Extreme makeover van de wereld – Mattheüs 19:27-30

Extreme makeover van de wereld – Mattheüs 19:27-30

Extreme makeover van de wereld

Mattheüs 19:27-30

  1. Twee weken geleden zagen wij in Mattheüs 19 dat Jezus met innerlijke ontferming bewogen was jegens de kinderen, en dat Hij per se wilde dat de kleintjes bij Hem gebracht werden.
  2. Wij zagen ook dat er een rijke, jonge leidinggevende naar Jezus toe kwam omdat hij op zoek was naar het eeuwig leven. Deze man wist dat het eeuwig leven bestaat, alleen wist hij niet zeker hoe hij het kon krijgen; dus ging Hij naar Jezus toe.
    1. Alleen, toen Jezus aan hem uitlegde dat hij zich geheel aan Jezus moest overgeven om het eeuwig leven te kunnen krij-gen ging hij bedroefd weg.
    2. Want alhoewel deze man op dat moment besefte dat Jezus een volledige overgave vereiste, wilde hij zijn eigen leven, zijn rijkdom, zijn comfort, zijn levenstijl niet loslaten.
    3. Zijn levensstandaard, oftewel zijn manier van leven, hoe hij het gewend was, hoe hij het wilde blijven invullen, was voor hem belangrijker dan het navolgen van Jezus.
      1. Begrijp me niet verkeerd, een rijke man kan net zo goed rijk blijven en Jezus alsnog navolgen, denk aan Zacheüs en Jozef van Arimathea.
      2. Maar het probleem bij déze rijke man was dat het per se rijk willen zijn en blijven meer belangrijk voor hem was dan het Koninkrijk van God, dan Jezus, dan het navolgen van Jezus.
    4. Jezus vereist een totale overgave, en zoals deze man er niet toe bereid was zijn de meeste mensen niet bereid om zichzelf aan geheel aan Jezus over te willen geven.
      1. De meeste mensen willen de controle over hun eigen leven niet uit handen geven, zij willen de controle over hun eigen leven behouden.
      2. Voor deze jonge rijke man stond zijn verlangen naar rijkdom, zijn verlangen naar status en zijn verlangen naar zijn levensstandaard hem in de weg.
        1. Wat staat God bij jouw leven in de weg? Aan wat wil jij per se vasthouden waardoor God geen toegang krijgt tot jouw leven? Waardoor God vastloopt met jou.
      3. Alhoewel het menselijk gezien onmogelijk is om voor een rijke het Koninkrijk van God binnen te gaan is het bij God wel mogelijk. Kijk maar naar Zacheüs en naar Jozef van Ari-mathea uit Mattheüs 27.

Lees Mattheüs 19:23-30

Toon volledige notities

Vers 27 – 27Toen antwoordde Petrus en zei tegen Hem: Zie, wij hebben alles verlaten en zijn U gevolgd; wat zal dan ons deel zijn?”

  1. In tegenstelling tot de rijke jongeman, hebben de twaalf disci-pelen wél alles verlaten om Jezus na te volgen, en dat geeft Petrus hier namens de twaalf ook aan.
  2. En in mijn optiek terecht; zij willen weten wat God voor hén in petto heeft.
    1. In hun gedachten moeten zij zich nu afvragen wat voor toekomst de discipelen hebben.
      1. Want Jezus zei net dat het onmogelijk is voor een rijke het Koninkrijk van God binnen te kunnen gaan. Waarop de discipelen Jezus vroegen: “Wie kan dan zalig worden?”
        1. a.w. als een rijke, die bij uitstek iemand is die het Koninkrijk binnen zou mogen gaan, geen toegang tot het Koninkrijk krijgt, hoe zit het dan met ons?!?
        2. Hoe ziet onze toekomst er dan uit?

Vers 28 – 28En Jezus zei tegen hen: Voorwaar, Ik zeg u dat u die Mij gevolgd bent, in de wedergeboorte, als de Zoon des men-sen zal zitten op de troon van Zijn heerlijkheid, ook zult zitten op twaalf tronen en de twaalf stammen van Israël zult oordelen.”

  1. Jezus erkent de twaalf als de Zijne. Zij hebben alles verlaten en hebben Hem gevolgd.
    1. Nadat Judas Jezus had verraden en vervolgens zelfmoord had gepleegd waren er maar elf van de twaalf over gebleven.
    2. Maar, wij zien ook dat er in Handelingen 1 een zekere Mat-thias gekozen werd om de plaats van Judas in te nemen.
    3. Sommige theologen geloven dat Paulus de twaalfde apostel werd, maar dat weten we niet, dus laat ik dat in het midden.
      1. Hoe dan ook, of het nu Matthias is of Paulus, het gaat erom dat Jezus het weet en dat Hij plannen heeft met de twaalf.
    4. En aan de twaalf belooft Jezus dat zij in de toekomst een speciale plek, een speciale taak, een speciale bediening zullen krijgen.
  • Jezus noemt de toekomst hier de ‘wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen (Jezus) zal zitten op de troon van Zijn heerlijkheid’.
    1. Hiermee verzekerd Jezus Zijn discipelen dat Hij, ondanks Zijn sterven aan het kruis, uiteindelijk tijdens het duizendjarig rijk zal gaan regeren als de Messias.
    2. Het woord ‘wedergeboorte’ betekent: ‘het weer of opnieuw ontstaan of geboren worden’. Dit woord komt in de grondtekst van het N.T. slechts twee keer voor. Hier en in Titus 3:5.
      1. Paulus gebruikt dit woord in Titus 3:5 om de wederge-boorte van de mens te omschrijven.
      2. Maar hier in Mattheüs 19 gebruikt Jezus dit woord om de wedergeboorte van de wereld te omschrijven. Hoe zit dat?
        1. Door de zondeval is de wereld niet meer zoals God het bedoeld had. De wereld zoals wij die kennen is ge-broken, het is onderhevig aan de zonde.
        2. Maar, de Bijbel belooft dat God, op een door Hem bepaalde tijd, de wereld zal gaan herstellen door het opnieuw geboren te laten worden.
        3. En dit zal plaatsvinden wanneer Jezus Christus te-rugkomt om hier op aarde Zijn Koninkrijk te vestigen en voor duizend jaar lang hier op aarde te gaan rege-ren.
      3. En Jezus zegt hier in Mattheüs 19:28 dat wanneer Jezus bij Zijn wederkomst op aarde zal gaan regeren, de twaalf discipe-len op twaalf tronen zullen zitten en de twaalf stammen van Israël zullen oordelen, oftewel, zullen besturen.
        1. Dit is de bijzondere plaats die de twaalf discipelen in de toekomst zullen krijgen. Dit is specifiek voor hen weggelegd; dit geld dus voor niemand anders.
      4. Om deze uitspraak over de wedergeboorte van de wereld te kunnen snappen moet ik nog iets over de wedergeboorte van de wereld en de wedergeboorte van de mens uitleggen.
        1. Ik ben in 1964 in Noordwijk geboren, en ik ben in 1993 in Californië wedergeboren toen ik mijn leven aan Jezus Christus gaf en Hem sindsdien ben gaan navolgen. Ik heb dus twee geboortes meegemaakt.
          1. Door mijn wedergeboorte, zegt Paulus in 2 Kor. 5:17 dat ik een nieuwe schepping ben geworden. D.w.z. dat de oude Stan niet meer bestaat en dat de nieuwe Stan vanaf dat moment door God in staat werd gesteld om van dag tot dag veranderd te gaan worden naar het beeld van Jezus Christus.
          2. Dit is geweldig! Want waar ik zelf niet in staat was geweest om mezelf van binnen in te verbeteren, veran-derd Jezus mij nu.
  • Elke dag opnieuw, wanneer ik Zijn Woord tot me neem, wordt ik hervormd door het vernieuwen van mijn denken. Als ik me volkomen aan de Heerschappij van Jezus over-geef, dan gaat Jezus mij veranderen. Het is een geweldige ervaring om mezelf te zien veranderen en ook om anderen om me heen te zien veranderen.
  1. Maar, ondanks dat ik een nieuwe schepping ben gewor-den, ondanks dat Jezus mij aan het veranderen is, on-danks dat Jezus steeds meer gestalte in mijn leven krijgt, heb ik nog steeds te maken met mijn zondige natuur; de gevallen mens.
    1. Elke dag zit de oude Stan mij in de weg. De oude Stan heeft zijn eigen wil, die heeft zijn eigen mening, die denkt beter te weten want het is toch logisch! De oude Stan is opstandig jegens God, hij wil liefst zijn eigen gang gaan en zijn eigen ding doen.
    2. De oude Stan werd gevormd, oftewel misvormd door zijn aardse opvoeding, door de cultuur, door de maatschappij, door tradities, door de media.
    3. De oude Stan is lui, is eigenwijs, is koppig, is arro-gant, is alles dat Jezus niet is. En elke dag heeft de nieuwe Stan te maken met de oude Stan. Elke dag is dat oorlog!
      1. En het is vooral om deze reden dat de apostel Paulus in Rom. 8 zegt dat de hele schepping met rijkhalzend verlangen uitziet naar de verlossing.
      2. Lees Romeinen 8:18-23
      3. Vers 23b – “…ook wij zelf zuchten in onszelf, in de verwachting van de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing van ons lichaam.” De ver-lossing van de oude Stan.
    4. Dus, ja, ik ben een nieuwe schepping in Christus. Ja, ik wordt door het Woord en door de Heilige Geest veranderd. Maar, mijn algehele verlossing van mezelf, van mijn zon-dige natuur, van de oude Stan, dat moet nog komen.
      1. En dat zal komen wanneer ik òf kom te overlijden, òf wanneer Jezus mij op komt halen bij de opname van de Gemeente.
    5. Nu dit. Jezus sprak in Mattheüs 19:28 over de wederge-boorte van de wereld. Zoals de mens wedergeboren wordt wanneer de Jezus Christus inwoning krijgt in het hart van de mens, wordt de wereld wedergeboren bij de letterlijke en fy-sieke wederkomst van Jezus Christus op aarde.
      1. Door deze wedergeboorte van de wereld komen veel van de Oud Testamentische profetiën in vervulling. Er zijn honderden profetiën die te maken hebben met de weder-komst en het duizendjarig rijk van Christus.
      2. Omwille van de tijd ga ik er nu niet dieper op in, dat zal ik pas gaan doen wanneer we Mattheüs 24 en 25 gaan be-handelen òf wanneer we Openbaring gaan behandelen.
  • Lees Zacharia 14:1-9
    1. Zacharia profeteerd over een letterlijke, fysieke terugkomst van Jezus Christus. In vers 4 staat dat Jezus op de Olijfberg zal komen te staan met Zijn voeten.
    2. Zacharia profeteerd ook dat Jezus als enige, Ko-ning zal worden over heel de aarde. M.a.w. Jezus zal gaan regeren als de Koning der koningen.
  1. Lees Jesaia 11:6-9
    1. Jesaja profeteerd over het duizendjarig rijk en aan de hand van zijn omschrijving lijkt het er sterk op dat de vloek in die tijd gedeeltelijk ongedaan wordt.
  2. Lees Openbaring 20:1-3
    1. Johannes, de schrijver van Openbaring zegt hier dat Satan tijdens het duizendjarig rijk opgesloten zal zijn. Dit betekent dat Satan en zijn demonen in die pe-riode volkomen uitgeschakeld zullen zijn.
    2. Vers 3c – “En daarna moet hij een korte tijd wor-den losgelaten.
      1. Vers 7-8 – 7En wanneer die duizend jaar tot een einde gekomen zijn, zal de satan uit zijn ge-vangenis worden losgelaten. 8En hij zal uitgaan om de volken te misleiden die zich in de vier hoe-ken van de aarde bevinden, God en Magog, om hen te verzamelen voor de oorlog. En hun aantal is als het zand van de zee.”
    3. In deze verzen zien wij dat Satan eerst voor dui-zend jaar wordt opgesloten en vervolgens wordt hij aan het einde van het duizendjarig rijk weer vrijgelaten om de volken te misleiden.
    4. Nu, ik weet dat ik zei dat ik hier niet diep op in zal gaan, maar dit vereist toch een stukje uitleg. Want een vraag die bij mij opkomt is: Wie zijn deze mensen die Satan zal misleiden? Ben ik één van hen? Moet ik me daar zorgen over maken?
  3. Om dit te kunnen begrijpen is het belangrijk om te we-ten wie er tijdens het duizendjarigrijk op de aarde zal zijn.
    1. Nu, om mee te beginnen zullen Jezus en Zijn twaalf discipelen er zijn.
    2. Ook alle wedergeboren christenen die vóór de opname van de Gemeente gestorven zijn, zullen er zijn.
      1. Denk aan Rosemary, of aan Katie, die zes maanden geleden overleed.
    3. Ook alle wedergeboren christenen die meegaan met de opname van de Gemeente, zullen er zijn.
      1. Hoe dan ook, ik zal er zijn!
        • Nu is het wél zo dat Jezus, Zijn discipe-len, de gelovigen die vóór de opname gestor-ven zijn, én de gelovigen die met de opname meegaan, allemaal al hun verheerlijkt lich-aam zullen hebben.
        • Bovendien zullen al deze mensen, dus ik ook, samen met Jezus gaan regeren. Ik zal een promotie krijgen; een hogere functie met de allerbeste arbeidsvoorwaarden.
          • Aan het einde van het duizendjarig rijk zal ik dus niet meer vatbaar zijn voor de misleiding van de Satan. Maar wie dan wél? Wie zijn de mensen die Satan zal gaan misleiden?
        • Direct na de opname van de Gemeente zal de wereld verkeren in wat de Bijbel de Grote Verdrukking noemt.
          1. Dit is een periode van zeven jaar waarin God Zijn toorn over de goddelozen zal uitstorten. Als je wilt we-ten hoe dit eruit zal gaan zien moet je Openbaring 6-19 lezen.
          2. Maar ondanks dat Gods toorn over de aarde uitge-stort wordt, zullen er miljoenen mensen tot geloof in Jezus Christus komen. Alleen zal het tijdens de grote verdrukking wel heel moeilijk zijn om een christen te zijn. Veel moeilijker dan nu.
          3. Velen die tijdens de grote verdrukking tot geloof komen zullen een marteldood sterven.
          4. Maar de gelovigen die de grote verdrukking zullen overleven, die zullen het duizendjarig rijk ingaan als mensen van vlees en bloed zoals wij nu zijn. Zij zullen geen verheerlijkt lichaam krijgen waardoor zij nog steeds te maken zullen hebben met hun oude natuur.
          5. Deze mensen zullen tijdens het duizendjarig rijk gaan trouwen, zij zullen kinderen krijgen, zij zullen gezinnen stichten, én zij zullen ook nog sterven.
            1. Vandaar dat ik zei dat de vloek gedeeltelijk ongedaan zal worden. Want de dood, dat een gevolg is van de zondeval en de vloek, zal pas geheel verdwijnen aan het einde van het duizend jarig rijk.
            2. Nu, het zijn deze mensen en hun nageslacht die aan het einde van het duizendjarig rijk alsnog vatbaar zullen zijn voor de misleiding van de sa-tan. En dat blijkt dan ook wel want in Openbaring 20:8 staat dat hun aantal zal zijn als het zand van de zee. Heel veel dus.
            3. Dus, ondanks dat de vloek gedeeltelijk onge-daan zal worden, ondanks dat Jezus Christus als Koning der koningen zal gaan regeren, ondanks dat de aarde vol zal zijn van de kennis van de Heere, zullen er in het duizendjarig rijk mensen zijn die zich niet volkomen aan de Heere overge-ven. Alleen zal dat pas blijken wanneer Satan vrij-gelaten wordt.
          6. Kort samengevat. Alhoewel mijn leven nu als wedergeboren christen miljoenen malen beter is dan voorheen, zal het pas volmaakt zijn wanneer ik mijn verheerlijkt lichaam zal krijgen.

Zo ook zal door de wedergeboorte van de wereld het leven op aarde miljoenen malen beter zijn, maar het zal pas volmaakt zijn na het duizendjarig rijk wanneer God een totaal nieuwe hemel en nieuwe aarde zal scheppen.

Vers 29 – 29En al wie huizen of broers of zusters of vader of moeder of vrouw of kinderen of akkers zal verlaten hebben om-wille van Mijn Naam, die zal honderdvoudig ontvangen en het eeuwige leven beërven.”

  1. De belofte aan de twaalf discipelen dat zij op de twaalf tronen zullen zitten om de twaalf stammen van Israël te besturen is puur voor de twaalf weggelegd. Maar deze belofte, in vers 29, is voor ‘al wie’.
  2. Jezus is er volkomen van bewust dat wanneer een mens zichzelf volledig overgeeft aan Zijn heerschappij, dat het de mens zijn leven zal gaan kosten. En wat men allemaal zou moeten opgeven om Jezus daadwerkelijk na te kunnen volgen is niet gering. Maar!!
    1. Het maakt niet uit wat ik omwille van Jezus op moet ge-ven! Want Hij zal nooit bij mij in het krijt staan! Ik zal nooit meer moeten opgeven dan wat ik van Hem daarvoor in de plaats terugkrijg.
    2. Marnie en ik hebben omwille van Jezus Naam ons leven in Californië verlaten. Wij hebben onze familie, vrienden, kerk, huis, op enkele dingen na ons hele hebben en houden verla-ten om Jezus na te volgen en naar Nederland uitgezonden te worden.
    3. En natuurlijk missen wij familie en vrienden. Maar, Jezus heeft ons daarvoor in de plaats zo veel meer teruggegeven!
      1. Wij hebben jullie als familie gekregen! Wij hebben een prachtig huis van God gekregen. Wij hebben op elk conti-nent familie bij wie wij terecht kunnen. Wij hebben een kasteel in Oostenrijk tot onze beschikking, een conferentie centrum in Zuid Californië waar wij te allen tijde terecht kunnen. En ga zo maar door. . .
        1. Als Marnie en ik alles bij mekaar optellen wat God ons gegeven heeft nadat wij Zijn roepstem hebben ge-hoorzaamd, dan is dat vele malen meer dan wat wij hebben verlaten, oftewel, wat wij omwille van Zijn Naam hebben moeten ‘opgeven’.
      2. Eigenlijk hoeft God mij helemaal niets te geven! Want door Jezus na te volgen zal ik het eeuwig leven beërven. Dit zou op zich al genoeg moeten zijn om mij dusdanig te motiveren om mijn hele wezen aan Hem toe te wijden.
  • Mensen, wij die Jezus toebehoren, wij die Hem navolgen, wij die Hem toegewijd zijn hebben een geweldig vooruitzicht. Van-daar dat de apostel Paulus kon schrijven:
    1. Romeinen 8:18 – “Want ik ben ervan overtuigd dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heer-lijkheid die aan ons geopenbaard zal worden.”
      1. Laat jouw leven nou los! Geef het op! En laat Jezus jouw leven besturen, laat Hem nou z’n gang gaan.

Vers 30 – 30Maar veel eersten zullen de laatsten zijn, en veel laatsten de eersten.”

  1. Dit hoort bij hoofdstuk 20 en dat zullen wij volgende week oppakken.

Slotwoord:

Toen Israël in ballingschap was gaf God hen een prachtige be-moediging. Ja, God gaf het aan hen, maar ik geloof dat dit een bredere toepassing heeft, dus het is ook op ons van toepassing.

Jeremiah 29:11 – “Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de HEERE. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven.”