Corona: wel of geen teken van de eindtijd

Corona: wel of geen teken van de eindtijd

Zoals op de laatste twee zondagen dat ik voorging, wijken wij ook vandaag af van de Route 66 studie omdat ik denk dat het noodzakelijk is om naar de woorden van Jezus te kijken m.b.t. de tekenen van de eindtijd. Vooral omdat de wereld nu te kampen heeft met een pandemie en met al het politieke dat erom heen draait, is dit relevant, want mensen hebben vragen.

Is de huidige pandemie een eindtijd teken? Hoe kunnen wij dat weten? Hoe kunnen wij dat Bijbels onderbouwen? De enige manier om die vraag te kunnen beantwoorden is door te begrijpen wat de Schrift ons expliciet leert over de tekenen van de eindtijd.

Het allerbelangrijkste voor het kunnen weten wat wél en geen tekenen van de eindtijd zijn is de profetie zélf goed te begrijpen.

Net zoals wij de overige Schriftgedeelten goed kunnen begrijpen, kunnen wij de profetische Schriften m.b.t. de eindtijd ook goed begrijpen.

Deze zijn absoluut niet verborgen zoals velen dat denken. We moeten alleen consciëntieus zijn in het juist lezen, bestuderen en interpreteren van deze profetieën.

Het is echt niet moeilijk, je moet alleen weten hoe. En ik hoop vandaag ook iets te kunnen laten zien van het ‘hoe’. Je moet wel goed opletten.

Toon volledige notities

De Bijbel gaat ervan uit dat wij kunnen begrijpen wat de eindtijd profetieën op zich betekenen. Wij kunnen deze echt goed begrijpen.

Waar wij m.b.t. de eindtijd de fout ingaan is in het proberen uit te vogelen hoe deze profetieën in detail vervuld gaan worden. Dit kan niet omdat God het ons niet heeft geopenbaard.

Bijvoorbeeld, de Bijbel profeteert expliciet over een toekomstige wereldleider; de antichrist. Wij kunnen deze profetie begrijpen in de zin dat de antichrist op een gegeven moment in de geschiedenis van de mens op het wereldtoneel gaat komen. Dat staat vast!

Wat wij niet specifiek kunnen weten is wie dat zal zijn en wanneer hij zich precies zal openbaren. Er staan specifieke beschrijvingen over deze antichrist in de Bijbel, maar welk persoon het zal zijn is puur giswerk.

En zo ook met meerdere eschatologische Schriftgedeelten moeten wij begrijpen wat zij betekenen. Maar we hoeven ons niet per se bezig te houden met het giswerk over de specifieke details waarmee deze tot vervulling gaan komen. Eschatologie is trouwens de leer van de eindtijd.

Voordat we Markus 13 gaan openen wil ik nog even iets zeggen over de term ‘eindtijd’. Over het algemeen, wanneer men het vandaag de dag over de eindtijd heeft, dan doelt men op de opname van de kerk, of de wederkomst van Christus of gewoon het einde van de wereld. Maar, dat is niet helemaal juist.

De Bijbel gebruikt termen als ‘laatste dagen’, ‘laatste uur’, ‘voleinding van de eeuwen’, en ‘laatste tijden’, niet om de tijden van de opname of de wederkomst van Jezus te beschrijven, maar de eerste komst van Jezus, 2.000 jaar geleden. (Hand. 2:16, 1 Joh. 2:18, Heb. 9:26, 1 Petrus 1:20)

Wij moeten begrijpen dat wanneer de Bijbel over de eindtijd spreekt, het niet per se te maken heeft met de periode waarin de opname of de wederkomst plaats zal vinden. Wij leven volgens de Bijbel sinds de geboorte van Jezus al in de eindtijd.

Maar, in deze preek zal ik de term eindtijd gebruiken in de eschatologische zin wat dus wel specifiek te maken heeft met de opname van de kerk en de wederkomst van Christus.

Wat ik ook nog moet zeggen is dat de Bijbelse term ‘de Dag van de HEERE’ ook genoemd ‘de Dag des HEEREN’ niet doelt op één dag, maar op een eschatologische periode.

Het begint bij de opname van de kerk en gaat helemaal door tot aan het eind van het 1.000-jarig rijk wanneer het laatste oordeel plaats zal vinden. De Dag van de HEERE beslaat dus een periode van ruim 1.000 jaar.

Vandaar dat Petrus in de context van het uitleggen van de Dag van de HEERE dit schreef:

2 Petrus 3:8 – “Maar laat vooral dit u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Heere is als duizend jaar en duizend jaar als één dag.” God ziet en werkt anders dan wij!

Wij gaan nu kijken naar de Olijfbergrede van Jezus uit Markus 13 De parallelverzen staan in Mattheüs 24-25 en in Lukas 21. Ik zal heen en weer gaan tussen deze boeken.

In de Olijfbergrede geeft Jezus de meest uitgebreide uitleg over de toekomst, over de eindtijd in de eschatologische zin.

Deze Olijfbergrede werd getriggerd door een vraag dat door de discipelen gesteld werd.

Mattheüs 24:3 – “Toen Hij op de Olijfberg zat, gingen de discipelen naar Hem toe toen zij alleen waren, en zeiden: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen gebeuren? En wat is het teken van Uw komst en van de voleinding van de wereld?”

Jezus’ discipelen wilde weten wanneer Jezus Zijn koninkrijk zou gaan vestigen. Zij geloofden in Hem als dé Messias, maar zij wilde weten wanneer zij verlost zouden worden van het Romeins regime. Maar zij hadden geen flauw idee dat er een wederkomst van Jezus zou zijn.

En het antwoord dat Jezus geeft is niet alleen gedetailleerd, maar het beslaat een periode waarvan 2.000 jaar reeds voorbijgegaan zijn, en nog zeker op z’n minst, anno 2021 ruim 1.000 jaar vooruitkijkt.

Dit is typisch van veel profetieën in de Bijbel. In de profetieën is er vaak sprake van een nabije vervulling van de profetie en een in de verte vervulling van de profetie.

Denk bijvoorbeeld aan Handelingen 2 waarin Petrus zijn eerste preek in de kracht van de Heilige Geest geeft en een profetie uit Joël 2 aanhaalt.

Handelingen 2:17-21 –17En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw jongemannen zullen visioenen zien en uw ouderen zullen dromen dromen. 18En ook op Mijn dienaren en op Mijn dienaressen zal Ik in die dagen van Mijn Geest uitstorten en zij zullen profeteren. 19En Ik zal wonderen geven in de hemel boven en tekenen op de aarde beneden: bloed, vuur en rookwalm. 20De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en ontzagwekkende dag van de Heere komt. 21En het zal zo zijn dat ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zalig zal worden.”

Verzen 17-18 zijn gedeeltelijk vervult met Pinksteren, maar verzen 19-21 zullen pas tijdens de grote verdrukking vervuld worden. Dus, in deze profetie zit een nabije en een in de verte vervulling.

Dus, nogmaals op de vraag ‘wat is het teken van Uw komst en van de voleinding van de wereld?’ geeft Jezus een antwoord dat een nabije vervulling heeft en een in de verre verte vervulling. Jezus’ antwoord begint hiermee:

Markus 13:5-6 –5En Jezus antwoordde hun en begon te zeggen: Pas op dat niemand u misleidt. 6Want velen zullen komen onder Mijn Naam en zeggen: Ik ben de Christus; en zij zullen velen misleiden.”

Jezus geeft aan dat er religieuze misleiding zal zijn. Vanaf de eerste eeuw tot nu zijn er velen geweest die hebben beweerd de Messias, de Christus te zijn.

Zelfs in eigen land was er in de vorige eeuw een zekere Louwrens Voorthuijzen die de bijnaam Lou de Palingboer had. Hij beweerde het opstandingslichaam van Jezus Christus te zijn geweest. Denk bijvoorbeeld ook aan de sekten als de Jehova’s Getuigen, de Mormonen en de Zevende Dag Adventisten.

Ik geef dit aan omdat er vanaf de eerste eeuw al velen waren die beweerde Jezus of de Messias te zijn. Dit is dus niet per se een teken van de eindtijd.

In Markus 13 vers 5-13 geeft Jezus aan hoe het tijdperk van de kerk gekenmerkt wordt.

M.a.w. hoe de geschiedenis van de mens vanaf het begin van de kerk tot aan de opname van de kerk gekenmerkt wordt. In verzen 5-13 kunnen wij dat zien. Het wordt gekenmerkt door:

  • Religieuze misleiding, waar ik het net over had;
  • Hete oorlogen en koude oorlogen en geruchten van oorlogen;
  • Natuurrampen, waaronder aardbevingen;
  • Voedseltekorten;
  • Verwarring, paniek en politieke chaos;
  • Besmettelijke ziekten;
  • Vervolging van Christenen door Joden, niet-Joden en zelfs door eigen familieleden;
  • Het Evangelie wordt wereldwijd verkondigt;
  • De liefde van velen zal verkillen;
  • De wetteloosheid zal toenemen;
  • Valse leer en valse profeten zullen toenemen.

Al deze dingen gebeuren al sinds het begin van het tijdperk van de kerk; 2.000 jaar geleden. En als je denkt dat deze dingen nieuw zijn of dat deze dingen pas nu, anno 2021 gebeuren dan verwijs ik je naar de geschiedenis.

Er zijn meerdere standpunten over wat Jezus in vers 5-13 en ook in de parallel verzen uit Mattheüs en Lukas leert.

Sommige Bijbelleraren vinden dat deze verzen te maken hebben met de gebeurtenissen in de eerste helft van de verdrukking, de eerste 3,5 jaar.

Andere Bijbelleraren vinden dat wat Jezus in deze verzen leert gebeurtenissen beschrijft die zich gedurende het gehele tijdperk van de kerk afspelen; dat zij gewoon bij het leven hier op aarde horen tussen de eerste en de tweede komst van Jezus in.

Zíj́ vinden dat deze gebeurtenissen voorafgaan aan de verdrukking, dus nog vóór de opname van de kerk, en dat deze niet per se tekenen zijn van de wederkomst van Jezus.

Wel gelooft men dat deze gebeurtenissen zich in een versneld tempo en op een meer intensieve wijze zullen manifesteren naarmate de opname nadert.

Persoonlijk geloof ik in het laatste omdat de geschiedenis het reeds bewezen heeft, én omdat als ik vanaf Openbaring 6 lees wat er alzo tijdens de eerste helft van de verdrukking plaats zal vinden, ik dát niet terugzie in deze verzen in Markus.

In de eerste helft van de verdrukking zal ca. 75% van de wereldbevolking uitgeroeid zijn. Zo’n niveau van verwoesting zie ik niet terug in Markus 13:5-13. https://bible.org/illustration/events-tribulation-period

Dus, mijn mening is dat Jezus in verzen 5-13 spreekt over het tijdperk van de kerk tot op het moment dat Hij komt om Zijn kerk naar de hemel op te nemen.

Hoe ik tot deze conclusie ben gekomen is door de drie parallel Schriftgedeelten met elkaar te vergelijken en deze met Openbaring 6-19 te vergelijken.

Ook heb ik gekeken naar de geschiedenis en wat er alzo heeft plaatsgevonden op de gebieden van wat er in verzen 5-13 wordt omschreven.

In de verzen 14-23 beschrijft Jezus de 2e helft van de verdrukking, wat ook de grote verdrukking wordt genoemd, waarvan Jezus zegt dat er op aarde nog nooit tevoren zo veel ellende is geweest en daarna ook nooit meer zal zijn. De details van deze 7-jarige periode staan geschreven in Openbaring 6-19 waarover ik 22 studies heb gegeven.

Het enige dat ik nu over dit stuk wil zeggen is dat Jezus in vers 14 aangeeft dat wat Hij zegt, te begrijpen is.

Markus 13:14 – “Wanneer u dan de gruwel van de verwoesting, waarover door de profeet Daniël gesproken is, zult zien staan waar het niet behoort – laat hij die het leest, daarop letten! – laten dan zij die in Judea zijn, vluchten naar de bergen.”

De uitspraak ‘laat hij die het leest, daarop letten’ geeft ten eerste aan dat de ontvangers van deze woorden de Joden zijn die de grote verdrukking mee gaan maken.

Ten tweede impliceren de woorden ‘daarop letten’ in de grondtekst dat men de woorden, oftewel deze profetie van Jezus kan begrijpen. Het is niet verborgen, het is open en bloot.

Dus, degenen voor wie dit is geschreven, degenen die de grote verdrukking mee gaan maken zullen precies weten wat Jezus hiermee bedoelt.

Markus 13:24-27 –24Maar in die dagen, na die verdrukking, zal de zon verduisterd worden en de maan zal zijn schijnsel niet geven. 25En de sterren van de hemel zullen daaruit vallen en de krachten in de hemelen zullen heftig bewogen worden. 26En dan zullen ze de Zoon des mensen zien komen in de wolken, met grote kracht en heerlijkheid. 27En dan zal Hij Zijn engelen uitzenden en Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het uiterste van de aarde tot het uiterste van de hemel.”

Vanaf vers 24 gaat Jezus verder in de eschatologische tijdlijn. De woorden: ‘na die verdrukking’ zijn aanwijzers. Jezus geeft nu aan dat hij het nu gaat hebben over wat ná de grote verdrukking zal gebeuren, namelijk Zijn wederkomst.

Dus, tot nu toe in Markus 13 sprak Jezus Zijn discipelen aan, en allen die in het tijdperk van de kerk leven met de woorden in verzen 5-13.

In verzen 14-23 spreekt Jezus voornamelijk de Joden aan die de grote verdrukking mee zullen maken.

En vanaf vers 24 tot aan het eind van hoofdstuk 13 spreekt Jezus nog steeds de Joden aan die in de grote verdrukking zitten, die de wederkomst van Jezus in levenden lijve zullen gaan zien.

En nu komt wat er in mijn optiek het meest belangrijke is in dit hoofdstuk. Het meest belangrijk en tegelijkertijd het meest verkeerd begrepen.

Markus 13:28  “En leer van de vijgenboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak al zacht wordt en de bladeren uitspruiten, dan weet u dat de zomer nabij is.”

Jezus wil Zijn lezers aansporen om oplettend te zijn en Hij gebruikt hiertoe een gelijkenis en in dit geval gebruikt Jezus een voorbeeld waarmee iedere Jood in Palestina bekend is; een vijgenboom.

In het O.T. wordt de vijgenboom zo’n 23 keer genoemd en de vrucht vijgen zo’n 20 keer. Vijgen en vijgenbomen waren bij de Joden bekend, vandaar dat Jezus dit voorbeeld gebruikte.

Nu is het zo dat van de 23 keer dat de vijgenboom in het O.T. genoemd wordt, het slechts één keer gebruikt wordt als een beeld van Israël; en dat staat in Joël 1:7.

De reden waarom ik dit aanhaal is omdat er een groot misverstand is over dit vers. Velen binnen het Evangelisch Christendom beweren dat Jezus het hier over Israël heeft.

Zij beweren dat de vijgenboom Israël vertegenwoordigt en dat wanneer de vijgenboom in de gelijkenis begint te bloeien dat dat gelijk is aan Israël die op 14 mei 1948 een natie werd.

Dit is een verdraaiing van de Schrift want Jezus doelt hiermee totaal niet op het worden van een soevereine natie in 1948.

Ik weet dit voor 100% zeker omdat Lukas in zijn parallel vers dit zegt:

Lukas 21:29-30 –29En Hij sprak tot hen een gelijkenis: Kijk naar de vijgenboom en naar alle bomen. 30Zodra ze uitlopen en u dat ziet, weet u uit uzelf dat de zomer al nabij is.”

Zoals Jezus’ discipelen en zoals ook Jezus’ toekomstige lezers dit voorbeeld begrijpen, begrijpen wij dit ook.

Het is nu lente, wij zien de knopvorming aan de bomen, wij zien nieuwe scheuten en bladeren en bloemen en dus weten wij welk jaargetij het is. Het is lente en de zomer komt eraan!

Wij die hooikoorts hebben weten heel goed dat wanneer onze ogen jeuken, onze neuzen lopen en verstopt worden, wanneer wij onophoudelijk moeten niezen en hoesten en een jeukende keel krijgen dat het hooikoorts seizoen is en dat de zomer eraan zit te komen.

Dus, leer van de vijgenboom en alle bomen deze gelijkenis. Er zit iets aan te komen.

Markus 13:29  “29Zo ook u, wanneer u deze dingen zult zien gebeuren, weet dan dat het nabij is, voor de deur.”

Jezus beantwoord nog steeds de vraag van de discipelen die wilde weten wanneer Jezus Zijn Koninkrijk op aarde zou stichten én wanneer het einde van de bestaande wereld zou komen.

En wat ik eerder aangaf was dat ook in deze profetie, Markus 13, een nabije vervulling zit en ook een vervulling voor in de verre verte.

Ondanks dat het erop lijkt dat Jezus hier Zijn discipelen toespreekt, spreekt Jezus nog steeds de Joden toe die de grote verdrukking mee zullen maken. Jezus spreekt dus mensen aan in de verre, verre toekomst.

Dus, wanneer zij, zij die in de grote verdrukking zitten al deze dingen waar Jezus het over heeft zien gebeuren, moeten zij weten dat Zijn wederkomst voor de deur staat.

Markus 13:30  “30Voorwaar, Ik zeg u dat dit geslacht zeker niet voorbij zal gaan totdat al deze dingen gebeurd zijn.”

“Ik zeg jullie: de mensen van deze generatie zullen dit alles nog beleven.” (GNB96)

Ik durf te zeggen dat jullie precies weten over wie Jezus hier spreekt; wie Jezus bedoelt met ‘dit geslacht’ dat zeker niet voorbij zal gaan. Jezus heeft het over de generatie die de verdrukking mee zal maken.

Zíj́ zijn het die deze dingen zullen zien gebeuren. Dus degenen die tijdens de 7-jarige verdrukking leven, zullen de wederkomst van Jezus gaan meemaken. Deze generatie zal niet uitsterven voordat Jezus terugkomt!

Je wil niet weten hoeveel verschillende interpretaties gegeven worden aan ‘dit geslacht’, oftewel ‘deze generatie’. De context geeft duidelijk aan over wie Jezus het hier heeft. Maar als men de Schrift op één punt verdraait, dan moet men vervolgens ook andere Schriftgedeelten gaan verdraaien om hun standpunt te kunnen verdedigen.

Bijvoorbeeld, als men beweert dat de gelijkenis van de vijgenboom op het worden van de natie Israël doelt, dan veranderd dat de gehele gelijkenis.

Want dan gaan ze denken dat ‘dit geslacht’ of ‘deze generatie’ dé generatie zal zijn die de geboorte van de natie Israël mee zullen maken, en dat de wederkomst dus zal komen voordat deze generatie uitgestorven is.

Zo zijn velen in het verleden de mist ingegaan. Zij dachten dat iemand die in 1948 de geboorte van Israël meemaakte niet zou sterven voordat Jezus terug zou komen.

En dus begonnen velen berekeningen te maken om te voorspellen wanneer Jezus terug zou komen.

Stel dat je in 1948 geboren was en dat een generatie uit 40 jaar bestaat, dan zou Jezus ergens al in 1988 teruggekomen moeten zijn.

Dit is wat ik dus bedoel met dat wij de profetieën op zich goed moeten begrijpen. Want als wij de profetieën al niet begrijpen, hoe kunnen wij weten wat wij wel of niet kunnen verwachten?

Markus 13:31 – “De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan.”

Hier verklaart Jezus dat de hemel en de aarde, zoals wij die nu kennen voorbij zullen gaan. De aarde waarop wij wonen is tijdelijk, het zal vergaan.

Als je de details hierover wil weten lees 2 Petrus 3 en Openbaring 21 en 22.

Wat Jezus in dit vers ook duidelijk maakt is dat Zijn woorden, oftewel, het Woord van God de Bijbel tot in elke punt en komma vervuld zal worden.

De honderden profetieën die reeds met 100% nauwkeurigheid vervuld zijn, zijn het bewijs daarvan.

Markus 13:32 – “Maar die dag en dat moment is aan niemand bekend, ook aan de engelen in de hemel niet, ook aan de Zoon niet, maar alleen aan de Vader.”

Jezus spreekt hier over de dag en over het moment dat Jezus terugkomt, Zijn wederkomst. En dan zegt hij dat niemand weet wanneer dat zal gebeuren.

Als Jezus zegt dat zelfs de engelen die in Gods aanwezigheid zijn, die deelgenoot zijn van Gods werk en Gods reddingsplan, niet weten wanneer Jezus terug gaat komen, waarom zijn er vandaag de dag nog steeds mensen of groepen die beweren het wél te weten?

Sterker nog, Jezus wist het als mens zijnde ook niet. Dit is zo’n betwistbaar vers en niet-gelovigen misbruiken dit vers om aan te tonen dat Jezus Zelf niet God is.

Want, God is alwetend, en als Jezus daadwerkelijk God is, dan zou Hij ook dit moeten weten. Klinkt logisch.

Maar, wij weten uit Filippenzen 2 dat Jezus Zijn godheid heeft afgelegd en dat Hij ervoor koos om geen beroep te doen op zijn godheid toen hij hier als mens op aarde was.

Maar ná Zijn opstanding uit de dood, nu Hij aan de rechterhand van God de Vader in de hemel gezeten is, is Jezus zoals Hij was voordat Hij naar de aarde toekwam, alwetend.

In Handelingen 1, net voor de hemelvaart stelden de discipelen alweer de vraag wanneer Jezus Zijn koninkrijk op aarde zou vestigen; net als hier in Markus. Maar deze keer antwoordde Jezus hen anders:

Handelingen 1:7 – “Het komt u niet toe de tijden of gelegenheden te weten die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft.”

Deze keer, nadat Hij was opgestaan uit de dood geeft Jezus aan dat het hen niet toekomt om te weten wanneer Jezus terug gaat komen, maar Hij zei niet dat Hij het Zelf niet wist.

Markus 13:33-37 –33Let op: waak en bid, want u weet niet wanneer het de tijd is. 34Het zal zijn als bij iemand die naar het buitenland ging: hij verliet zijn huis, gaf zijn dienaren volmacht, en gaf aan ieder zijn werk, en gebood de deurwachter waakzaam te zijn. 35Wees dus waakzaam! Want u weet niet wanneer de heer des huizes komt, ‘s avonds laat of te middernacht of met het hanengekraai of ‘s morgens vroeg, 36opdat hij u niet, als hij plotseling komt, slapend aantreft. 37En wat Ik tegen u zeg, zeg Ik tegen allen: Wees waakzaam!”

Jezus spreekt nog steeds tegen de Joden die in de grote verdrukking zitten, maar de waarschuwing is ook op ons van toepassing.

Jezus spreekt hier wederom in een gelijkenis en de strekking van de gelijkenis is dat men niet weet wanneer de heer des huizes terugkomt, dus moeten zij te allen tijde gereed zijn op zijn komst.

De Romeinen verdeelden de dag en de nacht in vieren en de Bijbel verwoord deze periodes van 3 uur als waken. De eerste nachtwake is van 18:00-21:00 uur, de tweede van 21:00-00:00, de derde van 00:00-03:00 en de vierde van 03:00-06:00 uur.

Dus als Jezus zegt: ‘u weet niet wanneer de heer des huizes komt, ‘s avonds laat of te middernacht of met het hanengekraai of ‘s morgens vroeg’ dan heeft Hij het over deze waken.

En de boodschap is, ze weten niet wanneer Jezus terug gaat komen.

Uit de verschillende profetieën weten wij dat de verdrukking 7 jaar lang zal duren, dus je zou haast kunnen denken dat vanaf het moment dat de antichrist de tempel zal schenden, je 3,5 jaar vooruit kan tellen en dan komt Jezus terug.

Maar in Daniël 12 plakt Daniël er 30-75 dagen aan. En Jezus zegt dat niemand het kan weten. Dus, nogmaals, de boodschap is duidelijk; zij kunnen de dag of het moment absoluut niet weten, dus wees waakzaam, wees gereed.

Ook wij moeten gereed zijn. Niet omdat wij moeten uitkijken naar de wederkomst van Jezus, maar omdat wij moeten uitkijken naar de opname van de kerk.

Tot slot wil ik een paar dingen zeggen over wat dit allemaal voor ons te betekenen heeft.

Ten eerste, als wij Markus en de parallel verzen uit Mattheüs en Lukas lezen, moeten wij tot een aantal conclusies komen. Want als wij dit niet doen, dan zullen wij de profetieën niet begrijpen en dan zullen wij als gevolg niet weten waar wij op moeten letten.

  • Wij moeten bepalen tegen wie Jezus spreekt.
  • Wij moeten bepalen wat wanneer gaat gebeuren.

Als wij deze twee dingen juist interpreteren dan zal er geen verwarring meer zijn over de eindtijd leer, de eschatologie.

Ten tweede, de tekenen die door Jezus aangegeven worden in Markus 13, Mattheüs 24-25 en Lukas 21 hebben te maken met de tijd in de verdrukking en met Zijn wederkomst. Dit heeft gigantische, levens veranderende gevolgen voor mij als wedergeboren Christen, anno 2021.

Want, zoals de Bijbel ons leert over de gebeurtenissen tijdens de grote verdrukking en over de gebeurtenissen rondom de wederkomst van Christus, leert de Bijbel ons ook over de opname van de kerk.

Ik heb nu geen tijd om hier over uit te wijden, maar de Bijbel leert ons dat alle levende wedergeboren Christenen in een oogwenk door Jezus van de aarde opgenomen gaan worden en zullen voor altijd met Hem zijn.

Deze gebeurtenis noemen wij de opname. Het staat beschreven in Johannes 14, 1 Korinthe 15 en 1 Thessalonicenzen 4. Titus 2:13 noemt dit de zalige hoop van elke wedergeboren Christen.

Het feit dat Israël in 1948 een natie werd is van groot belang, want nu hoeft er profetisch gezien niets meer te gebeuren voordat de kerk opgenomen kan worden.

Er zijn Bijbels gezien geen tekenen per se, waar wij op moeten letten. De opname kan elk moment gebeuren.

En de vraag is, ben jij er klaar voor? Zo niet, op het moment dat de kerk opgenomen wordt, zal de hel letterlijk losbreken hier op aarde. Lees Openbaring 6-19.

Ja, er zal nog een kans voor jou zijn om alsnog tot geloof te komen, maar het zal je hoogstwaarschijnlijk je leven gaan kosten.

Vandaar dat de Bijbel zegt: Het is nu het gunstige ogenblik, het is nu de dag van redding!

Titus 2:11-14 –11Want de zaligmakende genade van God is verschenen aan alle mensen, 12en leert ons de goddeloosheid en de wereldse begeerten te verloochenen en in deze tegenwoordige wereld bezonnen, rechtvaardig en godvruchtig te leven, 13terwijl wij verwachten de zalige hoop en verschijning van de heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker, Jezus Christus. 14Hij heeft Zichzelf voor ons gegeven, opdat Hij ons zou vrijkopen van alle wetteloosheid en voor Zichzelf een eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken.”