Fellowship 1 van 2

Fellowship 1 van 2

Fellowship – groeien in geloof doe je niet alleen

Goedemorgen, welkom bij de livestream van Calvary Chapel Haarlemmermeer. Vanochtend mag ik de studie geven; voor degenen die mij niet kennen, ik ben Casper de Haan, assistent voorganger van de mooie kerk. We gaan vanochtend niet door met Route 66, maar we gaan naar iets prachtigs kijken in het Woord: de ‘elkaar’ verzen.

Door het Nieuwe Testament heen zien we dat God Zijn kerk wijst op ‘elkaar’. Jezus, Paulus, Jakobus, Johannes en Petrus geven ons verzen over ‘elkaar’. Het zijn ook meer dan 50 verzen door het NT heen, wat betekent dat God iets belangrijks aan ons wil vertellen.

  • Een les in Bijbelstudie is dat als God iets herhaalt, Hij het belangrijk vindt. Hij weet dat wij dingen vergeten, dus gebruikt Hij herhaling om ons te herinneren aan wat echt belangrijk is.

Het gaat vanochtend niet lukken om naar alle individuele verzen te kijken. We zullen gaan kijken naar 1) de overkoepelende opdracht die God geeft aan Zijn kerk, 2) wat God van jou verwacht, en 3) wat dat mogelijk in de weg staat. Kortom, we gaan kijken naar hoe met elkaar om te gaan binnen de kerk.

  1. Gods opdracht aan Zijn kerk
Toon volledige notities

Het is belangrijk dat we bij het begin beginnen, om de juiste context te krijgen bij deze verzen. Efeze 3:6 leert ons dat Jezus het hoofd is van de kerk, Hij bepaalt wat de kerk hoort te doen, hoe de kerk goed functioneert. Als hoofd van de kerk heeft Hij dus alles te zeggen over het handelen, wandelen, doen en laten van de kerk. Daarom is het goed om naar Jezus’ woorden te kijken om te zien hoe de kerk hoort te zijn. In Jezus’ woorden is ook de overkoepelende opdracht te vinden voor de kerk, als het aankomt op ‘elkaar’.

Johannes 13:34 “Een nieuw gebod geef Ik u, namelijk dat u elkaar liefhebt; zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben.”

  • Dit is Jezus’ opdracht, die is wat de kerk hoort te doen. Deze opdracht, elkaar liefhebben, wordt nog 15x herhaald, wat aangeeft dat dit belangrijk is. Dit is ook het ‘elkaar’-vers dat het meeste voorkomt, waardoor we de conclusie kunnen trekken dat dit heel belangrijk is.
  • Daarbij, deze opdracht omvat alle andere ‘elkaar’-verzen. Als we deze uit gaan voeren, zal de rest volgen. Als we deze begrijpen, zullen we de rest ook gaan snappen.
    • We gaan specifiek kijken met de bril van fellowship, koininia, op. In deze tijd is fellowship iets heel belangrijks, maar ook anders dan voorheen. Het is juist nu belangrijk om te snappen wat de rol van Jezus’ woorden voor fellowship is.

Om te zien waarom dit de overkoepelende opdracht is, moeten we deze opdracht nauwkeuriger bekijken. Bij het bestuderen van het Woord is het belangrijk om vragen te stellen aan en over het Woord, om achter de betekenis van een stuk tekst te komen.

  • Wie heeft het geschreven? Johannes.
  • Wie spreekt er hier? Jezus, God Zelf.
  • Tegen wie spreekt Hij hier? Johannes 13-17 zijn Jezus’ afscheidswoorden aan Zijn discipelen.

Alexander Maclaren: “Nergens is Zijn spreken tegelijk zo simpel en zo diep. Nergens hebben we Gods hart dat zo geopenbaard wordt… De onsterfelijke woorden die Jezus in de bovenkamer sprak, zijn Zijn hoogste vorm van zelfopenbaring die we hebben.”

  • Waar spreekt Jezus? In de bovenkamer waar ze samen Pesach, Pasen, vierden.
  • Wat zegt Hij? Daar zijn we naar aan het kijken, Johannes 13:1 geeft meer inzicht.

Johannes 13:1 “En vóór het feest van het Pascha, toen Jezus wist dat Zijn uur gekomen was dat Hij uit deze wereld zou overgaan naar de Vader, heeft Hij de Zijnen, die in de wereld waren en die Hij liefgehad had, liefgehad tot het einde.”

  • Jezus heeft liefgehad tot het einde. Dat is wat voor woorden Hij sprak. Hij had Zijn discipelen lief met Zijn woorden en Zijn daden; dat is waar we naar kijken in H13-17. Dat is daarmee ook waar we naar kijken in Johannes 13:34, het vers waar we ons op richten.

De fellowship die Jezus had met Zijn discipelen was op deze liefde gebaseerd, dat is hoe de fellowship tussen christenen hoort te zijn.

  1.  Wat bedoelt Jezus met deze opdracht?

Jezus spreekt, tegen Zijn discipelen, in de bovenkamer waar ze Pesach vieren. Daar onderwijst Hij hen o.a. over hoe Zijn kerk hoort te zijn. Hij geeft de opdracht om elkaar lief te hebben, zoals Hij Zijn discipelen heeft liefgehad. Om echt te begrijpen wat Jezus hier zegt en waarom dit de basis is voor alle andere ‘elkaar’-verzen, moeten we nog beter kijken.

  • Jezus zegt hier niet zomaar iets, Hij geeft een ontzettend grote opdracht aan de kerk: liefhebben. Dat is al een flinke taak, het gaat namelijk om het liefhebben van mensen. Wij kiezen namelijk niet wie er in de kerk zitten, God doet dat. Dat betekent dat er ook mensen in de kerk zitten die wij niet makkelijk lief te hebben vinden. Jezus’ opdracht is niet om alleen die mensen lief te hebben die jou liggen, of die jij fijn vindt; nee, Zijn opdracht is om ‘elkaar’ lief te hebben.

Wie zijn deze ‘elkaar’? Jezus zegt dat Hij een nieuw gebod aan ‘u’ geeft, dat zijn de discipelen, dat ze ‘elkaar’ liefhebben. In eerste instantie ging dat dus om 11 man, de 12 – Judas. Zij moesten elkaar liefhebben. Maar daar stopt het niet, want Petrus, Paulus, Johannes en Jakobus schrijven dit ook. En daarbij, we horen Jezus’ woorden ook op onszelf toe te passen.

  • Jezus spreekt hier tegen alle gelovigen, allen die hun leven aan Hem gegeven hebben. Allen die in Hem geloven als de Zoon van God (Johannes 20:31). Die groep mensen, zij horen deze opdracht uit te voeren.
    • Het Griekse woord voor ‘elkaar’ is allelon, wat ‘elkaar, wederzijds, onderling’ betekent. Jezus zegt dat ze allelon (elkaar, wederzijds, onderling) moeten liefhebben.
    • Dit zei Hij tegen discipelen die continu bezig waren met wie de beste was, wie de hoogste plek zou krijgen, wie waar mocht zitten, etc. Dit zal voor hen een shock geweest zijn om te horen.
      • Daarom is het ook een ‘nieuw’ gebod dat Jezus geeft, een ‘fris’ gebod, een nieuwe manier van naar iets kijken dat eigenlijk al een bestaand idee is.
      • De 10 geboden bestaan uit 2 delen: 1) mens-God relatie, 2) mens-mens relatie. De mens-mens relatie is qua handelen samen te vatten in dit: heb elkaar lief. Dat is het ‘nieuwe’, het ‘frisse’ aan wat Jezus zegt.

In Markus 12:28-34 vat Jezus de wet samen in God liefhebben met alles dat je hebt en je naaste als jezelf. Johannes 13:34 is een uitleg van hoe je je naaste lief hoort te hebben als jezelf. De overige ‘elkaar’-verzen zijn een uitleg over hoe je je naaste lief hoort te hebben als jezelf, specifiek gericht op hoe dat binnen de kerk te doen.

Dit is fellowship, de kerk die elkaar liefheeft. Wij die elkaar liefhebben, jij die de ander lief hebt.

  1. Hoe ziet deze opdracht er uit?

Nu we weten over wie we het hebben, is het belangrijk om verder te begrijpen wat Jezus bedoelt. We hebben gelezen (Johannes 13:1) dat Hij Zijn discipelen lief heeft gehad tot het einde. Dat is de liefde waar Jezus het over heeft. Jezus’ liefde is het voorbeeld, is de standaard voor elkaar liefhebben.

  • Wij mensen houden ervan om ons te vergelijken met anderen. Soms mondt dat uit in dat we vinden dat we beter zijn dan iemand anders, of in ieder geval niet zo slecht als die ander. Door wat Jezus hier zegt, “zoals Ik u liefgehad heb”, legt Hij de lat op Zijn niveau van liefde. Dat betekent dat we onszelf niet met elkaar, maar met Jezus’ liefde moeten vergelijken.

De vraag is dan, wat voor liefde heeft Hij voor ons gehad? Hoe ziet die liefde er uit?

  • Jezus kwam naar de aarde. Hij ontledigde zichzelf (Filippenzen 2) van Zijn Goddelijkheid en kwam naar de aarde. Schepper werd onderdeel van schepping, God werd mens.
    • Alleen al het feit dat Hij dit deed is een blijk van onbeschrijfelijke liefde. Alles afleggen voor de ander.
  • Jezus’ liefde was pro-actief. Hij kwam naar ons toe (Johannes 3:16), Hij toonde deze liefde al toen wij het niet verdienden (Romeinen 5:8).
    • Dit is Zijn liefde, dit is de standaard voor fellowship. De ander pro-actief liefhebben.
  • Jezus kwam niet om te feesten, te genieten, te relaxen; Johannes 1:29 laat zien dat Jezus het Lam van de wereld was, dat kwam om de zonde van de wereld weg te nemen.
    • Jezus kwam voor ons, niet voor zichzelf. Alles voor de ander doen.
  • Jezus waste de voeten van Zijn discipelen; eerder in Johannes 13 geeft Jezus het voorbeeld van hoe te dienen en daarmee hoe lief te hebben.
    • Jezus kwam om te dienen, niet om gediend te worden. De ander dienen, hoe dan ook.

Dit zijn maar een paar voorbeelden van hoe Jezus’ liefde eruit ziet, maar dit geeft wel een beeld. Jezus had niet alleen liefde in woorden, maar juist in daden. Dat is hoe Zijn liefde er uit ziet, dat is het voorbeeld dat Hij geeft. Dat is precies de liefde die er in de christen hoort te zijn voor medegelovigen, dit is hoe fellowship eruit hoort te zin. Dit is hoe de omgang tussen christenen hoort te zijn.

  • Wat verwacht God van mij?

De liefde waar Jezus het over heeft, de liefde die Hij laat zien is niet zomaar liefde. In Johannes 13:34 gebruikt Jezus een specifiek Grieks woord voor liefde: agapao. Dit omschrijft een vorm van liefde die niet onderschat moet worden. Dit gaat om jezelf opofferende liefde, liefde die alles geeft voor het object van de liefde.

Guzik: “Het is een liefde die niet veranderd. Het is een zichzelf gevende liefde, die niks eist of verwacht terugbetaald te worden. Deze liefde is zo groot dat deze zelfs aan hen gegeven kan worden die niet lief te hebben zijn of die onaantrekkelijk zijn. Het is liefde die liefheeft, zelfs wanneer het afgewezen wordt.”

  • Dat is de liefde die we moeten hebben voor elkaar, dat is de opdracht die Jezus geeft. dit is daarmee ook gelijk de standaard voor fellowship, voor omgang in de kerk.

Tegelijkertijd is dit een opdracht die niet te doen is, want deze liefde hebben voor een ander mens is niet te doen. En toch geeft God de opdracht.

De enige manier om deze liefde voor een ander, zondig mens te hebben, is als de Heilige Geest dit in je doet. Zonder Gods ingrijpen kunnen we dit niet. We houden teveel van onszelf en andere zaken die ons aangaan, om van een ander te houden; laat staan met agape liefde.

Besef je goed: jij en ik verdienen de liefde van God niet, want God hield al van ons toen we nog zondaren waren. Toen wij God nog van ons af duwden, toen wij Hem pijn deden met onze zonde, toen stierf Hij al voor jou en mij. Dat is Zijn liefde die ultiem tot uiting komt. Niemand verdient die liefde.

  • We kunnen dus Bijbels gezien niet zeggen dat die ene persoon die liefde niet verdient. Jij verdient Jezus’ liefde ook niet! Als wij moeten liefhebben zoals Jezus (Johannes 13:34), dan hoort daarbij dat je hen lief hebt die het niet verdienen.
  • Dat maakt het dus nog een stapje lastiger. Het is namelijk makkelijk om van iemand te houden die dingen doet om het te verdienen; het is onmogelijk voor ons om iemand lief te hebben zoals Jezus, als die persoon ook nog een niks doet om die liefde te verdienen.
    • Maar God is nog niet klaar met de lat hoger leggen: “Laat de onderlinge liefde ongeveinsd zijn” (Romeinen 12:9). In het Grieks is dit anypokritos, waar wij het woord ‘hypocriet’ van krijgen.
    • God wil dat onze onderlinge liefde echt is, niet hypocriet. Hij wil dat onze agape naar elkaar oprecht is, niet nep. Geen eigen belang, alleen liefde. Dit maakt een onmogelijke taak nog lastiger.
      • Fellowship tussen christenen is iets dat God in ons moet doen. Alleen dan kunnen we echte, open, liefdevolle fellowship hebben. Zonder Gods werk in ons zal het niet ongeveinsd zijn, zal het wel bevooroordeeld zijn.

Dit is waar de absolute noodzaak voor de Heilige Geest duidelijk wordt. Dit is waar Gods ingrijpen van cruciaal belang is, anders zal liefde nooit regeren in de kerk. Zonder God zal Jezus’ liefde nooit de onderscheidende factor van de kerk zijn (Johannes 13:35).

Gelukkig weet God dit, Hij weet wie wij zijn en hoe hard we Hem nodig hebben. Hij weet dat Hij opdrachten geeft die wij niet kunnen uitvoeren en dat Hij daarom het werk in ons moet doen. In Galaten 5 geeft Paulus, door de Geest geleid, ons uitleg over wat we nodig hebben:

Galaten 5:22 “De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.”

  • In het NL staat de dubbele punt achter het woord “echter”. Persoonlijk geloof ik dat dit niet juist is, ik geloof dat de dubbele punt achter “liefde” had moeten staan. Alle woorden na liefde zijn uitingen van die liefde.
  • Wat dat doet, is dat vrucht, enkelvoudig woord, van de Geest liefde is. De uitwerking van de Heilige Geest in je leven, is liefde. Deze vrucht is de basis van fellowship.

Ik las laatst een boek waarin de schrijver uitlegde dat vrucht niet iets is waar je zelf wat aan hebt. Er is geen boom die zijn eigen vruchten eet, vrucht is altijd voor een ander. Zo ook met de vrucht van de Geest, liefde. Deze liefde is niet voor jezelf, het gaat om de ander. De ander moet kunnen genieten van de liefde die jij van God gekregen hebt.

  • Dat is het principe dat de kerk nodig heeft: liefde voor de ander, onvoorwaardelijke liefde voor elkaar. Binnen de kerk hoort Gods Geest ons aan te zetten tot liefde. Dat is wat volgens Jezus ons zal onderscheiden als Zijn discipelen, liefde.
    • Dat is fellowship in de kerk, gericht op de ander. Als iedereen op de ander gericht is, krijgt iedereen de aandacht die hij/zij nodig heeft.

Dit is liefde die tot uiting komt in alle woorden die Galaten 5:22 noemt:

  • Blijdschap: blij zijn met en voor de ander. De ander dingen gunnen. Blij zijn om de ander te zien, blij zijn dat je de ander mag dienen en liefhebben.
  • Vrede: vrede tussen mensen. Vrede in je eigen hart, maar ook met de ander.
  • Geduld: geduld hebben met de ander. Niet eisen dat mensen geduld met jou hebben, maar juist pro-actief geduld hebben met de ander.
  • Vriendelijkheid: hoeveel beter zou de kerk zijn als iedereen vriendelijk naar elkaar was?
  • Goedheid: gewoon goed met elkaar omgaan. Elkaar voor laten gaan, uit laten praten, oprecht geïnteresseerd zijn in elkaar. Elkaar een appje sturen, bellen, kaartje sturen, etc.
  • Geloof: de ander geloven, samen God geloven. Maar ook trouw zijn aan de ander, trouw zijn aan je woord naar de ander.
  • Zachtmoedigheid: niet op je strepen staan, niet jezelf beter voelen dan de ander.
  • Zelfbeheersing: jezelf beheersen omwille van de ander, niet om je zelf beter te voelen.
    • Hoe anders zou de kerk zijn als deze dingen zouden regeren in jouw en mijn hart? Hoe zou de wereld naar de kerk kijken als dit de standaard wordt, i.p.v. wat de wereld ons leert over liefde? Dit is liefde naar Jezus’ standaard, naar Jezus’ voorbeeld. Dat is wat de kerk, dat is wat de wereld nodig heeft.

Voor de duidelijkheid, dit betekent niet de kerk een hoop zachtgekookte eitje moet worden. Gods liefde is ook heel duidelijk en liefdevol hard waar nodig.

  • Galaten 6:1 leert dat zonde liefdevol geconfronteerd moet worden.
  • Efeze 4:15 leert dat we de waarheid in liefde moeten spreken, ook als de waarheid hard is.
  • Paulus pakte door zijn brieven heen valse leer hard, maar liefdevol aan.
  • Jezus sprak de Farizeeën liefdevol, doch duidelijk aan op hun Bijbels onjuiste gedrag.
    • Liefde is niet alles maar toestaan, alles is liefde, alles is ok. Dat is niet Gods liefde. Gods liefde is zoals Jezus, Hij accepteerde iedereen, maar wees ze wel op hun zonde. Hij houdt van iedereen, maar gaf wel aan dat iedereen Hem als Redder nodig heeft.

Dat is de liefde die in de kerk hoort te regeren. Als jij en ik dat willen, moet de Geest in ons regeren. Alleen wanneer dat het geval is, kunnen wij deze opdracht van Jezus uitvoeren. Alleen wanneer wij onszelf vullen, bijvullen en bij blijven vullen met de Geest (Efeze 5:18), kunnen wij deze liefde hebben en uiten naar elkaar.

  • Wat verwacht God van jou? Hij wil dat je beschikbaar bent voor Hem, om gebruikt te worden als Zijn instrument. Hij wil dat je je hart en gedachten aan Zijn Woord onderwerpt, dat je alles wat er door je hart en gedachten gaat toetst aan het Woord (Hebreeën 4). Hij wil dat je doet wat Jezus deed, om de wereld te laten zien wie Hij is (Johannes 13:35).

In de taal van de ‘elkaar’- verzen verwacht God het volgende van jou en mij:

  • “dien elkaar door de liefde.” (Galaten 5:13)
  • “elkaar in liefde [..] verdragen.” (Efeze 4:2)
  •  “Heb elkaar hartelijk lief met broederlijke liefde” (Romeinen 12:10)

Als we kijken naar alle ‘elkaar’-verzen die in het Woord staan, is de verdeling ongeveer zo:

  • Ongeveer 1/3 gaat over eenheid  cruciaal voor fellowship
  • Ongeveer 1/3 gaat over onderlinge liefde  van levensbelang voor fellowship
  • 15% gaat over nederig zijn  hierdoor ben je gericht op de ander; fellowship
  • De rest gaat over andere onderwerpen richting elkaar (niet oordelen, elkaars lasten dragen, niet liegen, gastvrij zijn, etc.)  allemaal belangrijk voor fellowship
    • Voor al deze dingen is één ding de basis: elkaar liefhebben. Als liefde namelijk niet de drijvende kracht is, zullen we nooit deze dingen doen zoals God dat wil. God is liefde (1 Johannes 4:8), alles dat Hij doet wordt gedreven door liefde. Dat is hoe Jezus handelde, dat is hoe Hij wil dat de kerk onderling handelt; fellowship heeft.

Jezus maakt een cruciaal punt voor de christen, liefde onderling is essentieel. Liefde onderling is dat wat de kerk moet kenmerken, liefde onderling is dat wat jouw en mijn hart moet regeren. Als ons hart vol is van Gods liefde, zullen onze woorden en daden volgen. Als Gods liefde regeert, zal onderlinge liefde ook alle ruimte krijgen en zichtbaar worden.

  • Wat staat die liefde in de weg?

De vraag voor iedere christen is wat er in jouw hart regeert. Je hart zal je hoofd overtuigen van wat het moet doen. Je hart is slimmer dan je hoofd; wat er in je hart leeft zal tot uiting komen in je daden.

  • Als liefde niet tot uiting komt in jouw leven, in jouw daden, dan heb je een hart probleem. Het hart van het probleem, is het probleem van het hart. Jeremia 17:9 leert dat het hart ongeneeslijk ziek is; onze zondige natuur is zo. De natuur waar we altijd mee blijven worstelen op aarde is ziek, egoïstisch, zondig en zeker niet geïnteresseerd in de ander onvoorwaardelijk liefhebben.
  • We moeten leren leven naar het nieuwe hart dat we hebben gekregen (Ezechiël 36:26), naar de nieuwe natuur die God ons gegeven heeft (2 Korinthe 5:17). Alleen dan gaat Gods liefde regeren in ons, alleen dan worden we dankbaar voor wat Hij gedaan heeft.

De 3e vraag voor vandaag was wat fellowship in de weg staat; volgende week gaan we daar dieper op in, maar wat er regeert in jouw hart kan deze onderlinge liefde en fellowship in de weg staan. Wat jouw hart regeert is wat tot uiting komt in je daden. God wil dat we liefde tonen, dat betekent dat jouw en mijn hart geregeerd moeten worden door Gods liefde voor ons.

  • Dat is ook de reden dat Jezus aangeeft dat we moeten liefhebben zoals Hij ons heeft liefgehad. Zijn liefde voor ons, Zijn liefde voor jou en mij is de standaard.

Ken jij Jezus’ liefde voor jou? Zeg niet zomaar ja; er is een groot verschil tussen weten en kennen. Iets in je hoofd weten betekent niet dat je het ook echt kent. Het begint met weten, maar het moet wel verder gaan naar kennen.

  • Jezus kwam naar de aarde, God werd Mens (Johannes 3:16)
  • Hij leefde perfect, omdat jij en ik dat niet kunnen (1 Petrus 2:22)
  • Jezus weet dat jij en ik zondaren zijn, die de doodstraf verdienen voor onze zonde (Romeinen 3:23); daarom droeg Hij alle zonde (1 Petrus 2:24), van elke zondaar (Hebreeën 10:10)
  • Jezus werd gemarteld en gekruisigd voor jou en mij, zodat wij nu toegang hebben tot God (Efeze 2:18)
  • Jezus werd zonde voor ons, zodat wij nu rechtvaardig voor God kunnen zijn (2 Korinthe 5:21)

Het enige dat jij en ik hoeven te doen om dit aan te nemen is geloven. Geloof dat Jezus de Zoon van God is (Johannes 20:31) en je bent gered. Belijd naar Hem dat je een zondaar bent die redding nodig heeft, vraag om vergeving, geloof in Zijn offer aan het kruis en je bent gered.

  • Als jij Jezus nog niet kent, geloof dan vandaag. Zijn ongelofelijke liefde staat klaar voor jou. Zijn geweldige liefde is er elke dag voor jou. Vandaag is de dag van redding; geloof, belijd je zonde en je bent gered.
  • Als je al wel gelooft, regeert de liefde van Jezus in jouw hart? Is dat wat jou motiveert en drijft om dingen te doen? Alleen wanneer Jezus’ liefde, Zijn uiting van liefde, regeert in jouw hart, zal je Jezus’ opdracht in Johannes 13:34 kunnen doen. Alleen wanneer Zijn liefde regeert kan je alle ‘elkaar’-verzen uitvoeren.
    • In deze rare tijden kost dat vaak extra moeite; als Jezus’ liefde regeert, dan zal je bereid zijn om die extra moeite te doen.

Als er iets anders in jouw gedachten en hart regeert, ga dan naar God, belijd dit en bekeer je. Hij wil je ontzettend graag vergeven en je terugbrengen bij die liefde.

Ben je die liefde ‘kwijt’? Heb je je eerste liefde verlaten? Belijd dat aan God, Hij kan en wil je dat teruggeven. Vraag God om je opnieuw te laten zien hoe groot die liefde is, hoeveel Hij van je houdt en hoe hard je die liefde nodig hebt.

1 Johannes 4:7-11 “Geliefden, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde is uit God; en ieder die liefheeft, is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde. Hierin is de liefde van God aan ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon in de wereld gezonden heeft, opdat wij zouden leven door Hem. Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad en Zijn Zoon zond als verzoening voor onze zonden. Geliefden, als God ons zo liefhad, moeten ook wij elkaar liefhebben.”