Genezing vs. vergeving; welke is belangrijker? – Mattheüs 9:1-8

Genezing vs. vergeving; welke is belangrijker? – Mattheüs 9:1-8

Genezing vs. vergeving; welke is belangrijker?

Mattheüs 9:1-8

  1. Ik ga vanmorgen beginnen door jullie twee foto’s te laten zien:
    1. FOTO 1 – De eerste is van wijlen Christopher Reeve; de acteur die het meest bekend is geworden voor zijn hoofdrol in de film van1978, Superman, the Movie.
      1. Hier is hij in topvorm.
    2. FOTO 2 – De tweede is van dezelfde Christopher Reeve nadat hij in 1995 van zijn paard werd afgegooid, waardoor hij geheel ver-lamd is geworden.
      1. Hij is in 2004 als gevolg van zijn verwondingen overle-den.
    3. Voor Christopher Reeve was zijn lichamelijk herstel het aller-belangrijkste in zijn leven. In zijn beleving was zijn lichamelijk herstel zijn grootste en diepste nood.
  • Vanmorgen gaan wij kijken naar het verhaal van iemand die, zoals Christopher Reeve, geheel verlamd was. Alleen zullen wij zien dat wanneer deze verlamde man met Jezus in contact komt, de prioriteit toch iets anders ligt…

Matteüs 9:1-8 – Wij gaan dit stuk eerst samen lezen en dan gaan wij het vers-voor-vers behandelen.

Toon volledige notities

Vers 1 – 1En nadat Hij in het schip gegaan was, voer Hij over en kwam in Zijn stad. En zie, men bracht een verlamde bij Hem, die op een bed lag.”

  1. In Mattheüs 4 zien wij dat Jezus Nazareth verliet en in Kaper-naüm ging wonen. Veel bijbelcommentatoren geloven dat Jezus bij Petrus inwoonde, vandaar dat Mattheüs hier zegt dat Jezus in Zijn stad aankwam.
  2. Het parallel verhaal uit Markus 2 zegt dit:

Markus 2:1-4 – 1En na enkele dagen kwam Hij opnieuw in Kapernaüm; en men hoorde dat Hij thuis was. 2En meteen verzamelden zich daar velen, zodat zelfs de ruimte bij de deur hen niet meer kon bevatten; en Hij sprak het Woord tot hen. 3Er kwamen ook enigen naar Hem toe die een ver-lamde brachten, door vier mannen gedragen. 4En omdat zij niet bij Hem konden komen vanwege de menigte, verwijder-den zij de dakbedekking boven de plaats waar Hij was; en nadat zij het dakopengebroken hadden, lieten zij de ligmat waarop de verlamde lag, neer.”

  1. De grote menigte die Jezus in hoofdstuk vier volgde en die Jezus in hoofdstuk 8 volgde, kwamen er al gauw achter dat Jezus er weer was en velen van hen kwamen meteen op Hem af.
  2. En het was zo druk dat het voor deze vier mannen onmo-gelijk was om hun vriend bij Jezus te kunnen brengen.
  • Maar, deze vier mannen werden niet zomaar door deze ob-stakel uit het veld geslagen. Zij moesten en zouden hun vriend bij Jezus brengen. En waar een wil is, is een weg.
    1. De woningen van die tijd hadden meerdere verdiepingen. En in de meeste gevallen had men de woon-en eetkamer op de eerste verdieping.
      1. Denk aan de bovenzaal waar Jezus en de discipelen de Paasmaaltijd aten.
        1. Dit is meest waarschijnlijk de plek in het huis waar Jezus zich op dit moment bevondt.
      2. De woningen van die tijd hadden ook een dakterras waar de mensen vaak zaten. En hoe men op het dakterras kwam was d.m.v. een trap aan de buitenkant van het huis.
      3. Dus, doordat de vier mannen niet via de voordeur bij Jezus konden komen, klommen zij via de buitentrap het dak op, haalde een stuk van het dak eraf en lieten hun verlamde vriend op z’n matras naar beneden zakken waar Jezus bezig was met een Bijbelstudie.
        1. Mensen, dit was een zeer gewaagde actie. Ik kan me voorstellen dat men zoiets had van: “Wat doen jullie?” “Zijn jullie helemaal gek geworden?” “Dit soort dingen doen wij in onze Bijbelstudiekring niet!”
        2. Ik kan me ook voorstellen dat de vrouw des huizes niet zo blij was met deze mannen.
  • Maar hoe ongebruikelijk, oftewel, hoe “not done” deze actie was, Jezus zag het anders.

Vers 2 – 2En Jezus, Die hun geloof zag, zei tegen de verlamde: Zoon, heb goede moed, uw zonden zijn u vergeven.”

  1. Ondanks deze grote, brutale verstoring van de Bijbelstudie waar Jezus mee bezig was, keek Jezus alleen maar naar het geloof van de vier mannen die de verlamde bij Hem brachten.
    1. Het bijzondere in dit geval was, zoals het geloof van de hoofdman over honderd Jezus bewoog, het geloof van de vier mannen Jezus hier beweegt en Hem tot actie brengt. Nergens staat er in de Bijbel dat de verlamde zelf geloof uitte.
      1. Wij weten niet eens of de verlamde überhaupt kon spreken.
    2. Hoe dan ook, Jezus spreekt de verlamde met veel tederheid toe door hem ‘zoon’ te noemen en zegt: ‘heb goede moed’.
      1. De woorden ‘heb goede moed’ kan ook vertaald worden in ‘vrees niet’. En Jezus zegt dit niet zomaar; deze verlamde man was doodsbang. Maar waarvoor?
        1. Johannes 9:1-3 – 1En in het voorbijgaan zag Hij ie-mand die blind was van de geboorte af. 2En Zijn discipelen vroegen Hem: Rabbi, wie heeft er gezondigd, hij of zijn ouders, dat hij blind geboren zou worden? 3Jezus ant-woordde: Hij heeft niet gezondigd en zijn ouders ook niet, maar dit is gebeurd, opdat de werken van God in hem geopenbaard zouden worden.”
          1. De discipelen leggen een link tussen het zondigen en ziekte omdat dit is wat men in die tijd dacht.
          2. Men dacht dat als iemand ziek was dat hun ziekte een gevolg was van hun zonde. Dat òf die persoon zelf gezondigd had, òf dat zijn (voor)ouders gezondigd hadden.
        2. Iedereen die in die tijd een of andere ziekte had, leed niet alleen onder de ziekte zelf, maar ook onder de schaamte en de schande omdat de maatschappij hen bestempeld had als een grove zondaar.
          1. Er werd dus op alle zieke mensen neergekeken; zij werden beschimpt. En om nog veel meer redenen was het voor zieken in die tijd vele malen moeilijker dan het vandaag de dag is.
  • Deze verlamde man, leed dus niet alleen aan zijn ziek-te, maar hij was emotioneel ook helemaal gebroken.
  1. Het was dus een gigantische stap voor de verlamde om zichzelf überhaupt in het openbaar voor Jezus en alle mensen bloot te geven. Want in de ogen van alle mensen was hij een grotere zondaar dan alle anderen.
    1. Daarom zei Jezus met veel tederheid tegen de verlamde: “Zoon, heb goede moed, uw zonden zijn u vergeven.”
  • In de ogen van de mensen was de grootste nood van de verlamde om lichamelijk hersteld te worden. De vier mannen brachten de verlamde bij Jezus om genezen te worden.
    1. Maar, Jezus zegt niet: “Zoon, heb goede moed, Ik ga je genezen”. Nee, Jezus zegt: “Zoon, heb goede moed, uw zon-den zijn u vergeven.”
      1. De allerbelangrijkste nood van de verlamde was niet zijn genezing, maar de vergeving van zonde. En dan niet de zonde waarvan de mensen dachten dat hij schuldig was, maar de zonde waarmee ieder mens te maken heeft wegens de zondeval in Genesis 3.

Vers 3 – 3En zie, sommigen van de schriftgeleerden zeiden bij zichzelf: Deze lastert God.”

  1. Het parallel verhaal uit Markus 2 zegt dit:

Markus 2:6-7 – 6En er zaten daar enigen van de schriftge-leerden, en die overlegden in hun hart: 7Waarom spreekt Deze op die manier godslasteringen? Wie kan zonden vergeven dan God alleen?”

  1. De schriftgeleerden zaten er enerzijds helemaal naast omdat zij Jezus beschuldigde van godslastering, maar anderzijds had-den zij helemaal gelijk toen zij dachten: “Wie kan zonden ver-geven dan God alleen?”
    1. Alleen door het offer van Jezus Christus, kan God de mens geheel en voor altijd vergeven van zijn/haar zonde.

Vers 4-5 – 4En Jezus, Die hun gedachten zag, zei: Waarom overweegt u verkeerde dingen in uw hart? 5Want wat is gemak-kelijker, te zeggen: De zonden zijn u vergeven? of te zeggen: Sta op en ga lopen?”

  1. Het is veel makkelijker om te zeggen: “De zonden zijn u ver-geven.” Want welk mens kan bewijzen dat mens zonde verge-ven zijn of niet.
    1. Als ik vanmorgen tegen jou zeg: “jouw zonden zijn je ver-geven”. Dan is er niemand die dit kan beamen of weerleggen. Niemand kan er iets over zeggen want het is onzichtbaar.
  2. Maar, stel dat een verlamde in een rolstoel naar voren gebracht wordt en ik tegen die persoon zeg: “Sta op en ga lopen”… dan kan iedereen zien of het wel of niet gebeurt.
    1. Dan ziet iedereen of ik wel of niet de gave van genezing heb gekregen…
  • Het is dus makkelijker om te zeggen: “uw zonden zijn u vergeven”, dan om te zeggen: “Sta op en ga lopen”. Maar, beiden zijn voor de mens onmogelijk om uit te voeren.
    1. a.w. geen enkel mens is in staat, oftewel heeft de autori-teit om zowel zonden te vergeven als een verlamde te gene-zen.

Vers 6-7 – 6Maar opdat u zult weten dat de Zoon des mensen macht heeft op de aarde zonden te vergeven (toen zei Hij tegen de verlamde): Sta op, neem uw bed op en ga naar uw huis. 7En hij stond op en ging naar zijn huis.”

  1. De titel “Zoon des mensen” betekent in de meest eenvoudige vorm, mens. Ik ben een zoon des mensen. Wij zijn zoons en dochters des mensen. En ook Jezus, die uit de maagd Maria geboren was, was als mens geboren, dus een Zoon des mensen.
    1. Dus, wanneer Jezus Zichzelf de Zoon des mensen noemt, dan spreekt Hij voornamelijk over Zijn menselijkheid.
      1. Wanneer Jezus Zichzelf de Zoon van God noemt, dan spreekt Jezus over Zijn goddelijkheid; dat Hij God is.
    2. Er is naast deze eenvoudige betekenis van Zoon des men-sen ook nog een veel diepere betekenis en dat is terug te vin-den in Daniël 7 waarin Daniël de “Zoon des mensen” in een visioen ziet:
      1. Daniël 7:13-14 – 13Ik keek toe in de nachtvisioenen, en zie, er kwam met de wolken van de hemel Iemand als een Mensenzoon (Zoon des mensen). Hij kwam tot de Oude van dagen en men deed Hem voor Zijn aangezicht naderbijkomen. 14Hem werd gegeven heerschappij, eer en koningschap, en alle volken, natiën en talen moesten Hem vereren. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die Hem niet ontnomen zal worden, en Zijn koningschap zal niet te gronde gaan.”
        1. Hier ziet Daniël dat de Zoon des mensen de Messias is.
          1. Dus, wanneer Jezus Zichzelf de Zoon des mensen noemt bedoeld Hij ook dat Hij de Messias is.
          2. Dat Hij degene is die de zondeval ongedaan zal maken. Dat Hij degene is die de mens met God zal verzoenen.

Vers 6-7 – 6Maar opdat u zult weten dat de Zoon des mensen macht heeft op de aarde zonden te vergeven (toen zei Hij tegen de verlamde): Sta op, neem uw bed op en ga naar uw huis. 7En hij stond op en ging naar zijn huis.”

  1. Dus, om duidelijk te maken dat Hij de Messias is, dat Hij God is en de macht heeft om zonden te vergeven, geneest Jezus de verlamde.
    1. En deze verlamde man stond onmiddelijk op, nam zijn hangmat op en ging op eigen benen naar huis toe. En dit zonder enige revalidatie, zonder enige fysiotherapie.

Vers 8 – 8Toen de menigten dit zagen, verwonderden ze zich en verheerlijkten God, Die zo’n macht aan de mensen gegeven had.”

  1. In Lukas 5:26 staat dat de mensen ook vervuld werden met vrees.
    1. Verwondering over God op zichzelf is leuk, maar zonder vrees, zonder de vreze des Heeren is de mens alsnog verlo-ren.
  2. Ja, de lichamelijke genezing was voor de verlamde en zijn vier vrienden dusdanig belangrijk dat zij letterlijk alle sociale regels hadden overtreden.

Maar voor Jezus, voor God, voor de Messias was de verge-ving van zonden het meest belangrijke.

  1. En zo ook vanmorgen. Misschien heb je een gigantische nood, en misschien speelt die nood de grootste rol in je leven. Je staat ermee op en je gaat ermee naar bed.
    1. Ik geloof dat Jezus met jou begaan is en dat jouw nood Hem niet ontgaan is. Maar zoals met deze verlamde man is er een grotere nood in jouw leven en dat is de verge-ving van zonden.
  2. Misschien heb je voor de zoveelste keer weer op hetzelfde gebied gezondigd, en niet alleen een beetje, maar dat je er zelf hopeloos van bent geworden; dat je denkt dat er geen weg terug is naar God.
    1. Ik wil je vanmorgen verzekeren dat als je oprecht berouw hebt over je zonden, dat God jou vanmorgen zal vergeven.
      1. 1 Joh. 1:9 – “Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te verge-ven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.”
    2. Misschien heb je gezondigd, maar dan niet in de zin dat je iets voor de zoveelste maal gedaan hebt, maar dat je structu-reel nalatig ben geweest.
      1. Nalatig in het onderhouden van je relatie met God…
        1. Nalatig in het eigen maken van Gods Woord, nalatig in je gebeden, nalatig in het dienen van God.
      2. Misschien ben je nalatig in het onderhouden en op-bouwen van je relatie met je man of met je vrouw.
  • Misschien ben je nalatig in het gehoorzamen van Gods Woord, of in het niet doen van Gods wil, enz…
    1. Waarin je ook gefaald hebt, waarin je ook nalatig geweest bent, God wil ook jou vanmorgen vergeven en wil jou een frisse start geven.