“Maar een officier, op wiens hand de koning leunde, antwoordde de man Gods en zei: Zie, al maakt de HEERE sluizen in de hemel – hoe zou dit kunnen gebeuren? Maar hij zei: Zie, u zult het met uw ogen zien, maar er niet van eten.” (2 Koningen 7:2) Israël was omsingeld door de vijand. De zonde van het volk had ervoor gezorgd dat God hen strafte. Een van de hoofdredenen voor de straf, was het ongeloof van het volk. Ongeloof heeft gevolgen, dat is te zien aan Israël.
Ongeloof heeft gevolgen
In het geval van Israël leidde hun ongeloof tot het aanbidden en navolgen van afgoden, het afwijzen van God. Ze kozen structureel tegen God en voor andere goden. Hierdoor dwaalden ze steeds verder af van God en zagen ze niet meer dat Hij echt God was. Ze raakten hun ontzag voor Hem kwijt en ze zagen niet meer in dat hun levens niet van henzelf waren, maar alleen van Hem. Dat alles is terug te zien in de reactie van de officier in 2 Koningen 7:2. Hij heeft totaal geen geloof dat God Israël kan helpen, dat God een wonder kan doen.
Ongeloof heeft gevolgen, zowel toen voor Israël, als nu voor de kerk. De Bijbel maakt onderscheid tussen bewust ongeloof, zoals we zien bij deze officier, en ongeloof dat voortkomt uit onwetendheid. In Markus 9:24 zien we iemand die tegen Jezus zegt “Ik geloof Heere! Kom mijn ongeloof te hulp.” Deze man had geloof, maar ondanks zijn geloof was er nog twijfel. We zien nergens dat Jezus deze man aanspreekt of dat deze man veroordeeld wordt. De officier wordt wel aangesproken, hij zou Gods redding niet meer zien.
Geloof
Door het Woord heen worden we opgedragen om te geloven; de Bijbel is heel duidelijk dat geloof in Jezus Christus als Zoon van God redt (Johannes 20:31). Nergens wordt daarbij gezegd dat je dan ook alle dingen van het christelijk geloof moet weten en begrijpen. Nergens zegt het Woord dat je compleet geloof nodig hebt, een geloof dat alles begrijpt en alles ziet. Dat is niet hoe we bij God mogen komen. Ongeloof heeft gevolgen, maar denk niet dat je niet mag twijfelen, dat je geen vragen mag hebben of dingen niet lastig mag vinden.
Het ongeloof van de officier, ongeloof dat gevolgen heeft, is ongeloof waarbij je niet gelooft dat God iets kan doen. Je bent niet te overtuigen dat God verandering kan brengen in een situatie, dat God je kan redden. Wat er ook staat in de Bijbel, je gelooft en vertrouwt niet op God. Misschien uit zich dat in dat je alleen maar bepaalde delen van de Bijbel aanneemt, of dat je God met je woorden aan het vertellen bent dat je niet gelooft dat Hij iets kan doen.
Wat het ook is, dit ongeloof is een bewuste keuze, een keuze die gevolgen heeft. Deze keuze is een heftige, omdat deze keuze afstand brengt tussen jou en God. Door dit soort ongeloof ben je je hart aan het verharden richting God. De farao (Exodus) is een pijnlijk voorbeeld van iemand die wonderen van God zag en er toch voor koos om te volharden in ongeloof. Dat is wat ongeloof in je hart kan doen, hij is ook een voorbeeld van de gevolgen van ongeloof.
Kwestie van het hart
Zoals met zoveel dingen is bij ongeloof het hart van het probleem, het probleem van het hart. Het hart is arglistig (Jeremia 17), wat betekent dat onze harten ons (willen) misleiden. Ons hart wil alleen dingen die wij leuk vinden en vooral leuk vinden voelen. Onze vleselijke harten willen niet op God gewezen worden, willen niet zien dat God wonderen kan doen. Want als God wonderen kan doen, kan Hij ook oordelen over onze harten, over de dingen die er in ons wonen.
Daarom is het belangrijk dat je leeft naar het nieuwe hart dat je van God gekregen hebt (Ezechiël 36:26). Een nieuw hart naar Zijn wil, een hart dat Hij in staat stelt om Zijn wil te doen (Ezechiël 36:27). Dat is het hart dat Hij aan jou geeft, dat is het hart dat naar Zijn wil kan handelen. Dat is het hart waar oprecht ongeloof kan zijn, ongeloof zoals gezien in Markus 9.
Ongeloof heeft gevolgen, maar je kan wat doen aan dat ongeloof. Je kan je hart bij God brengen en Hem vragen om jou te leiden; te leiden om te leven naar Zijn wil, door Zijn kracht. Dat is een werk dat alleen Hij kan doen, een werk waar niemand uit zichzelf sterk genoeg voor is. Ongeloof heeft gevolgen, maar Gods Geest is sterker dan ongeloof. Geef jezelf over aan Hem, laat Hem je hart vullen met geloof (Galaten 5:22), leef door geloof.
Als je vragen hebt, schroom niet om ze te stellen.