(als) Gods lichaam dienen

(als) Gods lichaam dienen

Romeinen 12:4-5 (als) Gods lichaam dienen

Vorige week hebben we in v3 gezien dat we moeten ‘denken in bescheidenheid’. Dat is Bijbels denken over jezelf en vooral over God. Een juist zelfbeeld begint bij God zien, bij zien Wie Hij is. Dat leidt tot juist denken over jezelf, wat weer aanzet tot Hem juist dienen (v4-21).

  • Vanochtend kijken we naar v4-5, waarbij Paulus ons wijst op ‘(als) Gods lichaam dienen’.

v4-5 (als) Gods lichaam dienen

In het praktisch maken van alles dat hij eerder gezegd heeft (H1-11), wijst Paulus ons op daden. Hij wil dat het Evangelie te merken is aan ons leven, aan onze daden. Volledige overgave (v1), vernieuwd denken (v2) en bescheiden denken (v3) zijn totaal anders dan de wereld.

  • Deze manier van doen (en denken) leidt tot het volgende praktische gevolg van het Evangelie: dienen. Paulus gaat de vergelijking maken tussen de kerk en een lichaam. Hij gaat laten zien dat we allemaal een belangrijke taak hebben, en dat God ons allemaal wil gebruiken.
    • Ná de vergelijking (v6-8), gaat hij in op “genadegaven” (v6). Dit zijn gaven van de Geest, die Hij geeft, op Zijn tijd, om Zijn doelen te realiseren. Paulus wil ons leren om niet alleen te dienen, maar geleid door de Geest te dienen.

De beeldspraak van “één lichaam” (v4) is heel visueel. Paulus gebruikt een zichtbaar iets voor zijn lezers, zodat ze een geestelijke realiteit gaan begrijpen. Door te spreken over een lichaam, wil hij ervoor zorgen dat we gaan begrijpen hoe de kerk door God ingericht is.

  • In een lichaam zijn er “vele leden” (v6), die “niet alle dezelfde functie hebben”. En dat is iets dat we begrijpen over ons lichaam. De arm doet andere dingen dan de voet, het been of het hoofd. Maar ze zijn wel allemaal één lichaam, van één persoon.

Paulus spreekt in deze verzen tegen “wij” (v4-5) en “elkaar” (v5). De “wij” is de kerk, christenen, mensen die geloven in Jezus Christus als Zoon van God. Samen zij “wij” “één lichaam in Christus”, met “vele leden”. Dat is hoe God naar ons kijkt, dat is wat God ons maakt, hoe Hij ons wil gebruiken.

  • Deze beeldspraak is niet alleen om iets uit te leggen, theorie. Dóór deze beeldspraak heen wil God iets heel praktisch in ons bereiken. Hij wil dat we begrijpen wat Hij van ons vraagt, hoe we onze broeders en zusters moeten zien. Dit hoort impact te hebben op je dagelijks leven.
    • Dat is wat het Woord moet hebben: impact in je leven. Misschien niet altijd direct merkbaar, maar het Woord is niet bedoeld om theoretisch interessant te zijn. Ook niet om ‘goed voor …’ te zijn; God wil in jouw hart werken. Sta open voor Hem.

God Zelf wijst ons hier op hetzelfde dat Hij in 1 Korinthe 12 tegen de kerk zegt: dat we allemaal een specifieke plek in Gods koninkrijk hebben. In dat stuk, v12-27, legt Paulus in meer detail uit hoe deze beeldspraak werkt.

  • Jezus is het hoofd van het lichaam

Kolossenzen 1:18 “En Hij is het hoofd van het lichaam, namelijk van de gemeente, Hij, Die het begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn.”

Vóór we naar de details van 1 Korinthe 12 kunnen kijken, is dit een fundamenteel stuk. Jezus is het hoofd van de kerk, van Zijn lichaam. Geen mens is het hoofd, alleen Christus. Het hoofd bepaalt namelijk wat het lichaam doet, wanneer en hoe. Dat is een taak voor Jezus Christus Zelf.

  • Geen mens kan deze positie en taak claimen, want de Bijbel geeft dit aan Jezus. Geen voorganger, dominee, paus, etc. is het hoofd van de kerk. Jezus Christus is het hoofd. Dat is een niet-onderhandelbaar punt, omdat het Woord ons dit duidelijk maakt.

Dit lijkt een ‘duidelijke’ doctrine, maar dit is iets waar door de eeuwen heen mensen voor zijn gestorven. Er zijn martelaars die hun leven hebben gegeven omdat zij Christus als hoofd van de kerk zagen. Johannes Huss is een van de voorbeelden hiervan.

  • De impact van deze Bijbelse leer is dat we Jezus’ leiding nodig hebben. I.p.v. primair te zoeken naar wat een mens zegt, horen we Jezus’ leiding te zoeken boven alles. Hij is het hoofd, Hij leidt, Hij bepaalt, we hebben Zijn sturing nodig.
  • Door één Geest één lichaam

1 Korinthe 12:12-13 “Want zoals het lichaam één is en veel leden heeft, en al de leden van dit ene lichaam, hoewel het er veel zijn, één lichaam zijn, zo is het ook met Christus. Ook wij allen immers zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij dat wij Joden zijn, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen; en wij allen zijn van één Geest doordrenkt.”

Het is niet zo dat we één lichaam zijn doordat we alleen maar met mensen zijn die we leuk vinden. De Geest maakt één, met Zijn kerk. Dat is veel meer bijzonder dan één zijn met mensen die je zelf leuk vindt. In de kerk kom je namelijk ook mensen tegen die jou van nature niet liggen.

  • Je komt mensen tegen die je vervelend, lastig, eng, etc. vindt. En toch ben je één lichaam met iedere christen, ook als ze je niet liggen. Het uitgangspunt is namelijk niet jouw ‘leuk vinden’, het uitgangspunt is de Heilige Geest en Zijn werk. Hij leidt mensen naar een kerk.
    • En in die kerk maakt Hij één, in die kerk vormt en leidt Hij. In die kerk gaat Hij jouw gedachten zo veranderen, dat je mag gaan houden van mensen waar je dat zelf niet kan. Zijn werk is dat je één wordt met álle christenen (in je kerk).

En dat is iets waar we echt de Geest voor nodig hebben. Alleen Zijn hand kan dit doen, want dit gaat heel erg diep in ons wezen. Om deze eenheid te bewerken moeten er dingen uit ons hart en hoofd weg, moeten we gesnoeid worden. Hij moet ook dingen laten groeien in ons die we zelf niet hebben.

  • Één lichaam zijn we puur en alleen door Gods werk, niet door eigen gedachten. Onderzoek je hart hoe jij kijkt naar Gods lichaam, de kerk. Onderzoek of jij van de kerk houdt zoals Christus, of dat je anders naar de kerk kijkt.
  • Iedereen heeft een eigen, noodzakelijke taak

1 Korinthe 12:14-17 “Want ook het lichaam bestaat niet uit één lid, maar uit vele. Als de voet zou zeggen: Omdat ik geen hand ben, ben ik niet van het lichaam, is hij daarom dan niet van het lichaam? En als het oor zou zeggen: Omdat ik geen oog ben, ben ik niet van het lichaam, is het daarom dan niet van het lichaam? Als het hele lichaam oog was, waar zou het gehoor zijn? Als het hele lichaam gehoor was, waar zou de reuk zijn?”

In het lichaam heeft iedereen zijn/haar eigen plek. God heeft ons allemaal een eigen, noodzakelijke taak gegeven; een taak die het lichaam nodig heeft. Niet iedereen kan hetzelfde doen, want dat werkt ook niet in het lichaam. We moeten zoeken naar wat God voor ons heeft, naar Zijn plek voor ons.

  • God hecht niet méér waarde aan het ene lichaamsdeel dan het andere; Hij weet dat we elkaar nodig hebben, dat iedereen noodzakelijk is. Kijk maar in je lichaam, je kan eigenlijk niet zonder lichaamsdelen. Je kan je aanpassen, maar het is niet zoals het hoort.

Guzik: “Vaak zien we een deel van ons lichaam als onnodig of van weinig belang, tot het pijn doet – dan realiseren we ons hoe belangrijk het is! De hand of het oog kan belangrijk lijken, en hebben meer aandacht in hun positie, maar het is niet belangrijker of meer nodig dan enig ander lichaamsdeel.”

Dit is waarom het belangrijk is dat we onderworpen (v1), vernieuwd in ons denken (v2), bescheiden moeten denken (v3). We moeten zoeken naar wat God voor ons heeft qua plek in Zijn lichaam. Hij moet bepalen wat de juiste plek is; wij mogen rusten dat Hij een eigen, noodzakelijke plek heeft.

  • Als we Hem zoeken, Zijn leiding volgen, zullen we Zijn lichaam ten goede komen. Als we doen wat Hij wil, zullen we een zegen zijn voor de rest. Een lichaam dat perfect samenwerkt, is een goed functionerend lichaam. En dat lichaam is in staat tot grote dingen.
  • Als we níet luisteren naar Gods leiding, niet de noodzakelijke plek innemen die Hij voor jou heeft, dan is er een probleem. Dan heb je ‘lichaamsdelen’ die hun eigen ding gaan doen. Dat werkt uiteindelijk het lichaam tegen, wat in de weg zit van het doen van de juiste dingen.
    • Zo ook in de kerk, als iedereen zoekt naar hun God-gegeven plek, is dat een zegen. Op die manier kan God de kerk maximaal inzetten, tot Zijn eer. Hij heeft een plek in het lichaam voor jou, accepteer die plek, neem die plek in en vervul Zijn taak voor jou.

Let op dat v4-5 ná v1-3 komen. Pas wanneer v1-3 realiteit in je leven is, zal je v4-5 Bijbels kunnen uitvoeren. Wanneer v1-3 jouw houding is, zal je accepteren wat de plek is die God voor je heeft, en zal je wandelen naar Zijn leiding. Laat dus jouw lichaam en denken onderworpen en vernieuwd zijn.

  • God geeft iedereen een plek

1 Korinthe 12:18 “Maar nu heeft God de leden, elk van hen afzonderlijk, in het lichaam een plaats gegeven zoals Hij gewild heeft.”

Realiseer je wat hier staat: God heeft jou, Zijn geliefde kind, een plek gegeven “zoals Hij gewild heeft”. Niemand heeft Hem gedwongen, je bent geen afdankertje. Hij wíl jou een plek geven in Zijn lichaam, Hij wil dat jij deel bent van de kerk.

  • Het is alleen heel belangrijk dat we onze God-gegeven plek ook accepteren. Als jij kiest om niet tevreden te zijn met wat God jou gegeven heeft, schaad je niet alleen jouw relatie met Hem. Dat heeft ook invloed op de kerk, op je broeders en zusters.
    • Wij hebben het nodig dat jij de plek inneemt die God voor je heeft. Elk deel van het lichaam is actief bezig mét en vóór het lichaam. Er is geen situatie waarin een bepaald onderdeel van het lichaam niet meer belangrijk of nodig is.

Dat is hoe Gods kerk werkt: Hij wil dat we doen wat Hij ons gegeven heeft. Hij wil dat jij Hem dient, o.a. door de kerk te dienen. Zijn doel voor jou is om je God-gegeven plek in Zijn kerk in te nemen, “zoals Hij gewild heeft”. Accepteer dus de plek waar Hij jou zet, zelfs als dat anders is dan jij denkt.

  • Het kan zijn dat je plek verandert door de tijd heen. De vergelijking met het lichaam is mooi, maar niet statisch. Je bent niet voor altijd een oor, een oog, een hand; door de tijd heen kan God je op een andere manier willen inzetten. Accepteer jij dat?
  • Het kan zijn dat je (tijdelijk) een andere plek krijgt dan jij wil/verwacht had. Dat kan, vleselijk gezien, een hard gelag zijn. Maar weet jij beter dan God wat goed voor jou is? Bescheiden en vernieuwd denken, overgegeven aan Hem, zal accepteren wat Hij voor je heeft.
  • Het kan zijn dat de plek die voor jou ‘natuurlijk’ komt niet voor jou is. God kan veel meer dan jouw natuurlijke talenten op het eerste oog laten zien. We mogen leren vertrouwen op Zijn inzicht en leiding, i.p.v. wat wij comfortabel vinden.
  • Het kan zijn dat God je een plek geeft die je simpelweg niet wil. Niet comfortabel, past niet, gewoon niet. De keuze is aan jou: vertrouw je God of je eigen gevoel/gedachten? O.b.v. het Evangelie (H1-11) heeft Hij bewezen dat Hij te vertrouwen is. Geef je over aan Hem.

We zijn “leden van elkaar” (Romeinen 12:5), God weet wat het lichaam nodig heeft. Laat Hem bepalen wat de juiste plek is; Hij geeft jou de plek die Hij voor jou wil. Kies dan om die plek te accepteren. Kies om God te dienen en om daarmee Zijn kerk te dienen. We hebben jou nodig op Zijn plek voor jou.

  • Samen lijden en verblijden

1 Korinthe 12:26 “En als één lid lijdt, lijden alle leden mee. Als één lid eer ontvangt, verblijden alle leden zich mee.”

Als één deel van het lichaam ergens doorheen gaat, doet het hele lichaam mee (normaal gezien). Dat is ook zo in de kerk. We lijden en verblijden ons samen. Dat maakt openheid, je hart delen, omzien naar elkaar zo belangrijk. We kunnen niet zonder die dingen, anders kunnen we niet samen doorleven.

  • We horen zorg voor elkaar te dragen (1 Korinthe 12:25), dat heeft het lichaam nodig. Als er een wond in het lichaam is, gaat het lichaam zorgen voor die ene wond. Zo hoort Jezus’ lichaam ook te zijn, voor elkaar zorgend.

Cruciaal hiervoor, is dat je leert aangeven dat je lijdt, dat je je verblijdt. Het is belangrijker dan je mogelijk doorhebt om samen te delen in lijden en verblijden. Een lichaamsdeel dat er alleen voor staat, heeft een probleem. En dat willen we elkaar niet aandoen.

  • Tegelijk is een lichaamsdeel dat zich terugtrekt een probleem. Het lichaam kán dan niet zomaar zorgen voor dat onderdeel, want het weet niet wat er is. Trek je niet terug van Gods kerk, reik juist uit naar de kerk. Vraag broeders en zusters om hulp, dat heb je nodig.

Misschien door pijn en verdriet, door een verleden, etc. kan je geneigd zijn om jezelf terug te trekken van Gods kerk. En i.p.v. dat delen, lijd je in stilte, ga je er alleen doorheen. Dat is niet hoe het hoort, dat is onnodig lijden, zowel voor jou als de rest van het lichaam.

  • Satan wil niks liever dan dat jij alleen door dingen heen gaat. Dat is de plek waar jij het meest kwetsbaar bent. Vertel 1 of meer broeders/zusters over je situatie, ga samen naar de Heere. Isoleer jezelf niet, maak juist gebruik van het lichaam van Christus. Je hebt het nodig.
    • Het voelt misschien eng, oncomfortabel, niet ‘stoer’, etc. Maar dat maakt niet uit. Het belangrijkste is dat je gebruik maakt van wat God gegeven heeft. Hij heeft jou de kerk gegeven, zoek de kerk op. Zoek Zijn leiding, zodat je Hem zal volgen.
    • Sta klaar om het verhaal van een ander te horen. God heeft de kerk aan jou gegeven, wees beschikbaar. Onderdeel van je taak is om er voor Zijn gemeente te zijn, de ander lief te hebben en te dienen. Zoek Zijn leiding en volg Zijn stem.

Of je nu een plek met menselijk gezien veel ‘eer’ krijgt van de Heere of niet, zoek Zijn wil. Laat je dienen niet afhangen van de plek die Hij voor je heeft, maar van Hem. Wordt niet geleid door of je zichtbaar bent voor mensen, maar besef je dat God ziet wat je doet. Dien Hem boven alles.

  • Het dienen van God, als het lichaam van Christus, is wat Paulus benadrukt in Romeinen 12. Hij wil dat we doorhebben wat God van ons wil. Als “één lichaam” mogen we samen dienen, het hoofd dienen (Christus), wat het ook is dat Hij specifiek van ons vraagt.
  • Het lichaam, de kerk, dienen

Galaten 6:10 “Laten wij dus, terwijl wij gelegenheid hebben, goeddoen aan allen, maar vooral aan de huisgenoten van het geloof.”

De lijst met “elkaar” verzen laat ons zien dat God wil dat wij als kerk elkaar dienen. Hij wil dat we “vooral” onze broeders en zusters dienen, dat we er voor hen zijn zoals het Woord vraagt. Dat past bij de kerk, bij Zijn lichaam. Dat past ook bij de beeldspraak van het lichaam.

  • Het lichaam zorgt voor zichzelf, doordat alle onderdelen goed samenwerken. Het lichaam herstelt, bouwt op, groeit, etc. doordat alle onderdelen elkaar ondersteunen. Infecties worden aangepakt, ziektes worden geïdentificeerd en verwijderd, etc.
    • We hebben allemaal een taak van God gekregen richting Zijn lichaam. Hij wil jou gebruiken om Zijn kerk te zegenen, te dienen. De vraag is wat Hij wil dat je doet en of jij bereid bent om te doen wat Hij van je vraagt?

Als we moeten “goeddoen aan allen”, maar hierbij “vooral” richting de kerk, dan moeten we die taak heel serieus nemen. Uitreiken naar elkaar, elkaar bellen, appen, langsgaan, etc. wordt dan normaal. Je leven delen met de ander, juist ook je eigen hart delen, wordt dan logisch.

  • De ander liefdevol corrigeren, op God wijzen, samen het Woord openen, elkaar opbouwen, etc. is dan iets waar je naar uitkijkt. Je ziet namelijk dat je God dient, door elkaar te dienen. Je ziet dat je God liefhebt, door Zijn kerk op Zijn manier lief te hebben.

En dit vereist totale overgave aan God (v1), het onderscheiden van Gods wil (v2), denken in bescheidenheid (v3). Als een van deze dingen mist, zal je niet Gods kerk dienen, zal je daarmee God niet dienen en eren zoals Hij wil.

  • Als je niet overgegeven bent aan Hem, zal je je eigen ding willen doen. Misschien geleid door pijn, verdriet, negatieve ervaringen, etc. maar je zal je eigen wil willen doen boven Gods wil. Je bent dan bereid om je niet over te geven aan God en daardoor Hem niet te dienen.
  • Als je Gods wil niet onderscheidt, o.b.v. vernieuwd denken, zit je vaak vast in je eigen verlangens. I.p.v. de ander te willen geven wat hij/zij nodig heeft, i.p.v. uit te reiken naar de ander, zit je vast in je eigen denkwereld.
  • Als je niet denkt in bescheidenheid, zet je jezelf boven de kerk, boven Gods Woord, boven God. Hij heeft namelijk iets aan je opgedragen, laat Hem je dan ook leiden in het juist denken over jezelf, zodat je juist zal denken over Zijn kerk. Dat zal leiden tot het dienen van Zijn kerk.
  • Dienen als lichaam [Gods handen en voeten in de wereld zijn]

Johannes 17:18 “Zoals U Mij in de wereld gezonden hebt, heb ook Ik hen in de wereld gezonden.”

Heel belangrijk om te begrijpen, is dat een lichaam niet alleen bezig is met zichzelf. Een lichaam is ergens, leeft ergens, beweegt ergens. Wij zijn, door het hoofd, “in de wereld gezonden” We staan midden in de wereld, wat betekent dat we daar, als Christus’ lichaam, een taak hebben.

  • Als kerk, als individu, horen we te zoeken naar hoe God wil dat we Hem dienen. Hij wil de kerk gebruiken om méér mensen tot Zichzelf te trekken. De kerk is niet bedoeld om het samen alleen maar gezellig te hebben. Hij wil dat de hele wereld het goede nieuws hoort.

En dat is waar jij een taak hebt. De Grote Opdracht (Mattheüs 28:19) heeft een specifieke toepassing voor ons als gemeente, hier in Nieuw-Vennep, in de Haarlemmermeer. Ook voor jou persoonlijk heeft dit een specifieke toepassing. Het Evangelie (H1-11) hoort jou aan te zetten tot dienen.

  • Als Zijn lichaam, horen we de leiding van het hoofd te volgen. Jezus zei dat Hij ons in de wereld gezonden heeft, dat betekent dat we in de wereld moeten dienen. De wereld hoort door ons heen Jezus Christus te kunnen zien.

Ik weet niet hoe dat precies invulling moet krijgen, maar ga biddend zoeken naar wat God van jou vraagt. Hij wil niet alleen dingen doen die georganiseerd worden door de kerk; jij bent de kerk! Vraag God wat Hij van jou persoonlijk vraagt. Dat is de belangrijkste vraag.

  • Als wij als gemeente jou kunnen ondersteunen in het doen van Zijn wil in de wereld, laat het ons weten. Maar ga niet zitten wachten tot wij een idee krijgen dat jou ‘ligt’. Ga God vragen wat Zijn wil voor jou is, zodat je Hem zal dienen, op Zijn tijd en op Zijn manier.
    • Misschien wil Hij door jou een voedselbank, kledingwinkel, koffiebar, klusjesbedrijf, etc. opstarten. Dat is iets waar Hij jou in wil gebruiken, waar wij als rest van Zijn lichaam je in kunnen helpen. Wacht niet op ons, wacht op God.
    • Misschien wil Hij dat je gaat evangeliseren op straat, zendeling wordt, een kerk begint, etc. Laat Hem bepalen wat Zijn wil voor jouw leven is, vul het zelf niet in. Laat Hem richting geven aan Zijn lichaam, zodat Hij verhoogd wordt door jou/ons heen.

En laten we ook dingen gaan doen. Ga gewoon dingen proberen als je denkt dat God dat van je vraagt. Falen mag, zolang je niet zondige dingen gaat doen. Het is niet erg om iets te proberen en dat later blijkt dat het toch niet Gods wil was. Ga zoeken naar Gods leiding, kom in beweging!

  • God wil jou, ons, gebruiken om de wereld te bereiken. Er gaan zoveel mensen verloren, Hij wil jou gebruiken om deze mensen over Hem te vertellen. Als Jezus’ lichaam hebben wij een plek in deze wereld, laten we die gebruiken tot Zijn eer, om mensen op Hem te richten.

Als je nog niet gelooft, dit is je kans. Geloof in Jezus, bekeer je van je zonde en geloof. Jezus gaf Zijn leven voor jou, omdat jij anders je eigen straf moet dragen. Jouw en mijn zonde verdient straf, Jezus droeg die straf aan het kruis. Geloof en leef.

Christen, we mogen leren (als) Zijn lichaam dienen. Elkaar en de wereld dienen.

  • Erken je dat we als christenen samen één lichaam zijn, door de Geest?
  • Zoek naar wat jouw God-gegeven plek is, zodat we o.a. samen kunnen lijden en verblijden
  • Zoek (biddend) hoe je de kerk mag dienen, het lichaam moet zichzelf in de gaten houden
  • Zoek (biddend) hoe je wereld mag dienen, het lichaam wordt door God gebruikt om mensen tot Hem te trekken

1 Korinthe 15:58 “Daarom, mijn geliefde broeders, wees standvastig, onwankelbaar, altijd overvloedig in het werk van de Heere, in de wetenschap dat uw inspanning niet tevergeefs is in de Heere.”