verleiding bedoeld is om mij te verleiden tot zonde, waarom zou God dit toelaten? Waarom zou God toelaten dat Zijn kinderen verleidt worden? Als ik Romeinen 8:28 geloof, dan moet er een hele goede reden hiervoor zijn. En ik geloof dat die reden  in Mattheüs 4:111 te vinden is.