Geestvervulde ouders en kinderen, en werkgevers en werknemers – Efeze 6:1-9

Geestvervulde ouders en kinderen, en werkgevers en werknemers – Efeze 6:1-9

Na 4 studies in Efeze 5 over het huwelijk, gaan we vanaf vandaag door met Efeze 6. We gaan kijken naar de overige 2 typen relaties die Paulus ons geeft waarin onderdanig zijn aan elkaar (Efeze 5:21) nodig is. In het huwelijk is het nodig, zoals we gezien hebben, maar ook in de ouder-kind (Efeze 6:1-4) en werkgever-werknemer (Efeze 6:5-9) relatie is het nodig dat er een gezonde, Bijbelse mate van onderdanigheid is.

Vandaag gaan we zien wat praktische toepassingen zijn van Kolossenzen 3:23

Toon volledige notities

Kolossenzen 3:23 “En alles wat u doet, doet dat van harte, als voor de Heere en niet voor mensen.”

Dit vers is ontzettend van toepassing op kinderen die hun ouders moeten gehoorzamen, op ouders die hun kinderen moeten opvoeden naar Gods wil. Dit vers is van toepassing op werknemers die hun werkgever moeten gehoorzamen, werkgevers die goed moeten zijn voor hun werknemers. Dit is iets waar we uit onszelf niet de juiste motivatie voor hebben, niet om dit Bijbels aan te pakken. We moeten dit voor God doen, voor Zijn glorie, door Zijn genade.

v1-4

Voor we beginnen, we moeten ons herinneren dat we het hebben over onderdanig zijn aan elkaar (Efeze 5:21), maar vooral ook dat het gaat om leven als Geestvervuld christen. Onderdeel van het leven van een Geestvervuld christen is hoe om te gaan met ouders, hoe om te gaan met kinderen. Efeze 5:18 is een sleutelvers om alles wat volgt uit te voeren, dus ook het gedeelte over de opvoeding van kinderen.

v1

Paulus doet hier hetzelfde als dat hij deed bij de uitleg van het huwelijk, hij valt met de deur in huis. God zegt, het is de taak van kinderen om hun ouders te gehoorzamen. Gods enige opdracht aan kinderen, in de hele Bijbel, is om hun ouders te gehoorzamen in de Heere.

  • ‘kinderen’ is het meest breed mogelijke woord. Kinderen horen hun ouders te gehoorzamen. Het vers wijst echter vooral op kinderen die nog thuis wonen, kinderen die nog niet volwassen zijn. Zolang kinderen nog niet volwassen zijn en thuis wonen, vallen kinderen nog onder de verantwoordelijkheid en eenheid van hun ouders. Zodra kinderen volwassen worden, dragen ze hun eigen verantwoordelijkheid en wanneer ze gaan trouwen vormen ze hun eigen eenheid.
  • ‘gehoorzamen’ wijst op luisteren naar een opdracht die je krijgt. In dit geval gaat het om kinderen die een opdracht van hun ouders krijgen om iets te doen, dan wil God dat ze daar naar luisteren. Kinderen horen zich te onderschikken (Efeze 5:21) aan de wil van hun ouders, niet andersom.

Dit is een flinke taak voor de kinderen, want Paulus zegt dat dit moet “in de Heere”. Dit heeft hetzelfde idee als waarom de vrouw zich moet onderschikken aan haar man en de man zijn vrouw moet liefhebben als zichzelf: het is onderdeel van onze dienstbaarheid aan God. De manier waarop kinderen laten zien dat ze dienstbaar zijn aan God, is door hun ouders te gehoorzamen.

  • Kinderen (en ouders) moeten leren dat hun gehoorzaamheid aan hun eigen ouders hun leert om gehoorzaam te zijn aan God. Als je je ouders niet gehoorzaamt die je wel kan zien, hoe ga je dan God gehoorzamen die je niet kan zien?
  • Kinderen moeten inzien dat ze deze taak van God Zelf krijgen, niet zomaar van hun ouders. Als gehoorzaamheid aan ouders gelijk wordt gesteld aan gehoorzaamheid aan God, hoe staan we, of onze kinderen, er dan voor in het gehoorzamen aan ouders? De lat ligt hier net zo hoog als God bij ons legt: houding van het hart en directe gehoorzaamheid. God gaat niet met ons in discussie en God ziet de houding van ons hart richting Hem.
    • Laat duidelijk zijn: ouders mogen alleen dingen van hun kinderen vragen die overeenkomen met het Woord van God. Alles wat de ouders zeggen moet getoetst kunnen worden aan de Bijbel. Als de ouders iets vragen wat niet overeenkomt met het Woord, dan hoeft het kind dat niet te doen.
    • Kinderen, hoe staan jullie tegenover je ouders als je dit hoort? God vraagt van jullie om je ouders volledig, direct en welwillend van hart te gehoorzamen. Dit kan je alleen doen als je onderworpen bent aan God, als de Geest je vult. Puberen, moe zijn, druk zijn, etc. zijn geen excuus om je ouders niet op zo te gehoorzamen.

Kinderen hebben als taak hun ouders te gehoorzamen, ouders hebben de taak hun kinderen op te voeden in de vreze des Heeren. Wat ontzettend belangrijk is, is dat ouders inzien dat ze hun kinderen op moeten voeden zoals de Heere Zijn kinderen opvoedt. God geeft ons het perfecte voorbeeld van hoe dingen aan te pakken. Als wij denken dat we iets anders moeten doen in de opvoeding dan God voorschrijft, betekent het dat wij beter weten dan God hoe opvoeding werkt.

God geeft kinderen (Psalm 127), God houdt van kinderen (Lukas 18:16), God wil dat ouders het juiste doen voor de kinderen. Daarom geeft Hij regels voor de ouders, die ze op al hun kinderen moeten toepassen. Ouders moeten God gehoorzamen, kinderen moeten ouders gehoorzamen. Kinderen moeten zien dat papa en mama ondergeschikt zijn aan God en Zijn Woord, en dat de kinderen ondergeschikt moeten zijn aan de ouders.

  • Geldt dit voor elk kind? Ja, voor elk kind. ‘Ja, maar mijn kind heeft/is…’ We zijn tegenwoordig heel goed in alles een label geven, en deels helpt dat. Maar het wordt ook gebruikt als een excuus om bepaalde dingen niet te hoeven doen. God wil dat alle kinderen, zonder uitzonderingen, hun ouders gehoorzamen. Voor sommigen zal dat meer moeite kosten dan voor anderen, maar God wil dat alle kinderen hun ouders gehoorzamen.

v2-3

Kinderen moeten weten wat God van hen verwacht: gehoorzaam je ouders. Wat zo mooi is aan de Bijbel, is dat God direct tegen kinderen praat. Vanaf het Oude Testament af aan, praat God tegen kinderen. God praat veel over kinderen in de Bijbel, maar direct tegen kinderen praat Hij een aantal keer. In Exodus 20:12 praat Hij voor het eerst tegen kinderen, waar Hij zegt:

Exodus 20:12 “Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de HEERE, uw God, u geeft.”

  • Dat is de 1e keer dat God direct tegen kinderen praat. Hij herhaalt deze woorden in Deuteronomium 5:16. Verder praat Hij in Efeze 6:2-3 en Kolossenzen 3:20 tegen kinderen. In al deze verzen wordt er teruggewezen naar wat er in Exodus 20:12 staat, eer je vader en je moeder, gehoorzaam je ouders.

Het “eren” van je ouders is niet zomaar iets, Paulus geeft het hier mee als een opdracht aan de kinderen. Hij citeert het OT, maar hij geeft er toch een Griekse draai aan. Dit eren gaat verder dan alleen gehoorzamen. “eren” heeft het idee van op waarde schatten, iemand het ontzag geven voor wat hij/zij doet of wie hij/zij is. Dat is wat kinderen horen te doen. Kinderen horen hun ouders op waarde te schatten, Bijbelse waarde. Kinderen horen ontzag voor hun ouders te hebben, zoals God dat voorschrijft.

  • Ouders zijn op de eerste plaats ouders voor hun kinderen. Als ouder geef je leiding aan je kind, je staat op een bepaalde manier boven je kind. Je bent niet beter, maar hebt de leiding gekregen van God. Kinderen horen dat gezag te herkennen en te erkennen. Ouders horen dat gezag Bijbels uit te dragen.
    • Tegenwoordig is dat niet een populaire boodschap, niet pedagogisch verantwoord enzo. Ouders horen ‘vrienden’ te zijn met hun kinderen, en ze te ‘coachen’. God spreekt en denkt heel anders over het opvoeden van kinderen. Is Gods Woord leidend voor jou, als kind, als ouder, of is iets/iemand anders leidend voor jou?

Een van de gevolgen van het Bijbels gehoorzamen van je ouders is dat je “lang leeft op de aarde” (v3). Wat betekent dat? De uitleg hiervan is dat ouders beter horen te weten dan kinderen wat wel en niet goed is voor een kind, zeker als ouders dingen toetsen aan het Woord. Als kinderen dan hun ouders gehoorzamen, zullen ze een hoop dingen ontlopen van de wereld, van het vlees, die ze een hoop narigheid hadden kunnen opleveren.

  • God de Vader doet hetzelfde met ons. Hij voedt ons op door ons kaders te geven, Hij maakt duidelijk wat wel en niet kan, wat wel en niet juist is. Als wij ervoor kiezen om buiten die kaders te lopen, dan kiezen we voor iets dat minder goed is dan God voor ons heeft.

v4

Ouders moeten snappen dat opvoeden verder gaat dan regels en corrigeren. Het gaat uiteindelijk om het hart en daarmee de eeuwigheid van hun kind(eren). Het gaat uiteindelijk om Wie God is. En dat is precies waar vaders een belangrijke rol krijgen van Paulus, vaders moeten hun kinderen liefhebben en opvoeden in de vreze des Heeren. Vaders hebben hierin in het gezin de leidende verantwoordelijkheid volgens het Woord. Vaders moeten hun kinderen opvoeden in de onderwijzing en terechtwijzing in de Heere, dit is de taak die wij, vaders, van God hebben gekregen.

  1. Onderwijzen

Vaders moeten hun kinderen onderwijzen over God. Vaders moeten met hun kinderen de Bijbel lezen en uitleggen wat er staat, wat het betekent. Vaders moeten het voortouw nemen in het onderwijzen van de kinderen in het Woord. Dit betekent niet dat moeders dit niet mogen doen, maar dit betekent dat papa altijd een moment moet zoeken om als vader je kind(eren) te onderwijzen in Gods Woord.

Deuteronomium 6:6-7 “Deze woorden, die ik u heden gebied, moeten in uw hart zijn. U moet ze uw kinderen inprenten en erover spreken, als u in uw huis zit en als u over de weg gaat, als u neerligt en als u opstaat.”

  • Neem jij dit initiatief? Houd je je bezig met het Bijbels onderwijzen van je kind(eren)? Of vind je dat de verantwoordelijkheid van iemand anders (vrouw, school, kerk)?
  1. Terechtwijzing in de Heere

Het gaat hier vooral om het aanmoedigen en corrigeren van dingen door uitleg. Wij worden als christenen door Paulus opgeroepen, maar soms ook echt aangepakt om dingen wel/niet te doen. Dat is waar Paulus het hier over heeft richting kinderen. Vaders moeten hun kinderen wijsheid van de Heere bijbrengen, zodat de kinderen weten wat juist is en niet.

Vaders moeten hun autoriteit in het gezin echter niet misbruiken om kinderen aan te pakken, o.i.d. Kinderen moeten weten dat papa dingen doet op basis van Gods Woord, Gods voorbeeld, Gods liefde. Gods Woord, Gods liefde, de genade die papa zelf van God gekregen heeft, dat moet de reden zijn waarom papa doet wat hij doet.

Wiersbe: “Fathers provoke their children and discourage them by saying one thing and doing another – by always blaming and never praising, by being inconsistent and unfair in discipline, and by showing favoritism in the home, by making promises and not keeping them, and by making light of problems that, to the children, are very important.”

 

De rol van de moeder in dit alles is om op 1 lijn met vader te zitten. Ouders moeten 1 front zijn, 1 stem hebben, 1 set aan regels en consequenties, 1 liefde voor de kinderen. Ouders moeten elkaar niet afvallen, elkaars gezag niet ondermijnen. Daar ligt een grote rol voor de moeder. Om te praten met haar man over de opvoeding, om samen het Woord te zoeken, samen te bidden voor de opvoeding en de kinderen. Moeders spelen een ontzettend grote rol in het leven van de kinderen, ook haar deel in het opvoeden moet gebaseerd zijn op het Woord.

 

Op het moment dat kinderen niet gehoorzamen, is de Bijbel duidelijk over hoe te reageren.

Spreuken 29:15 “De stok en de bestraffing geven wijsheid, maar een jongeman die aan zichzelf is overgelaten, maakt zijn moeder beschaamd.”

Spreuken 13:24 “Wie zijn  stok spaart, haat zijn zoon, maar wie hem liefheeft, streeft naar vermaning voor hem.”

Waarom zouden we dit doen? Omdat God hetzelfde doet met ons:

Spreuken 3:11-12 “Mijn zoon, verwerp de vermaning van de HEERE niet en heb geen afkeer van Zijn bestraffing. Want de HEERE straft wie Hij liefheeft, zoals een vader doet met de zoon die hij goedgezind is.”

  • God is perfect liefdevol, God is perfect genadig. Hij gaat met ons om zoals juist is, omdat Hij alwetend is. Hij weet precies wat wij nodig hebben, want Hij heeft ons gemaakt. Het voorbeeld dat Hij geeft met ons, is het voorbeeld dat wij horen te volgen met onze kinderen.

Ook dit is iets dat tegenwoordig niet populair is, iets dat volgens de NL wet onder mishandeling valt. Het schijnt niet pedagogisch verantwoord te zijn, het schijnt psychologisch niet goed te zijn, maar toch draagt Gods Woord het ons op. De vraag is dan, wie heeft de hoogste autoriteit in ons leven? God, of menselijke wetenschap en regelgevers?

  • Begrijp me goed: ik ben 100% tegen mishandeling, zeker van kinderen. Ik ben ook tegen een corrigerende tik voor je kind in boosheid. Als je dit vanuit boosheid doet, dan ga je harder slaan dan goed is. God heeft ons nog nooit vanuit ons type boosheid gecorrigeerd, zondige boosheid, anders bestonden wij allang niet meer.
  • Een corrigerende tik is bedoeld om het kind te terug te brengen bij de regels, terug bij hoe dingen horen, terug te brengen bij het feit dat papa en mama het beste voor hebben met het kind. Een gecontroleerd pak slaag is wat volgens de Bijbel juist is op het moment dat een kind de ouders niet gehoorzaamd.
    • Vanaf welke leeftijd? Vanaf moment dat kind het begrijpt en dat verschilt per kind.
    • Doe dat niet in het openbaar, dan verneder je je kind. Haal nooit door, dan maak je je kind bang voor je.Sla nooit in het gezicht, maar altijd op de billen, o.i.d. Doe dit altijd vanuit liefde voor het kind, nooit in boosheid. Aan het einde moet je altijd duidelijk maken dat je nog steeds van je kind houdt, dat je dit doet omdat de regels overtreden zijn en omdat God van papa en mama vraagt om de kinderen te corrigeren.

 

Waarom zouden ouders dit doen? Waarom zouden ouders de NL wet, in dit opzicht, aan de kant schuiven en luisteren naar wat een boek van 2000 jaar oud zegt?

  • Het is Gods Woord. Het gaat hier om de autoriteit van Gods Woord tegenover wat wij zelf denken en vinden.
  • Als ouder hoor je beter te weten wat goed is voor je kind dan je kind zelf. Kinderen kunnen niet vanaf jongs af aan alle keuzes maken die er voor ze zijn. Ouders moeten daar sturing in geven. Daar komen regels om de hoek kijken. Die regels zijn nodig om de kinderen veiligheid en kaders te geven, waarbinnen ze vrij kunnen bewegen.
  • Gehoorzaamheid aan de ouders is een beeld van hoe wij gehoorzaam horen te zijn aan God. Als christenen horen wij God te gehoorzamen. Door kinderen van jongs af aan te leren om papa en mama te gehoorzamen, leren we kinderen om God te gehoorzamen. Zeker als continu duidelijk wordt gemaakt dat God de leiding heeft en dat papa en mama volgen wat God zegt.

Wiersbe: “Disobedience to parents is rebellion against God.”

v5-9

Na deze woorden over kinderen en ouders in relatie tot het onderschikken (Efeze 5:21), komt de laatste relatie aan bod: werkgever-werknemer. In het Romeinse rijk zaten dingen iets anders, er waren miljoenen mensen slaven van hun eigenaren en die dienden hun eigenaren, hun heren. Tegenwoordig is dat te vergelijken met werknemers en werkgevers.

In het Romeinse rijk kwamen veel slaven tot geloof, dat zien we ook in de andere brieven. De kerk in Efeze zal dus ook met tot geloof gekomen slaven te maken hebben gehad. Maar misschien ook wel met heren, eigenaren, die tot geloof komen. Als we in de kerk 1 zijn, gelijk zijn (Efeze 3), werkt dat dan ook door op de werkplek? Hoe hoort christelijke slaaf / werknemer zich te gedragen? En een christelijke slaafeigenaar / werkgever? Dat is waar Paulus ons in meeneemt.

v5-8

Slaven waren bezit van hun meesters. De meester kon ze behandelen zoals hij wilde, mishandelen, goed behandelen, etc. Dat veroorzaakte nog wel eens dat slaven eigenlijk hun meester helemaal niet wilde dienen, laat staan hun best doen. Paulus doet een stevige oproep aan alle slaven / werknemers, om hun meester / werkgever niet zomaar gehoorzaam te zijn, maar “evenals aan Christus”.

  • De slaven moesten hun meester gehoorzamen, net zoals ze aan Christus gehoorzaam zijn. Dat is nogal een opdracht, vooral voor ons hart, voor ons denken. Waar we naar Christus compleet gehoorzaam horen te zijn, zijn we dat vaak niet op die manier naar onze werkgever. Wat voor medewerkers zijn wij? Doen wij alleen wat er van ons gevraagd wordt als mensen kijken (v6), om mensen te behagen? Willen we alleen die taken die ons een promotie kunnen bezorgen?
    • God maakt duidelijk dat we met “vrees en beven” onze werkgever moeten dienen. Dat betekent niet dat we bang zijn voor onze werkgever, maar dat we God zo vrezen, dat we altijd ons best zullen doen. Doordat we weten dat we alles voor God doen, weten we dat Hij meekijkt, dat Hij ziet of en hoe we ons best doen. Dat is motivatie om zo te dienen, om zo te werken.
  • Paulus zegt in Kolossenzen 3:23 dat we “van harte” God moeten dienen, dus ook op ons werk, ook richting onze werkgever. Dat is nogal een oproep, dat is nogal iets anders dan hoe we vaak met onze werkgever om gaan. God wil dat wij de baan die Hij ons gegeven heeft, zien als iets waar we volledig ons best voor moeten doen. De tijd die we aan onze werkgever geven, moeten we 100% inzetten voor Hem. Kolossenzen 3:23, zien we ons werk als iets dat we “aan de Heere” moeten doen, of doen we dit om andere redenen?

Paulus wilde dat de slaven van die tijd inzagen dat ze niet slaven van hun meesters waren, maar slaven van Christus. Veel van zijn brieven opent Paulus met de woorden dat hij een dienstknecht van God is. Het woord dat Paulus daar gebruikt is doulos, wat slaaf betekent. Paulus zag zichzelf als een slaaf van Christus.

  • Een slaaf wordt gekocht, wij zijn gekocht met Jezus’ bloed (1 Korinthe 6:20, 1 Petrus 1:19)
  • Een slaaf was bezit, wij zijn van Christus (1 Johannes 4:4)
  • Een slaaf had een taak, wij hebben werken van God gekregen om te doen (Efeze 2:10)
  • Een slaaf was ondergeschikt aan de wil van de meester, wij horen Jezus’ wil te doen (Hebreeën 13:20-21)

Paulus zag zichzelf op deze manier. De vraag is hoe wij onszelf als christenen zien. Zijn wij slaven van Christus, wetende dat Hij de beste meester is Die we ooit zullen hebben? Of zijn we slaven van de zonde en regeert de zonde ons? Deze vraag heeft veel impact op hoe wij ons gedragen als werknemers. Als wij onszelf zien als slaven van Christus, dan zullen wij de beste werknemers willen zijn, voor God. Als wij onszelf zien als slaven van Christus, dan zullen wij doen wat er van ons gevraagd wordt, ook als de opdracht niet/minder leuk is, voor God. Als wij onszelf zien als slaven van Christus, zullen wij Christus’ wil uitvoeren op ons werk, voor God.

We horen niet alleen ons best te doen wanneer onze werkgever kijkt (v6), maar juist ook als we thuis werken, als niemand kijkt, als het werk geen promotie gaat opleveren. We horen te zien dat we een baan van de Heere hebben gekregen en dat we daar 100% inzet moeten tonen, omdat we de Heere daar dienen (v7) en niet mensen.

  • v8, God zal dit ook belonen. God heeft een eeuwige beloning klaarliggen voor de mens die dit toepast, voor de christen die zijn/haar werkgever op deze manier dient. Misschien ziet de werkgever het niet, je collega’s, niemand niet; God ziet het wel. We horen alles te doen als aan de Heere (Kolossenzen 3:23), dus ook het werk voor onze werkgever. En dan is het geweldig dat God dat wil belonen, dat is genade.

Wat voor werknemer ben jij? Een met ogendienst, een mensenbehager? Of zie je je werk als dienstbaarheid naar God? Bid jij voor je werkgever, je leidinggevende, je directeur? Ben jij een goed getuige van Jezus Christus op je werk?

v9

Voor werkgevers, de meesters in Paulus’ tijd, is het zo dat ze een werkgever moeten zijn naar Gods hart. In Paulus’ tijd mocht een meester van een huis alles doen met slaven wat hij maar wilde, dus kon hij ook dreigen met alles wat hij maar wilde. Paulus roept de werkgever op om dat niet te doen. Hij vraagt juist om dezelfde houding te hebben als de slaven.

  • Paulus zet de taak van de verschillende groepen mensen duidelijk neer:
    • Vrouwen onderschikken aan mannen (Efeze 5:22)
    • Mannen houden van hun vrouw als Christus de gemeente (Efeze 5:25)
    • Kinderen gehoorzamen hun ouders (Efeze 6:1)
    • Ouders voeden hun kinderen op (Efeze 6:4)
    • Werknemers zijn gehoorzaam evenals aan Christus (Efeze 6:5)
    • Werkgevers behandelen hun werknemers zoals de Heere hen behandeld (Efeze 6:9)
  • Werkgevers horen, net zoals de werknemers, alles voor de Heere te doen. Werkgevers moeten hun werknemers van harte dienen, juiste en faire taken geven, een juist en fair salaris geven, juist en liefdevol behandelen. Omdat ze moeten weten dat God hen ook altijd juist, liefdevol en genadig behandeld.
  • Een werkgever hoort geen lievelingetjes te hebben die alle leuke klussen krijgen, want bij God is er “geen aanzien des persoons”. Hij ziet iedereen als gelijk, zo hoort een werkgever ook te kijken naar de mensen die hij/zij in dienst heeft. Iedereen gelijke kansen. Werkgevers horen hun werknemers te behandelen op een manier die ze moeten verantwoorden naar God toe. Paulus maakt duidelijk dat God meekijkt met wat een werkgever doet, hoe en waarom. De intentie van het hart is heel belangrijk. De vraag is hoe jij als werkgever je mensen behandeld en waarom. Is Christus jouw drijfveer? Is Hij jouw startpunt qua denken en doen? Of ben je meer gericht op winst maken en moet alles wijken om jouw doelen te halen?

Als jij werkgever bent, onderzoek je hart. Wat voor werkgever ben je? Ben je zoals God voor ons is? Ben je een dictator die sommige werknemers beter behandeld dan anderen? Dreig je continu met gevolgen van dingen als je medewerkers dingen niet goed doen? Zie jij je werk als iets dat je “aan de Heere” doet?

Als je nog niet gelooft, weet dan dat God jouw perfecte Vader wil zijn. Hij is zo anders dan aardse vaders, juist omdat Hij perfect is. Hij wil jou Zijn perfecte liefde en genade geven, Hij wil jou als Zijn kind aannemen en opvoeden. Hij houdt oneindig veel van jou, maar op dit moment staat zonde tussen jou en Hem in. Zonde is dat wat Gods standaard van perfectie overtreedt. Dat doet elk mens, dus is Jezus Christus gekomen om de straf te dragen, jouw en mijn straf, zodat we nu bij God kunnen zijn. Vraag God om Zichzelf te openbaren, om te laten zien Wie Hij is. Accepteer Zijn offer en bekeer je van je zonde. Vraag vergeving en neem Hem aan als Verlosser en Heere.

Als je al wel gelooft, hoe ben jij naar je ouders? Hoe ben jij als werknemer/werkgever? Zie je dat als iets dat je voor God doet? Of loop je de kantjes er vanaf? Ben je dankbaar voor de moeite die je ouders als falende mensen in je opvoeding gestoken hebben? Of zie je alleen hun fouten? Ga je hart onderzoeken hoe jij bent als kind, als ouder, als werkgever/werknemer. Komt dat overeen met hoe God naar deze onderwerpen kijkt, of is jouw mening leidend?