Geestelijke strijd, is dat voor mij? – Efeze 6:10-12

Geestelijke strijd, is dat voor mij? – Efeze 6:10-12

Vorige week hebben we gekeken naar opvoeding, wat God van ouders en van kinderen verwacht. Na afloop van de dienst kreeg ik een terechte vraag, hoe moet je als opa en oma omgaan met kinderen en kleinkinderen? Wat is de taak van opa’s en oma’s en wat is hun taak ook niet?

Deuteronomium 4:9 “Alleen, wees op uw hoede en neem uzelf zeer in acht! Anders vergeet u de dingen die uw ogen gezien hebben, en anders wijken ze uit uw hart alle dagen van uw leven. U moet ze uw kinderen en uw kleinkinderen bekendmaken:”

Toon volledige notities

Opa’s en oma’s hebben van God een grote taak gekregen. Ook zij horen hun kleinkinderen over God te vertellen, over Wie God is, wat Hij gedaan heeft, hoe Hij opa en oma veranderd heeft. Het getuigenis van opa en oma is heel krachtig.

2 Timotheüs 1:5 “Daarbij herinner ik mij het ongeveinsde geloof dat in u is en dat eerst gewoond heeft in uw grootmoeder Loïs en in uw moeder Eunice. En ik ben ervan overtuigd dat het ook in u woont.”

  • Opa’s en oma’s hebben veel invloed in het leven van kleinkinderen, dus gebruik die invloed om ze te vertellen over Jezus, Zijn werk, Zijn liefde en Zijn genade.
  • Opa’s en oma’s worden nergens opgeroepen om hun eigen kinderen nog steeds te corrigeren zoals vroeger. De kinderen van opa en oma moeten hun eigen keuzes maken, niet te veel leunen op opa en oma en leven naar de eenheid die ze zijn met hun partner. Dit is soms lastig voor opa’s en oma’s, want die hebben meer ervaring, een andere mening, andere inzichten, etc. De vraag is dan, hoe communiceer je dat?
    • Altijd in liefde. Dus onderzoek je hart, wil je laten zien dat jij het beter weet? Wil jij iedereen even vertellen hoe dingen zitten? Dan is het beter om je mond te houden.
    • Nooit waar de kleinkinderen bij zijn. Als opa en/of oma papa en mama gaan corrigeren waar de kinderen bij zijn, wordt al het gezag van papa en mama onderuit gehaald. Advies mag, maar dan privé.
    • Altijd Bijbels. Titus 2:1-5 laat zien hoe oudere mannen en vrouwen dingen bij kunnen brengen aan jongere mannen en vrouwen. Dat geldt ook zeker voor opa’s en oma’s, dat is een geweldig iets waar God opa’s en oma’s voor wil gebruiken.

Papa en mama: weet dat opa en oma nog steeds geëerd moeten worden. Efeze 6:1-3 geldt nog steeds voor jullie. Daarnaast, maak duidelijk aan jullie kinderen dat ook zij ontzag en respect voor opa en oma moeten hebben. Ook kleinkinderen moeten luisteren naar opa en oma. Bij opa en oma thuis gelden hun regels, op alle andere plekken de regels van papa en mama. Opa en oma moeten zich dan ook schikken aan de regels van papa en mama, om de kinderen te laten zien wie ze moeten gehoorzamen. Opa en oma horen echter wel gerespecteerd te worden zoals het Woord omschrijft, dat is ook iets waar je met je kinderen over moet praten. Zeker als je je als opa en oma niet gerespecteerd voelt.

  • Breng alles terug naar het Woord van God, zorg dat je je mening baseert niet per se op gevoel, maar op wat God zegt. God wil dat ouders gerespecteerd worden, daar staat niet bij totdat er kleinkinderen komen. Dus opa en oma horen ook buitenshuis gerespecteerd te worden door kinderen en kleinkinderen. Dit is ongeacht of je kinderen geloven of niet. Mag je dat verwachten? Nee, want dan ga je dingen van mensen verwachten. Je mag er over praten, je moet er voor bidden, maar je kan niet verwachten dat mensen dingen oppakken, dat zal altijd teleurstellen.

Efeze 6:10-12

Er zijn een aantal zekerheden in dit leven: 1) we gaan dood (tenzij de Heere komt voor Zijn kerk), 2) je moet belasting betalen, en 3) er zal geestelijke strijd zijn in het leven van een christen.

We gaan vandaag een begin maken aan de conclusie, de laatste paar punten die Paulus de kerk in Efeze mee wil geven. Nadat Paulus het gehad heeft over gevuld zijn met de Geest (Efeze 5:18), je onderschikken aan elkaar (Efeze 5:21), het huwelijk (Efeze 5:22-33), opvoeden (Efeze 6:1-4) en hoe een goed werkgever/werknemer te zijn (Efeze 6:5-9), doet Paulus een stapje terug. We hebben het gehad over veel details van het christelijk leven, over hoe we in specifieke situaties horen te handelen. Nu gaan we kijken naar een belangrijk aspect van het christelijk leven dat vaak niet juist gezien wordt: geestelijke strijd. In Efeze 6:10-18 leert God ons dat er een geestelijke strijd is, hoe wij staande kunnen blijven en wat onze taak in deze strijd is.

Door de Bijbel heen gebruikt God verschillende woorden om tegen ons te praten. Een van die manieren is dat Hij Vaderlijke taal gebruikt, maar vaak gebruikt Hij ook militaire termen om dingen duidelijk te maken. Dat is niet zomaar, God wil dat we snappen dat het christelijk leven een strijd is. Hij wil dat we zien dat christen worden makkelijk is, maar dat christen zijn je je leven kost.

  • Vanaf het moment dat we tot geloof komen stappen we een geestelijke strijd in, een hevige strijd. Dit is niet iets om bang voor te zijn, maar wel iets om bewust van te zijn. Veel christenen zijn hier niet mee bezig, vinden dit niet belangrijk of geloven zelfs niet dat het waar is.

Paulus geeft hier in Efeze 6 aan dat geestelijke strijd echt is, Paulus geeft aan dat we moeten vechten in deze strijd en tegen wie we moeten vechten. Dit is geen verzinsel van Paulus, geestelijke strijd is iets waar we door het Woord van God heen duidelijkheid over krijgen. Geestelijke strijd is iets waar alle heiligen mee te maken krijgen, maar ook iets waar God ons doorheen wil dragen.

  • In Daniël 10 lezen we over de engel Gabriël die een boodschap aan Daniël moest brengen. Hij kwam allemaal demonen tegen die hem wilden weerhouden van het spreken met Daniël (Daniël 10:13), toen de aartsengel Michael kwam helpen werden de demonen overwonnen.
  • Paulus zelf wist goed wat geestelijke strijd was. In 2 Korinthe 12 legt hij uit dat hij in de hemel geweest is en dat hij daar geweldige dingen gezien heeft, dingen die niet te omschrijven zijn. In 2 Korinthe 12:7 legt hij uit dat om hem nederig te houden, hij een “doorn in het vlees” kreeg, “een engel van satan” om hem “met vuisten te slaan”.
  • Jezus Zelf had geestelijke strijd in Mattheüs 4, toen Hij verleid werd door de duivel. Jezus, God Zelf als mens, had geestelijke strijd. Hij had het niet de hele tijd, maar er waren moment dat hij dit had. Zijn manier van strijden was “Er staat geschreven” (Mattheüs 4:4, v7, v10). Jezus strijd met Goddelijke wapens tegen de aanvallen van de satan.

Hoe ziet geestelijke strijd voor ons er uit? Wat voor dingen komen wij tegen? Fysieke aanvallen (Job), aanklachten tegen ons (Zacharia 3:1), verzoeking (Markus 1:13), beroofd van het Woord van God in ons hart (Markus 4:15), leugens (Johannes 8:44),verdraaien van de waarheid (Handelingen 13:10), strikken van de duivel (1 Timotheüs 3:7), misleiden (Openbaring 20:10), bangmakerij à gaat rond als briesende leeuw (1 Petrus 5:8), etc.

  • Deze strijd is echt, deze strijd is hevig. We hoeven echter niet bang te zijn voor geestelijke strijd, voor de satan, voor demonen, etc.

1 Johannes 4:4 “Hij Die in ons is, is groter dan hij die in de wereld is.”

God is groter, God is sterker. Hij is almachtig, satan is machtig. Hij is alwetend, satan weet veel. God is de Schepper, satan schepping. God is oneindig veel sterker dan satan ooit zal zijn. We staan aan de winnende kant, we zijn meer dan overwinnaars in Hem (Romeinen 8). We moeten wel weten dat deze strijd er is, we moeten niet naïef zijn en denken dat dit niet bestaat. God praat er over in Zijn Woord, God waarschuwt ons, het is aan ons om op te letten en te luisteren.

  • De meeste mensen die vanuit de Bijbel geestelijke strijd tegenkwamen hebben 1 ding gemeen: ze leefden radicaal voor God. Ze dienden God, ze deden Zijn wil in afhankelijkheid van Hem. Op het moment dat wij God echt gaan dienen zoals Hij dat van ons vraagt, zal de vijand tegen bewegen. We hoeven, nogmaals, niet bang te zijn, maar we moeten wel weten dat het er is, dat het echt is en dat wij een rol spelen.

Omdat we in een geestelijke strijd zitten, moeten we goed voorbereid zijn op de strijd. Gelukkig legt Paulus ons uit in Efeze 6 dat God ons alles geeft dat we voor deze strijd nodig hebben: 1) kracht (v10), 2) een wapenuitrusting (v11), en 3) uitleg over de vijand (v12)

v10 1) Kracht

Het eerste dat een soldaat nodig heeft is kracht. Het werk van een soldaat is vermoeiend. Daarom is geweldig dat God ons taken geeft, maar ook de kracht om die taken uit te voeren. God zal ons nooit een taak geven waar Hij ook niet de middelen voor geeft.

Paulus vertelt ons dat we gesterkt moeten worden “in de Heere”, onze kracht moet bij Hem gehaald worden. Hij gebruikt hier een passief woord in het Grieks, een woord dat er op wijst dat wij zelf niks kunnen doen aan deze kracht. Wij zijn slechts de ontvangende partij van de kracht, God geeft de kracht.

  • Dat is belangrijk dat we ons dat beseffen. God is Degene Die kracht geeft, Hij moet ons dragen in de strijd.

Henry: “Our natural courage is as perfect cowardice, and our natural strength as perfect weakness; but all our sufficiency is of God.”

Jezus zegt in Mattheüs 28 dat Hem alle macht gegeven is, laten we dan terugvallen op die macht en kracht. Psalm 28 leert dat de Heere onze kracht is, laten we die kracht dan ook aan Hem vragen. Handelingen 1 leert dat de Heilige Geest de kracht van Jezus in ons is, laten we dan van die kracht uit gaan.

Exodus 14:14 “De HEERE zal voor u strijden, en ú moet stil zijn.”

Wanneer we volgende week gaan kijken naar de wapens en wapenuitrusting van deze strijd, dan wordt het duidelijk dat het hier gaat om een strijd waar menselijke, fysieke en mentale kracht geen verschil maakt. Het gaat om strijden in gebed en met Gods Woord. Dat zijn onze wapens, niet onze vuisten, woorden of eigen kracht.

Onze kracht is niet alleen in de Heere, maar we moeten ook beseffen dat onze kracht “in de sterkte van Zijn macht” is. Dat betekent dat we gaan zien dat macht en kracht die hemel en aarde gemaakt heeft (Genesis 1-2), de macht en kracht die de dood heeft overwonnen (1 Korinthe 15:57), alles bij elkaar houdt in dit universum (Kolossenzen 1:17), dat die macht ons kracht wil geven. Die macht staat ons bij. De macht die iets uit niets kon maken, die macht staat ons bij.

  • Het gaat zelfs nog iets verder dan dit, het gaat om de invloed die God heeft. Als we weten Wie Hij is, dan heeft dat invloed op wat wij doen, hoe wij dingen doen, etc. Als wij meer ontzag voor God gaan krijgen, doordat we gaan weten Wie Hij is, dan zien we Wie er voor ons strijd en overwint. Dat is Zijn macht. Zijn kracht is de uiting van de macht die Hij heeft.
    • Die macht en die kracht staan ons bij als christenen. Die oneindige hoeveelheid macht en kracht staan tot onze beschikking in de geestelijke strijd van de dag.
    • Die oneindige hoeveelheid macht en kracht keek toe hoe Jezus aan het kruis genageld werd voor jou en mij, omdat God zoveel van ons houdt. De God Die alles kan, Die alles had kunnen stoppen, liet zondige mensen Zijn Zoon martelen en aan het kruis nagelen. Voor jou en voor mij. Dat is nog eens liefde, dat is genade.

Er staat zoveel kracht, zoveel macht, zoveel capaciteit klaar voor ons christenen. En toch proberen we dingen zo vaak zelf. Val terug op Zijn kracht, vraag God om je kracht te geven Zijn wil te doen, juist ook wanneer je strijd ervaart.

v11 2) Wapenuitrusting

Nadat we kracht ontvangen hebben, hebben we een manier nodig om te strijden in de geestelijke strijd. Daarom hebben we de “wapenuitrusting van God” nodig. Een soldaat die niet de juiste middelen heeft om de strijd aan te gaan, heeft weinig tot geen kans om te overleven. God wil dat we deze strijd juist wel overleven, dat we overwinnaars zijn. Daarom geeft Hij een wapenuitrusting die wij nodig hebben in deze strijd.

  • We horen onszelf te bekleden met de volledige wapenuitrusting van God. Een soldaat die niet zijn hele wapenuitrusting aanheeft, is kwetsbaar en niet zo effectief als dat hij/zij kan zijn. Het is daarom belangrijk dat we alle onderdelen aandoen en gebruiken.
    • In Jesaja 59:17 lezen we over Gods eigen wapenuitrusting, wij mogen in Zijn wapenuitrusting delen. Omdat wij delen in Gods wapenuitrusting, delen wij in Zijn kracht en in de overwinning die Hij behaalt. Ook dit laat zien dat we de geestelijke strijd in afhankelijkheid van God moeten voeren, niet vanuit eigen kracht.

Een belangrijke vraag, is waarom we deze kracht en de wapenuitrusting nodig hebben. Het antwoord daarop wordt 3x gegeven door Paulus in de v10-18: “opdat u stand kunt houden” (v11), “stand kunt houden” (v13), “Houd dan stand” (v14).

  • Nu we weten dat de strijd er is, moeten we leren om stand te houden in de strijd, we horen staande te blijven in Gods kracht en macht. Dat is precies waar we Gods kracht (v10) en Gods wapenuitrusting (v11) voor nodig hebben.

Henry: “We should stir up ourselves to resist temptations in a reliance upon God’s all-sufficiency and the omnipotence of His might.”

We horen stand te houden tegen de “listige verleidingen van de duivel.” God geeft ons hier direct 2 belangrijke stukken informatie: 1) we strijden tegen de duivel, 2) de duivel zal ons willen verleiden met listige valstrikken.

  • God wil dat we zien dat onze vijand de duivel is. De duivel is een gevallen engel (Jesaja 14:12-15, Openbaring 12:4), een zeer slimme vijand. De duivel kan zich voordoen als een engel van het licht (2 Korinthe 11:14) waardoor we niet doorhebben dat hij misleidt. De duivel is de vader van de leugen (Johannes 8:44), de misleider vanaf het begin (Genesis 3).
    • Bedenk: de duivel kan maar op 1 plek tegelijk zijn (Job). Hij zal zich dus persoonlijk bezig houden met een aantal mensen, maar niet met jou en mij. Wij zijn niet belangrijk genoeg. Hij heeft echter wel de touwtjes in handen in deze wereld (2 Korinthe 4:4).
    • Tegenwoordig krijgt de duivel vaak meer aandacht dan hij verdient. Wat ik bedoel is dat de Bijbel God (±4500x) veel vaker noemt dan de duivel (±200x), God spreekt vaker in de Bijbel dan de duivel (3x). En toch geven veel christenen meer aandacht aan de duivel dan God. Achter alles wat er gebeurt zit een demon, de duivel is persoonlijk bezig hen aan te vallen, er zijn demonische bolwerken van de media, economie, etc.
    • God wil dat we weten wie onze vijand is, waar hij vandaan komt, maar vooral dat hij een verslagen vijand is. Wat wij ons moeten realiseren is dat we strijden tegen een vijand die al verslagen is door God. God heeft al overwonnen, alleen heeft Hij satan nog niet van het toneel verwijderd. Dat moment gaat nog komen.

Kolossenzen 2:15 “Hij heeft de overheden en machten ontwapend, die openlijk te schande gemaakt en daardoor over hen getriomfeerd.”

  • De duivel is heel slim, hij heeft een groot deel van de wereld doen geloven dat hij niet bestaat. Of dat hij een wezen met een staart en een hooivork is. Er zijn zelfs grote groepen christenen die geloven dat hij niet bestaat.

God maakt ons echter duidelijk in Zijn Woord dat de duivel echt is, dat hij de vijand is, dat hij de christen aanvalt. Hij zal ons ook willen verleiden om dingen te doen die niet bij God horen, om weg te lopen bij God. Hij doet dat door listige verleidingen neer te leggen.

  • Het woord voor ‘listig’ dat Paulus gebruikt is methodeia. Dit Griekse woord heeft iets slechts in zich, het gaat om methodes die gebruikt worden om georganiseerd slechte dingen te doen. Satan is niet zomaar dingen aan het doen. Hij heeft strategieën, tactieken, hij heeft hulp, hij bestudeert ons. De duivel en zijn demonen weten precies wat te doen om ons te verleiden, hij weet precies waar we zwak zijn.
  • De verleidingen die satan ons voorhoudt, zijn nooit op het eerste gezicht slecht. Hij is slim genoeg om te weten dat dat geen zin heeft. Het ziet er allemaal goed, onschuldig, of toch niet zo slecht uit als de Bijbel zegt. Maar dan blijkt dat de satan de vader van de leugen is (Johannes 8:44), dat hij rondgaat en zoekt naar wie hij kan verslinden (1 Petrus 5:8). Dan blijkt dat hij alleen wil dat we zondigen en ons dan weg wil houden van God.

Als christenen moeten we weten en geloven dat de duivel echt is, want Gods Woord zegt het. We moeten weten dat hij ons wil aanvallen, pakken, kapot maken. We mogen echter ook weten dat we in God overwinnaars zijn, dat we in Gods overwinning mogen leven. En we mogen weten dat satan nooit meer kan doen dan dat God toestaat.

Job 1:12 “Zie, alles wat hij heeft is in uw hand; alleen naar hemzelf mag u uw hand niet uitsteken.”

God is de baas, God heeft alles onder controle, God is niet verrast door satan, God is oneindig veel sterker dan satan.

v12 3) Uitleg over de vijand

Paulus zegt dat wij de strijd “hebben”. Geestelijke strijd is aanwezig, Paulus vertelt ons dat het er is. Het is niet iets geks, niet iets engs, o.i.d. Het is iets dat bij het leven van de christen hoort. Op het moment dat wij meer gaan leven zoals God van ons vraagt, zal er geestelijke strijd komen.

Guzik: “Paul did not call the believer to enter into spiritual warfare. He simply announced it as a fact: we do not wrestle against flesh and blood, but (we do wrestle) against principalities and so forth. You are in a spiritual battle. If you are ignorant or ignore that fact, you probably aren’t winning the battle.”

Het is heel belangrijk dat we binnen de kerk door gaan hebben dat we niet strijden tegen vlees en bloed. Dat is namelijk wat we vaak wel doen. We gaan strijden tegen mensen, we gaan roddelen, ruzie zoeken, mensen neerhalen, slecht over mensen denken, we denken dat mensen iets tegen ons hebben, etc. Hierdoor leidt satan ons af van het feit dat we tegen hem horen te strijden, niet tegen elkaar. Een verdeelde kerk, is een nutteloze kerk. Een kerk die strijd tegen vlees en bloed, is niet bezig met dat wat we moeten doen à we strijden tegen geestelijke machten, tegen satan en zijn demonen. We strijden niet tegen mensen.

  • We moeten stand houden tegen een aantal dingen: listige verleidingen van de duivel, niet tegen vlees en bloed, overheden, machten, wereldbeheersers van de duisternis, geestelijke machten in de hemelse gewesten.
  • We strijden tegen 4 dingen: overheden, machten, wereldbeheersers en geestelijke machten. Dat is waar we de wapenuitrusting voor nodig hebben, dat is waar Paulus ons voor aan het waarschuwen is. Paulus legt ons hier uit hoe de vijand georganiseerd is.

Satan heeft zijn demonen goed georganiseerd, hij is niet zomaar wat aan het doen. Er zijn overheden en machten, wereldbeheersers en zelfs machten die in de hemelse gewesten zijn. Dat is de opbouw die er in zit.

Als we dan kijken naar de dingen waartegen we strijden, dan valt er 1 ding op: als we die dingen in de grotere context van het hele Woord bekijken, overwint Jezus ze allemaal.

  • Overheden en machten: in Kolossenzen 1:16 staat dat Jezus de Schepper is van overheden en machten. In Romeinen 8:38 staat dat overheden ons niet kunnen scheiden van Jezus, Hij is de overwinnaar. Kolossenzen 2:15 leert dat Jezus de overheden en machten ontwapend heeft en dat Hij ze overwonnen heeft.
  • Wereldbeheersers van de duisternis: duisternis is niks anders dan de afwezigheid van licht. God wil en zal met Zijn licht over de hele aarde schijnen wanneer Jezus voor de 2e keer terugkomt. 2 Thessalonicenzen 2:8 leert dat alleen de verschijning van Jezus’ glorie de overwinning zal halen over de satan, Hij zal Zijn licht schijnen en zal overwinnen.
  • Geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten: in Efeze komt deze term 5x voor, waarin het altijd in de context staat van dat God heerst. Efeze 1:3, God zegt ons met alle geestelijke zegen in de hemelse gewesten; Hij regeert daar, Hij is de baas. Efeze 3:10 zegt dat wij Gods wijsheid moeten verkondigen aan de hemelse gewesten. God heeft alles onder controle, Hij regeert daar.

Praktisch gezien, wat doen deze verschillende groepen demonen? Ze vallen christenen en niet-christenen aan. Ze willen ontmoedigen, van Jezus afhouden, bang maken, isoleren, mensen tegen elkaar opzetten, verleiden tot zonde, etc. Er zijn zoveel manieren om ons mensen te pakken, satan en zijn demonen weten ze allemaal.

Praktisch gezien, wat merken wij? Slapeloze nachten, kinderen die ’s nachts veel wakker zijn, rare gedachten die je opeens in je hoofd krijgt, ruzie met je partner en/of kinderen. Je niet kunnen concentreren, migraine, ontzettend moe zijn waardoor je niet je bed uit kunt/wilt voor stille tijd. Er zijn 1001 manieren waarop satan ons wil pakken, ik kan je geen complete lijst van tactieken geven.

  • Een van de meest succesvolle tactieken die de satan toepast, is het isoleren van christenen. Een geïsoleerd schaap, is een dood schaap. Als wij als christenen gaan denken dat wij de enige zijn die met iets worstelt, dat niemand onze situatie snapt, dat je wel kerk in je eentje kan zijn, etc. Dan heeft satan je waar hij je wil hebben, dan ga je je isoleren van het lichaam. En dan kan hij je heel makkelijk pakken.

Het mooie is, dat Jezus overwonnen heeft. Jezus is groter en sterker. 1 Johannes 4:4 leert dat Hij Die in ons is, groter is dan hij die in de wereld is. Op het moment dat wij tot geloof komen, op het moment dat wij Jezus aannemen als  Verlosser en Heere, dan is er niks meer om bang voor te zijn. Dan hebben we de overwinning, de vraag is of we er in leven. We hebben het kruis van Jezus, waar Hij jouw en mijn zonde vergeven heeft.

  • Jezus droeg daar alle zonden. Als je Jezus’ offer aanneemt, kan je niet meer aangeklaagd worden door satan, want Jezus heeft al je zonden weggenomen (1 Johannes 3:5).
  • Jezus heeft je deel gemaakt van Zijn lichaam. Je bent nu onderdeel van de kerk, je hebt een nieuwe familie, die met dezelfde dingen worstelt als jij (1 Korinthe 10:13). Zij kunnen en willen er voor je zijn en samen door de strijd heen gaan.
  • Jezus zegt dat niemand uit Zijn hand kan roven wat de Vader Hem gegeven heeft (Johannes 10:28). Als je Jezus’ offer aangenomen hebt, heb je rust in je hoofd en je hart. God heeft je vergeven, Hij zal dat nooit terugtrekken. Je bent Zijn kind, je mag in Hem rusten.

Dat is wat God voor de mens heeft, dit is wat God voor jou heeft. Als jij Hem nog niet kent, als jij deze God nog niet aangenomen hebt in je leven, dan is vandaag het moment. Accepteer Zijn offer, Zijn vergeving, Zijn liefde. Accepteer Hem als jouw perfecte Vader, jouw Verlosser en Heere.

Christen, weet dat God dit allemaal voor jou gedaan heeft. Weet dat dit klaarstaat voor jou, elke dag. Sta in de vrijheid die God geeft, sta op de autoriteit die wij door Jezus’ bloed gekregen hebben. Strijd de geestelijke strijd, met geestelijke wapens, tegen de geestelijke machten.

Geestelijke strijd is een van de zekerheden van het leven. Herken en erken je dat deze strijd er is? Weet je waar je je kracht vandaan moet halen? Weet je dat Jezus de overwinning al behaald heeft? Val terug op Hem, ren met alles naar je hemelse Papa toe. Vertrouw je leven aan Hem toe, voor het eerst of voor de zoveelste keer.

Jesaja 40:28-31