De weg naar het dolgelukkig zijn
Vandaag beginnen wij met een hele spannende reis waarin wij zo’n 2.000 jaar in de tijd teruggaan. Misschien denk je nu: oké, maar hadden wij dat al niet eerder gedaan toen wij het Evangelie van Mattheüs behandelde, of Handelingen, of 1 en 2 Timotheüs? Ja, dat hadden wij inderdaad al eerder gedaan. Alleen nu gaan wij 2.000 jaar in de tijd terug om te kijken naar wat God voor ons in de toekomst in petto heeft.
Waar wij in Mattheüs voornamelijk hadden gekeken naar het leven van Jezus hier op aarde en waar wij in 1 en 2 Timotheüs voornamelijk hadden gekeken naar hoe wij in het heden als christenen horen te leven, gaan wij nu, in Openbaring heel specifiek kijken naar wat, vanuit een profetisch oogpunt, nog staat te gebeuren en wat voor impact dat op ons heden zal hebben.
Dus wij gaan eigenlijk terug naar de toekomst; back to the future!
Zoals ik vorige week in de inleiding aangaf zijn er veel kerkgangers die òf geheel niet geïnteresseerd zijn in Openbaring òf in het beste geval onverschillig zijn over Openbaring en dat is jammer.
Want Openbaring begint en eindigt juist met een geweldige belofte waarin staat dat degene die het voorleest, degene die het aanhoort en die het in acht neemt, zalig, oftewel, dolgelukkig zal zijn.
Deze belofte geeft mij voldoende reden om niet onverschillig te zijn over Openbaring, maar juist ijverig en gretig naar alles dat God mij hierin te vertellen heeft.
Het is mijn gebed en mijn verlangen dat eenieder van jullie een onverzadigbare interesse in Openbaring zal krijgen waardoor jij je zal beijveren om de studie trouw te gaan volgen en jezelf in de brief en in de rest van de Bijbel te gaan verdiepen.
Het zal uiteindelijk alleen maar tot jouw zaligheid, tot jouw geluk leiden.
Vers 1 – “1Openbaring van Jezus Christus, die God Hem gegeven heeft om Zijn dienstknechten te laten zien wat spoedig moet geschieden, en die Hij door Zijn engel gezonden en aan Zijn dienstknecht Johannes te kennen heeft gegeven.”
Ondanks dat er in sommige Bijbels de Openbaring van Johannes als titel aangegeven wordt, is dit Bijbelboek de Openbaring van Jezus Christus. In het kort noemen wij het gewoon Openbaring.
Het woord openbaring is in de grondtekst apokalupsis en het betekent onthulling, het betekent openbaring.
Dit zelfstandig naamwoord komt in het N.T. 18 maal voor en in elke instantie dat het woord gebruikt wordt legt het verborgen kennis bloot voor de geestelijke waarneming.
Het is van essentieel belang dat wij ons beseffen dat de openbaring zuiver en alleen geestelijk waargenomen kan worden. De apostel Paulus zegt dit hierover:
1 Korinthe 2:14 – “Mensen zonder Gods Geest nemen Gods boodschap niet aan. Zij vinden die boodschap onzin. Ze kunnen die ook niet begrijpen, want je hebt de Geest nodig om Gods boodschap te kunnen beoordelen.” (BGT)
Dus, alhoewel God de openbaring gegeven heeft om de verheerlijkte Jezus en de toekomst van de mensheid te onthullen, zal geen enkel mens deze openbaring begrijpen zonder dat hij/zij een Heilige Geest vervulde wedergeboren christen is.
De openbaring legt verborgen kennis bloot voor de geestelijke waarneming.
De essentie van dit boek is deze openbaring. Het is bedoeld om Jezus in Zijn ultieme heerlijkheid en in Zijn toekomstige reddende rol bloot te leggen, te onthullen.
Juist omdat er zo veel goeds voor de gelovigen staat te gebeuren bij de openbaring van Jezus Christus is het voor ons, anno 2016 super interessant.
Ten eerste zal onze uiteindelijke redding pas gerealiseerd worden wanneer Jezus Christus in de toekomst geopenbaard zal worden:
1 Johannes 3:2 – “Lieve vrienden, wij zijn nu al kinderen van God. Wat we later zullen zijn, weten we nog niet. Maar we weten wel dat we op Jezus zullen lijken als hij terugkomt. Dan zullen we hem zien zoals hij is, als de hemelse Christus.” (BGT)
Onze redding zal pas compleet zijn wanneer wij, zoals Paulus in 1 Korinthe 15 zegt, het vergankelijk en sterfelijk lichaam gaan bekleden met het onvergankelijke en het onsterfelijke.
Dit zal volgens 1 Korinthe 15 en 1 Thessalonicenzen 4 gebeuren bij de opname van de kerk.
Hier zie ik persoonlijk met reikhalzend verlangen naar uit.
Het is niet voor niets dat Petrus en Paulus de gelovigen aansporen om elke keer vooruit te blijven kijken naar de openbaring.
In Romeinen 13 spoort Paulus ons aan om elkaar lief te hebben omdat de openbaring nabij is. Hij zegt: Wij moeten elkaar actief liefhebben want:
Romeinen 13:11b – “Nu is onze redding dichterbij dan toen wij tot het geloof kwamen.” (Willibrord)
De Bijbel spreekt hier duidelijk over onze toekomstige redding.
In 1 Petrus 1 spoort Petrus ons aan om ons in onze moeilijkheden te verblijden omdat wij bij de openbaring van Jezus Christus de hoofdprijs zullen ontvangen:
1 Petrus 1:6-7 – “6Wees dus blij, ook al hebben jullie het nu een korte tijd heel moeilijk. 7Met die moeilijkheden wordt jullie geloof getest. Net zoals goud wordt getest in vuur. En jullie geloof is veel belangrijker dan goud! Want door je geloof ontvang je hemelse eer en rijkdom als Jezus Christus terugkomt.” (BGT)
1 Petrus 1:8-9 – “8Hem hebt u lief zonder Hem ooit gezien te hebben. U gelooft in Hem, hoewel u Hem ook nu niet ziet, en u zult vervuld zijn van een onuitsprekelijke en hemelse vreugde, 9wanneer u het einddoel van uw geloof, uw redding, bereikt.” (Willibrord)
De openbaring van Jezus Christus is dus iets dat iedere wedergeboren christen zou moeten omarmen.
Vers 1 – “1Openbaring van Jezus Christus, die God Hem gegeven heeft om Zijn dienstknechten te laten zien wat spoedig moet geschieden, en die Hij door Zijn engel gezonden en aan Zijn dienstknecht Johannes te kennen heeft gegeven.”
God heeft de Openbaring aan Jezus gegeven. Het is een kado van God de Vader aan God de Zoon. Hoe bedoel je Stan?
Omdat Jezus Zichzelf volledig gegeven heeft en volledig onderworpen heeft aan de wil van God de vader heeft God de Vader belooft om Jezus te verhogen.
Filippenzen 2:5-11 – “5Bedenk wat Jezus Christus gedaan heeft. Daaraan zien jullie hoe jullie met elkaar om moeten gaan. 6Jezus Christus was aan God gelijk. Maar hij vroeg niet om de hoogste macht en eer voor zichzelf. 7Nee, hij gaf zijn hemelse positie op. Hij maakte zich zo onbelangrijk als een slaaf. Hij kwam als mens op aarde. En toen hij leefde als mens, 8dacht hij nooit aan zichzelf. Hij was altijd gehoorzaam aan God, zelfs toen hij aan het kruis moest sterven. 9Omdat Jezus Christus dat deed, heeft God hem de hoogste plaats gegeven. God gaf hem de hoogste eer, de eer die voor God zelf bestemd is. 10Daarom zal iedereen voor Jezus knielen: alle engelen in de hemel, alle mensen op aarde en iedereen in het land van de dood. 11Dan zal iedereen zeggen: ‘Jezus Christus is de Heer.’ En zo zal iedereen God, de Vader, eren.” (BGT)
Dit is de erfenis van Jezus, dit is wat Jezus in de toekomst te wachten staat en God heeft dit in de Openbaring voor Jezus vastgelegd.
Het is ontzettend bijzonder dat God de Vader ons inzage geeft tot de erfenis die Hij aan Zijn Zoon, Jezus geeft.
Vers 1 – “1Openbaring van Jezus Christus, die God Hem gegeven heeft om Zijn dienstknechten te laten zien wat spoedig moet geschieden, en die Hij door Zijn engel gezonden en aan Zijn dienstknecht Johannes te kennen heeft gegeven.”
Het is dus de Openbaring van Jezus, die God aan Jezus gegeven heeft om Zijn dienstknechten te laten zien wat spoedig moet geschieden.
Als dit gegeven is om Zijn dienstknechten op de hoogte te stellen, dan moet ik mezelf wel afvragen wie Zijn dienstknechten zijn, en of ik er een van ben of niet.
Johannes gebruikt hier het Grieks woord doulos en dit betekent slaaf. Wij vinden het woord slaaf niet zo leuk, vandaar dat het vertaald wordt in dienstknecht. Maar goed, e context waarin dit woord wordt gebruikt spreekt van een vrijwillige slaaf.
In Filippenzen 2:7-8 hebben wij dit gelezen: “7Jezus gaf zijn hemelse positie op. Hij maakte zich zo onbelangrijk als een slaaf (doulos). Hij kwam als mens op aarde. En toen Hij leefde als mens, 8dacht Hij nooit aan zichzelf. Hij was altijd gehoorzaam aan God, zelfs toen Hij aan het kruis moest sterven.”
Paulus gebruikt hier hetzelfde Grieks woord, doulos om Jezus te omschrijven. Jezus heeft alles uit vrije wil gedaan; niemand heeft Jezus ertoe gedwongen om te doen wat Hij heeft gedaan.
In het O.T. is een prachtig voorbeeld van een dergelijke slaaf:
Deuteronomium 15:12-17 – “12Wanneer iemand van je eigen volk zich als slaaf of slavin aan je moet verkopen, zal hij zes jaar voor je werken. Maar in het zevende jaar moet je hem vrijlaten. 13Stuur hem echter niet met lege handen weg. 14Geef hem in elk geval wat schapen en geiten mee en een hoeveelheid graan en wijn. Laat hem delen in de welvaart waarmee de Heer, je God, je heeft gezegend. 15Vergeet niet dat je zelf slaaf bent geweest in Egypte en dat de Heer je heeft bevrijd. Daarom leg ik je dit gebod op. 16Maar stel dat de slaaf tegen je zegt: ‘Ik wil niet bij u weg. Ik heb het goed bij u en ik houd van u en uw gezin.’ 17Neem hem dan mee naar je huisdeur en steek hem een priem door zijn oor, als teken dat hij levenslang bij je in dienst blijft. Deze regel geldt ook voor een slavin.” (GNB)
Dit is een voorbeeld van een dergelijke priem die door het oor gestoken werd:
Dit is dan ongeveer hoe zij het moesten doen:
Zo’n slaaf, die vrijgelaten kon worden, is dus op vrijwillige basis in dienst van zijn meester gebleven, wat trouwens veel meer zegt over de meester dan de slaaf.
En dit is dus de definitie van de doulos, de dienstknecht aan wie Jezus de Openbaring zal laten zien.
Dus, nogmaals de vraag die wij onszelf moeten stellen is: ben ik een vrijwillige slaaf van Jezus Christus die vervuld is met de Heilige Geest, die de Meester gehoorzaamd en dient?
Zo ja, dan zal God de Openbaring aan jou bekend maken, zo nee, dan zijn jouw problemen groter dan alleen het niet kunnen weten wat er in de Openbaring staat.
Vers 1 – “1Openbaring van Jezus Christus, die God Hem gegeven heeft om Zijn dienstknechten te laten zien wat spoedig moet geschieden, en die Hij door Zijn engel gezonden en aan Zijn dienstknecht Johannes te kennen heeft gegeven.”
God laat zien wat spoedig moet geschieden. Velen denken dat omdat er reeds 2.000 jaar verstreken zijn, dat men zich eigenlijk niet zo druk hoort te maken over de wederkomst van Jezus. Want uiteindelijk had God 2.000 jaar geleden al gezegd dat Jezus spoedig terug zou komen.
Wij moeten begrijpen dat God niet gebonden is aan onze klok of aan onze kalender. Hij staat buiten de tijd. Om dit aan te geven zegt Petrus dat bij de Heere één dag als duizend jaar is en duizend jaar als één dag.
Als wij dit letterlijk opvatten dan zijn er volgens Gods kalender pas twee dagen verstreken. Maar hier gaat het niet om.
Het gaat erom dat wat er nu nog op de profetische kalender staat te gebeuren is de opname van de kerk en de wederkomst van Jezus. Dit is Gods volgende stap!
En Jezus zegt in Mattheüs 24:42:
Mattheüs 24:42 – “Wees dan waakzaam, want u weet niet op welk moment uw Heere komen zal.”
De opname van de kerk kan elk ogenblik gebeuren. Er staat verder niets op de profetische kalender wat daarvoor nog moet gebeuren.
De opname en de wederkomst zijn, wat in het Engels genoemd wordt: ‘imminent’ wat betekent ‘op handen zijnde’ of ‘naderend’; imminent.
Dus, vanuit Gods oogpunt moeten wij paraat staan. Wij moeten klaar zijn om Hem tegemoet te komen. Vandaar dat Hij ons voorhoudt dat het spoedig zal komen.
Wat ook bedoeld wordt wanneer de Bijbel zegt dat de dingen in Openbaring spoedig zullen geschieden is dat op het moment dat ‘de hel losbreekt’, alles op een zeer rap tempo achtereenvolgend zal gebeuren.
Vers 1 – “1Openbaring van Jezus Christus, die God Hem gegeven heeft om Zijn dienstknechten te laten zien wat spoedig moet geschieden, en die Hij door Zijn engel gezonden en aan Zijn dienstknecht Johannes te kennen heeft gegeven.”
Openbaring is het enige boek van de Bijbel die door een engel aan een menselijke schrijver gegeven is.
Vers 2 – “2Deze heeft van het Woord van God getuigd en van het getuigenis van Jezus Christus, alles wat hij gezien heeft.”
Johannes was een getrouwe getuige van het Woord van God en van alles dat hij als ooggetuige gezien heeft.
God beaamt zijn trouw hier. Het feit dat hij verbannen was op het eiland Patmos bevestigd dat hij inderdaad een getrouwe getuige van Jezus Christus was.
Vers 3 – “3Zalig is hij die leest en zijn zij die horen de woorden van de profetie, en die in acht nemen wat daarin geschreven staat, want de tijd is nabij.”
Openbaring begint met de belofte van God dat degene die het voorleest, die ernaar luistert en die de woorden van de profetie in acht neemt, zalig zal zijn.
Openbaring is een brief die aan de kerken voorgelezen moest worden. Dus de zegen wordt niet alleen beloofd aan de toehoorders en de daders van het Woord, maar ook aan degene die het voor mag lezen, waarvan uitgegaan wordt dat ook die een dader van het woord is.
Het woord ‘zalig’ dat hier staat is hetzelfde woord ‘zalig’ dat in de zaligsprekingen in Mattheüs 5 door Jezus gebruikt wordt.
Het betekent in de volksmond ‘dolgelukkig’. Iemand die dolgelukkig is heeft het toppunt van geluk bereikt.
Dus, als je dolgelukkig wil zijn, als je het toppunt van geluk wil bereiken, dan zegt Openbaring 1:3 dit:
“3Zalig is hij die leest en zijn zij die horen de woorden van de profetie, en die in acht nemen wat daarin geschreven staat, want de tijd is nabij.”
Deze fantastische belofte veronderstelt dat degene die het voorleest én degene die het hoort, de woorden goed zou kunnen begrijpen, maar dit is alleen mogelijk als men Openbaring letterlijk interpreteert zoals ik vorige week aangaf.
Nogmaals spreekt de Bijbel hier over de aan de hand zijnde Dag van de Heere, want de tijd is nabij.
Vers 4 – “4Johannes aan de zeven gemeenten die in Asia zijn: genade zij u en vrede, van Hem Die is en Die was en Die komt, en van de zeven Geesten, Die voor Zijn troon zijn,”
Johannes is de menselijke schrijver van deze brief, en de zeven gemeenten, oftewel zeven plaatselijke kerken in Asia zijn de ontvangers. In hoofdstuk 2 en 3 zullen wij zien wie deze zeven kerken zijn.
Dit is de eerste keer dat het getal zeven in Openbaring voorkomt. In totaal komt het 53 keer voor in 31 verzen, dat is vaker dan dat het in alle andere boeken in het Nieuw Testament bij elkaar opgeteld voorkomt.
In de Bijbel betekent het getal zeven volledig of volmaakt. Dat er zeven kerken genoemd worden betekent dus dat deze zeven kerken de volledige kerk in de gehele tijdperk van de kerk vertegenwoordigen.
Omdat Johannes deze brief aan de zeven gemeenten schrijft, schrijft hij dit in werkelijkheid aan de gehele kerk, die 2.000 jaar geleden is ontstaan en die tot aan de opname van de kerk zál bestaan; aan ons dus!
Johannes wenst ons Gods genade en vrede toe. Genade en vrede worden weleens de Siamese-tweeling van de Bijbel genoemd omdat Paulus in al zijn brieven met deze twee dingen opent. In de pastorale brieven voegt hij zelfs barmhartigheid eraan toe.
Genade is wat God ons schenkt waardoor wij de mogelijkheid krijgen om vrede met Hem te sluiten én om Zijn vrede te mogen ervaren.
Zonder die genade te hebben ontvangen zou ik nooit vrede met God kunnen sluiten waardoor ik nooit Zijn vrede in mijn leven zou kunnen ervaren. Genade en vrede zijn dus goede wensen.
Vers 4 – “4Johannes aan de zeven gemeenten die in Asia zijn: genade zij u en vrede, van Hem Die is en Die was en Die komt, en van de zeven Geesten, Die voor Zijn troon zijn,”
Deze genade en vrede komen van God, Die is en Die was en Die komt, d.w.z. de eeuwige God en van de zeven Geesten, Die voor Zijn troon zijn.
Er zijn niet letterlijk zeven verschillende Geesten van God, maar de zeven doelt hier op de zevenvoudige volledigheid en volmaaktheid van de Heilige Geest.
In Jesaja 11:2 zegt de Bijbel over de Messias dat de Geest van God op Hem zal rusten:
Jesaja 11:2 – “Op Hem zal 1de Geest van de HEERE rusten: 2de Geest van wijsheid en 3inzicht, 4de Geest van raad en 5sterkte, 6de Geest van de kennis en 7de vreze des HEEREN.
Hier zien wij dus zeven eigenschappen van de Heilige Geest die op Jezus Christus rustte.
Vers 5 – “5en van Jezus Christus, Die de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden en de Vorst van de koningen der aarde. Hem Die ons heeft liefgehad en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed,”
De genade en vrede die Johannes ons toewenst is dus afkomstig van de gehele Drie-eenheid. God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest.
Jezus is de getrouwe Getuige. Hij is aan Gods opdracht om van Hem te getuigen tot de kruisdood aan toe trouw gebleven.
Niet alleen dat, Jezus is volkomen betrouwbaar in alles dat Hij zegt, in alles waarvan Hij getuigt. In tegenstelling tot de aardse ‘leiders’, die liegen dat ze barsten, is Jezus de Weg, de Waarheid en het Leven.
Jezus is de Eerstgeborene uit de doden. D.w.z. dat Hij de eerste is die uit de dood is opgestaan om vervolgens nooit meer te sterven.
Het betekent ook dat omdat Hij de Eerstgeborene is, er meer mensen zullen volgen en dat zijn wij. Ik zal nooit sterven. Mocht ik niet meegaan met de opname van de kerk zal mijn lichaam wel ophouden te werken, maar mijn werkelijke ik zal naar God toe gaan.
Vers 5-6 – “5…de Vorst van de koningen der aarde. Hem Die ons heeft liefgehad en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed, 6en Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters voor God en Zijn Vader, Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen.”
De getuigenis van Jezus en de opstanding uit de dood zijn in het verleden. Zijn rol als Vorst oftewel als Koning der koningen ligt nog in de toekomst wanneer Hij de overwinning behaald over het Beest en de Valse Profeet in Openbaring 19.
Dus wat Johannes hier benadrukt en waarover Hij plotseling in lofprijzing uitbarst is wat Jezus reeds voor de gelovigen volbracht heeft.
En dat is dat Hij ons heeft liefgehad, oftewel omdat Hij ons blijft liefhebben, en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed.
Dit is en blijft voor mij verbazingwekkend! Dat de God van de Bijbel, de Schepper van het heelal, mij onvoorwaardelijk liefheeft en dat Hij mij onvoorwaardelijk blijft liefhebben.
Sterker nog, omdat God ons liefheeft heeft Hij Zijn eniggeboren Zoon, Jezus Christus als offerlam aan ons gegeven om ons eens en voor altijd schoon te wassen van al onze zonden; van onze zonden vanuit het verleden, het heden en de toekomst.
Ik sprak gisteren met iemand en die persoon zei dat wij allemaal rekenschap bij God moeten afleggen voor onze slechte daden. Maar dat geld niet voor de wedergeboren Christen.
Omdat Jezus mij van mijn zonden gewassen heeft in Zijn bloed, wanneer ik voor God kom te staan, dan is het enige waarin God geïnteresseerd zal zijn, of ik wel of niet een doulos, een slaaf van Jezus Christus ben geweest.
M.a.w. heb ik Zijn offer aan het kruis aanvaard en heb ik mezelf vervolgens volledig gegeven om Hem te dienen?
Zo ja, dan is het klaar! Zo nee, dan moet ik gaan boeten voor al mijn zonden.
Hoe heerlijk zal dat zijn wanneer wij voor God komen te staan, misschien zelfs met een kwaad geweten, en wij van God te horen zullen krijgen dat al onze zonden, al onze slechte daden door het bloed van Jezus verdwenen zijn.
Wie zou dit nou niet willen? Ik kan me er niets bij voorstellen dat een weldenkend mens dit geweldig aanbod van God zou afwijzen.
Vers 5-6 – “5…de Vorst van de koningen der aarde. Hem Die ons heeft liefgehad en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed, 6en Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters voor God en Zijn Vader, Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen.”
Doordat ik van al mijn zonden gewassen ben, heb ik toegang tot allerlei voordelen.
Als priester heb ik nu de vrije toegang tot God. Ik mag 24/7 bij Hem komen in gebed, in lofprijzing, in het lezen van de Bijbel en het nog snappen ook!
En als koning behoor ik tot het Koninkrijk van de Almachtige God, die nu in mijn hart regeert, en straks letterlijk in het duizend jarig reik en daarna in alle eeuwigheid.
Mijn vrijwillige keuze om een slaaf van Jezus Christus te zijn om Hem met mijn leven te dienen zegt veel meer over Jezus dan over mij.
Als jij Jezus vanmorgen nog niet met heel je leven dient, dan is nu het moment om die bewuste keus te maken.